UKLÜERSCHE EN NIEEWEDIEPER COURANT. 1878. N°. 88. Woensdag 24 Julij. Jaargang36. Algemeen Nieuws- en Advertentieblad voor Hollands Noorderkwartier. BRANDWEER yJINNA PAULOWNA. •Viji „W ij huldigen het goed e." Verschijnt Dingsdag, Doudcrdag en Zaturdag namiddag. Abonnementsprijs per kwartaal1.30. franco per post - 1.65. Uitgever A. A. BAKKER Cz. Bureau: MOLENPLEIN N°. 163. Prijs der Advertenticn: Van 14 regels 60 Cents, elke regel meer 15 Cents. Groote letters of vignetten worden naar plaatsruimte berekend. Eiken Donderdag vertrekt de mail naar Oost-Indië. Laatste Beting 's avonds 6 uur. BURGEMEESTER en WETHOUDERS der gemeente ANNA PAULOWNA maken bekend, dat er op ZATERDAG, den 27 JULI e. k., des namiddags ten 7 ure, op het terrein voor de Meestoof, eene OEFENING MET DE BRANDSPUITEN zal worden gehouden voor de dienstplichtigen, woonachtig tusschen de van Ewijcksvaart en den Spoorwegbegrensd ten noorden door den Kleiweg en ten zuiden door den Grasweg. Zij, die niet opkomen, zullen volgens de verordening worden gestraft. Anna Paulowna, den 20 Juli 1878. Burgemeester en Wethouders voornoemd, C. E. PERIv, Burgemeester. A. J. DE JONGH, Secretaris. HELDER en NIEUWED1EP, 23 Julij. De jongste Zweedsche adelborst, von Arnim, is in zoo verre hersteld, dat hij reeds eene wandeling in de gemeente heeft gemaakt. Hij vertrekt spoedig naar zijn vaderland. De oudste, Schütz, is door het belangrijk bloedverlies bij het ongeval nog steeds bedlegerig. De goede verpleging in 's Rijks Marine-hospitaal geeft alle hoop, dat ook deze jongeling spoedig in beterschap zal toenemen. De nieuwe mailboot van de Stoomvaart-Maatschappij Nederland, welke op de werf van de firma John Elders reeds op stapel staat, zal de naam dragen van Prinses Marie, de aanstaande gemalin van Z. K. H. Prins Hendrik. Het model wordt gevolgd van de booten Prins van Oranje en Koning der Nederlanden. Morgen, Woensdag, vertrekt ten 5 u. 40 m. een volks- trein van Rotterdam naar hier, om ten 6 u. 20 m. des avonds weder derwaarts te vertrekken. De heer mr. K. J. C. Stakman Bosse vierde gisteren het zilveren jubilé als burgemeester dezer gemeente. Talrijk waren de blijken van belangstelling, die de jubilaris mogt ontvangen. Van tal van woningen wapperden vlaggen, zoodat de gemeente een regt feestelijk aanzien had. De HET WOORD VERGETEN!., Novelle van ARTHUR, STAHL. {Vervolg.) VIII. Den volgenden dag barstte ten huize van den bankier de storm der ontdekking los en wel op eene voor Eugenio allerongelukkigste wijze. Roberto, die het eerst kwam en een blik in bet kasbureau wierp, zag Eugenio niet op zijne plaats, trad binnen, bemerkte de gebroken vensterruit, de handschoenen en de rotting op tafel, en daarbij het halfverscheurde couvert aan Eugenio van Jane's hand, die hij wel kende. De kast was gesloten; de chef kwam; men wachtte op den kassier; het uur van zijn komst was reeds lang verstrekener moesten noodzakelijk eeuige betalingen geschieden en hij kwam niet. Men zond een boodschap naar zijne woning; de bewoonster wist niets te zeggen dan dat hij den vorigen avond een oogenblik met een haar onbekend heer thuis was geweest en dien nacht niet weder terug was gekomen. Men zond om den Engelschen Werkman, die de kast gemaakt hadhij was den vorigen dag op reis gegaan naar Engeland, en geen ander dan hij kon zonder het geheimzinnige woord de kast openen; het meubelstuk moest opengebroken worden en was van te kostbare constructie, dan dat men dit dadelijk doen zou en niet eerst den uitslag der nasporingen zou afwachten. Het geheele beambtenpersoncel was eindelijk in het kasbureau verzameld, elkaar aanziende, Huisterende, de kast aanrakend, de handschoenen, liet couvert, de gebroken ruit, en ieder in zijn hoofd de verschillende combinaties smedend, die hij zich niet onthouden kon aan anderen mede te deelen. Alleen Roberto stond op den drempel, het tooneel aanziende met een spottende, triomfeerende uitdrukking in zijn boosaardige trekken, een duivelsche vreugde in zijn bloeddorstige oogen; de magere vingers krampachtig in elkander draaiend als het onmiskenbare teeken van innerlijke voldoening. Niemand naderde hem, daar hij door allen gevreesd was en hij niet sprak, totdat plotseling de chef op den drempel verscheen, met een geopenden brief in de hand, die eeu groote betaling vorderde. lloberto's zinnelijke lippen trokken samen tot een liatelijken, duivelachtigen glimlach. //Uw vogel is uit de kooi ontsnapt, zooals ge ziet, mijnheer de consul. De chef, die niet zoo wantrouwend en boosaardig was als zijn eerste bediende, zag hem een oogenblik bijna minachtend aan. «Gij glimlacht? Dat had ik niet van u gedacht; ik heb geen verdenking...." Thans was de stroom der lasteringen losgebroken; Roberto's lippen, die tot dusver zwegen, vloeiden over van alle denkbare bewijsgronden: //Eugenio had lang opspraak verwekt; hij had een jeugd toonde den gelieelen dag haar ingenomenheid met het feest; met vlaggen en vaandels maakte zij reeds in den morgen haar opwachting voor het huis van den burger vader, onder 't aanheffen van nationale liederen. 's'Namid- dags van 1 tot 3 ure gaf de jubilaris ten raadhui ze ge legenheid aan allen die hem wenschten te complimenteren. De leden van den gemeenteraad boden hunnen voorzitter aan eene fraaije pendule met coupes, de hoofdambtenaren der gemeente een sierlijken zilveren inktkoker, de gemeente naren een kostbaren feestbokaal met zilver gemonteerd, al deze geschenken waren van toepasselijke inscriptiën voorzien. 's Namiddags bood de jubilaris in de Bouw- zaal een diner aan, aan de leden van den gemeente raad, eenige autoriteiten en hoofdambtenaren der gemeente. De zaal was voor deze gelegenheid regt smaakvol versierd. Door de zorg eener commissie uit de ingezetenen werd 's avonds op een vaartuig in het Ileldersch Kanaal eenig vuurwerk ontstoken. De feestelijkheden werden herhaal delijk opgeluisterd door muziek-uitvoeringen, en lokten, vooral 's avonds, tal van menschen tot eene wandeling uit. Het bengaalsch licht, dat op onderscheidene plekken werd ontstoken, leverde bij de aanwezigheid van zoovelen een treffend schouwspel. De vermelding der namen van de raadsleden, die vóór 25 jaren den heer Bosse bij de aanvaarding zijner betrekking geluk wenschten, herinnert ons aan zeer velen die sinds dat tijdstip door den dood werden weggenomen. De toen malige raadsleden waren de heeren A. Boomsma, wet houder, waarnemend burgemeester, C. Bakker Bz., wet houder, J. Papineau, waarnemend wethouder, J. S. Janzen, dr. J. Haremaker, J. Sevenlmijsen, P. A. Beets, J. van Her werden, J. T. Zur Mfthlen, E. J. Verweijde, S. Lastdrager, Jb. Bakker, K. Metzelaar, H. J. van Es en J. Schoon. Op het graf van wijlen' den heer L. Yerhey is dezer dagen door de zorg van zijne vrienden en vereerders een grafgesteente aangebragt. Uit het officieel verslag van de zitting der Tweede Kamer blijkt, dat de minister van Binnenlandsche Zaken, ter gelegenheid van de wet op de longziekte, zeer categorisch verklaard heeft, dat de maatregel, waardoor alle uitvoer van vee uit Duitschland over Nederland naar Engeland belet wordt, door de regering streng wordt volgehouden. Door den minister van Marine, ad interim van Oor vrouw willen nemen, die niet voor zijn omstandigheden paste, wier vader zijn toestemming geweigerd had, daar hij in de aristocratische klingen van Genua wilde opgenomen worden, omdat men thans ontdekt had, dat Jane's huwelijk na op liaudeu was, en zoo was er geeu andere onderstelling mogelijk, dan dat het paar, daar Jane zonder de goedkeuring baars vaders over niets te beschikken had, en Eugenio over groote sommen, als hij ze ontvreemdde, met elkaar gevlucht was, en God wist, wat zich nog in de kast bevond." De chef zag hem ongeloovig aan en trok zich terug, om zich aan het uitbreken der gissingen van het verzamelde personeel te onttrekken. Toch liet hij, na alle voorafgaande onderzoekingen in de kamer zelf, aan die gissingen naar buiten den vrijen loop en wel altijd nadrukkelijker en openlijker, wijl niets resultaten gaf. In Eugenio's woning leverden alle herhaalde vragen geen resultaat en was de Signora, waarvan sprake was en gelijk men zeide, ver loofd; Eugenio keerde niet terug; de niet le openen geldkast veroorzaakte groote moeielijkheid. Kortom, het eindigde met een openbare oproeping in de groote courant, die niets te wenschen overliet, want Roberto was er de opsteller van. Daarin werd als feii vermeld, dat de kassier van den consul verdwenen was, aangevuld met de hatelijkste zinspelingen, die onmiskenbaar deden blijken, welke verdenkingen de schrijver ge koesterd had. De mindere geëmployeerden hadden echter het diepste medelijden met den zoo vervolgde, aan wiens schuld geen hunner geloofde en die zich alleen over zijn verdwijnen verwonderden. Alleen de chef en" Roberto deinsden voor geen enkelen slap terug; de chef, omdat hij niets verliezen wilde; Roberto, omdat hij zijn leven lang geen grootere voldoening gesmaakt had. De opening der kast moest tot den lerugkeer van den Engelschen maker uitgesteld wordende verdenking bleef op den jongen man rusten en de zorgvuldigste nasporingen gaven geen licht. IX. Het was veertien dagen na Jane's huwelijkdat gehate, gedwon- gene, met duizend tranen beweende huwelijk. Zij zat in een boudoir van haar nieuwe, met bijna vorstelijke pracht ingerichte avoning, die in vergelijking met de hare nog den klank van een aristocratischen naam en smaak en bij haar vroege- ren rijkdom nog den overvloed voegde. Men was daarbij alle paal en perk te buiten gegaan; het waren geen zaken, die den wensch, den smaak, het hart troffen. Alles had de grenzen van don overvloed bereikt; alleen de meesteres van al deze haar opgedrongen heerlijkheden was veranderd; was als een scliiin onder de levenden en had slechts nog twee aandoe ningen, die van een zenuwachtigen haat, als de haar opgedrongen gemaal kwam, en die der vreugde, als hij weder heenging. Zij dacht niet anders of zij had hem verloren, den eenig geliefde, log, is een tabel vastgesteld \an de onderofficiersgraden en de mindere militairen, die aanspraak op vrijstelling van directe belastingen kunnen doen gelden. Hierdoor is menige onzekerheid op dit punt weggenomen. Het opperbevel over de troepen, die van 2 tot 12 Sept. a. s. aan de groote veldmanoeuvres op een gedeelte der kust van Zuid- en Noordholland, in verband met de zeemagt, zullen deelnemen, zal worden gevoerd door den generaal-majoor Pfeiffer. In het jaarverslag van de Nederlandsche Vereeniging tot afschaffing van sterken drank leest men, dat het Neder landsche volk per hoofd en per jaar f 7| aan jenever verkwist en dat aan rundvleesch nog f 6£ wordt uitgegeven. Gisteren avond werd de groote boerderij van den heer B. Schouten, te Anna Paulowna, in korten tijd in de asch gelegd. Het woonhuis, de schuren en stallen brandden, niettegenstaande de brandweer spoedig aanwezig was, tot den grond af. Van den inboedel werd veel gered een en ander was tegen brandschade verzekerd. De oorzaak is onbekend. Aan het artikel „Kout van een Amsterdammer," voorkomende in de Amsterdamsche Courant, ontleenen wij o. a. de volgende lezenswaardige regelen „Kinderen zijn kinderen/' zegt een oud woord, waar menigeen bij zweert, die niet bedenkt dat zijn kroost hem nimmer gevraagd heeft om op de wereld te mogen komen, en die beter deed het te verzorgen en te bewaken, dan het in de kinderkamers weg te moffelen en aan de goede zoi'gen van gouvernantes en bonnes toe te vertrouwen of in het tegenovergestelde te vervallen en het in het wilde te laten opgroeijen en Gods water over Gods akker te laten loopen. Men zal mij tegenwerpen, dat het voor velen en in 't bijzonder voor minvermogenden niet mogelijk is zich altijd persoonlijk met hunne kinderen te bemoeijen, en soms is dit waar, maar vaak of liever meestal is gemak zucht en onwil in het spel, en dezelfde ouders, die geen tijd hebben om zich met hun kroost op te houden, hebben een zee van tijd voor allerlei pretjes over; zeer jong worden de kinderen reeds naar school gestuurd, omdat ze het te huis te lastig maken, en om dezelfde reden worden ze de straat opgejaagd om langzamerhand te ver wilderen en allerlei kwaad en ondeugden te leeren. door hare schuld, door de ongehoorde zwakte der toegeeflijkheid, waartoe een geheel leven haar niet lang genoeg toescheen om er boete over te doen. Waar was de bekoring van het huwelijk, van liet huis, van het leven nog voor haar? Alles was ontbladerd, alles weggezonken in nacht en vertwijfeling, en zij zelve na weinige weken reeds in de volkomenste zekerheid, dat zij in dezen door haar gehateu echt onder geen omstandigheden verbetering zou kun nen brengen. Haar uitzicht bewees in korten tijd ten duidelijkste, hoe zij geleden had; hare trekken waren als uitgewischt, zoo mat, zoo krachteloos als de bladeren van een verdorrende roos, waarover de stormwind is heengevaren; haar teeder lichaam was als een geknakte bloem, als kon zij zich niet staande houden uit gebrek aan kracht. Jane vreesde, dat zij zoo niet leven kon en tocli had zij het van zich verkregen, gedurende dien tijd ten minste te beproeven, alle oncenigheid te vermijden. Maar ach! als een gevoelig hart in zijn eersten reinen liefdesaandrift getroffen wordt onverbiddelijk tast het de vrouw aan, al vindt de sterkere wellicht ook nog genezing. De arme Jane! Zij moest de vertegenwoordigster van een aan zienlijk huis zijnzij moest den rijkdum van haar echtgenoot tegelijk met haar schoonheid voor de groote wereld ten toon spreiden, en door dezen hartstocht, die haar hart verteerde, bleef niets in haar hoofd, wat anders vrouwen treft, die, met de eerste jeugd achter den rug, de eerzucht, den glans, den opschik voor trekken boven de liefde. Zij beschouwde alles met onverschillige blikken wat het bezit van haar geniaal uitmaakte; de eer van zijn rang trof haar zelfs bijna niet. Zoo zat de arme Jane dezen morgen in het vorstelijk salon, maar zij lette niet op haar prachtige renaissnuce-meubelen; aan een klein, eenvoudig tafeltje uit haar meisjesjaren, dat zij mede gebracht had, waaraan zij met hem had gezeten, de enkele malen, dat hij toegang tot liaar huis had gehadwaar zij de weinige brieven, die zij heimelijk van hem had ontvangen, gelezen had waarop in een kostbaar, gesloten kastje de bloemen en souvenirs lagen, wanneer een oogenblik op gezelschaps-avonden zich hun gunstig betoond had. En toen zij de portefeuille opende, waarin op kleine blaadjes enkele woorden stonden, die haar in zoete oogenblikken wenken hadden gegeven, hoe zij elkander zien en slechts een oogenblik de onuitsprekelijke zaligheid genieten mochten. Zij had Amors kelk tot op den bodera geledigd. Tranen stroomden over haar bleek gezicht, over de papieren, en met hare bleeke, bevende lippen kuste zij het ecnigc wat haar van hem overge bleven was. Zij vouwde in wanhoop hare handen op haar borst. In dit oogenblik werd de deur snel geopend en trad haar vader binnen. Geheel onvoorbereid en zonder een enkele blik op de ontroering in baar uiterlijk te slaan, liet hij den vernietigenden, ontzettenden

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche en Nieuwedieper Courant | 1878 | | pagina 1