feestcommissie ten raadhuize worden binnengeleid. Zoo eschiedde. Yan liet balkon dankte de burgemeester voor e hem bewezen eer, en uitte hij de beste wenschen voor den bloei der gemeente. In den avond vervrolijkten sier lijke lampions de beide eercbogen en werd er een vuurwerk ontstoken, terwijl de gepaste vrolijkheid tot vrij laat of vrij vroeg duurde/' Te Purmerende werd jl. Donderdag een harddraverij gehouden, waaraan 16 paarden deelnamen. De prijs, f250, werd behaald door de schimmelmerrie Rosa, van J. Visser, te Barendrecht, pikeur P. van Santen. De eerste premie, f 100, door de bruine merrie Lady, van A. de Graaf, te Watergraafsmeer, bereden door den eigenaar; de tweede premie, f 50, door de blaauwe blesmerrie Eva, van C. de Wit, te Zijpe, pikeur A. D. de Wit. De heer C. Donker, notaris te Benningbroek, heeft, tot herdenking van zijn 25jarig verblijf in het Ambacht der 4 Noorder Koggen, waarvan hij dijkgraaf is, eene in stelling van publiek nut binnen den kring van dat Ambacht wenschen in het leven te roepen en daartoe aan elke gemeente, in dat waterschap gelegen, een barometer geschonken, doel matig ingerigt om dienst te kunnen doen voor openbaar gebruik. Ook het onderhoud dezer barometers gedurende de eerstvolgende vijf jaren, heeft de schenker voor zijne rekening genomen. De betrokken gemeentebesturen hebben dit geschenk dan ook gaarne aanvaard, en de barometers zijn bereids in de verschillende gemeenten op doelmatige plaatsen aan het raadhuis of de gemeenteschool bevestigd. Een agent van politie ontmoette te 's Hage op de Groenmarkt eene jufvrouw. Hij wisselde eenige woorden met haar en te zamen wandelden zij een eindweegs op. Maar het duurde geen minuut, of een volksoploop ver dringt zich achter hen. Eene jufvrouw werd „opgebragt," en natuurlijk moest dit vergezeld gaan van gejouw en gejoel. Maar de jufvrouw werd niet opgebragt; zij was de huisvrouw van den politie-agent. Wat echter alle andere echtelingen vergund is, namelijk rustig zamen langs 's Iieeren wegen te gaan, is, krachtens den Nederlandschen „volkswil," aan politie-beambten niet geoorloofd. Het kabaaltje werd zelfs van dien aard, dat de agent zijne vrouw in veiligheid moest brengen in het gelukkig nabij gelegen politie-bureau, dat toen natuurlijk nog eenigen tijd werd aangegaapt door eenige leêgloopers en klappeijen, met een stoet kinderen in hun gevolg. Ziedaar een staaltje van de Nederlandsche volkszeden! Aan het station te Brummen is jl. Donderdag avond, ten ruim zeven ure, een vreeselijk ongeluk gebeurd. Mevr. de barones van Rhemen van Rhemenshuizen, echtgenoot van het lid der Eerste Kamer, die zich buitenslands bevindt, is, terwijl zij iemand van den trein wilde halen en zich onvoorzigtig op de rails waagde, door den sneltrein, die van Arnhem kwam, overreden en gedood. Mevrouw R. wilde aldaar (zoo luidt een ander berigt), voordat de trein stilstond, haar kindje, dat zich te ver naar voren had gewaagd, een weinig terugtrekken. Ongelukkig kwam zij daarbij met de trein in aanraking, die haar der mate over het ligchaam ging, dat zij op de plaats dood bleef. In de gemeente Diesen vond een kleêrmaker in een sloot een kalf, geheel in een touw verward. Hij begon aanstonds luidkeels hulp te roepen, waarop zijn vrouw en dochter toesnelden en beiden in een waterpoel sprongen, in de meening, dat de ridder van de naald daar ingevallen was. Toen het kalf in de nabijheid een kreet slaakte, zeide de dochter: „Moeder, vader die sterft." Inmiddels waren de buren toegesneld, waarop men den snijder ont dekte, zeer rustig bij het kalf gezeten; onnoodig te melden dat de lachspieren der aanwezigen werden gaande gemaakt. In zegepraal werd de kleêrmaker tusschen zijne druipnatte vrouw en dochter huiswaarts geleid. Uit het noorden des lands meldt men dat de hooi oogst, tweede snede thans is aangevangen en op de meeste plaatsen ruim produceert, 't Weidevee, runderen en schapen, heeft gras in overvloed; men verwacht tegen den winter geen dure vleeschprijzen, daar er een massa vee in 't gras loopt en de gezondheidstoestand niets te wenschen overlaat. De zaak van den hoofdonderwijzer P. J. van der Kamp, te Roermond is thans afgedaan. De Koning heeft het besluit vernietigd, waarbij B. en W. van Roermond dien onderwijzer hadden geschorst, omdat hij medewerkte aan de redactie van het (liberale) weekblad „de Volksvriend," terwijl zoodanige medewerking bij zijn instructie verboden was. Het besluit laat zich niet uit over het al of niet wettige van zulk een bepaling in een instructie. De vernietiging berust op dezen grond, dat B. en W. de schorsing hebben uitgesproken wegens overtreding van het bekende art. 23 dei" schoolwet van 1857, en dat dit artikel (eerbiediging van godsdienstigemeeningen) alleen slaat op het onderwijs in de school, niet op hetgeen de onderwijzer daarbuiten doet. Zeker Engelsch blad verklaarde eens, dat de grootste weldoener der menschheid hij zou zijn, die iemand in staat kon stellen een onbegrensde hoeveelheid wijn te drinken zonder dronken te worden. Welnu, die man is gevonden. De wonderen van telephoon en phonograaf verbleeken voor de thans (in Amerika natuurlijk) uitgevonden telegastograaf. Dit is een electisch toestel, waardoor het verhemelte ge prikkeld wordt voor een willekeurigen tijd en zonder ge vaar van indigestie of dronkenschap. Ziehier de werking van dit wondertoestel. Nadat wijn, soep, visch of eenige andere spijs in een aan een krachtige batterij verbonden reservoir zijn gesloten, kan de smaak of geur langs tele graafdraden op mijlen afstand geleid worden in de monden van een onbegrensd aantal bonvivants. Dezen hebben slechts dien draad in den mond te brengen, om het genot van eten en drinken te smaken. Zij kunnen zich overeten of dronken drinken, doch zoodra de draad verwijderd word verdwijnen indigestie en dronkenschap en er blijft niets over dan een „aangenaam vrolijk gevoel." De uitvinder houdt echter de verdere modus operandi voorloopig geheim; hij wil eerst zijn „geniale" uitvinding volmaken. Door Engelsche artsen wordt beweerd, dat zoowel plantaardige als minerale vergiften in het ligchaam bijna onmiddelijk onschadelijk gemaakt (geneutraliseerd) kunnen worden door het innemen van eene goede dosis olie (olijfolie). Bij krachtige menschen moet de dosis grooter zijn dan bij zwakke. Uit Bengalen wordt gemeld, dat zeker dorp, op 8 mijlen afstands van Calcutta, door eene menigte groote apen in bezit genomen is. Zij vielen de vrouwen en kinderen woedend aan, dreven al de inwoners op de vlugt en ver teren thans de door deze achtergelaten levensmiddelen. De Staatscourant No. 198 beval een koninklijk besluit, houdende vaststelling van nadere bepalingen tot beteugeling der longziekte onder het rundvee. De voornaamste artikelen van dit besluit zijn de volgende: Art. 1. Het is verboden uit de kringen, door den minister van Binnenl. Zaken aangewezen, rundvee te vervoeren zonder vergunning van den burgemeester der gemeente, waarin zich het vee bevindt. Deze aanwijzing wordt door plaatsing in de Staatscourant ter algemeene kenuis gebragt. Art. 2. De in art. 1 vermelde vergunning wordt niet gegeven dan na verhoor van den districts-veearts en op diens verklaring dat hem, na onderzoek, van de noodzakelijkheid van het vervoer is gebleken en hij daartegen geene bedenking heeft. De burgemeester verleent deze vergunning door afgifte van een vervoerbillet. Dit billet moet voorzien zijn van het wapen der gemeente; het vermeldt de namen en de woonplaats van den aan vrager, het advies van den districts-veearts, alsmede de namen en de woonplaats van hem, aan wien het rundvee verzonden wordt, omschrijft het vee naauwkeurig door opgave van geslacht, ouderdom, kleur en blijvende bijzondere kenteekenen en wordt afgegeven aan den vervoerder, die zorgt dat het uiterlijk twaalf uren na aankomst op de plaats van bestemming bij den burgemeester wordt ingeleveid. Indien het aldus vervoerde vee niet voor de slagtbank is bestemd, zendt de burgemeester afschrift van het vervoerbillet aan den districts veearts in zijnen kring. Art. 3. Het aldus vervoerde vee mag niet met ander vee in aan raking worden gebragt en zonder schriftelijke toestemming van den burgemeester, den districts-veearts gehoord, niet levend van het erf, waarop het zich bevindt, worden verwijderd binnen drie maanden na aankomst aldaar. Bij den dood van het yee of na verloop van drie maanden na het in de vorige artikelen vermeld vervoer, wordt het vervoerbillet door de zorg van den burgemeester vernietigd. Art. 4. Het is den ondernemers van openbare middelen van vervoer verboden uit een volgens art. 1 afgesloten kring rundvee te vervoeren anders dan in een afgesloten wagen of afgesloten gedeelte van het vervoermiddel, op zoodanige wijze, dat het niet in aanraking gebragt worde met ander vee of andere goederen. De wagen of het afgesloten gedeelte, waarin zich zoodanig rundvee bevindt, moet voorzien zijn van het opschriftvee uit afgeilolen kring. Het vee mag daaruit niet worden verwijderd dan ter plaatse zijner bestemming. Het is verboden het aldaar te lossen anders dan onder toezigt der rijksveldwacht of der plaatselijke politie. Het is verboden het vervoermiddel van de plaats van aankomst te verwijderen, alvorens het onder toezigt der rijksveldwacht of der plaatselijke politie en ten kosten der ondernemers ontsmet zij. Op deze ontsmetting is het koninklijk besluit van 4 December 1870 (Staatsblad No. 191) toepasselijk. Art. 5. Uitvoer van het vee uit volgens art. 1 afgesloten kringen, naar buitenslands kan, behoudens het bepaalde in het koninklijk besluit van 28 Mei 1878 (Staatsblad No. 42), zonder vergunning geschieden. In dat geval is het bepaalde in de eerste zinsnede van art. 3 slechts van toepassing tot het tijdstip der inlading in de vervoermiddelen waarmede de uitvoer plaats heeft. Uit deze vervoer middelen mag geen vee op Nederlandsch gebied worden gelost. Indien het vervoer per spoorweg geschiedt moeten de wagens, waarin het vee zich bevindt, gesloten zijn. Art. 6. Al het rundvee, hetwelk zich in volgens art. 1 afge sloten kringen bevindt, wordt door geëxamineerde veeartsen, daartoe tijdelijk door den minister van Binnenl. Zaken aangewezen, ingeënt en door de zorg van den burgemeester voorzien van een brandmerk met de letter V op den regterdij beneden het heupgewricht. Evenzoo wordt al het rundvee, hetwelk in voormelde kringen wordt ingevoerd, binnen drie dagen na aankomst ter plaatse van bestemming door een der daarmede belaste veeartsen ingeënt en tusschen den 7den en den lOden dag na de inenting door de zorg van den burgemeester van voormeld brandmerk voorzien. Vóórdat deze merking plaats heeft gehad, mag het niet met gemerkt rundvee in aanraking worden gebragt. Art. 7. De met de inenting belaste veeartsen ontvangen uit 's ltijks schatkist eene maandelijksche belooning, waarvan het bedrag door ons wordt bepaald. Art. 8. Ingeval, krachtens art. 2 vergunning tot vervoer van het niet voor de slagtbank besterad vee gegeven is, wordt het vóór den uitvoer ten tweede male met de letter V gebrand, naast het eerste brandmerk. Art. 9. Het op eenigerlei wijze onkenbaar of minder duidelijk herkenbaar maken van het in art. 6 vermelde brandmerk is ver boden. De eigenaar, houder of hoeder van rundvee in een der volgens art. 1 afgesloten kringen, die in het bezit gevonden wordt van rundvee waarbij het in art. 6 vermelde merk niet duidelijk zigtbaar is, wordt alleen dan geacht niet in overtreding te zijn, wanneer hij bewijst dat het vee binnen de drie laatste dagen in den afgesloten kring is ingevoerd en hij van dien invoer binnen 12 uren aan den burgemeester kennis heeft gegeven. Art. 10. Het is verboden buiten den volgens art. 1 afgesloten kling in het bezit te zijn van niet voor de slagtbank bestemd rundvee, gemerkt met eene Y of, indien niet het in art. 2 gemelde vervoerbillet bij den burgemeester is ingeleverd, met YV. Indien het vervoerbillet, krachtens art. 3 wegens het verstrijken van den termijn van drie maanden na het vervoer, vernietigd wordt geeft de burgemeester hiervan aan den eigenaar, houder of hoeder eene verklaring af. Art. 11. Bij opheffing van de in art. 1 bedoelde kringen wor.dt al het zich daarin bevindende rundvee vooraf door de zorg van den burgemeester met een tweede brandmerk, bestaande in een omge keerde V (V), naast het eerste gemerkt. Het aldus gemerkte vee mag vrij vervoerd worden. Art. 12. Kalveren worden niet ingeënt eer zij den leeftijd van drie maanden bereikt hebben. Art. 13. Het tegenwoordig besluit treedt in werking op den vijfden dag na afkondiging in het Staatsblad en in de Staatscourant. Het in de Staatscourant van jl. Woensdag voorkomende koniuklijk besluit, omtrent het onderzoek van Staatswege naar plaats gehad hebbende zeerampen, luidt aldus: Art. 1. Ingeval van het vergaan of stranden van eenig schip op of nabij de kusten van het Bijk, geeft de schipper of die hem vervangt daarvan ten spoedigste kennis aan den burgemeester strandvonder, binnen wiens ressort het ongeval heeft plaats gehad. Tot gelijke kennisgeving is verpligt elk openbaar ambtenaar, die van de ramp kennis draagt. Waar, ingevolge art. 1 van Ons besluit van 25 Maart 1S54 (Staatsblad No. 18), strandvonders zijn aangesteld, kan de kennis geving ook aan deze geschieden. Zij deelen die onverwijld aan den burgemeester-strandvonder mede. Art. 2. De burgemeester-strandvonder, kennis verkregen hebbende van eene ramp, als in het vorig artikel bedoeld, stelt ten spoedigste een onderzoek in naar den aard en de oorzaken daarvan. Hij hoort de personeu, die omtrent een en ander inlichtingen kunnen geven. Art. 3. Na a/loop van het onderzoek maakt de burgemeester strandvonder binnen tweemaal 24 uren van de uitkomst daarvan een verslag op en zendt dit, met bijvoeging zooveel noodig van de in schrift gebragte verklaringen der gehoorde personen, regtstreeks aan Onzen Minister van Waterstaat, Handel en Nijverheid.' Art. 4. Ingeval de eigenaar of boekhouder van een Nederlandsch schip kennis verkrijgt, dat het in volle zee of elders buiten 's lands is vergaan, door de bemanning verlaten of gestrand, dat door brand, ontploffing, aanvaring of andere oorzaken de dood van een mensch is veroorzaakt, of zoodanige schade is teweeggebragt, dat daardoor de zeewaardigheid van het schip of de bruikbaarheid van de stoomwerktuigen is in gevaar gebragt, of ingeval hij gegronde reden heeft om te vermoeden, dat het schip verloren is gegaan, geeft hij daarvan zoodra mogelijk kennis aan den burgemeester zijner woonplaats, met bijvoeging van zijn gevoelen omtrent de oorzaak der ramp. Art. 5. De burgemeester, dit noodig oordeelende, stelt, na het ontvangen der in het voorgaand artikel bedoelde kennisgeving, een nader onderzoek in naar den aard en de oorzaak der ramp en hoort de personen, die daaromtrent inlichting kunnen geven. Na afloop van het onderzoek, of, zoo dit niet plaats heeft, aan stonds na de kennisgeving, zendt de burgemeester een verslag omtrent de ramp regtstreeks in aan Onzen voornoemden minister. Art. 6. De verslagen der burgemeesters-strandvonders en der burgemeesters, bedoeld in artt. 3 en 5, zijn ingerigt in den door Onzen voornoemden Minister voor zooveel noodig voor teschrijven vorm. V isolilDerlsten. Donderdag had door windstilte geen aanvoer van zeevisch plaats. Gisteren kwam de ganschc vloot, met licvigen oostenwind, uit zee binnen. De vangsten waren over het algemeen niet groot; er is niet veel tong te vangen. De gemiddelde vangst was 40 groote tongen, 1 a 2 tarbotten, 20 stuks middelsoort en 100 kleine tongen, 1 mandje doode schol en scharren en een tiental roggen. De prijzen waren, niettegenstaande het ongunstige weder, ter afslag hoog. Alleen rog kon slechts 13 a 18 cents bedingen. 2 kleine schuitjes hadden het in zee hard te verantwoordende een kreeg een lek en de andere verloor zijn grootzeil. Beiden zijn evenwel gelukkig binnengekomen. Vlaardingen, 21 Aug. In de laatste dagen kwamen slechts 4 schepen alhier en 1 schip te Maassluis van de haringvisscherij binnen, aanbrengende van 150 tot 312 ton per schip. Tevens kwamen alhier een paar Scheveninger bomschuiten binnen, elk met 170 ton haring. Al die partijen werden in publiekcn afslag ver kocht en bragten op: volle haring f 18 u 1S.75, volle vrukke idem f 17 a 17.75, dubbel vrakke idem f 16 a 16.75, maatjes- en volle haring dooreen f 14, ijlenharing f 14, kustharing f 18.25, vrnkken, dubbel vrak en overnachte f 1 u 2 per ton minder. De markt is dus weder vaster gestemd en gaan de prijzen langzaam hooger. Ook van noordvisch waren van Middelharnis twee partijen aan de markt, elk van 200 ton en bragten op: noordvisch f 26, leng t 21.50, kibbelen f 10.50, koolviscli f 10.50, keelen en lippen f 37, alles per ton. Benoemingen, enz. Aan den luit. ter zee 2de kl. J. D. baron van Wassenaer tot Catwijck wordt met den 1 Sept. a. s. tijdelyk opgedragen de functie van adjudant bij Z. K. II. Prins Hendrik der Nederlanden. De luits. ter zee 2de kl. P. D. A. Frankamp, G. C. Otten en W. Eömer, dienende aan boord van het schroefstoomschip Leeu warden (eerstgenoemde als tijdelijk 1ste officier) en de off. van adm. lste kl. J. G. Bebelaar, dienende aan boord van het schroefstoom schip Zilveren Kruis, worden met den 31 dezer op non-activiteit gesteld. Met den 1 Sept. a. s. worden geplaatst: aan boord van het schroefstoomschip Marnix de luit. ter zee lste kl. W. baron van Hogendorp (als lste officier), die der 2de kl. J. J. de Bruijne, H. Velthuijzen en J. P. van Rossum, de benoemde adelborsten lste kl. J. J. W. H. van der Toorn, H. W. Tydeman, W. Naudin ten Cate en J. IV. Termijtelen, de off. van gez. 2de kl. J. F. la Gave, de off. van adm. lste kl. J. C. de Vriese en de scheepsklerk P. G. J. van Wijhc; aan boord van het schroefstoomschip Zilveren Kruis de off. van adm. lste kl. M. D. L. Hertzveld; aan boord van het wachtschip alhier de scheepsklerk J. van Ileumen; beide laatstgenoemden thans dienende aan boord van het schroef stoomschip Leeuwarden. De off. van adm. lste kl. J. C. Coops, geplaatst bij het Kon. Inst. voor de Marine alhier, wordt met den 31 dezer op non activiteit gesteld en met den 1 Sept. vervangen door den off. van adm. 2de kl. J. C. Coeland. België. De Koning heeft, in antwoord op de toespraak welke aan het officieel diné der ministers en generaals tot hem gerigt was, onder anderen gezegd: „Mijn vurigste wensch is om mijn vaderland op de baan van den vooruitgang te zien voortschrijden, geacht en ge waarborgd door Europa, zeker dat het niet zal beroerd worden door de verwikkelingen van het buitenland, wanneer het voortgaat eere te doen aan zijne internationale ver bintenissen en de eerbiediging van zijn grondgebied te verzekeren, opdat het nooit iemand in verlegenheid kunne brengen. België kan dan ten allen tijde zijne vreedzame ontwikkeling voortzetten." FranKrlili. Reeds vroeger is medegedeeld dat er te Parijs in de eerste week van October ook harddraverijen, op Neder landsche wijze georganiseerd, zouden plaats hebben. Thans is het programma daarvoor verschenen: Voor beide harddraverijen (één voor paarden onder den man en één voor aangespannen paarden) worden uitgeloofd als prijs Een stuk zilverwerk ter waarde van f 1000 met een

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche en Nieuwedieper Courant | 1878 | | pagina 2