1878. N°. 109. Jaargang 36. Woensdag 11 September. Algemeen Nieuws- en Advertentieblad voor Hollands Noorderkwartier. „W Ij huldigen het goed e." heidersche nieiiwerieper courant. Verschijnt Dingsdag, Donderdag en Zaturdag namiddag. Abuuueineutsprijs per kwartaal1.30. km franco per post - 1.65. Uitgever AA. BAKKER Cz. Bureau: JI O L E K I» L E I N N°. 163. Prijs der Adverteutiën: Van 14 regels 60 Cents, elke regel meer 15 Cents. Groote letters of vignetten worden naar plaatsrnimte berekend. Eiken Donderdag vertrekt de mail naar Oost-Indië. Laatste ligting 's avonds 6 uur. HELDE# en NIEUWED1EP, 10 September. De tentoonstelling van jl. Zaturdag en Zondag werd door heerlijk weder begunstigd. Talrijk waren dan ook de bezoekers. Zondag vooral bewoog zich eene ontzaggelijke menigte door de zalen en den tuin van Tivo'ii. Herhaal delijk hadden muziek-uitvoeringen plaats. Ondanks de menigte bezoekers werd de orde geen enkele maal gestoord. Ten tien ure werd Zondag avond eenig vuurwerk ontstoken, dat zeer goed gelukte. Aan 't einde van het feest werden de namen der bekroonden door de Landbouw-Commissic door den heer J. Schuijt officieel medegedeeld en had de uitreiking der prijzen van Floralia plaats. Onder dankbetuiging voor de welwillendheid en medewerking, in ruime mate onder vonden, o. a. ook voor de aanbieding van twee bouquetten door de Landbouw-Commissie, en voor liet aanbrengen der pyramide van gewassen door den bloemist Jansen, beval de heer Alting von Geusau de Floralia-Vereeniging bij voortduring in aller belangstelling aan. De prijzen en getuigschriften werden daarop met een gepast woord aan de bekroonden en aan de loffelijk vermelde personen uitgereikt. De prijzen van landbouw zullen in eene eerlang te houden afdeelings-vergadering worden uitgereikt. De lijst der bekroonden, in ons vorig nummer opgenomen, heeft nog deze uitbreiding noodig: Getuigschriften zijn nog toegekend aan D. Slok voor 't inzenden van een kool, waaraan een buitengewoon groot aantal vruchten, en aan den heer C. L. Courlander voor 't inzenden van nieuwe aardappelen in oude gegroeid aan boord van een schip, en eindelijk nog een Prijs aan den inzender van de meeste nummers, aan den heer J. Schilder, die dezen prijs echter verkreeg bij loting met de hoeren T. Terra en C. Zijm. Een woord van hulde komt nog toe aan de heeren G. de Bruin en J. D. de Graaf, die hun plantenvoorraad welwillend ter beschikking stelden, tot opluistering van de bloemen-tentoonstelling. De heer M. J. Manheim was zeker de tolk van aller 8) PIDT-OL.A- Door MAGDALENA TIIORESEN. (Slot.) Er lag ecu diepe stilte over het oude huis; geen klok verkon digde het verloop van den tijd; geen geluid klonk er als teeken van leven. En Kari naaide. De bevende hand arbeidde met koorts achtige haast, en de roode kruissteken pasten niet geregeld bij elkander, maar Kari bemerkte er niets van. Ilaar oog volgde de naald met innerlijke tevredenheid; slechts een enkele maal hield zij haar werk tegen het daglicht, om zich te overtuigen, dat alles goed gerangschikt was. Er heerschte eene ijzige kou in de kamer; Kari lette er niet op; zij dacht niet aan zich zelve en voor den stervende was het toch warm genoeg Plotseling deed Ola zijne oogen wijd open en sloeg hij een vra- genden blik op Kari. Het scheen dat hij over iets nadacht. Kari knikte hem vriendelijk toe. «Ge ziet er zoo opgeruimd uit, Kari," fluisterde hij. „Ja, ik geloof," antwoordde zij haastig, „dat men er wel opge ruimd moet. uitzien, als men een werk afmaakt waaraan men langer dan veertig jaar is bezig geweest!" Ola wierp een schuwen blik op Kari's arbeid. „Dat is uw bruidshemd, Ola. En zij hield het met beide handen voor hem uit. „Alleen de naam ontbrak er nog aananders was het af. Ge zult het dragen als ge tot God gaat. Daarom heb ik mij zoo gehaast, en hier staat nu de naam. Hier, ziet ge, een O, dat beteekent Ola, en hier een G, dat beduidt Gravseidet Ola van Gravseidet! Maar in hetzelfde oogenblik liet de zieke zich achterover vallen en begon hij angstig te kreunen; er kwam een woeste glans in zijn oogen en hij sloeg met zijn armen oin zich heen alsof hij een vijand wilde afweren. Ziet ge hem?" stamelde hij, „Pilt—OlaZiet ge, hoe hij naar boven sluipt? Houd hem vast! Laat hem niet los! Yan de rots af met hem!" „Om Godswil!" zuchtte Kari, hare hand op Ola's borst leggend. „Zoo laat den ellendeling daar liggen," vervolgde bij iets kalmer. „Een luie deugniet is hij geweest, een bluffer en een leugenaar was hij, Gods Woord had hij in zijn mand en den duivel in zijn hart bah!" „Laat hem liggen waar hij ligt," viel Kari hem op ernstigen toon in de rede. Nu richtte Ola zich met inspanning zijner laatste krachten iu het bed op en staarde haar met een vcrwikierden blik aan. „Weet ge, wie hem den genadeslag gaf, zeg?" vroeg hij.... „Ola was het, de kloeke jongen van Gravseidet!" Daarmede was de lans gebroken met Hem, die altijd overwinnaar blijft. Zacht en gewillig liet Ola zich door Kari tot bedaren brengen en weder terecht- leggen, en een lichte schemering verleende zijn ziel de laatste rust, gevoelens, toen hij na de uitreiking der prijzen een woord van dank wijdde aan de Regelings-Commissie, inzonderheid aan haren voorzitter, den heer Alting von Geusau. We herinneren ons niet, voor eenige feestelijkheid zooveel publiek in Tivoli vereenigd gezien te hebben. In aan merking genomen het groot getal diploma's, die aan familiën vrijen toegang verleenden, en den lagen entree-prijs, is de recette zeer belangrijk geweest. Zondag werd circa f 400 aan het bureau ontvangen. Heden middag ten 12 ure kwam uit Zuidhol land alhier terug het 4de bataillon van het 7de regiment infanterie, na aldaar de groote manoeuvres te hebben medegemaakt. De ramscliepen Guinca en Stier zijn jl. Zaturdag, na afloop der manoeuvres aan de kust op de Noordzee, alhier teruggekeerd. Jl. Zondag morgen, omstreeks 5 ure, sprong een vreemdeling op de Bassingracht in het Ileldersche kanaal. Gelukkig waren er een paar mannen in de nabijheid, die den drenkeling op het drooge haalden en hein bij een der ingezetenen in huis bragten, waar hij zeer liefderijk werd verpleegd. Later vernam men, dat de man commissionair en gehuwd was. Hij werd Zaturdag, door iemand die uitstekend op de hoogte is van de mi/stères van hetNieuwe- diep, op sleeptouw genomen. Nadat deze zijn amice al het bezienswaardige, gedurende den nacht, in oogenscliouw had doen nemen, boegseerde hij hem op lager wal en maakte zich zeer leuk uit de voeten. Onze commissionair, die toen een zwaar lek in zijne porte-monnaie ontdekte, wierp zich nu, uit desperatie, in het kanaal, met het plan om zich te verdoen. Z. K. H. Prins Frederik heeft jl. Zaturdag op het Huis de Paauw het aangekondigde feest ter eere van het huwelijk van zijn neef, Z. K. H. Prins Hendrik, met II. Iv. II. Prinses Maria van Pruissen, gegeven. Ruim 100 gasten, waaronder in de eerste plaats Z. M. de Koning, Prins en Prinses Hendrik, de groothertog en de groot hertogin van Saksen-Weimar, Prins en Prinses von Wied en Marianne behoorden, begaven zich ten 2 ure naar 's Prinsen buitenverblijf, waar het feest werd begonnen voor zij opwaarts zweefde boven ruimte en tijd. Het middaguur was voorbij en nog sliep Ola. Af en toe vloog er een lichte trilling over zijn gelaat, een taal zonder woorden, maar bij iedere beweging verdween er een deel van den ouden mensch, tot eindelijk kalmte en vrede uit zijne trekken spraken. Zoo was dan het spotbeeld verdwenen en de stof weder tot eere gekomen In ademlooze spanning luisterend over Ola gebogen, zat Kari bij het bed. Het was of zij der scheidende ziel ecu laatst, een innig vaarwel baars harten wilde medegeveu op den reisweg. Eindelijk sloeg Ola de oogen op en zag hij Kari aan. De woeste blik was verdwenen en de liefelijke schemering van ecu eeuwigen dag straalde haar uit zijne oogen tegen. „Jezus Christus zij geloofd!" sprak zij zacht en zag Ola niet een roerend teederen en vragenden blik aan. Een zwakke poging om de lippen te bewegen, een lichte buiging met het hoofd en een onbeschrijfelijke warmte in zijn stralenden blik, was het antwoord. En toen scheidden ziel en lichaam zich voor dit leven. De dag was weldra ten einde gespoed, en bij het ondergaan der zon kronkelden enkele bloedroode strcepen zich tusschen de zware wolkenmassa's. Af en toe gierde een ruwe windvlaag als een dreigende waarschuwing over het gebergte, joeg de sneeuw hemel hoog voor zich uit en liet ze plotseling in grillige bochten neer vallen, terwijl eene doodsche, huiveringwekkende stilte zich over de eenzame hoogvlakte uitbreidde. En in deze diepe eenzaamheid en stilte was Kari met den doode bezig, zoo zorgvuldig en nauwlettend alsof een geheele wereld haar gadesloeg. „Men zal niet zeggen, dat Ola van Gravseidet als een bedelaar ten grave is gegaan. „Dat was Kari's eenige gedachte en die gedachte gaf haar kracht en hield haar staande, als hare bevende ledematen haar bijna den dienst weigerden. Eindelijk was de zware taak volbracht. Ola lag met zijn bruids hemd bekleed op het doodsbed. Daarop schoof Kari een klein tafeltje bij het bed, bedekte dat met een wit laken, stak een lamp aan, die zij op het tafeltje zette en legde ten slotte het gezangboek er naast. Vervolgens bleef zij een poos in stilte staan peinzen. Zij vond niets te veranderen of te verbetereu. Ola had er, meende zij, nooit zoo vriendelijk en innemend uitgezien als in dit cogeublik. Onwillekeurig sloeg zij nu ook een blik op zich zelve. Zooals ze er thans uitzag, was zij niet voor een begrafenisfeest gekleed, en bovendien moest zij toch bij het krieken van den dageraad dezen en gene gaan spreken, er was nog zooveel te bezorgen Onder zulke overleggingen nam Kari hare beste kleedercn nit de kast en legde haar oud gewaad af; maar bij ieder nieuw stuk, dat zij aantrekken zou, had zij een strijd met zich zelvemenig stuk was te wijd; menig ander te nauw. met een déjeuner-dinatoire. Hierna werd een wandeling gedaan en ten 6 ure begon liet diner. De zalen hadden een schitterend aanzien. Na afloop van het diner is er een soiree geweest, waar een 300 genoodigden verschenen zijn. De tuin en parken zijn schitterend geïllumineerd geweest, en een groot vuurwerk is afgestoken. De koninklijke militaire kapel, onder directie van den heer Völlmar, heeft het feest opgeluisterd. Er waren 110 dienstknechten in functie. De Staatscourant behelst de verslagen, ontvangen van hot hoofdbestuur der Geldersche Maatschappij van Land bouw, betreffende de op 5, 6 en 7 Junij jl. te Apeldoorn gehouden tentoonstelling van zuivel en werktuigen tot zuivelbereiding. Betreffende het artikel boter komt daarin o. a. het volgende voor: Uit acht provinciën van ons vaderland is in meerdere of geringere hoeveelheid dit artikel ingeleverd. Aan Zuid holland, Friesland, Groningen en Gelderland werden eerste en tweede prijzen toegekend. Drenthe leverde slechts één nummer, hetwelk den eersten prijs bedong. De inzending' uit Overijssel bestond uit vier nummers, waarvan aan een de eerste prijs werd toegekend, doch voor den tweeden prijs was geen voldoende aan te wijzen. De eenige inzen ding uit Utrecht was, naar het eenparig gevoelen der keurmeesters, geen bekrooning waardig. Gelijk ongunstig besluit werd genomen over de twee inzendingen uit Noord brabant. De boter van Gabel te Flensburg kwam in con currentie met de puike botersoorten, door Nederlandsche handelaren ingezonden, en bekwam bij meerderheid van stemmen den tweeden prijs, terwijl de eerste prijs eenparig werd toegekend aan J. Themans Jz., te Zwolle. No. 89, Fransche boter, ingezonden door Xavier Binet, was buitengewoon fijn, lekker en goed bereid, doch werd door te geringe hoeveelheid van de mededinging uitgesloten. Over het algemeen was de commissie over het zuivel niet voldaan. Het is, zegt zij, nog bij lange na niet wat het zijn moet en worden moet, wil men niet. door nijvere en practische mannen uit andere landen verdrongen worden. Scholen ontbreken nog voor het practisch onderwijs in de zuivelbereiding. Scholieren zijn er in overvloed en de leerlust, aangewakkerd door liet eigenbelang en de ernstige noodzakelijkheid, belooft goede vruchten te dragen. Scholen Eindelijk stond zij daar in feestelijken dosch; maar eer zij met alles gereed was, was er reeds een groot deel van den nacht verstreken. Daarop ging Kari bedaard en feestelijk gestemd bij de tafel zitten, sloeg het gezangboek open en hief een lied aan. De storm nam toe van uur tot uur en loeide wild en razend en tierend om het wankelende, krakende huisje heen: hij joeg geweldige massa's sneeuw met vreeselijke kracht vooruit en naar boven, zoodat hemel en aarde als in één groote sneeuwwolk gehuld werden. Doch Kari sloeg geen acht op het woeden der elementen daar buiten, maar zong aandachtig en plechtig vers na vers, en in hare stem lag kracht en een wonderlijke klank. Maar niemand hoorde haar zij zong alleen zich zelve ten troost. En het eene vers volgde na het andere. Vanwaar kwamen al die woorden? Wat was het toch, dat de letters als goud glansden op het geelgewovden papier? En de letters groeiden en werden grooter en grooter, tot zij eindelijk samensmolten in een wonderbaar schrift van zonnen en sterren. Dus sloot Kari haar oogen voor dien verblindenden, stralenden gloed. Maar voor het oog harer zieL steeg een nieuw licht op, dat geen pijn deed en niet verblindde. En zacht en vriendelijk glimlachte een wonder heerlijke zonneschijn over de groenende, bloeiende, golvende dreven, en het heldere licht droeg de grijze, oude steenen kerk opwaarts tot in de glinsterende wolken. En overal was het bruiloft! Eene bruid stond voor eene schaar lachende jonge meisjes; zij was zoo schoon en straalde van vreugde gelijk de zon, en de bruidskroon fonkelde als zuiver goud. Tegenover haar stond de bruidegom, slank en lier als een den uit het gebergte, maar krachtiger cn kloeker nog. Hoe vurig verlangde zij naar hem! Zoo vurig, dat de ziel haar ontvlood en zij hare laatste zucht slaakte. Eu de dag brak aan en de avondschemering besloot deze en den volgenden dag, maar Kari vertoonde zich niet aan gene zijde van den berg. Toen werd Sigrid op Bergslien angstig te moede: sedert zes dagen was Knapstad-Kari niet op de hoeve geweest, wat was er voorgevallen, dat zij niet kwam? Zoover Sigrid zich herinneren kon, waren er anders hoogstens drie dagen verloopen dat Kari niet gekomen was. Er moest een ongeluk gebeurd zijn! En op een avond belaadde Sigrid zich met een grooten voorraad levensbehoeften en begaf zij zich haastig over de hardgevroren sneeuw op weg. Een pijnlijk, onheilspellend voorgevoel maakte zich van haar meester toen zij eindelijk voor Knapstad-Kari's deur stond. Want zulk eene eenzaamheid en zulk een zwijgen, als hier aan alle kanten heerschten, liad zij nog nooit beleefd. Het scheen haar toe dal zij het eenige levende wezen op de wereld was, dat zij overal de eeuwigheid aanschouwde! Zij hield haar oor luisterend tegen de deur; er was geen het minste geluid Ie bespeuren. Zij ging voor het venster staan. De wind had de lompen uit een gebroken 1 vensterruit geblazen. Hier zag ze naar binnen: groote sneeuw-

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche en Nieuwedieper Courant | 1878 | | pagina 1