HELDËRSCHE
EN NIEUWEOIEPER COURANT.
1878. N°. 111.
Zondag 15 September.
Jaargang36.
Algemeen Nienws- en Advertentieblad voor Hollands Noorderkwartier.
BEKENDMAKING.
„W ij huldigen
het goed e."
Verschijnt Dingsdag, Donderdag e
Abonnementsprijs per kwartaal
Znturdag namiddag.
franco per post
f 1.80.
1.65.
Uitgever AA. BAKKER Cz.
Bureau: MOLENPLEIN N°. 103.
Prijs der Advertentiën: Van 14 regels 6Ü Cents,
elke regel meer 15 Cents.
Groote letters of vignetten worden naar plaatsruimte berekend.
Eiken Donderdag vertrekt de mail naar Üost-Indië.
Laatste ligting 's avonds 6 uur.
De BURGEMEESTER der gemeente ANNA PAULOWNA
maakt bekend, dat wegens reparatiën aan de Ophaalbrug
over de van Kwijcksvaart bij Vccrburg te Anna
Paulownn, de DOORVAART en PASSAGIO van die
brug zullen GKSÏjOTENT zijn:
Voor schepen met stnnnden mast van 22 SEPTEMBER
tot 3 'OCTOBER 1878;
Voor geladen vrachtwagens, locomobielen en
dorschwerktnigen van 22 SEPTEMBER tot 3 OCTO
BER 1878;
Voor rijtuigen op 23 en 24 SEPTEMBER, 30 SEP
TEMBER en 1 OCTOBER 1878.
Anna Paulowaa, den 13 September 1878.
De Burgemeester voornoemd,
C. E. PER K.
HELDER en NIEUWED1EP, 14 September.
Gisteren w?rd te Sehagen de jaarlijksche vergadering
gehouden van de Onderwijzers-Vereeniging in het 7de
district van dese provincie. Met eene toespraak werd deze
bijeenkomst doir den districts-schoolopziener, den heer
mr. M. Büchmr, geopend. Spreker riep daarbij den
talrijken aanwezen een hartelijk welkom toe, en wees
vervolgens op het tot stand komen der wet op het Lager
Onderwijs, nu oriangs door de Wetgevende Magt aan
genomen en door M. den Koning bekrachtigd. Hierbij
werd opgemerkt ht te betreuren gemis der bepaling van
Uerpligt, doch met genoegen herinnerd, dat de nieuwe
wet ook een aantal ichtpunten aanbiedt, o. a. geneeskundig
Staatstoezigt op deschoolgebouwenbeter toezigt op de
kweekelingen, die iet langer als werkkracht mogen
gebezigd wordenwarborg tegen schorsing van onder
wijzers zonder de ^nodige motieven; en de verhoogde
minima der onderwijze^-jaarwedden. Tegenover den door
velen uitgedrukten we^ch naar meerdere concessiën voor
het bijzonder onderwij plaatste spreker de bepalingen
omtrent de vrijheid vardat onderwijs, 't welk z. i. zeer
goed naast het openbaar mderwijs kan bestaan en bloeijen.
Met den wensch naar eendragtige zamenwerking ter
bevordering van eene degejke opleiding van 't opkomend
geslacht eindigde spreker zae openings-rede.
Onder gelukwensching n-t de behaalde zege, werden,
na 't lezen van t verslag d. vorige bijeenkomst, prijzen
uitgereikt, in boekwerken baande, aan de heeren J,
Koeter Pz. van Winkel, G. 0J Van Schagerbrug en C.
Klok van den Helder, door eeigenoemde behaald in den
wedstrijd in 't schoonschrijven, ior beide laatstgenoemden
in dien van 't vervaardigen van ,n schriftelijk opstel.
Een concept-reglement voor %ze Vereeniging werd
daarop na discussie met enkele kleii"ieVjjzjgj11gen vastgesteld.
Na eene pause, kwamen schter^yQjggpg deze vraag
punten aan de ordea. Hoe nu* ket voorbereidend
onderwijs ingerigt zijn, om in organt^ verband te staan
met onze lagere school? b. Is het betreuren, dat de
gezondheidsleer bij de nieuwe wet nit onder de vakken
van ons lager onderwijs is opgenomen z00 jaj wat kan
en mag de onderwijzer doen om dit gen te verg0eden?
c. Geeft de wet van 1878 voldoende waa,orgen voor de
stoffelijke belangen van den onderwijzer?
De bespreking van het eerste dezer d, pUnten van
behandeling werd ingeleid door den heer ]}erk, die
zijne rede, waarin hij het streven van PestaWj en fröbel
op het gebied van opvoeding ontvouwde, m c|eze con
clusie besloot: a. Goede bewaarscholen zijn,00lijg jn
onzen tijd; noodig om voor een gedeelte hem;sgez;n
te vervangen, doch ook om gezonde denkbeelde^ygj. fje
eerste opvoeding, waarvan zoo oneindig veel afban onder
alle standen te verspreiden. b. Fröbel heeft "ity0erd,
wat Pestalozzi heeft aangegevenbeider metliode^taan
niet naast elkander; veeleer sluit liet aanschoungg_
onderwijs van den eerste het zelfdoen van den twetöjn
zich. De leerling heeft de verdienste, dat hij de eersi;^
die ons de methode van den meester heeft vertolkt in n
geest van den man zei ven. De kindertuin van Fröi
vormt met de volksschool van Pestalozzi een organisch gehe.
Het tweede vraagpunt, over gezondheidsleer, werd doe
den heer J. H. Bergman ingeleid. Spreker deed uitkomen,
dat eenige kennis dier leer voor elk mensch van 't hoogste
gewigt is, vooral wat betreft de eenvoudigste middelen tot
bewaring der gezondheid. Hij had gewenscht, dat de nieuwe
wet op !t lager onderwijs het onderwijs in dat vak, wat
de allereerste beginselen aangaat, onder de leervakken had
opgenomen. Nu dit niet het geval is acht hij het zoowel
wenschelijk als mogelijk, dat de onderwijzer zich niet
ontlioude om datgene wat strekken kan ter bevordering
der volksgezondheid en dat onder de bevatting ligt der
leerlingen van de lagere school, aan de jeugd mede te
deelen. Bij de keuze der leesstof kan de onderwijzer z. i.
daaraan te gemoet komen. Volgende sprekers sloten zich
aan bij 't aangevoerde door den inleider; de heer Dekker
o. a. zou gaarne eenige afgetrokken zaken, die thans tot
liet gebied van 't onderwijs gerekend worden, voor wen
ken en opmerkingen ter zake van 's menschen gezondheid
prijs geven.
Bij de bespreking van 't derde vraagpunt over de
stoffelijke belangen der onderwijzers, betreurde het de heer
P. Greidanus, dat in de nieuwe wet op 't onderwijs geen
betere waarborgen werden gegeven voor de financiëele
positie der hulponderwijzers, die de acte van hoofdonder
wijzer bezitten. Spreker deed herhaaldelijk uitkomen, dat
eene betere financiële positie voor hulponderwijzers, die
niet allen aan 't hoofd cener school kunnen geplaatst
worden, niet alleen voor die personen zeiven, maar ook
voor 't onderwijs van groot belang zou zijn. Na breed
voerige discussie, waarbij over 't algemeen de opmerkingen
van den inleider werden gehuldigd, werden de werkzaam
heden geëindigd met eene dankbetuiging aan den secretaris,
voor zijne bemoeijingen, aan de inleiders der behandelde
punten en inzonderheid ook aan de beide gasten, de heeren
W. Schermerhorn en A. Eriks, burgemeesters respectivelijk
van St. Maarten en Petten.
Met een vriendschappelijken maaltijd werd deze ver
gadering besloten.
De 24ste verjaardag van PI. K. PI. Prinses Hendrik
der Nederlanden wordt heden alhier op de gebruikelijke
wijze gevierd.
De oorkonde van het nationaal huldeblijk luidt als
volgt:
Aan PIIP. KK. PIII. Prins en Prinses
Plendrik der Nederlanden.
De heugelijke tijding van het aanstaand huwelijk van
Uwe KK. PIII. was in Nederland te naauwernood bekend
geworden, of alom in steden en dorpen in de havens,
waar de zeevaart roem draagt op den vorstel ij ken zeeman,
op de velden, waar 's Prinsen belangstelling in land- en
tuinbouw zoo menigmaal was gebleken, in de werk
plaatsen en de oefenschool, waar men dagelijks ondervond
hoeveel de nijverheid aan Prins Hendrik verpligt is
bij meer- en mindergegoeden alom ontstond in den
lande één wensch, céne begeerte, die, om een Huldeblijk
aan U, vorstelijk echtpaar, te mogen aanbieden.
In korten tijd hadden de gelijkgezinden in bijna iedere
gemeente van het geliefde vaderland elkander ontmoet en
begrepen, en allengs vormde zich een hoofdcommissie,
wier taak slechts bestond in het regelen en ordenen tot
één stroom van tallooze aderen, die, zonder eenige opwek
king van buiten af, als van zelve ontsproten uit de dank
bare gehechtheid van Nederlands volk.
Het is ons thans vergund aan uwe KK. HIP. het album
aan te bieden, waarin de namen der deelnemers zijn op-
geteckend, alphabetiseli geregeld ten aanzien van personen
en gemeenten, in de volgorde der provinciën, welke in de
grondwet vermeld staan.
Wilt, KK. IIPL, van de tienduizenden de nederige hulde
aanvaarden in denzelfden geest als waarin zij u wordt
gebragt. Zij moge u ten bewijze strekken, dat de eeuwen
oude band, die Nederland hecht aan het vorstelijk stamhuis
van Oranje, niet is verzwakt, maar alle Nederlanders te
zamen vereenigt, zonder onderscheid van woonplaats, van
rang of stand, van kerkgeloof of maatschappelijke betrekking.
Zij moge u, hooggewaardeerde Prinses, de verzekering
geven, dat u niet slechts in de hoogere kringen, maar ook
in het hart van het Nederlandsche volk een uwer waar
dige plaats verzekerd is, en dat, waar Uwe K. II. komt
in haar nieuw vaderland, de eerbiedige toewijding van
allen u wacht.
Moge het uiterlijke blijk der Nationale Hulde, dat,
volgens uwe vergunning, op het voorplein van uw lust
slot te Soestdijk zal verrijzen, tot een veelzeggend zinne
beeld strekken van de innige wenschen eener vaderlands
lievende bevolking voor uw duurzaam echtelijk geluk, en
van de ware hoogachting en verkleefdheid, die zij voor
u gevoelt.
Herfstmaand 1878.
De hoofdcommissie voor liet Nationaal Huldeblijk,
in haren naam,
Jhr. Mr. C. J. A. den Tex, Voorzitter.
J. PI. Brandes J.Hz., Secretaris.
De monitor Krokodil, kommandant luit. ter zee
lste kl. J. C. Commijs, van Amsterdam naar IPellevoet-
sluis vertrokken,, is buiten de sluizen te IJmuiaën vastgeraakt.
Bij gelegenheid, dat de lieer van Schagt zijn 25jarig
jubilé mogt herdenken als pastoor van de St. Willebrordus-
kerk te 's IPage, hield de heer B. IP. Brinkman, pastoor
alhier, de feestrede.
De jongeling A. P. Duinker, leerling van de school
voor Uitgebreid Lager Onderwijs van den heer Hissink,
heeft gisteren en eergisteren inet gunstig gevolg 'tlitterarisch-
mathematisch examen voor de Rijkscommissie te Utrecht
afgelegd.
Op de voordragt van hoofdonderwijzer te Ooster-
Blokker komen o. a. voor de heeren S. Baert en F.'Sant,
beiden van hier.
Het Nederlandsch Zendeling-Genootschap heeft op
den laatsten dag der algemeene vergadering van een onbe
kende een gift van f 15,000 ontvangen.
Door liet vracht- en beurtschip Vrouw Trijntje, van
den heer J. Kooiman, te Terschelling, is bij den zeilwedstrijd
te Lemmer, de premie behaald.
De oogst van de zomeraardappelen, die in de omstreken
van Hoorn thans geheel afgeloopen is, heeft verblijdende
uitkomsten opgeleverd. Ziekte was weinig te bespeuren;
wel hier en daar eenigszins in het loof, maar weinig in
den knol. De winteraardappelen, die zeer schoon staan en
nog geen bederf vertoonen, beloven een zeer ruimen oogst.
Jl. Dingsdag interpelleerde de heer Gosschalk in den
Amsterdamschen gemeenteraad het dagelijksch bestuur, naar
aanleiding van geruchten, betreffende wijzigingen in de
concessie der Amsterdamsche Kanaalmaatschappij. Volgens
het N. v. d. Dag komt deze zaak hierop necler:
Reeds voor eenigen tijd, en voordat de jongste pijnlijke
verrassing ten aanzien van het door menschenhanden bederven
der haven was bekend geworden, heeft de directie der
Kanaalmaatschappij, voorziende dat zij 'binnen den termijn,
op straffe van verval der concessie gesteld, niet gereed zou
zijn over de bepaalde breedte met liet uitdiepen der liaven,
aan de regering wijziging verzocht van de bestaande bepalingen
en nu geen nieuwe verlenging van tijd trachten te krijgen
doch vermindering van werk.
Plierover schijnt nu, volgens het antwoord van den
burgemeester, te worden gecorrespondeerd!
Onlangs werd melding gemaakt van een proef, door
de heeren Siuijter Blok, te Amsterdam, genomen met
een middel tegen ketelsteen. Drie maanden is dit gebruikt
bij water uit de Elandsgracht. Bij opening van den
ketel bleek deze slechts een laag ketelsteen ter dikte van
een dubbeltje te hebben. Dit resultaat wordt geacht zeer
gunstig te zijn.
Naar wij vernemen, zal liet Amsterdamscli publiek
ook eerstdaags in de gelegenheid worden gesteld zich van
de voorstelling met de gedresseerde vlooijen met eigen oog
te overtuigen van alles wat men dienaangaande heeft
gelezen en gehoord. De voorstellingen zullen gegeven
worden in een huis op den Nieuwendijk bij den Dam, No. 224,
opzettelijk daarvoor gehuurd. Het programma bevat niet
meer of minder dan 17 nommers. Heeft men de grootste
en beroemdste mannen wel eens beklaagd, dat hun namen,
schitterende op de schoonste bladen van de geschiedenis
der wereld, eindelijk op het affiche van een paardenspel
voorkwamen, en zij tot model voor figuranten dienden, in
een of ander spectakelstuk, wat zal men dan nu wel
zeggen, als men bijv. (No. 8 van het programma) De slag
bij Sédan ziet, met de voornaamste personen die daaraan
hebben deelgenomen, voorgesteld door vlooijen
(Amsterdamsche Crt.)
De Delftsclie Crt. wijst op het verschijnsel, dat het
gemoed liet meest bereid is om aan te nemen wat de geest
niet bereiken kan. Met het oog op die eigenschap zou zij
bijna den heeren sociaal-democraten den raad geven, in
hun eigen belang, om zich in hun nevel van onbegrijpelijk
heden te blijven hullen. Groote woorden, onverstaanbare
en onvertaalbare termen zijn uitnemend geschikt om de
menigte te winnen. Wat men begrijpt, is men geneigd te
critiseeren, de verkondigers eener nieuwe leer hebben
daarom te zorgen, dat zij hunne stellingen kleeden in een
vorm, dien niemand begrijpt, opdat niemand de kritiek er
op toepasse. Het is echter niet voldoende, merkt de
D. Crt. op, met groote woorden den tegen woord igen toestand
af te keuren en nevelachtige hersenschimmen als een nieuwe
toekomst aan te kondigen. Het ware onzinnig te beweren,
dat alles zoodanig is ingerigt, dat liet niet verbeterd kan
worden. Integendeel er ontbreekt oneindig veel aan.
Verbeteringen wenscht iedereen; maar wie de maatschappij
hervormen wil, moet weten in welke rigting en door welke
middelen. Zien de sociaal-democraten kans ëene toekomst
voor te bereiden, billijker dan liet heden, zij bewijzen dit