in:Li»i:its€HE
EN MEI ERIEPER COURANT.
1878. N°. 113.
Vrijdag 20 September.
Jaargang36.
Algemeen Nieuws- en Advertentieblad voor Hollands Noorderkwartier.
SALVÉ KRISTIANSEN.
„W ij huldigen
het goed e."
Verschijnt Dingsdag, Donderdag en Zaturdag namiddag.
Abonnementsprijs per kwartaalƒ1.30.
franco per post - 1.65.
Eiken Donderdag vertrekt de mail naar Oost-Indië.
Laatste ligting 's avonds 6 uur.
HELDER en NIEUWED1EP, 19 September.
In een tuin te dezer plaatse staat een „gouden regen
boom'' voor de tweede maal van dit jaar flink in bloei.
Jl. Dingsdag avond ten 9 ure sprong een torpedist
bij de Marine aan het Molenplein in het Heldersclie kanaal,
na alvorens zijne vrouw met zijn wanhopig besluit bekend
te hebben gemaakt. Het kille, natte water schijnt hem
evenwel tot bezinning te hebben gebragt, althans hij zwom
als een kat naar den wal en werd toen door de politie
en een paar burgers op het drooge gehaald. Hoezeer
gelukkig onnoodig, was de politie terstond met haro
reddingsmiddelen bij de hand. Men weet niet of zijne
vrouw bijzonder verheugd was, haar heldhaftigen torpedist
met een nat pak tehuis te zien brengen.
Men verneemt dat de werving voor de Nederlandsche
zeemagt dezer dagen door den minister van Marine voor
vreemdelingen geheel gesloten is. Tot nog toe werden nog
van enkele nationaliteiten bevaren schepelingen aangenomen.
Met leedwezen verneemt men, dat de toestand van
den minister van Oorlog, die zich te 's Hage bevindt, zeer
achteruit gaat, en 't ergste doet vreezen.
In het tijdperk van 11 Aug. tot 7 Sept. 11. zijn,
blijkens ingekomen ambtsberigten, door longziekte aangetast:
in Gelderland 9, in Zuidholland 43, in Friesland 2,
totaal 54 runderen. In het vorige tijdperk van vier weken
waren 44 runderen door die ziekte aangetast.
Op het twaalftal bij de Herv. gemeente te Hoorn
komen o. a. voorD. Post, pred. te Wijdencs, Schuuring,
pred. te Berkhout en H. Vrendenberg, pred. alhier.
De classis Amsterdam der Christ. Geref. kerk heeft
den predikant J. G. Smitt, de ouderlingen J. Stam, L. Ekhout,
Chr. Esveldt en P. Heldering, benevens den diaken O. van
Sitteren, van de gemeente te Amsterdam, afd. Wetering
kerk, vervallen verklaard van hun ambt en lidmaatschap
in die gemeente en van geheel de Christ. Geref. kerk in
Nederland, ter zake van poging tot scheuring onder misbruik
van hun ambtelijken invloed, overtreding van de orde der
kerk en schending van hun belofte en verbiudtenis bij de
aanvaarding van hun ambten, alles gepleegd tijdens zij nog
tot die gemeente en die kerk behoorden. Dat besluit,
gedagteekend 20 Aug. 1878, is door middel der kerkelijke
dagbladen ter kennis van geheel de Christ.Geref.kerk gebragt.
EEN NOORDSCH VERHAAL,
door JONAS l.IE.
Op de zuidkust van Noorwegen, een barre kust, schoon ze rijke
lijk met pijnboomen bezet is, op korten afstand van het schilder
achtige stedeke Arendal, verheffen zich tamelijk ver van elkander
de beide vuurtorens van Groot en Klein Torungen. Beide gevaarten
staan op twee afzonderlijke rotsen te midden der golven, ieder met
den naam zijner rots betiteld, waarvan de kleinste nauwelijks ruimte
genoeg heeft voor den vuurtoren en zijn bijbehoorende omgeving.
Het is een woeste, bitter eenzame plek gronds. Bij ruw weder
hangt het schuim der zee in groote vlokken aan de muren; 'snachts
stooten de arenden en de zeevogels, die op het licht afkomen, met
zooveel kracht tegen de zware glasruiten, waarachter de vlam rustig
voortbrandt, dat zij soms dood neervallen. Des winters is de ge
meenschap met den vasten wal dikwijls geheel afgesneden, hetzij
door de hevige strooming of door de drijvende ijsschotsen, die het
onmogelijk maken te voet of per schuit de kust te bereiken.
Beide lichtende bakens zijn, evenals al de anderen die men in
menigte op deze gevaarlijke kust aantreft, betrekkelijk kort geleden
daar opgericht. Menigeen zal zich nog zeer goed den tijd herin
neren, dat, over eene onmetelijke uitgestrektheid, het eenlge zicht
bare licht bestond in het witte schuim, dat door de branding zelve
gevormd werd, en dé zeevaarder die den vuurtoren van Oxö, bij
Christiansand, gepasseerd was, mocht van geluk spreken als hij in
de verte een schemering zag van de vuren van Jomfruland, voorbij
Kragerö.
Intusschen, een kleine twintig jaar vóór den bouw van een
vuurtoren op Klein Torungen, stond er reeds op die rots een huis
als men ten minste dien naam mag geven aan een smal en laag
gebouwtje dat naar den kant der zee scheen over te buigen,
alsof het den storm te beter gelegenheid wilde geven ora op het
lage dak los te bulderen. De deur waarmede men het huisje
binnenging, bevond zich aan de landzijde, terwijl de twee lage
vensters, de eenigen van dit schamele verblijf, op een kleine kreek
uitzagen, waar tusschen de weelderig opgeschoten zeegewassen, een
stevig vastgemeerde boot op het watér lag te schommelen.
Als ge waart binnengetreden, of liever afgedaald in de woning
waarvan hier sprake is, zoudt ge er meer ruimte gevonden hebben
dan men naar het uiterlijk mocht verwachten, en tevens eenige
huishoudelijke meubelen, die van vroegere welvaart getuigden. In
een hoek stond, onder een dikke laag stof, een spinnewiel, nog
met het garen er op, welk voorwerp, met eenige anderen van dien
aard, bewees dat hier een vrouw gehuisd had. Dit garen, thans
Uitgever A. A. BAKKER Cz.
llurean: MOLEN PLEIN N°. 163.
zoo vuil en bestoven, was waarschijnlijk het laatste dat zij ge
sponnen had.
Op het oogenblik dat wij er met den lezer binnentreden, was
het armelijke huisje bewoond door een grijsaard, wiens hoekig en
streng gelaat omlijst werd door lange witte haren. Op een bankje
bij den haard gezeten, hield hij zich meestal onledig met het maken
of verstellen van schoenen: en terwijl hij het pikdraad aantrok,
kon men hem soms overluid dc een of andere opmerking hooren
maken, alsof zijn oude levensgezellin hem nog antwoord kon geven.
De schuinsche blik, waarmede hij, over de glazen van zijn koperen
bril heen, den vreemdeling ontving, dien liet toeval in zijne nabij
heid bracht, was niet bijzonder innemend, en de uitdrukking van
zijn gelaat gaf onbewimpeld te kennen, dat het den onverwachten
bezoeker geraden was, zoo spoedig mogelijk zijn boodschap te doen
en meteen rechtsomkeert te maken. De grijskop was volstrekt niet
op gezelschap gesteld; de eenige maal dat hij zich in de kerk had
laten zien, was geweest bij gelegenheid van zijn tocht naar Tromö,
toen hij achter in zijn roeiboot de doodkist had staan niet het lijk
van zijn overleden gezellin. Zoodra de geestelijke de eerste schop
aarde op de kist had geworpen, zag men een vloed van tranen
over de wangen van den armen grijsaard stroomen, en de nacht
had liet kerkhof reeds lang in duisternis gehuld, toen hij het ver
liet om zijn eenzame rots weer op te zoeken. Zijn stijfhoofdigheid
was bij de bewoners der kust spreekwoordelijk geworden, en de
lieden uit den omtrek der haven, wien hij zijn visch kwam ver-
koópen, zagen hem meer dan eens plotseling zijn handel staken en
zonder een woord te spreken huiswaarts roeien.
Aangaande zijn verleden wist men, dal de oude Jakob vroeger
loods was geweest, en dat zijn eenige zoon indertijd door een
stortzee over boord was geslagen; uit hartzeer over die ramp had
hij de eenzaamheid gezocht en was hij met. zijne vrouw op Klein
Torungen gaan wonen, waar hij het kind van den verdronkene,
zijn kleindochter, had bij zich genomen, die weldra zijn eeuig
gezelschap werd. Zijn middelen van bestaan waren hoofdzakelijk
het schoenmaken en de vischvangst; wat beiden opleverden verkocht
hij aan de voorbijkomende schepen of aan de bewoners der kust.
Doch men wist bovendien te vertellen, dat hij een toelage kreeg
van verscheidene loodsen uit het district om den ganschen nacht
zijn vuur te laten branden, zoodat het licht door de twee vensters
naar buiten scheen en hun in donkere nachten tot een veiligen
gids verstrekte. Maar was dat licht wel alleen bestemd voor de
loodsen? Kwaadsprekers beweerden dat het ook dienst deed voor
de vaartuigen der sluikers, die 's nachts met hun waren op de
kust kwamen landen. Uit erkentelijkheid voor dien dienst was er
in het huisje altijd een rijke voorraad van vaatjes rum en brande
wijn, zakjes koffie, tabak, meel en andere bruikbare artikelen, zoodat
Prijs der Adrertentidu: Van 14 regels 60 Cents,
elke regel meer 15 Cents.
Groote letters of vignetten worden naar plaatsruimte berekend.
de grijsaard op zijn rots zelden of nooit aan iets gebrek had.
In de laatste jaren maakte zijne zwakke gezondheid het hem
meer en meer moeielijk, zich met zijn roeiboot op het water te
wagen; meestal sleet hij zijn dagen dus bij zijn vuur, met een
baaien buis en een leêren broek aan, onvermoeid bezig met zijn
huiselijken arbeid. Nu en dan, als zijn kleindochtertje, een aardig
meisje met blond haar, in gezelschap van een leelijken hond, die
haar altijd op de hielen volgde, het vertrek binnentrad en het met
een frissche zeelucht vervulde, om verslag te geven van hare waar
nemingen, dan stapte de oude Jakob naar het venster om de
juistheid van haar rapport na te gaan; waarna hij, grommend als
een beer dien men uit zijn hol verjaagd heeft, de deur uitging,
niet zijn verrekijker onder den arm. Als hij eenmaal in de buiten
lucht gekomen was, zette hij zich schrap, liet zijn verrekijker, om
beter te kunnen zien, op den schouder zijner jonge gezellin rusten,
en wanneer hij dan eindelijk, na voortdurend gebrom tegen zijn
steunpunt, er in geslaagd was het gezochte voorwerp te vinden,
maakten de grijsaard en het kind, nu ze weer goede maatjes waren,
gezamenlijk allerlei gissingen over het vaartuig dat ze in zicht
hadden, waarna beiden achter elkander naar huis terugkeerden.
Jakob wis trotsch op het verstand van zijn kleindochter. Zij kon
even goed niet het bloote oog zien als hij met zijn kijker. Zij
vergiste zich nooit in de vaartuigen, groote of kleine, in dezen
omtrek der kust, en kon bijna zeggen aan welken eigenaar ieder
schip toebehoorde.
Eens echter liet haar jeugdige ervaring haar in den steek. De
twee waarnemers hadden een halve maan ontdekt op een vlag, die
zich aan den horizont zien liet. Na een oogenblik zijn geheugen
te hebben geraadpleegd, verklaarde de oude Jakob dat het „een
Barbarijer" was.
Die uitspraak scheen aanvankelijk het meisje tevreden te stellen,
maar later vroeg ze toch:
„Een Barbarijer wat is dat, grootvader?"
«Dat is een Mahomedaan."
//En wat is een Mahomedaan?"
z/Een zeeroover."
„Een zeeroover!"
De oude loods, die van een Mahomedaan evenveel af wist als
het kind zelf, wilde echter zijn onkunde niet laten blijken; hij
begon dus allerlei verzinsels op te tlisschen.
„Dat volk gaat naar de Oostzee om menschenvleesch te zouten."
„Menschenvleesch zouten
„Zeker; soms veroveren zij de schepen in volle zee en gaan dan
dadelijk aan 't zouten."
Het kind zette vau verbazing een paar groote oogen op, wat den
grijsaard aanmoedigde ora voort te gaan:
Benoemd tot hoofdonderwijzer te Beemster de heer
A. Ott, onderwijzer te Wognum, met het lot tegen den
heer AV. Visser, te Amsterdam.
Vier paarden, op de jl. Maandag gehouden marktte
Bergum gekocht, werden daar onder een Taxusboorn gebon
den, van wiens groen zij gretig aten, doch tengevolge
waarvan zij alle binnen twee uren stierven.
Zekere G., sinds een paar weken te Monnikendam
woonachtig, ging jl. Zondag met zijn zwager, die hem uit
Amsterdam was komen bezoeken en met een derden persoon
een zeiltogtje maken naar het eiland Marken. Zij namen
daartoe het kleine schuitje van G., niettegenstaande deze
door den vorigen eigenaar herhaaldelijk gewaarschuwd was
dat het alléén vertrouwd was op kleine binnenwateren en te
rank was om op zee te kunnen worden gebruikt. Maandag
namiddag kwam aldaar de tijding, dat liet schuitje beoosten
Edam ledig en omgeslagen was gevonden. De opvarenden
werden, terwijl zij onderzeil waren, nog door anderen
gewaarschuwd om terug te keeren, doch wilden niet naar
raad luisteren. Twee der verongelukten waren gehuwd.
Op de gisteren door de Amsterdamsche Kanaal-
Maatschappij gehouden elfde en laatste veiling van droog
gemaakte gronden in het IJ zijn geveild omtrent 373
hectaren voor f 1,325,428. Niet gegund werden ruim 185
hectaren voor f 869,098.
Te Schevenngcn is een badgast, die zich te ver
in zee waagde, door den stroom medegevoerd en verdronken.
Het was Jhr. A. J. Sandberg, uit Zwolle.
Men meldt uit Rotterdam, dd. 17 dezer:
„Een algemeen bekende vrek, v. d. IJ., gewoond hebbende
in de St. Jacobsstraat alhier, is eergisteren overleden. Plij
dreef zijne gierigheid zoover, dat hij, in plaats van op een
bed, zich ter ruste legde in eene kist, gevuld met zakken
geld. Er was zelfs geen laken in zijn huis aanwezig, dat
bij het kisten dienst kon doen. Men schat zijn nalatenschap
op meer dan een ton gouds. In zijne woning, welke een
voortdurende aanstoot was voor de straatjeugd, was bijna
geen ruit heel en de gaten werden door hem met
planken digtgespijkerd."
Te Utrecht werd de Mclkinrigting in den laatsten
tijd door verscheidene deskundigen, ook van buitenslands,
bezocht, die.allen hunne ingenomenheid betuigden met de
wijze waarop deze zaak wordt gedreven. Vooral de boter-
bereiding volgens Deensclie manier levert de beste resul
taten op, waarbij uit genomen proeven volgens den direc
teur gebleken is, dat de afkoeling der te karnen melk
tot op 12 gr. Celsius een voordeel van 15 pCt. in de
boterproductie geeft boven het nog door velen gevolgde
stelsel om de melk niet zooveel af te koelen. De kwali
teit der boter is uitstekend en de prijs matig. De aan
vragen zijn dan ook zóó veelvuldig, dat slechts aan een
zeer klein gedeelte kan worden voldaan, zoodat het
te wachten is, dat eerlang de inrigting eene uitbreiding zal
moeten ondergaan, waardoor aan de behoefte, die zich hoe
langer zoo meer doet gevoelen, zal kunnen worden voldaan.
Een treurig ongeluk is jl, Dingsdag op het veerschip,
dat van Grouw op Sneek vaart, voorgevallen. De onder
knecht nl., bezig met het aanhalen van de hals van het
zeil, geraakte buiten boord en werd kort daarna als een
lijk opgehaald.
De stoomdorschmachine aan enkele landbouwers te
Meeden(Groningen) toebelioorende, is thans dag op dag in wer
king enleveit bij voortduring de beste resultaten, die de oude
methodes geheel in de schaduw stellen. Ze wordt niet alleen
door de eigenaren gebruikt, maar tevens aan anderen ver
huurd. Men dorscht er per dag gemakkelijk 250 hectoliter
haver mede, zoodat de producent met ongeloofelijken spoed
zijn graan kan verzilveren, wat hem soms veel waard is.
Dezer dagen nog werd op den eersten dag het koven in
gehaald, den volgenden dag gedorscht, en den derden dag
op de beurs te Groningen verkocht en geleverd.
-Binnenkort zal op de Sandwichs-eilanden de eerste
spoorweg geopend worden. Deze loopt van de haven
Punali in Zuid-IJawaii over ruwe lava-velden naar het
vijf Engelsche mijlen verder gelegen dorp Keaiwa, ten
einde de suiker van de plantages naar zee te vervoeren.
Ook in het noorden van genoemde eilanden wordt een
spoorweg, lang 30 mijlen, afgebakend van Kawaihai door
plantages naar de oostkust. De locomotieven en wagens,
die in Engeland vervaardigd zijn, zijn reeds op weg naar
de Sandwichs-eilanden.
Hoe komt inen tot verbeterde kansbereiding;?
Van vele zijden is de verbeterde kaasbereiding in den laatsten
tijd ter sprake gebragt, cn niet ongepast achten wij het, dat ook
van de zijde der handelaars een stem zich late hooren.
De overdreven besckouwiugen over den tegeinvoordigeu toestand
en den naar onze meening verkeerden weg, dien men tot verbetering
inslaat, nopen ons op de annleidende oorzaak daarvan de aandacht
te vestigen.