IIELDERS€HE
EY YIEUWEIHEPER COURANT.
1878. N°. 115.
Woensdag 25 September.
Jaargang36.
Algemeen Nieuws- en Advertentieblad voor Hollands Noorderkwartier.
SALVÉ KRISTIANSEN.
„W ij huldigen
het goed e."
Verschijnt Dmgsdag, Donderdag en Zaturdag namiddag.
Abonnementsprijs per kwartaalf 1.80.
e franco per post - 1.65.
Uitgever A. A. BAKKER Cz.
Bureau: MOLENPLEIN N°. 163.
Prijs der Advprtentién: Van 11 regels 60 Cents,
elke regel meer 15 C'euts.
Groote letters of vignetten worden naar plaatsruimte berekend.
Eiken Donderdag vertrekt de mail naar Oost-fiidië.
Laatste ligting 's avonds 6 uur.
HELDER en NIEUYVEDIEP, 24 September.
In de vergadering van het Artillerie-Vrijkorps alhier,
jl. Zaturdag gehouden, is besloten, dat een schietwedstrijd
zal plaats hebben op Zondag 29 September a. s. uitsluitend
voor de leden van hot Korps, en op Zondag 6 October e. k.
voor de leden en geïnviteerden. Tot deelneming aan
laatstgenoemden wedstrijd zullen worden uitgenoodigd de
leden der Vereenigingen Mars, Willem Teil en Vaderland
en Oranje, de officieren van land- en zeemagt en de adel
borsten van het Koninklijk Instituut der Marine van het
oudste studiejaar. De uitreiking van prijzen en getuig
schriften voor beide wedstrijden zal op feestelijke wijze
geschieden op 6 October des avonds, in het lokaal Tivoli.
De wedstrijden zullen gehouden worden in het fort Admi
raal Dirks.
De minister van Waterstaat, Handel en Nijverheid
heeft met ingang van 15 October e. k. het ijkknntoor te
's Hertogenbosch aangewezen voor den ijk van gasmeters,
en ter kennis gebragt van belanghebbenden, dat alsdan voor
dat doel geopend zijn de ijkkantoren te 's Ilage, Rotter
dam, Dordrecht, Amsterdam, Zwolle en 's Ilertogenbosch.
Na afgelegd examen zijn o. a. tot kweekelingen aan
de School voor Machinisten te Amsterdam toegelaten C.
W. van Strijen en Th. Jentink, leerlingen van de School
voor Uitgebreid Lager Onderwijs van den heer Hissink
alhier, en A. Maandag.
Aan het Departement van Marine is een nieuwe
regeling van de tractementen der zeeofficieren en der offi
cieren van administratie ontworpen, waarbij non-act iviteits-
tractementen verhoogd en zee - tractementen verlaagd
worden. (Dagblad.)
3)
EEN
NOORDSCH VERHAAL,
door JONAS LIE.
Vervolg
De Juno, waarop Salvé thuis hoorde, lag destijds te Salvingen
voor anker, wachtende op een gunstigen wind om te vertrekken,
liet was een flink opgetuigde brik, met een equipage van op zijn
hoogst twintig koppen, die langen tijd de Amerikaanschc wateren
bevaren had en de Noordzee in alle richtingen had doorkruist.
Iedereen hield haar voor de beste zeiler van Arendal. llaar aan
komst of vertrek gold als een feit van belang in de haven en in
de omstreken; een plaats bij haar aan boord te hebben, werd als
een bijzondere eer beschouwd, te meer daar de gezagvoerder en
voornaamste eigenaar, kapitein Beek, even bemind als geacht was
bij al zijn onderhoorigen.
Toen zij eindelijk, op zekeren ochtend tusschen tienen en elven,
het anker lichtte, onder een frisschen noord-oosten bries, en met
klein zeil liet ruime sop koos, waren de kaden zwart van de toe
schouwers, want de equipage was voor het meerendeel uit dien
omtrek geboortig, en men wist dat die mannen, die magen en
vrienden achterlieten, een buitengewoon lange reis gingen doen.
Behalve de equipage bevond zich aan boord van de Juno ook de
zoon van den kapitein, Carl Beek, een jong officier van de. konink
lijke marine, met zijn zuster en een paar vrienden, die op de
Torungen-eilanden aan wal zouden gaan met een klein zeilbootje,
dat het schip op sleeptouw had. Het gezelschap had bij wijze van
uitspanning een jachtpartij op de trekvogels georganiseerd, die in
het voorjaar bij ontelbare troepen op de Noorweegsche kusten ver
blijf houden.
Het was omslreeks vier uur toen men Klein Torungen passeerde.
Daar de lucht wat mistig begon te worden en er in het westen
een berg van zwarte wolken met glinsterende randen opdaagde, wat
niet als een gunstig teeken beschouwd werd, besloten de jagers
hier de brik te verlaten, in plaats van mede te gaan tot aan het
grootste der beide eilanden, zooals oorspronkelijk het plan was geweest.
Terwijl men met de ontscheping van het gezelschap bezig was,
liet Salvé Kristiansen, die op het halfdek stond, het oog gaan over
de rotsachtige massa, die, beschenen door dc stralen der onder
gaande zon en met een zoom van schuim rondom haar voet, veel
geleek op den romp van een gestrand schip. Van daar onder
scheidde hij duidelijk het witte huisje en de kleindochter van den
ouden Jakob, die, met een verrekijker in de hand, gadesloeg wat
er aan boord voorviel. Hij had met opzet een in het oog vallende
plaats gekozen en leunde tegen een hijschtouw, in een droefgeestige
stemming, en zoo verdrietig over zijn vertrek, dut hij om een
nietigheid in tranen zou hebben kunnen uitbarsten. De jonge
matroos bad plotseling bemerkt dat hij tot over de ooren verliefd was.
Om zeker te wezen dat de verrekijker inderdaad op hem gericht
was, zwaaide hij met zijn hoed. O vreugdehet meisje beantwoordde
zijn signaal. Een nieuwe begroeting werd gevolgd door een nieuw
antwoord met den kijker.
Salvé was in de wolken. Hij bleef stokstijf staan, de oogen
onafgewend op de rots gericht, totdat het bekoorlijke visioeu ver
dwenen was in de toenemende avondschemering. Hij had zooveel
geluk medegenomen, dat hij er wel de heele reis op teren kon, en
Volgens het Dld. bestaat l>ij de regering het voornemen
om een doelmatige uniformkleeding aan een gedeelte van
het personeel der postboden te verstrekken, en langzamerhand
het geheele personeel daarvan te voorzien. Deze maatregel,
waarmede reeds in dit jaar een begin werd gemaakt, wordt
noodzakelijk geacht ter bevordering van orde en tucht bij
de dienst en zal ongetwijfeld tot verbetering van het
brievenvervoer ten plattenlande strekken.
Zeer juist. Maar geldt hetzelfde niet voor de telegraaf
dienst? Nogtans blijkt voor deze van gelijk plan tot dusver niet.
De Nederl. Maatschappij ter bevordering der Pliarmacie
heeft dezer dagen aan den Minister van Binnenl. Zaken
een adres gerigt, houdende het verzoek tot wering van den
handel in geheime geneesmiddelen.
Naar gemeld wordt, is de Stoomvaartmaatschappij
„Zeeland" ontheven van de betalingskosten van de schade
(indertijd begroot op f 109,000) door haar stoomschip
Prinses Marie in Mei 11. toegebragt aan den ponton in
de buitenhaven te Vlissingen.
Er heerscht tegenwoordig een sedert jaren ongekende
druk op handel en scheepvaart: de scheepsvrachten uit
Indië naar hier zijn gedaald tot het ongeloofelijke cijfer
van f 12 het last; bijladingen naar Frankrijk of Engeland
veroorzaken te veel kosten, zoodat de gezagvoerders het
voordeeliger voor de reederijen achten om in ballast thuis
te varen.
De feesten, ter viering van het 50jarig bestaan der
Koninklijke Militaire Academie te Breda, zijn gisteren aan
gevangen. De stad is versierd en prijkt met vlaggen,
eerepoorten enz. De feestrede in de Groote Kerk werd
gehouden door dr. J. J. de Hollander, hoogleeraar aan de
K. M. Academie. Tevens werd eene feestcantate uitgevoerd
door 250 executanten, koor met orchest. Z. K. II. Prins
Frederik vereerde deze festiviteiten met zijne tegen
woordigheid.
dacht nu reeds over zijn terugkomst. Zijn plan stond vast: wanneer
hij te Boston kwam, zou hy een prachtig kleed en een ring koopen,
en dan, zoodra hij in Noorwegen terug was, een tochtje naar het
eiland ondernemen en zekere kwestie onderwerpen aan de beslissing
van eeu persoontje dat hij daar kende.
Onze verliefde matroos werd uit zijn droomerijen gewekt door
de stem van den equipagemeester, die hem bij zijn naam riep en
hem vroeg of hij van plan was daar te blijven slapen en hoe laat
mijnheer beliefde gewekt te worden. Er was order gegeven om dien
eigen nacht onder zeil te gaan en de bries begon lekker op te steken.
Men verdeelde de wachten; Salvé werd geplaatst aan stuurboord.
Intussclien was de zee wat hol geworden, en de Juno verdween in
de duisternis met dubbel gereefd groot zeil. Van tijd tot tijd
vertoonde de maan zich door een lichtende opening tusschen de
wolken, die als een zwarte rook voor het schip uit dwarrelden;
maar zoodra zij weer schuil ging, kon men op het dek geen hand
voor oogen zien.
Tegen de spaken van het gangspil stond een matroos in een
oliepak geleund, die waarschijnlijk den afgeloopen nacht aan land
had doorgebracht en alle denkbare pogingen in 't werk moest
stellen om wakker te blijven. Hij neuriede een Zweedscbe ballade,
waarin sprake was van „de liefste van zijn hart, die hij wel naast
zich had willen hebben, want zonder baar viel de tijd hem zoo
lang." Van tijd tot tijd frischte een golf, die over 't dek sloeg,
hem wat op, waarna het droefgeestig gezang weer van voren af
aan begon.
Salvé daarentegen had volstrekt geen zin in slapen. Verdiept in
zijn droomerijen, liep hij heen en weêr langs het groote scheeps
luik naar het gezang te luisteren, dat hij bijzonder aandoenlijk vond.
De slaapdronken matroos dacht stellig niet dat hij zulk een
dankbaar toehoorder had.
Terwijl dit voorviel brachten de jagers, die de Juno verlaten
hadden, den naeht bij den ouden Jakob op Torungen door. Zij
hadden eerst pogingen gedaan om het groote eiland tc bezoeken;
maar de zee werd hoe langer hoe onstuimiger en niet dames aan
boord werd het een moeielijke tocht. Zij besloten dus, liever dan
weer aan land te gaan en het geheele plan op te geven, waarmede
eeu dag of drie gemoeid zouden zijn, dien nacht op Klein Torungen
te blijven.
Men kan deuken dat de oude loods niet weinig verbaasd was
toen hij aan de deur hoorde kloppen en zijn nederige woning zag
bezoeken door eeu gezelschap van zes personen uit den aanzienlijken
stand, waarvan twee tot de schoonste helft van het menschelijk
geslacht behoorden. Hij hield zijn hand boven zijn oogen om beter
te kunnen zien en kon in het eerst van verbazing geen woord
uitbrengen.
En onze Elisabeth, een legioen van luchtgeesten en toover-
godinnen uit de wolken voor haar voeten nedergedaald, zou haar
niet zoo hebben kunnen doen schrikken of hare nieuwsgierigheid
zoo hebben gaande gemankt. Onverhoeds gewekt uit de lichte
sluimering waarin zij, voor ze naar bed ging, bij liet vuur gevallen
was, gaf de ontroering, door dit voorval bij haar teweeggebracht,
een bekoring te meer aan haar gelaat, dat trouwens nergens onop
gemerkt zou zijn gebleven. Carl Beek, de hoofdpersoon der groep,
scheen er letterlijk betooverd door; hij kon zijn oogen niet afwen
den van het jonge meisje, dat, blozende van verlegenheid, de wijk
had genomen in een donkeren hoek om in de haast haar toilet
Door de lieercn C. A. Jeekel, oud-adelborst en O.
Nieuwenhnijzen, oud-cadet, der Koninklijke Militaire
Academie, thans aan het hoofd staande der fabrieken van
hardglas te Leerdam, (firma Jeekel, Mijnssen en Co.), is
aan die Academie, bij gelegenheid der viering van haar
ÖOjarig bestaan, een fraai bewerkte kristallen feestbokaal
geschonken, met liet deksel hoog 38 cM., rustende op een
voet, welke een regelmatig zeshoekig fort voorstelt met
zes bastions.
Men schrijft ons van Texel, dd. 23 dezer:
„Zeer zeker tot bijna ieders genoegen kunnen wij berigten,
dat gisteren morgen door ds. Hui/inga, in het kerkgebouw,
mededeeling werd gedaan, dat ds. Bakels vrijheid had
gevonden voor het beroep naar Almelo te bedanken. Wij
mogen niet nalaten, geheel Texel en de eilanden Vlieland
en Terschelling, welke laatsten door zijne betrekkin^ als
schoolopziener met hem in betrekking staan, met dit besluit
geluk te wenschen. Zij allen kennen hem en kunnen dus
het best beoordeelen wat door zijn heengaan zou worden
geleden."
Men schrijft uit Amsterdam dd. 19 Sept.
„Heden avond werd alhier de jaarlijksche algemeene
vergadering gehouden van leden van het Koninklijk
Zoologisch Genootschap Natura Artis Magistra. De secretaris
deelde mede, dat het ledental thans (1 Sept.) bedraagt
G108 tegen 5468 op 1 Mei 1877. De tuin werd in het
afgeloopen jaar bezocht door 95,458 vreemdelingen en
57,007 dienstbaren. 1981 schoolkinderen uit Amsterdam
en 3300 weezen werden gratis toegelaten. Elf honoraire
en 1 lid van verdienste, de heer J. M. Schuver te Konstanti-
nopel, werden benoemd, en aan de leden der Linnaeus-
commissie de medaille van verdienste uitgereikt. De
welstand en de gezondheid der dieren is zeer voldoende.
Vele dieren werden aangekweekt, andere aangekocht. De
bibliotheek wordt telkens zoo verrijkt, dat zij weder te
wat bij 1c helpen.
„Bonsoir, vader Jakob," riep de marine-officier terwijl bij den
grijsaard op den schouder klopte met de aangename vrijmoedigheid,
die hem eigen was; ,,'t is wel een beetje lastig, niet waar, om u
met zooveel volk aan boord te komen? Wij komen uwe gastvrij
heid inroepen voor dezen nacht, omdat wij in dit barre weêr niet
naar Groot Torungen durven gaan, vooral daar wij twee dames bij
ons hebben (hier wees Carl op zijn zuster eu haar vriendin)'; maar
ik zie dat ge zelf een lid der schoonc sekse in uw huis hebt; ge
zult dus wel weten hoe het er mee slaat."
De oude loods was niet ongevoelig voor die hartelijke gemeen
zaamheid. Hij stond op om wat ruimte hij 't vuur te maken,
waarna hij de toegevendheid zijner bezoekers inriep voor het weinige
dat hij hun kon aanbieden en Elisabeth gelastte dat ze nog wat
brandhout zou brengen.
Terwijl het gezelschap zich rondom het vuur schaarde, waarbij
iedereen zich zoo goed mogelijk trachtte te behelpen, hield Carl
Beek, die naar de boot was teruggekeerd, zich bezig om met behulp
der roeiers de mondbehoeften in huis te brengen. Hij kwam terug
met Elisabeth, die een vracht hout onder haar arm droeg. Hij
wierp het hout lachend op den grond en riep:
„Wij zullen een bol maken, hè? maar laten we eerst wat eten."
De meegebrachte provisie was overvloedig en uitstekend in haar
soort; de gasten deden er dan ook alle eer aan, onder het voeren
van een zeer opgewekt gesprek. Toen kwam dc beurt aan deu „bol."
Dit was een mengsel van spiritualiën, uit verschillende bestanddeeleti
saamgcsteld, waarvan Carl het recept bezat. Toen het mengsel
eindelijk gereed was, werd het aangestoken, en vervolgens in groote
glazen rondgedeeld, terwijl de blauwe vlam zich in grillige bochten
kronkelde.
Carl Beek was de ziel van het gezelschap. Hij zag er voor-
trclfelijk uit zooals hij daar zat, te paard op een bank, met zijn
glas in de hand," terwijl zijn openhangend buis met koperen anker-
knoopen een fraai gekleurd overhemd liet zien. Hij hief een der
toen in zwang zijnde drinkliedjes aan, dat weldra gevolgd werd
door een tweede en een derde, totdat het geheele gezelschap in
koor meezong. Vervolgens kwam er een zeemanslied aan de beurt,
dat aanleiding gaf tot een eindclooze reeks van aneedoten uit den
laatsten oorlog.
De oude Jakob, die onder den invloed van de algemeene vroo-
lijkhcid en het goede onthaal vrij spraakzaam was geworden, wierp
van tijd tot tijd ook een duit in 't zakje; maar hij was er met
geeu mogelijkheid toe te bewegen om zelf een geschiedenis te ver
tellen. Doch toen het gesprek viel op den vermaarden zeestrijd bij
de Bruyère-eilanden, haalde hij nog eens van vroeger op, zooals
hij zeide.
„Ja!" riep hij, zijn glas neêrzetteud, „dat was een leelijke
geschiedenisHet- land verloor er een mooi schip bij en meer dan
cén Hinken kerel, waarop we grootsch mochten wezen. Vervloekt
zij de schurk die den Engelschman tusschen de Sables-eilanden
loodste, schoon niemand ooit bij zijn leven ziju naam geweten heeft.
Men zegt dat hij kort daarna, gefolterd door zijn geweten, zijn
eigen rechter werd op dc manier van Judas Iscariot. Maar dat
daargelaten, er is daar, bij den ingang van het kanaal, een
platte rots, die alleen bij zeer laag water zichtbaar is, en daar
komt de schurk iederen nacht als 't maanlicht is, spoken, waarbij
hij met wanhopige gebaren om hulp roept, totdat het water stijgt