IIELIIËRSCHË
EV MEI WEIIEPEK OI RAVT.
1878. N°. 118.
Woensdag 2 October.
Jaargang36.
Algemeen Nieuws- en Advertentieblad voor Hollands Noorderkwartier.
6) SALVÉ KRISTIANSEN.
„W ij huldigen
het o e (1 e."
Verschijnt Dingsdng, Donderdag en Zuturdag namiddag.
Abonnementsprijs per kwartaal1.80.
franco por post 1.65.
Uitg-ever A. A. BAKKER Cz.
lt u r e a uMOLENPLEIN 163.
Prijs der Advcrteutiën: Van 1i regels 60 Conts,
elke regel meer 15 Cents.
Groote letters of vignetten worden naar plaatsruimte berekend.
Nieuwe abonné's bij den aanvang van
het vierde kwartaal ontvangen gratis de
nummers, waarin voorkomt bet reeds
geplantste gedeelte van het feuilleton:
,SALVÉ KRISTIANSEN.'
Eiken Donderdag vertrekt de mail naar Oost-Indië.
Laatste ligting 's avonds 6 uur.
HELDER en NIEUWED1EP, 1 October.
De heer dr. D. Ilelletna, dirigerend officier van gezond
heid en de heer H. O. Steenbergen, officier van gezindheid
lste klasse, beiden bij de zeemagt, hebben van den Koning
van Zweden en Noorwegen ontvangen de orde van de
Poolster.
In de Ijzergieterij van den heer mr. Ch. Bosch Reitz,
is in den afgeloopen week met goed gevolg gegoten de
klok bestemd voor den toren van de Westerkerk.
Jl. Zaturdag avond hield het bestuur van de Industrie
school alhier eene zitting tot toelating van nieuwe leer
lingen voor die inrigting gedurende den cursus 1878/79.
Ruim 50 jongens meldden zich aan, waarvan 43 werden
toegelaten. Eenigen moesten wegens geringe kennis worden
afgewezen. Van de vroegere jaren zullen 90 leerlingen
aan den nieuwen cursus deelnemen, zoodat de school thans
133 leerlingen telt. Niet minder dan 17 leerlingen, die
reeds den 4jarigen cursus achter den rug hebben, hebben
zich op nieuw tot bijwoning der lessen aangemeld. Heden
avond zal met het onderwijs weder worden aangevangen.
Jl. Zondag had in het fort Admiraal Dirks een huis
houdelijke schietwedstrijd plaats, uitsluitend voor de leden
van hut Artillerie-Vrijkorps. Er waren een drietal prijzen
uitgeloofd, die behaald werden door de heeren J. Korporaal,
J. Breebaart jr. en G. T. von Oterendorp. De uitreiking
der prijzen zal geschieden op Zondag 6 October a. s.,
tegelijk met de prijs-uitreiking voor den jaarlijkschen
wedstrijd, die op genoemden dag zal plaats hebben en
waartoe onderscheidene corporatiën zijn uitgenoodigd.
EEN NOORDSCH VERHAAL,
door JONAS LIE.
Vervolg
Al die onverwachte en gewichtige gebeurtenissen hadden Elisnbeth
geweldig geschokt. Het kwam haar soms voor, dat ze in een droom
leefde. En toch drong de werkelijkheid zich overal aan haar op:
de kleindochter van den ouden Jacob, in rouwkleedcren gehuld,
bewoonde nu een kamer in een van dié prachtige huizen, waarvan
ze zich op Klein Torungeu zoo dikwijls een voorstelling had pogen
te maken, hoe die er wel vau binnen zouden uitzien.
Kapitein Beek had een tweede huwelijk gesloten met een vrouw
van karakter en strenge begrippen, met een overheerschende geest,
die hem een uanzienlijk vermogen had aangebracht en door haar
onafgebroken toezicht de orde in huis had hersteld, welke zoolang
haar echtgenoot weduwnaar was geweest, wel iets te wenschen had
overgelaten. Al voerde de kapitein als lieer en meester het bevel
over de Juno, in zijn huishouden oefende hij lang niet hetzelfde
gezag uit. Mevrouw Beek werd geëerbiedigd door de kinderen van
haar echtgenoot, maar misschien wat minder bemind, om de tucht
welke zij op hen toepaste. Wat den oudsten zoon Carl aangaat,
zijn uitstekende opvoeding, in verband met de betrekkelijke onaf
hankelijkheid die hij bij zijne familie genoot als officier bij de
zeemacht en bezoldigd medelid eener commissie voor de kustvaart,
deed hem altijd op den besten voet verkcercn met zijne heersch-
zuchtige stiefmoeder. Hij moest nog al dikwijls voor zijne zaken
op reis, maar werd bij zijn terugkomst in alle kringen weer met
blijdschap begroet en gehuldigd en voortdurend aangebeden door
zijne zusters, die zich altijd voorspiegelden dat hun broeder nog
eens te eeniger tijd een buitengewoon schitterend huwelijk zou doen.
Elisabeth, die zich eensklaps zag overgeplaatst in een wereld
welke zoo hemelsbreed verschilde van die waarin zij vroeger ver
keerde, beging in den aanvang misslag op misslug. Zij begreep
maar al te spoedig dat zij veel inspanning en geduld zou moeten
aanwenden om zich in haar nieuwe positie staande te houden en
begon nu mevrouw Beek als een afgericht huisdier geregeld na te
volgen. De pijnlijke tooneelen namen met den dag toe; zij ver
droeg ze met een gelatenheid die mevrouw Beek voor gehoorzaam
heid aanzag, maar die inderdaad geen anderen grond had dan het
vaste voornemen om te slagen. En toch, van tijd tot tijd ontzonk
haar den moed dan ging ze als wanhopig hier of daar voor een
raam zitten, met het hoofd in de hand, terwijl ze dan haar blik
over de haven liet dwalen. Snakkend naar frissche lucht, sloeg zij
eindelijk het raam open en stak het hoofd buiten om haar gloeiend
voorhoofd te verfrisschen, totdat mevrouw Beek ongemerkt binnen
trad en baar op strengen toon terugriep. Het geduld dezer dame
was bijna uitgeput en zij zeide dikwijls dat men een echte wilde
In huis had genomen.
Zondag namiddag had in liet fort Kijkduin de laatste
practische oefening in dit saizoen plaats door het kader der
dd. Artillerie-Schutterij. Over het algemeen moet zeer goed
zijn gevuurd. De prijzen, hierbij uitgeloofd, zullen, naar
wij vernemen, worden uitgereikt op a. s. Zondag avond in
Tivoli, te gelijk met de uitreiking der prijzen voor de
wedstrijden van het Artillerie-Vrijkorps.
In eene vergadering der Heldersche afdeeling van de
Hollandsche Maatschappij van Landbouw, heden avond in
't Café Caarls te houden, zullen de prijzen en getuigschriften
worden uitgereikt, behaald op de Tentoonstelling, den 7 en
8 September 11. gehouden.
Jl. Zaturdag namiddag is in het Koegras onder deze
gemeente de boerenhofstede, bewoond door den lieer S.
iïoogvorst, een prooi der vlammen geworden. Naar men
ons mededeelt, moet de brand ontstaan zijn door 't spelen
van een kind met lucifers in de nabijheid van het hooi.
De brand nam zoo schielijk toe, dat er weinig te redden
viel. Wel zijn do boedel en hetgeen zich verder in de
hoeve bevond tegen brandschade verzekerd, doch de schade
moet nog al aanzienlijk zijn voor den bewoner en zijn
gezin. De gemeente-brandspuit No. 3 bevond zich op het
teirein en gaf water, doch vermogt geen afdoende hulp te
verlcenen, dan alleen het wachthouden bij do rookende
puinhoop.
Men leest in de Staatscourant van 30 Sept:. 11.:
„Gisteren heelt te Arolsen de verloving plaats ge
had van Z. M. Koning Willem III met II. D. H.
mevrouw de Prinses Adeiaïda Emma Wilhelmina Therèse
van Waldeck-Pyrmont, dochter van Z. D. H. den rege-
renden Vorst van Waldeck-Pyrmont en van H. D. H.
mevrouw de Prinses Helene, geb. Prinses van Nassau."
Prinses Emma is het derde van het zestal kinderen
(vijf dochters en één zoon), gesproten uit het huwelijk
van Prins George Victor, regerend Vorst van het Prins
dom Waldeck-Pyrmont en Prinses Plelena, dochter van
wijlen Willem, hertog van Nassau.
De echtverbindtenis werd gesloten den 26 Sept. 1853,
zoodat juist dezer dagen de viering van het zilveren
huwelijksfeest heeft plaats gehad.
Broeder en zusters van de verloofde Prinses zijn:
C<irl Beek, wieu geen dezer kleinigheden ontging, wierp haar bij
dergelijke gelegenheden een bemoedigenden blik toe; doch Elisnbeth
scheen daar niets van te bemerken. Doch toen zc eens in zijne
tegenwoordigheid zich eene gestrenge berisping moest laten welge
vallen, begaf het jonge meisje zich ijlings naar hare kamer en wierp
zich geheel gekleed te bed, waar zij in een zoo hartstochtelijk
snikken uitbarstte, dat haar hart er van dreigde te breken.
Eenige dagen later greep er een voorval plaats, dat hier verdient
gemeld te worden.
Op zekeron namiddag was Elisnbeth, toen ze de thee in het salon
zou gereed zetten, onvoorzichtig genoeg om den schenkketcl en hel
komfoor tegelijk met het gehcele servies naar binnen te brengen.
Terwijl ze hiermede op weg was, viel de scheukketel omhet
kokende water stroomde over het theeblad en brandde haar vree-
selijk aan hand en arm. De nieuwe huishoudster doorstond die
marteling met waren heldenmoed en vertrok geed spier van haar
gelaat. Zij wilde niet in bijzijn van Carl berispt worden.
Een oogenblik later ging mevrouw Beek met haar naar de
keuken om den gekwetsten arm te verbinden, terwijl de luitenant,
die op de canapé zat en alles gezien had, haastig opsprong en op
zoo in het oog loopende wijze zijn medelijdende belangstelling in
dit ongeluk aan den dag legde, dat, zoodra zij alleen waren, zijn
zuster Mina zich niet kon weerhouden de opmerking te maken
„Wezenlijk, Carl, men zou zeggen dat ge op dat meisje verzot
waart."
„Neen, ik ben er niet verzot op," hernam de jongman, „er
zijn genoeg lieve meisjes in Arendalmaar ge zult toch moeten
erkennen, dat deze hemelsbreed verschilt van de anderen. Weet
gij er ten, die zulk een foltering zoo onversaagd zou doorstaan
hebben? En daarbij moet ge niet vergeten, dat vader zonder haar...."
„Nu ja, dat weten we nu al," viel de jonge dame hem in de
rede, om den pas af te snijden aan de eeuwigdurende vertelling
van haar broeder: „zij heeft onzen vader gered, maar zonder het
zelf te weten, omdat zij niet wist dat hij daar was."
De luitenant Beek had zeer behendig gemanoeuvreerd in deze
zaak; want onder het rondborstig uiterlijk van den zeeman was
een diplomatische natuur verscholen. Door in geheel Arendal rond
te bazuinen, welk aandeel Elisabeth in de redding van de Juno
moest toegekend worden, had hij in zekeren zin zijne familie ge
noodzaakt haar tot zich te netueu. Met veel overleg had hij, na
bij iedereen het meisje tot in de wolken te hebben verheven, zijn
ouders weten te overtuigen, dat de publieke opinie hun geen ande
ren uitweg liet. Ondertusschen, daar hij bij zijn stiefmoeder en
zijn zusters geen verdenking wilde opwekken, was Carl zeer om
zichtig in zijne houding tegenover Elisabeth; vooral daar hij nog
I niet met juistheid wist welke gevoelens zij ten zijnen opzichte
koesterde. Had hij eenigen indruk op haar gemaakt? Hij geloofde
het, zonder er zeker van te zijn; maar tegelijkertijd begreep hij
I dat hij te doen had met een ongetemd vogeltje, dat ieder oogen-
I blik zyn vleugels kon uitslaan en voor altoos verdwijnen, zoo
1. Prinses Pauline, geboren 19 October 1855.
2. Prinses Maria, geboren 23 Mei 1857.
3. Prinses Helena, geboren 17 Februarij 1861.
4. Erfprins Frederik, geboren 20 Januarij 1865.
5. Prinses Elisabeth, geboren 6 September 1873.
Van het zestal kinderen is tot hiertoe alleen het tweede,
Prinses Maria, gehuwd, namelijk op 15 Febr. 1877, met
den Kroonprins van Wurtemberg.
Prinses Emma heeft den 2 Aug. 11. den leeftijd van
twintig jaren bereikt.
De Prinses wordt, naar men verzekert, algemeen bemind
om haar eenvoudig-lieftallig karakter en paart daaraan
een krachtig ontwikkeld uiterlijk schoon, dat zich vooral
door een echt vorstelijke gestalte onderscheidt.
De generaal-majoor der kavallerie baron Gansneb
genaamd Tengnagel, adjudant des Konings, is te 's Hage
overleden.
Aan de llijks Universiteit te Utrecht promoveerde
jl. Vrijdag tot doctor in de geneeskunde, op een academisch
proefschrift, de heer W. Schutte, arts, officier van gezond
heid lste klasse.
Gisteren zijn eenige huizen in de Hoofdstraat te
Hoorn tot amotie verkocht, om aldaar een R.-C. kerk te
bouwen, in stede van die, welke vóór twee jaren afgebrand
is. Twee van de vier gebouwen, die afgebroken zullen
worden, zijn tussehen 1634 en 1637, in den tijd van den
tulpenhandel, gekocht, zooals dal een steen in een der
huizen aantoont, voor drie tulpen.
B. en W. van Amsterdam hebben op eenige adressen
in zake „kunstboter" het advies gevraagd der Kamer van
Koophandel. Deze is van oordeel, dat, al is het wenschelijk
dat elk handelsproduct bij zijn juisten naam wordt genoemd,
het niet aangaat iemand, op straffe van boete en gevan
genis bij met-opvolging, aan te schrijven, den naam van
het door hem te verzenden product op het vat te plaatsen.
De Kamer ziet daarin een ongeoorloofden en door niets
gewettigden dwang.
Kunstboter, meent de Kamer, is geen voor de gezond
heid schadelijk voedsel, tegen welks verkoop de openbare
magt zich zou behooren te verzetten; alleen het verknopen
van dat product onder den naam van natuurboter zou
krachtig en onafhankelijk .was ze van karakter.
Daarentegen was het meisje, sedert zij onder een en hetzelfde
dak woonden, een geheel ander mensch geworden. Carl herkende
haar niet meer, door haar kalme bedaardheid, door de merkbare
onverschilligheid die zij voor hem aan den dag legde, door de
onderworpen gehoorzaamheid waarmee zij de vrouw des huizes
bejegende. Die nieuwe verschijnselen hadden hem aanvankelijk op
een dwaalspoor gebracht, maar weidia zag hij er de rechte oorzaak
van in. Ilct gebeurde met den theeketel, dat andereu aan onhan
digheid toeschreven, legde hij voor zich op geheel andere wijze uit.
Er viel, meende hij, niet meer a;in te twijfelen: alleen om zijnent
wil wist zc zich zoo te beheerseben en tc bedwingen. Hoe de
ontknooping dus ook mocht wezen, de toestand zelf was in ieder
geval zeer belangwekkend.
De verliefde luitenant zou er dan ook het ongestoorde-genot van
gesmaakt hebben, als de wijze waarop Elisabeth hem op een afstand
hield, hein niet in het onzekere gebracht had omtrent de gedrags
lijn, die hij hij haar had te volgen. Het geval was niet nieuw:
zij had dezelfde terughouding aan den dag gelegd bij de talrijke
bezoeken van Carl op de rots van Torungen, en dat juist had zijn
hartstocht in zoo hooge inate geprikkeld. Eens, bij voorbeeld, toen
hij zicli in zijn woorden wat meer vrijheid veroorloofde dan ge
woonlijk, had hij in dien stalen blik een antwoord gelezen, dat
hem eens voor goed het betreden van dien weg scheen te verbieden.
In dit opzicht trouwens handelde „de kleine wilde meid" niet
uitsluitend volgens haar eigen instinct. De oude Jakob begreep
opperbest dat de luitenant ter zee niet op Torungen kwam om het
genoegen van zijn conversatie; en daar hij liera zijn huis niet kon
verbieden, had hij zijn kleindochter de noodige instructies gegeven.
Hij had haar onder het oog gebracht, dat de jongelieden uit den
aanzienlijken stand gewoonlijk niet met arme meisjes trouwen,
schoon ze haar dikwijls het hoofd op hol brengen met minnarijen.
„Weet ge wat gij hebben moei?" ging hij voort: „een flinken
jongen uit uw stand zooals Salvé."
„Maar, grootvader," hernam het meisje, „zoo dacht ge er toch
niet over toen ge hem een pak slaag woudt geven."
„Bahzoo'n kleine afstraffing maakt zooveel niet uit. Overigens,
als hij aanzoek kwam doen om uwe hand, zou ik geen oogenblik
aarzelen om liera het jawoord te geven. Want, weet ge, leste
meid, ik zou gaarne uw toekomst verzekerd zien voordat ik uit
deze wereld opstap."
Elisabeth zweeg; maar een lichte trilling harer lippen bewees
vrij duidelijk dat zij zich haar eigen beslissing voorbehield. Salvé
Kristiansen mishaagde haar niet,; hij was de eenige vriend, de
eenige vertrouwde, dien zij ooit gehad had; maar sedert zij Carl
Beek gezien had, was deze haar geen oogenblik uit de gedachten
geweest. Het ideaal harer meisjesdroomen had zich voor haar in
zijn persoon verwezenlijkt, van den dag af dat hij vooi het eerst
een voet, op Torungen gezet had. Waren het zijn persoonlijke
aantrekkelijkheden; was het de bekoring van zijn uniform of van