Kamer gekozen mr. J. van Gennep (lib.), met 719 van de 1202 geldige stemmen. Op mr. W. H. Jansen (catb.) waren 280, op jbr. mr. A. F. de Savornin Lobman (anti-rev.) 199 st. uitgebragt. In bet kiesdistrict Doi'dreclit is gekozen mr. G. M. van der Linden (lib.), met 740 van de 1078 uitgebragte stemmen. Jbr. mr. A. F. de Savornin Lobman bad er 205. Een leeraar aan de lioogere burgerschool te Gouda, die gezegd bad: //laat de commissaris van politie stikken voor mijn part," beeft deswege te regt gestaan, maar is vrijgesproken op grond, dat die woorden niet waren eene beleediging voor de justitie. Een tienjarige jongen onder Schiedam tergde een ram, die in de wei graasde. Het dier sprong de sloot over en viel den knaap aan, die slechts met moeite ontzet werd. Den anderen morgen toen bij weder bet land voorbij ging werd bij door bet beest herkend, dat hem tegen de hekken aandrukte, zoodat bij gehavend en bebloed tehuis kwam. In de laatste 14 dagen zijn langs Utrecht meer dan 5000 schapen naar Duitschland verzonden, die in bet noorden waren aangekocht. Het eerste nommer is verschenen van bet Maandblad, hoofdredacteur ds. H. Pierson, directeur der Heldrings gestichten, dat gewijd zal zijn aan bespreking der kwestie van de prostitutie en de sexueele moraal. In een inleidend woord zegt de beer Pierson, dat bij in den strijd tegen de prostitutie op bet standpunt der christelijke moraal staat. Wat dit standpunt medebrengt, formuleert hij in de volgende stellingen: 1. De heiligheid van bet huwelijk is onschendbaar, de grenzen tussclien kuiscbbeid en ontucht mogen nooit worden uitgewischt. 2. De moraal moet bet sexueele leven beheerschen en niet omgekeerd het sexueele leven de wet stellen aan de moraal. 3. De openbare magt moet repressief te werk gaan ten aanzien van de prostitutie en mag geen daden doen, waardoor zij ook maar ten deele gewettigd worden. Geen laissez-aller dus, maar nog veel minder transigeeren met bet kwaad. 4. Het sanitair toezigt in den bestaanden vorm moet worden afgeschaft als a. in strijd met de zedelijkheid, b. niet in overeenstemming met het regt, c. van onbetwistbaar nvft uit een hygiënisch oogpunt. 5. Alleen de christelijke liefde is in staat gevallenen te redden, omdat zij den standaard der strengste zedewet onverbiddelijk omhoog heft en tevens kan afdalen tot de diepst gezonkenen. M. a. w. de christelijke be schouwing van het menschelijk hart is de eenige, die volledig rekening houdt met de werkelijkheid en zich geen illusies behoeft te maken, om den moed niet te verliezen. Dit programma is echter geheel persoonlijk en bindt niemand, die een plaats zou willen vragen voor een of andere beschouwing. Ook voor hen, die eene andere meening zijn toegedaan, worden de kolommen van het Maandblad opengesteld. Een philosoof te Sacramento onderschepte onlangs een minnebriefje aan zijne vrouw gerigt, waarbij deze ge smeekt werd dien namiddag tot het houden van een rendez- vous op eene bepaalde plaats tegenwoordig te zijn. En wat deed nu onze philosoof? Misschien denken onze lezers dat hij zijn revolver ging schoonmaken en het noodige kruid en lood in gereedheid bragt. Misschien vermoedt men dat hij zich in hinderlaag stelde om het paar te overvallen? Niets van dat alles. Hij ging eenvoudig naar de slaap kamer zijner vrouw, nam haar valsche gebit weg, stak het in zijn zak en ging doodbedaard wandelen, in de stellige overtuiging het rendezvous te hebben verijdeld. -- Omtrent Afghanistan zijn de berigten onzeker en met elkander in strijd, zoodat men zich niet een juist denk beeld kan vormen van den toestand, waarin op Jezen oogen- blik het konflikt tussclien Engeland en den emir Shere- Ali is gebragt. Jl. Dingsdag zou de onderkoning van Britsch-Indië, lord Lytton, een proklamatic uitvaardigen; of dit geschied is weten wij nog niet. Wat de militaire operatiën betreft wordt verondersteld dat de Engelschen de stad Kabul zullen bedreigen, van de westzijde door de vallei van Koorman en van de zuidzijde door de stad Quettha, welke zij bezet houden. Genoemd dal is breed, gemakkelijk te bezetten, rijk en bewoond door een stam welke een afkeer heeft van de Afghanen en den Engelschen goedgezind is: het strekt zich uit tot tien dagmarschen van Kabul en omringt den noordelijker gelegen Khvper- pas. Geschiedt de aanval uit Quettah, dan blijkt dat het plan bestaat eer6t Kannaliar en daarna Glazoni te nemen en vervolgens zich met het eerste korps te vereenigen om de hoofdstad aan te tasten. In de laatst ontvangen telegrammen uit Indië wordt melding gemaakt van de hoop welke men daar naar het schijnt heeft op toegeeflijkheid van Shere-Alidoch de Londensche bladen stellen niet veel vertrouwen in zijne verzoeningsgezindheid, en twijfelen of het geschil in der minne bijgelegd zal kunnen worden. Een van die organen vreest zelfs dat, bijaldien de emir mogt besluiten een genoegdoening aan te bieden, deze toch niet zal opwegen tegen de ondergane beleediging. Over de Afghanen, dat over het algemeen een flink slag van volk is, lange en slanke lieden met zwarte haren en levendig schitterende oogen, lezen wij o. a. het volgende: „Gastvrij zijn de Afghanen zeker. Een vreemdeling zal niet ligt in een dorp worden gemolesteerd; maar reist hij verder, dan is 't geen zeldzaamheid dat zijn gastheer van daareven, die langs omwegen zijn spoor gevolgd heeft, zijn moordenaar en beroover wordt. Voorts heeft de Afghaan de gewone fout der Oosterlingen; gebrek aan veerkracht in dagen van ongeluk. Hij ziet niet op tegen vermoeijenis en gaat moedig ten strijde; maar mislukt de eerste aanval en toont Allah zich tegen hem, dan buigt hij den nek onder 't noodlot. Want de Afghaan is een ijverig volgeling van Mahoraed en haat Christenen en Hindoes met een volkomen haat." De president eener landbouwafdeeling schrijft aan de Landbouw Courant het volgende over harddravers: In uwe courant van 26 Sept. 11. las ik met genoegen het inge zonden stuk van den heer „L." Over de gehouden Parijsche harddraverij schrijvende, deelde hij mede, dat „de Nobel," waarvan hij niet weet of dese een waardig vertegenwoordiger van onze inlandsche dravers is, een belagehelijke figuur maakte en niet tegen zijn mededingers was opgewassen. Laat ik allereerst den schrijver uit de war helpen en hem ïnede- dcelen, dat „de Nobel" tot een der beste Nederlandsche harddravers behoort, harddravers, die gewoon zijn, 320 nieter, de lengte onzer harddraversbaau, achtereen af te loopen. Dat het gewaagd was van den heer Doon, zijn paard te doen mededingen op de zoogenaamde „lange baan," behoef ik niet te zeggen ieder deskundige toch weet, dat een paard op korte afstanden geleerd, zijn meester vindt, zoodra men op groote lengten, met daarop afgerigte paarden, wil wedijveren. De ligte tweewielige rijtuigen, genaamd sulkies, in Amerika op harddraverijen algemeen in gebruik, hebben geen ijzeren, doch houten (hiekory) wielen; waarschijnlijk heeft de heer „L." zich doen verleiden aan ijzer te denken, dewijl zij zoo buitengewoon dun van afmeting zijn. De vraag of onze harddravers, de Friesche kunnen niet meer met de onzen concurreeren, met de buitenlandsche kunnen wedijveren, kan niet juist worden opgelost, dewijl onze harddravers gewoon zijn slechts 320 meter af te loopen en de Amerikaansche nooit minder dan ongeveer vijfmaal dezen afstand hebben af te leggeu. Ais voorbeeld weusch ik echter mede te deelen, dat het snelst- loopeude paard in Amerika, genaamd „Parus," den mijl, lang 1609 meter, heeft afgelegd iu 2 minuten 13 seconden, hetgeen gelijk staat met 26| seconde, voor een afstand van 320 meter Onze beste harddravers loopen deze laatste lengte (320 meter) in 24 seconden af; men vergele echter niet, dat zij minderen afstand doorloopen en wat evenredigen tijd betreft niet te vergelijken zijn. Bij benadering kunnen wij hieruit toch wel zien, dat onze harddravers op korte afstanden zeer goed kunnen wedijveren, met de beste buitenlandsche. Somtijds worden er opinies geuit over het harddraven, waaruit duidelijk blijkt, hoe weinigen nog van het onderwerp doordrongen zijn. Nog slechts kortelings geleden deed het zoogenaamde nieuwtje de ronde in de nieuwsbladen, dat een harddraver gedurende den rit, eenige oogenblikken met alle vier pooten van den grond was, en dit door photographiëu was bewezen, iets icat door deskundigen betwijfeld werd. Als de vertaler, die dit berigt waarschijnlijk uit nthc Spirit of the Times," waarin ik het las, heeft overgenomen, beter nagelezen had, dan zou het zoo verminkt niet zijn overgebragt. Wie toch in ons vaderland, die beweert iets van het onderwerp te weten, wist niet reeds lang, dat een harddraver zweeft; het onbe twistbaar bewijs hiervan is wel zeker, dat de achterpoot van het paard ver over de nederzetting van deu voorpoot lieenreikt en hij toch zoogenaamd vierkant loopt. liet ware te wensohen, dat er meer belang gesteld werd iu onze harddraverijenhet advies der commissie, onlangs op de algemeene vergadering der Hollandsche Maatschappij van Landbouw uitgebragt, geeft daarop alle hoop. Dan zouden wij eenmaal kunnen beleven, dat ook weder anderen dan Friesche harddravers zullen mogen kampen om de gouden zweep, welke telken jure door Z. M. den Koning te Leeuwarden wordt uitgeloofd. Nadere bijzonderheden over dit paard vindt men in Lb. Crt. 187S, No. 3. (Red. Lb. Crt.] Een Fransch landbouwkundige, A. Guez, te Gabiac, in het depar tement Gard, maakt in een brochure („la cuisine au Soleil„) melding van een „zonnekookkagchel." Deze bestaat uit een achthoekigen, hollen spiegel van 1 meter breedte en 1.06 meter hoogle, die zamen- gesteld is uit 58 stukken spiegelglas, elk van 0.10 bij 0.13 meter. De spiegel heeft een brandpunt van 0.70 meter en laat, door doel matig aangebragte schroeven gemakkelijk draaibaar, de geconcentreerde zonnestralen werken op een ijzeren pot, welks inhoud, naar gelang van klimaat en jaargetijde, binnen den tijd van 30 lot 60 minuten aan het koken komt. Bij betrokken lucht is de werking natuurlijk minder krachtig. Men kan ook roosteren, braden, enz. De prijs van de machine zou slechts op 20 fr. te staan komen, 10 fr. voor de glazen en 10 fr. voor de overige toesteldeelen. Zooals de heer Gucz verzekert, kookt hij reeds sedert drie jaren zijn spijzen op deze zonnekookmachine en is hij van mcening, dat ze, wegens de besparing van brandmateriaal, in de practijk groote diensten kan bewijzen, wat inderdaad voor de zuidelijke streken, waar de zon meer aanhoudend en met meer kracht schijut, niet zoo onaannemelijk is. Iu allen gevalle is de grondgedachte warmte op te wekken zonder verbruik van het steeds duurder wordende brandmateriaal niet alleen juist, maar over langer of korter tijd de eenig practische. De tegenwoordige tijd is zoo rijk aan uitvindingeu waarom zou het ook niet mogen gelukken het heraelsche vuur naar beneden te halen en zijn werking aan des menschen wil te onderwerpen? "ViscUlJorigtoii. Jl. Dingsdag kwamen de alhier visschende Urkers met geringe vangst binnen, terwijl later op den dog een 30tal schuiten van Terschelling kwamen, aanbrengende vau 30 tot 150 groote- en 50 tot 200 kleine schelvisschen, 10 fi 30 stuks rog en 3 a 10 mandjes kleine scholletjes. De groote schelvisschen bragten van f 24 tot f 26 per 100 stuks op en kleine van f 4 tot f 6, rog 58 a 64 cents, scholletjes f 0.55 a f 1.10 per mandje* Gisteren kwamen van Terschelling binnen 6 schuiten met rog en kleine scholletjes. liog goldfc55 a 64 cents en scholletjes 65 cents. Een Heldersche botter kwam binnen met 140 tongen, eenige botjes, 220 kleine tongen, 15 stuks rog, 3 mandjes schollen en scharren. Voor een en ander besomde hij f 90. 5 bommen kwamen binnen met redelijke vangst; de kwaliteit der visch was evenwel reeds slecht. Heden zijn de schuiten niet naar zee. Het is wel mogelijk, dat er, na dezen harden wind, schelvisch achter de Gronden te visschen is. Benoemingen, enz. De luits. ter zee 2de kl. C. J. de Jong Pzn., dienende aan boord van het artillerie-instructieschip het Loo, en G. J. Sluijterman, dienende aan boord van het ramschip Guinea, worden, respectivelijk met den 15den en den laatsten dezer, op non-activiteit gesteld. Laatst genoemde wordt met 1 Nov. a. s. vervangen door den luit. ter zee 2de kl. J. D. Ileijning. De adelborst 3de kl. bij het Koninklijk Instituut voor de Marine alhier F. B. Lijphart is, op zijn daartoe gedaan verzoek, met ingang van den laatsten dezer, eervol uit de zeedienst ontslagen. Aan den opperschipper in het vaste korps dek- en onderofficieren H. van Ravenstein, is toegekend de gouden medaille ter geheele grootte voor vijftig jaren eerlijke en trouwe militaire dienst. Staten-Generaal. Tweede Kamer. Zitting van Dingsdag 9 October.Aangenomen het wetsontwerp tot goedkeuring van het huwelijk van Z. M. den Koning, en met 26 tegen 1 stem onveranderd het wetsontwerp regelende de voor waarden tot toelating van arts enz. na verwerping van twee amen dementen op art. 4. De Kamer is daarna op reces gescheiden. EngelandL. Bij het portret van Geoige Palmer, onlangs tot lid van liet Parlement verkozen, vindt men in een der geïllus treerde bladen vermeld, dat hij is Palmer van de firma Iduntley Palmer, de wereldberoemde beschuitjesbakkers, de concurrenten van Peek Frean Co. Beider fabrieken zijn de grootste, die op dat gebied bestaan. Die van Palmer werd 35 jaar geleden opgerigt. Er werken thans 2500 personen, en meer dan 1000 zak meel wordt met groote hoeveelheden melk, boter, suiker en eijeren 's weeks verbakken tot koekje? en beschuitjes, in niet meer of minder dan 150 verschillende soorten. De fabriekterreinen beslaan verscheidene acres oppervlakte. Twee stoom machines van 120 p. k. brengen alles in werking. Yoor de kinderen der werklieden zijn scholen bij de fabriek, en voor de volwassenen is niet alleen alles aanwezig wat de reinheid en gezondheid bevorderlijk is, maar ook leeszalen en andere beschavende inrigtingen. Palmer behoort tot de „vereeniging der vrienden" of zoogenaamde „kwakers." Uit Croydon berigt men het uitbreken van een locale epidemie van typlioïde koorts, ten gevolge van slechte, verontreinigde melk, afkomstig van ééne hoeve. Uit Sydney komt het berigt, dat op de stoombooten van de Australian Stean Navigation Company een begin is gemaakt met het vervangen van Europeanen door Chi- neezen als matrozeneene nieuwigheid, die in de zeevarende kringen daarginds met een koor van alarmkreten werd be groet. Niet slechts de waschvrouw, de huisbediende, de schoenlapper en de tuinder maar ook Janmaat staat thans door de goedkoope en handige concurrentie dezer straatlieden zich het brood uit den mond te zien genomen. Men heeft sinds lang voorspeld dat de Chinees „de komende man" was. Inderdaad, zijn „komen" is maar al te snel. Over vijf-en-twintig jaren verdringt hij onze ambachts lieden en daglooners uit Europa! Men heeft thans voor het directe vervoer van uit Texas afkomstig vee, van Galveston naar Londen, de stoomboot Great Eastern ingerigt, welke voor 2300 run deren en 2700 schapen ruimte heeft. Men verwacht dat bij toenemenden aanvoer van vee uit Amerika de vleesch- prijzen te Londen en Glasgow aanmerkelijk zullen dalen. üultsoliland.. Een Duitsch koopman, die van een reis naar New- Orleans te Cincinnati teruggekeerd is, hangt in de Köln. Z'eit. een somber tafereel op van de plaatsen in New-Orleans, waar de gele koorts, ook volgens de laatste telegrammen, nog zoo schrikbarend woedt. Onderweg wilde de stoomboot, waarmede hij de reis deed, ook Arkansas City aandoen om kolen in te nemen, doch aan de landingsplaats stonden een aantal gewapende lieden, die dreigden te zullen schieten als de boot stilhield. Te Memphis, dat men tegen den avond bereikte, was geen levend wezen, mensch of dier, te zien; het scheen dat de plaats uitgestorven was. Bijna even treurigen aanblik bood Vicksburg aan. Langs den geheelen Mississippi heerschten vrees en schrik. De boot had goederen voor een aantal steden aanboord, doch bijna overal weigerde men er iets van aan te nemen of verhin derde men het lossen door bedreigingen of geweld. New- Orleans zelf zag er iets beter uit. Op de kaden waren eenige lieden aan het werk en sommige winkels waren open, doch er was toch nagenoeg niets te doen. De koop man legde den terugtogt per spoor af. In Granada waren slechts eenige negers, doch geen enkele blanke te zien. Te Hollv Springs kwamen 200 passagiers in den trein. Dien nacht was aldaar de gele koorts uitgebroken en ieder, die maar kon, verliet de stad. Aan een volgend station steeg een moeder in met drie kinderenhaar man was een half uur geleden gestorven en had voor zijn dood haar doen beloven dat zij met den volgenden trein zou weg reizen om haar eigen leven en dat van haar kinderen te redden. Zij liet het lijk van haar man achter, zonder zelfs maatregelen voor de begrafenis genomen te hebben. Een groote visscherij wereld-tentoonstelling wordt te Berlijn op touw gezet. De Duitsche visscherij-vereeniging heeft reeds groote voorbereidende maatregelen genomen. ItaUë. De politie te Rome heeft, volgens de Tribüne, dezer dagen de hand gelegd op een bijzonder goed georganiseerde dievenbende, waartoe verscheidene aanzienlijke burgers der eeuwige stad behoorden en die in een prachtig huis op de Via Flaminia haar zetel had. De bende had een raad van beheer, twee directeurs, vier onderdirecteurs en een kassier. De raad van beheer beraadslaagde steeds over de beste wijze van inbreken, stelen en het gestolene van de hand doen, en van alles werd behoorlijk boek gehouden. Elke directeur had een vast inkomen van 12000, een onder directeur van 6000 en een secretaris van 3000 francs. Het oudste lid der bende fungeerde in de vergaderingen steeds als voorzitter. Het bestuur had steedö de beschikking over twee koetsen en vier paarden. Tot het afrigten van jeugdige leden hield de bende er een afzonderlijken in structeur op na en aan oude en gebrekkige leden werden geregelde pensioenen uitbetaald! Fkusland. Rusland toont zich tegenover het overwonnen Turkije vrij gematigd misschien gedachtig aan het spreekwoord „Waar niets is verliest de Keizer zijn regt," dat hier ook gelezen kan worden: „Met moet tevreden zijn met wat men krijgen kan." Van de 1400 millioen roebels, die Turkije aan Rusland voor oorlogsschatting schuldig is, zal slechts 200 millioen in gereed geld uitbetaald worden. De rest wordt gerekend in grondgebied afgedaan te zijn. De Russi sche regering verlangt nu van die 200 millioen de helft voor zich, terwijl de tweede helft zal moeten strekken tot het geven van schadevergoeding g.an de kooplieden, die door den oorlog zooveel verliezen leden. Voorts verlangt Rusland nog dat de Porte een half millioen francs aan de internationale Donau-commissie zal geven voor het weg ruimen der hindernissen, waarmede tengevolge van den oorlog de scheepvaart op die rivier nog te kampen heeft.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche en Nieuwedieper Courant | 1878 | | pagina 2