HELftERSCIIE
EN NIEUWEDIEPER COURANT.
1878. N°.130.
Woensdag 30 October.
Jaargang 36.
Algemeen Nieuws- en Advertentieblad voor Hollands Noorderkwartier.
AAIM BESTEDING.
16> SALVÉ KRISTIANSEN.
„Wij huldigen
het goed e."
Verschijnt Diugsdujf, Donderdag cn Zaturdag namiddag.
Abonnementsprijs per kwartaal1.30.
p franco per post - 1.65.
Uitgever A. A. BAKKER Cz.
Bureau: HOLE X 1* L E I IV' 163.
Prijs der Advertentiën: Van 1—4 regels 60 Ceits,
elke regel meer 15 Cents.
Groote letters of vignetten worden naar plaatsruimte berekend.
PROVINCIE NOORDHOLLAND.
Op DONDERDAG den 14den NOVEMBER 1878, des namiddags
ten half drie ure, zal onder nadere goedkeuring, aan het lokaal
van het provinciaal bestuur te Haarlem, namens en voor rekening
van het bestuur der hierna te noemen gemeente, worden overgegaan
tot de aanbesteding van:
Het bouwen van eenc school en het herstellen
van eene onderwijzerswoniiic te den Hoorn
op het eiland Texel.
De aanbesteding zal plaats hebben bij enkele inschrijving, ingevolge
art. 23 van bet bestek.
Het bestek en de teekeniug zijn, tegen betaling van een gulden,
te verkrijgen aan het lokaal van liet provinciaal bestuur voornoemd
aan bet bureau voor buitenlandsche paspoorten, gevestigd in liet
raadhuis te Amsterdam, cn aan de gemeente-secretarie te Texel.
Gegadigden worden er aan herinnerd, dat de bïlletten van inschrij
ving uiterlijk vóór drie ure des namiddags van den dag die de
besteding vaorafgaat, in de bus moeten gestoken zijn, zooals art. 68
441 der algemeene voorschriften bepaalt.
Nadere inlichtingen zijn te bekomen bij dengene die daartoe door
den Burgemeester der gemeente Texel zal worden aangewezen:
De aanwijzing in loco zal geschieden op Maandag vóór de
besteding.
HELDER en N1EUWEDIEP, 26 October.
Gisteren avond werd in Tivoli eene vergadering gehou
den door de Winkelvereeniging van Eigen Hulp alhier.
De lieer B. L. Vries bekleedde liet voorzitterschap, en
noodigde den lieer Jaring uit, namens de financiëele
Commissie, verslag uit te brengen nopens de gehouden
administratie. Uit dat verslag bleek de gunstige toestand
der zaak. De netto-winst over het verloopen kwartaal
bedroeg f 500.80. Het debiet in de jongstverloopen 3
maanden was f 7913.51. Uit de nadere toelichtingen van
den president bleek nog, dat onderscheidene personen, die
geen leden zijn der Vereeniging, hunne waren in den
winkel aankoopen, ofschoon volstrekt niet door laaggestelde
prijzen daarop wordt geïnfluenceerd. Het nemen van
meerdere aandeelen in 't kapitaal, waarmede de Vereeniging
werkt, werd ten zeerste aanbevolen. De behoefte daaraan
doet zich gevoelen door 't vertrek van. eenige leden en
EEN NOORDSCH VERHAAL,
door JONAS LIK.
{Ver vuig.)
Er bood zich bijna onmiddellijk een goede gelegenheid aan voor
den overtocht naar Noorwegen, aan boord van een schip dat op de
terugreis naar Salvó's vaderland was. Hij haastte zich om van die
gelegenheid gebruik te maken.
Een onbeschrijfelijk weemoedig gevoel maakte zich van hem
ïneester, toen hij het dek onder de voeten had dat voor hem zijn
geboortegrond vertegenwoordigde, en hij onder het heen en weêr
loopen de opmerkingen hoorde waarvan hij het voorwerp was. De
gebronsde tint van zijn gelaat, de vreemde snit van zijn kleeding,
zijn geheele uiterlijk iu één woord, dat hem boven de gewone
klasse van zeevolk scheen te verbellen, wekten de algemeene nieuws
gierigheid op. Men hield hem voor een Engelschman of een Ame
rikaan, want hij had zijn nationaliteit niet bekendgemaakt, en zijne
onderhandelingen met den gezagvoerder hadden in het Engelsch
plaats gehad.
Wij behoeven niet te zeggen dat hij gedurende de geheele reis
in zijn gedachten bijna uitsluitend met Elisabeth bezig was. Iets,
hij wist zelf niet wat, verzekerde hem dat zij te Amsterdam was,
in weerwil van het gerucht over haar huwelijk met Carl Beek. Op
goed geluk af, en met het oog op mogelijke gebeurtenissen, maakte
hij een praatje met den gezagvoerder over diens handel op Holland.
De inlichtingen die hij bij dit onderhoud inwon, brachten zijn
plannen tot rijpheid. De handel op de Ilollandsche havens was
vrij winstgevend, en het was een leven vol afwisseling, zoodat zijn
denkbeeld hem hoe langer hoe uitmuntender voorkwam; daarenboven
leverde die zaak hem de middelen op om in zijn land volkomen
onafhankelijk van iedereen te leven. Wat het geld aangaat, hij had
meer dan noodig was om het een of andere oude schip te koopen,
beter nog dan waarmede bij thans de reis deed. Onze zeeman zag
zich dus reeds in zijne gedachten eigenaar van een schip, waarop
hij van Noorwegen naar Holland voer vice versa.
Toen dat voornemen eenmaal bij liera vaststond, begon hij hoe
langer hoe ongeduldiger te worden. Het was of hij vreesde niet
lang genoeg te zullen leven om de kusten van Noorwegen aan den
horizont te zien opdagen. Hij liep uren achtereen te mopperen op
„die oude ton," die meer dreef dan zeilde. Het scheepsvolk meende
dat het in de bovenkamer van den Engelschman niet pluis was.
Toen eindelijk Kaap Lindesness uit de nevels te voorschijn kwam,
vond hij deze veel schooner dan al de met palmbooiren begroeide
voorgebergten in de zuidelijke zeeën. Zijn vreugde werd alleen
getemperd door de vrees, dat hij slechte tijding ten opzichte van
door de noodzakelijkheid om een behoorlijk bedrijfskapitaal
te bezitten.
Tot lid van het bestuur der Vereeniging, ter vervanging
van den lieer van den Hurk, werd gekozen de heer W.
J. Arriëns.
Tengevolge der periodieke aftreding moest eene ver
kiezing van nog twee leden des bestuurs plaats hebben.
De lieeren J. P. Valter en L. Feekens werden herkozen.
Laatstgenoemde vond echter bezwaar de herbenoeming te
aanvaarden Bij stemming werd tot lid des bestuurs
benoemd de heer Jac. S. Pisuisse.
Op voorstel van een der leden werd dank gebragt aan
den heer Feekens voor 't geen door hem in 't belang der
Vereeniging is gedaan. Met het bespreken van de belangen
der winkelzaak en van de contractanten voor de levering
van benoodigdheden, eindigde deze bijeenkomst.
Gisteren heeft alhier eene parade plaats gehad, bij
welke gelegenheid, onder eene hartelijke toespraak van den
vice-admiraal van Rees, de ridderkruizen werden uitgereikt
aan den machinist Klay en den vuurstoker Reith.
Verplaatst van hier naar Dordrecht de 2de luit.
plaats.-adjudant H. Cales.
De lieeren J. Visser, van hier, P. Meijer, van Hoorn
en P. Ooms, van Scharsvoude verkregen jl. Zaturdag te
Haarlem de acte van hulponderwijzer.
Naar aanleiding van Zr. Ms. besluit van 25 dezer
wordt het stoomschip 4de kl. Padang, met 16 Nov. in
dienst gesteld en hot bevel daarover opgedragen aan den
luit. ter zee 1ste kl. D. M. G. de Swart.
Heden worden Prins en Prinses Hendrik der Neder
landen te Luxemburg ontvangen, door den burgemeester
en de schepenen der stad, die den Stadhouder en zijne
gemalin tot de grens der gemeente te gemoet rijden. Om
1 uur heeft de plegtige intogt plaats. Om 3 uur is er
een optogt van verschillende vereenigingenom 4 uur
worden er concerten gegeven op de openbare pleinen.
Des avonds zal er algemeen geïllumineerd worden.
Door den minister van Oorlog is aan de verschillende
korps-kommandanten een schrijven gerigt, houdende een
dankbetuiging van wege Z. M. den Koning aan de officieren
van het leger, die ter gelegenheid van Zr. Ms. verloving
met II. D. II. Prinses Emma van Waldeck-Pyrmont hun
gelukwenschen door tusschenkomst van genoemden minister
hebben aangeboden.
Elisabeth zou vernemen.
Eindelijk werden zij op sleeptouw genomen door een der loods-
booten uit de haven van Arendal, waar Salvo dien eigen avond
aankwam. Eenige oogenblikken later klopte hij aan bij vrouw
Gjcrs, een oude kennis van hem, die in den omtrek der kade een
kleine herberg voor zeevolk hield.
De volgende dag was een Zondag. Het klokgelui, dat hem
wekte, klonk hem als een aangename muziek in de ooren. Hij
stond vroeg op. Van alle kanten gingen de bewoners van het stadje
in hun Zondagspak ter kerk; de ineesten hunner herkende hij,
onder andereu tle oude tante van Elisabeth, met haar Psalmboek
onder den arm en haar keurig gevouwen zakdoek in de hand. Een
zonderlinge aandoeuing maakte zich van hem meester; hij dacht
nog eens aan het oude en goede geloof waarmede hij was vertrouwd
geworden in de gelukkige jaren zijner kindschheid, voordat het
door allerlei kwade hartstochten verdonkerd werd. Hij kon geen
weerstand bieden aan de lust om den stroom te volgen, overtuigd
dat zijn verouderde trekken en zijn gebruind gelaat hem wel on
herkenbaar zouden maken.
Naast hem liep een deftige familie, die hij zich zeer goed van
vroeger herinnerde; de ouders achteraan, en voor hen uit twee
keurig gekleede, allerliefste meisjes, die vrij wat grooter waren ge
worden in zijne afwezigheid, en een jongere broeder die hij nooit
gezien had. De vreemde zeeman met zijn zwarte baard, zijn lakensch
pak en zijn gouden ketting, scheen hunne nieuwsgierigheid gaande
te maken, Wat zouden zij wel gezegd hebben, als zij geweten
hadden hoe diezelfde zeeman die vier jaar geleefd had? Zij zouden
zeker voor hem op de vlucht gegaan zijn, als bij de nadering van
een wild dier. Van dien aard waren de overpeinzingen vau onzen
„verloren zoon." Terwijl hij met de menigte voortliep, geloofde
hij de straatsteenen van zijn geboortestad tegen hem te hooren
getuigen en te vragen of het wel pas gaf dat een man van de
Stars a?id Stripes in de kerk verscheen. Toen hij den drempel over
ging, meende hij de heiligheid der plaats te schenden.
Hij ging op de achterste bank zitten, dicht bij de deur, en keek
naar de binnenkomenden, die dadelijk doorliepen naar hunne plaatsen.
Het was of er een visioen voorbij zijn oogen trok. Al die wezens
schenen te behooren tot een reinere wereld dan de zijne. Toen de
gezangen, begeleid door den zwaren klank van het orgel, door de
gewelven van het godshuis ruischten, knielde hij eerbiedig neder,"
tot in het diepst zijner ziel geschokt, met moeite zijne tranen en
zijn snikken bedwingende. In die houding bleef bij bijna de gan-
sche godsdienstoefening bijwonen. Geheel zijn vorig leren, dag
voor dag, kwam hem weder voor den geest. Welk een afgrond
tusschen zijn tegenwoordigen gemoedstoestand en den tijd toen hij
even als andere menschen naar de kerk ging om te bidden 1
Gelukkig had hij in deze aangrijpende ure een blik mogen slaan in
Volgens later bcrigt uit Seheerness is het stoomschip
j Stad Vlissingen 25 October van Queensborough naar Mil-
i wall Docks vertrokken, om te repareren, na borgtogt
1 gesteld te hebben voor het bedrag der schade veroorzaakt
door de aanvaring met de Champion.
Tot zetters voor 'sRijks directe belastingen zijn benoemd
de heeren: J. Blankevoort en C. Tuinman, te Anna Paulowna;
P. Otjes en S. Visser, te BeetsV. P. Braun en G. de Langen,
te Beverwijk; C. de Boer en P. Koeman, te Blokker; D. Kok
en W. Bakker, te Avenliorn.
Om blijvend voordeel te trekken van de beweging
voor het volkspetitionnement, wordt een bond opgerigt,
gevormd uit de locale comité's of correspondentschappen van
bet volkspetitionnement, onder bet motto: „Een school met
den Bijbel."
Deze bond beeft ten doel: 1. om aan de vereenigingen
ter bevordering van bet christelijk onderwijs, die reeds
bestaan, zonder op baar terrein te treden, zedelijken en
goldelijken steun te verleenen; 2. plaatselijk den bloei dei-
vrije school te bevorderen; en 3. de tijdens het volkspe
titionnement verkregene organisatiën te behouden, allengs
vaster gestalte te laten aannemen, en in zoodanig onderling
verband te zetten, dat ze, zoo dikwijls de belangen van
„een school met den Bijbel" en wat daarmede in verband
staat dit vereischen, weder onverwijld dienst kunnen doen.
Orgaan van den bond is de Standaard. Voor wat de
locale comité's aangaat, treden biervoor de locale bladen
van anti-revolutionnaire rigting, voor zoover die bestaan,
in de plaats.
Het bondsbestuur bestaat uit dertien leden, die bij regle
ment bun aftreding regelen en den arbeid verdeelen.
Drie leden van de vergadering vormen bet uitvoerend
ligchaain, onder den naam van voorzitter, secretaris en
penningmeester.
Eere-voorzitter is jhr. mr. P. J. Elout van Soeterwoude.
De ontwerp-statuten zijn vastgesteld te Utrecht den
18 October door de lieeren mr. B. J. L. baron de Geer
van Jutphaas, dr. Kuijper en jhr. mr. A. F. de Sabvornin
Lobman, adviserende leden van bet hoofdcomité; W. Hovy,
voorzitter van bet locaalcomité te Amsterdam; J. Voor
hoeve H.Cz., voorzitter van bet locaalcomité te Rotterdam;
dr. J. A. Gertli van Wijk, voorzitter van bet locaalcomité
te 's Ilage; ds. II. Beuker, dr. A. W. Bronsveld, dr. M.
Noordtzij, ds. H. Pierson en S. van Velzen jr.
zijn eigeu hart; hij voelde zich beter en sterker toen hij de kerk
verliet, en hij wanhoopte niet meer.
Jügenlijk was hij van plan geweest zich eerst naar zijn vader te
begeven, te Sandvigen; maar bij nader inzien wilde hij liever vooraf
zekerheid hebben teil opzichte van Elisabeth, en zijn kostvrouw
scheen hem juist de geschikte persoon toe om dat verlangen te
bevredigen. Volgens de herinneringen van onzen zeeman uit oude
dagen, was vrouw Gjcrs iemand die zich bijzonder goed op de
hoogte hield van de loopende nieuwtjes en even bereidvaardig was
om ze te vertellen als om ze te hooren.
Salvc keerde dus naar zijn logies terug, cn terwijl de herber
gierster zijn maal gereed zette, vroeg hij haar, als bij toeval, of de
zoon van kapitein Beek, officier bij de koninklijke marine, al ge
trouwd was.
„Wel wis en zeker," antwoordde zij, niet weinig verbaasd dat
iemand, dien zij voor een vreemdeling had aangezien, zich zoo
vloeiend in het Noordsch wist uit te drukken; „hij is getrouwd
sinds.... ja, waéht, laat eens zien.... sinds een jaar of drie, denk ik."
De jongman sprong driftig op, terwijl zijn gelaat de grootste
verbazing teekende.
„Maar wie zijt gij?" vroeg de waardin uitvorschend, terwijl zij
hem met aandacht gadesloeg; „de Hemel beware mij, maar ik
geloof zeker dat ik met Salvé Kristiansen spreek, die...."
Zij bleef plotseling steken, zonder dat de ander de oorzaak van
die terughouding kun vermoeden; hij voltooide echter zelf den
afgebroken zin
„Die te Rio Jaueiro gedeserteerd is van het schip van kapitein
Beek, dezelfde."
Nu was de nieuwsgierigheid van vrouw Gjers eerst recht gaande
gemaakt; vol verrukking over de ontdekking van zulk een hoogst
belangrijk nieuwtje, fluisterde zij hem met een veelbeteekeneuden
blik in liet oor:
„O, wees gerust, ik zal uw geheim wel bevvaren.„
Salvc haastte zich te betuigen dat hij volkomen vertrouwen stelde
in haar bescheidenheid; waarna hij er als ter loops bijvoegde:
„Dus is de luitenant getrouwd?"
„Al lang, zoo als ik zei. Het was een prachtige trouwpartij
het feest is gevierd bij de ouders van de bruid en het jonge paar
woont bij hen aan huis, te Eredericksvern."
„Maar Elisabeth was immers een wees," zei de zeeman, zijn
voorzichtigheid prijsgevend.
„Elisabeth? O, ge bedoelt zeker dat meisje dat de Beeks bij
zich in huis genomen hadden? Dat is een geheel andere geschie
denis," sprak vrouw Gjers met een knipoogje, waarvan Salvé de
beteekeuis niet kon misverstaan. „Neen, de luitenaut is getrouwd
met de dochter van den postdirecteur Forstberg. Dat andere, van
vroeger, is maar zoo'n gril geweest; een poosje vóór liet huwelijk