Geldt dit van den inhoud, wat het zingen betreft wie
kan zingen, die het niet leerde? En hoe schaars zijn de
scholen, waar zingen kan worden geleerd! De meeste
onderwijzers kunnen het zei ven niet. In plaats van uit de
hoogte de pogingen om den volkszang te verbeteren, te
veroordeelen, overlegge men hoe van die pogingen het
slagen kan worden verzekerd. Verdient de methode op de
volksschool te Antwerpen gebezigd de voorkeur boven de
in ons land gebruikelijke? Is het mogelijk op de volks
scholen, in onze groote gemeenten althans, het zangonder
wijs te laten geven door personen, die zeiven zingen kunnen
en net" anderen kunnen leeren? Is er kans van slagen, waar
men, gelijk in de gemeente Rotterdam, aan volwassenen
onderrigt geeft in den zang? Is het doenlijk, de kinderen
die de lagere school verlaten hebben, nog te oefenen in
deze kunst? Wat kunnen de werklieden-vei-eenigingen, wat
kunnen vereenigingen als Floralia doen om het zingen aan
te moedigen bij het opkomend geslacht? Men trachte het
antwoord op die vragen te vinden en zal het volk daardoor
meer dienst bewijzen dan met een hooghartig en koud„Gij
zijt niet meer te helpen, uw mond is te ruw."
Jl. Zaturdag namiddag werd te IJzendoorn bij het
passeeren van een huwelijkspartij, door een persoon een
zoogenaamd vreugdeschot gelost, waardoor de vader der
bruid aan het hoofd gewond werd en in bewusteloozen
toestand in een nabijzijnde woning moest gedragen worden.
De trouwpartij kon dientengevolge geen voortgang hebben.
Van den heer A. M. C. Jongkindt Coninck, te
Dedemsvaart, heeft Sieboldia dezer dagen een druif ontvangen
van buitengewonen vorm en omvang. Ze was zeer sterk
in de breedte uitgegroeid en afgeplat, zoowel aan den steel
als aan den top, op beide plaatsen in het midden met een
holte; daarbij geribt en in het klein dus volmaakt de vrucht
der Liefdesappel Lycopersicum esculentumgelijkende. De
hoogte bedroeg 2 centimeter, de grootste breedte 3,5, de
kleinste 3,2 centimeter en de bes was zuiver rond van vorm.
Zij woog 12 gram. Van welke soort ze afkomstig was,
werd niet gemeld, wel dat ze eenig in dezen vorm en
derhalve als een monster te beschouwen was. Wie weet
of uit de zaden niet een afwijkende variëteit ware te
verkrijgen.
H. ter Voorde was jl. Zaturdag 50 jaren lang als
stadsomroeper te Ootmarsurh werkzaam geweest. Door de
ingezetenen werd hem een aangename dag bezorgd. Hij
ontving ten geschenke een groengemaakten fauteuil, een
nieuw bed en verschillende kleedingstukken.
Jan Holland vertelt, in Darwinia, van iemand die
zijn beroep maakte van het houden van lezingen en door
de concurrentie werd gedreven om ten slotte zijn voordragten
te houden terwijl hij op het hoofd stond.
De kunst schijnt werkelijk reeds een aanmerkelijke
schrede in die rigting te willen doen, zegt het Dagblad.
Te Madrid toch stroomen de kijklustigen tegenwoordig
eiken avond naar den Alhambra-schouwburg, waar een
Franschman, Gautier genaamd, voor de oogen van het
publiek in vijf minuten tijds een schilderij begint en vol
tooit. De toejuichingen namen geen einde toen hij onlangs
in denzelfdeu ongelooflijk korten tijd twee schilderijen te
gelijk leverde; de een, met de linkerhand uitgevoerd, stelde
een landschap met een waterval voor; de tweede, met de
regterhand gedaan, een schipbreuk te midden van rotsen.
De kunstenaar-kunsteraaker werd zesmalen teruggeroepen.
Elisabeth kon er geen begrip van krijgen, dat haar man zich
werkelijk boos maakte over de belangstelling, die hare kennissen
voor haar aan den dag legden. Zij zag daarin eenvoudig eene
zwakheid, waarboven hij verheven had moeten zijn. Daar hij evenwel
over niets klaagde, vermeed zij alle toespelingen op dit onderwerp
maar toch stelde zij zich voor, in het vervolg wat meer terughouding
in acht te nemen.
Kort daarop, terwijl Salvé voor een paar dagen op reis was naar
Notterö, waar hij eenige manschappen moest aanwerven, die hij
nog noodig had voor zijn aanstaanden tocht naar Amsterdam,
waarbij Elisabeth hem zou vergezellen, kreeg de jonge vrouw
hezoek van eenige vrienden. Toen haar man 's avonds thuis kwam,
vertelde ze hem in den loop van 't gesprek
„De heer Jurgensen en zijn vrouw zijn hier geweest; zij gingen
den volgenden dag op reis naar Erederieksvern. En, verbeeld u,
voegde ze er opgetogen bij, mevrouw Jurgensen is een heele goede
kennis van Marie Forstberg. Ik heb haar verzocht, aan Marie
te vragen of ze nog wel eens aan me dacht."
„Wie is die Marie Forstberg?" vroeg Salvé.
„Wel, dat is die jonge dame, die altijd zoo goed voor me
was en
Plotseling hield Elisabeth op en kreeg ze een kleur:
die later met luitenant Beek getrouwd is."
„Dan hadt ge wel meteen aan den luitenant kunnen laten vragen
of hij nog wel eens aan mij dacht," zei Salvé op norschen toon,
terwijl hij de aangrenzende kamer binnenging.
Elisabeth volgde hem in de grootste angst. Na een oogenblik
geaarzeld te hebben, liep ze naar hem toe, zette zich op zijn knie
en sloeg haar arm om zijn hals.
„Zijt ge boos, Salvé? Als ik dat geweten had, zou ik die
boodschap stellig niet meegegeven hebbenmaar ik deed het zonder
eenige kwade bedoeling, dat verklaar ik u plechtig."
„Wat geef ik daar om! Bovendien, het staat u vrij, met uwe
vriendschap om te springen zooals u goeddunkt."
„Marie Forstberg was mijn beste vriendin gedurende mijn verblijf
te Arendal," sprak de jonge vrouw, die met opzet den naam der
familie Beek vermeed.
„O, ik twijfel er geen oogenblik aan, dat ge met al die menschen
op goeden voet staat," hernam Salvé met een beweging om van
zijn stoel op te staan.
Elisabeth was hem voor.
„Salvé!" riep zij.
Zij stond op het punt om meer te zeggen, toen hij haar op nieuw
naar zich toe trok.
„Vergeef me," sprak hij met een mengeling van berouw en
hartelijkheid, „ik heb u geen verdriet willen aandoen; maar
wat zal ik u zeggen? Ik hoor u liever niet over dat volk spreken."
Elisabeth smolt weg in tranen; zij verweet hem zijn wantrouwen,
terwijl Salvé, vol schaamte, duizenderlei tegenwerpingen en lief
kozingen bezigde om haar tot bedaren te brengen. Eindelijk gelukte
hem dit; en het overige deel van den avond werd gekenmerkt
door de kalme, verkwikkende stilte die steeds het onweer volgt.
{Wordt vervolgd
Volgens mededeeling van prof. Vetli in liet aardrijks
kundig genootschap is besloten de nasporingen in de binnen
landen van Sumatra te staken, in het belang van de wel
vaart en de rust onzer koloniën, daar de bevolking een
zeer vijandigen geest tegen de Sumatra-expeditie aan den
dag legde. Vooral de onderdanen van sultan Taha, die
door het Nederlandsche gouvernement van den troon ver
vallen was verklaard, maar feitelijk nog over een groot
deel des lands regeerde, en meer ontzag genoot dan de
opvolger, dien wij hem gaven, toonen grooten haat jegens
Nederland, zoodat de bemanning der expeditie niet slechts
in zijn togt belemmerd werd, maar ook meermalen in
levensgevaar verkeerde.
Bij het braken en zwingelen van het vlas worden in
ruime mate stof en vezelen afgescheiden, die, door de
werklieden ingeademd, een noodlottigen invloed uitoefenen
op hun gezondheid. De sterfte-stalistiek in de gemeenten,
waar de vlasbereiding een bron van bestaan uitmaakt, is
dan ook ongunstig. Do afgescheiden stoffen te verwijderen,
zonder door het verwekken van een sterken luchtstroom in
de werkplaats de gezondheid der werklieden op een andere
wijze in gevaar te brengen en het fabrikaat te benadeelen,
was sedert jaren de studie van velen en een der moeijelijkste
vraagstukken. In de stoomvlasserij van den heer M. Snaauw,
te Iiendrik-ldo-Ambacht is dat gewigtig vraagstuk op een
voudige wijze opgelost, zonder dat de kosten te bezwarend
zijn. (N. Rott. Crt.)
De Pall Mali Gazette verzekert een schouwburg te
kunnen noemen, waarvoor de directie, om bijtijds klaar te
zijn, nu reeds een drama a grand spectacle besteld heeft,
den oorlog met Afghanistan, die nog niet begonnen is,
ten onderwerp hebbende. De decoratiën, met andere
woorden, het hoofdingrediënt, dat de auteur moet bijwerken,
zijn reeds geschilderd. Alles is gereed, op het verhaal van
een of ander (gehoopt) schitterend wapenfeit na, dat, als
het zoover is, ingelascht moet worden.
Benoem 1 n gen, enz.
Benoemd tot burgemeester van Avenhoru, met ingang van 18 Nov.
e. k., de beer A. Bakker.
De kapt.-luit. ter zee J. M. Brevet, behoord hebbende tot het
eskader in Oost-Indic eu 21 Oct. jl. vandaar teruggekeerd, is op
non-activiteit gesteld.
De luits. ter zee 2de kl. C. J. de Jong Fzn., J. II. M. Junsen
en F. M. A. Mathon, de off. van gez. 2de kl. II. A. Beekhuis eu
de off. van adm. 2de kl. P. J. Koest, worden, eerstgenoemde als
oudste officier, met den 16 dezer geplaatst aan boord van het
schroef stoomschip Padang.
De luit. ter zee 2de kl. F. B. 's Jacob, behoorende tot de rol
van het wachtschip alhier, is op non-activiteit gesteld.
De 2de luitenant plaatselijk-adjudant Loots is van Dordrecht
overgeplaatst naar hier.
België.
Evenals vroeger te Luik zullen ook te Brussel katten-
wedrennen gehouden worden, georganiseerd door de zich
noemende club der „Katojriiilen." De wedrennen zullen
tot den 15 dezer duren. Eene fraaije pendule en een
servies van Sèvres-porselein zijn de prijzen.
FranKrijü.
De ontvangsten der Parijsche wereldtentoonstelling
beliepen in September 2,720,595 francs. Dit is het hoogste
cijfer sedert de opening bereikt. In Augustus bedroeg het
1,959,334 fr., in Julij 1,823,176 fr., in Junij 1,954,103 fr.
en in Mei slechts 1,278,860 fr.
Vergeleken bij 1867 bedroegen de ontvangsten der
bedoelde vijf maanden thans omstreeks 50 pCt. meer dan
toen, in 1867 namelijk 6,450,624 en in 1878 9,736,061 fr.
Een gedeelte der tentoonstelling, met name de Fransche
afdeeling, is, volgens den berigtgever van de Times, in
staat van opstand. De inzenders klagen, schrijft hij, dat
de minister de jury's heeft zaraengesteld uit mannen zonder
behoorlijke vakkennis en daarin lieden heeft opgenomen, die
de inzenders als hunne eigene mededingers aanzagen. Een
zeker aantal dezer laatsten zijn dan ook op den inval
gekomen van billetten aan te plakken, waarop zij na aan
kondiging van eene gouden of zilveren medaille daarachter
in reusachtige letters het woord: „Geweigerd" plaatsen,
met eene lijst van de juryleden er naast. Anderen plakten
de opgaaf der bekrooningen het onderstboven aan. Daar
deze demonstratie een grooten omvang dreigde aan te nemen,
heeft de commissaris van politie de inzenders uitgenoodigd
de plakkaten en lijsten weg te nemen, waaraan de meeste
voldeden. Anderen gehoorzaamden zonder hun protest prijs
te geven, door de plakkaten te overplakken. Het denkbeeld
van den gedenkpenning voor alle inzenders zonder onder
scheid schijnt ook niet op te nemen. Bovendien moet met
de bekrooningen soms zeer slordig omgesprongen zijn. Een
champagnefabrikant heeft eene zilveren medaille gekregen
en wel ofschoon hij niets had ingezonden. Eene andere
beroemde firma kreeg eene bronzen medaille, terwijl iemand
die flesschen champagne van haar gekocht en als eigen
fabrikaat tentoongesteld had, met de gouden strijken ging.
Een menigte verhalen van gelijken aard doen de ronde en
ofschoon die overdreven mogen zijn, houdt de berigtgever
het er voor, dat de meeste j ury's inderdaad voor hare taak
niet berekend waren en voor ongeoorloofde invloeden
zwichtten, zoodat vele inzenders slechts met de grootste
inspanning regt hebben kunnen krijgen.
Vijf uit Parijs voortvlugtige makelaars in diamanten
en juweelen hebben voor een som van niet minder dan een
millioen francs aan dergelijke kostbaarheden gestolen. Bij
het onderzoek, door de justitie omtrent die ontvreemding
ingesteld, is men bovendien op het spoor gekomen van een
nieuw aantal diefstallen, door dezelfde personen gepleegd,
eveneens ten bedrage van het niet onaardige sommetje van
een millioen francs. Een groot gedeelte dier kostbaarheden
is in verschillende banken van leening verpand gevonden.
Ongeveer een vierde gedeelte hebben de dieven op hun
vlugt naar het buitenland medegenomen. Naar België,
Duitschland en Engeland zijn dan ook onmiddellijk geheime
agenten der politie uitgezonden om de dieven op te sporen.
De Patriote de 1'Ouest deelt een ijzingwekkend verhaal
mede van het gevaar, waarin de reizigers, dié jl. Zaturdag
per spoor van Angers vertrokken, verkeerd hebben. Aan
het eerste station nl. ging de machinist zich te buiten aan
sterken drank. De lucht en de trillende beweging der
locomotief verergerden zijn toestand. Hij werd woedend
en bragt den stoker hevige slagen toe, die zich deze mis
handeling, goedschiks kwaadschiks, moest laten welgevallen,
in de onmogelijkheid van zich er aan te ontrekken. Maar
naauwelijks stopte de trein aan het station de Saint-George,
of hij sprong van de locomotief snelde naar den chef en
bragt zijn beklag in. Dadelijk werd de trein geremd en
den razenden machinist gelast af te stijgen. Hij weigerde
niet alleen, maar wierp zulk een massa steenkool in den
vuurhaard, dat men voor barsting vreesde. „Gij wilt mij
niet laten rijden!" brulde hij, „dat zullen wij eens zien!"
Niet dan met behulp van zes gendarmes gelukte het hem
meester te worden en hem stevig gebonden te verwijderen.
Een en ander heeft een uur oponthoud aan genoemd station
veroorzaakt, maar de reizigers konden nu ook veilig hun
weg vervolgen.
Engelanö.
De Pioneer bevat thans het authentiek berigt, dat
Engelands ultimatum van Shere Ali eischt, dat des Emirs
antwoord uiterlijk den 20 November te Pesliawur moet
ontvangen zijn. Is dit niet het geval, dan zullen de Engel-
schen Afghanistan onmiddellijk binnentrekken. Generaal
Browne zal het bevel over die troepen op zich nemen.
Nabij de Iersche kust had jl. Donderdag eene aan
varing plaats tusschen het stoomschip Helvetia en de
oorlogskotter Fanny. De Fanny zonk en van de 24 koppen
aan boord verdronken er 17.
Te Dundee is op eene groote invloedrijke meeting
besloten, eene inschrijving te openen voor de velen, die
door het frauduleus bankroet van de „City of Glasgow
Bank" hun vermogen verloren hebben. In de „Times"
heeft eene lijst gestaan van de aandeelhouders, die meer
dan 2000 p. st. hebben uit te keeren. Bovenaan stond
zekere heer Matthews, die meer dan 122,000 p. st. had te
betalen. De directeuren der Bank zouden, zoo zij niet
ook beschuldigd waren van het verduisteren van wissels,
tegen borgtogt op vrije voeten hebben kunnen gesteld
worden en zouden dan eene schoone gelegenheid gehad
hebben om te ontvlugten. Jl. Woensdag is echter het
proces tegen hen in optima forma begonnen. Zij zijn
beschuldigd van bedrog, opligterij en diefstal.
üultsclilana.
Te Berlijn heeft een proces gediend, dat zeer zeker
tot de groote zeldzaamheden behoort. Eene „dame", mevr.
Dreyer, werd veroordeeld tot 6 maanden gevangenisstraf,
omdat zij hare meid had bestolenDe dame verscheen
in groot toilet ter teregtzitting. De arme meid had 100
mark gedurende vele jaren overgespaard en die in een
portemonnaie geborgen. Toen zij uit de dienst vertrok
had mevrouw haar het geld afhandig gemaakt.
Te Aschenleben had de opziener van het landgoed
Westdorff twee jongens gehuurd, om achter de ploegen te
loopen en, met daartoe vervaardigde stokken, de steeds
vermeerderende veldmuizen, als zij uit de ploegvorens
kwamen, dood te slaan. Na een dag „werkens" hadden de
knapen 16 „manden" (elk van een schepel) vol doode
muizen verzameld, die met ongebluschte kalk bedekt werden.
De suikerfabriek te Ingendorf bij Keulen betaalt voor
elke gevangen muis een penning. Binnen 10 dagpn heeft
zij 84000 penningen uitgegeven.
ItfUJLë.
Als een staaltje van de aan waanzin grenzende geest
verwarring waartoe de socialistische propaganda leiden kan,
vermelden wij hier woordelijk een oproeping in de vorige
week te Livorno door studenten verspreid: „Het aandenken
van groote mannen, die zich met het woord, met de pen
of met de daad, aan de emancipatie van het menschdom
gewijd hebben, over te leveren aan de geslachten die komen
zullen, is een werk dengenen waardig die edele denkbeelden
koesteren. Door deze gevoelens bezield, hebben vele studenten
in onze stad een Circolo Carlo Nobiling opgerigt, waarmede
zij beoogen, in de eerste plaats, het voorbeeld van den
onbevlekten Duitschen filozoof door het rolk naar eisch
te doen bewonderen, in de tweede plaats, in zijnen naam
zei ven het doel der Yereeniging te kennen te geven. Deze
stelt zich voor, met de krachten waarover zij zal kunnen
beschikken, mede te werken tot de volkomene emancipatie
van den mensch om hem te verlossen van het drieledige
juk: het politieke, liet economische en het kerkelijke.
Studenten, indien gij, als wij en met ons, de zege dei-
waarheid, der zedelijkheid en der regtvaardigheid wenscht,
snelt toe om u onder onze banier te scharen, en maakt u
met ons gereed om den aanstaanden strijd te ondernemen
tegen de wilde Hydra, op wier morsig voorhoofd de drie
roekelooze woorden gegrift zijn: gezag, kapitaal, God."
Rusland.
De schikkingen, getroffen door het Congres te Berlijn
worden meer algemeen en Rusland schijnt niet geneigd
te berusten in de bepaling, dat de ten zuiden van den
Balkan gelegen landen weder onder gezag van Turkije
zullen komen. De Rumeniërs zelf wenschen;iuitdrukkelijk
met Bulgarije vereenigd te worden en onafhankelijk van
de Porte te zijn. Yolgens de officieuse pers is het onver
mijdelijk noodzakelijk een soort van na-congres te houden,
waarop of de bepalingen van het congres herzien zullen
worden öf anders de mogendheden zich moeten verbinden
om, des noods door de kracht der wapenen, Turkije te
dwingen tot het nakomen zijner verpligtingen jegens zijn
christen-onderdanen. Graaf Schuwaloff is dezer dagen te
Livadia aangekomen.
In de waarschijnlijke, aanstaande optreding van graaf
Schuwaloff' als leider van Ruslands buitenlandsche staat-