ARMBAND »Hr: 11GÜLDEN
GROOTE MAGAZIJNEN VAN DEN PRINTEMPS TE PARIJS.
zal worden en dit is, meenen we, wel wat voorbarig. Van
al die jeugdige genietjes komt in den regel niets teregt.
Men heeft kinderen van vier jaar gekend, die alle melodiën
zongen en op hun veertiende de pianoles moesten staken,
omdat zij eiken aanleg misten voor de toonkunst; knaapjes
van acht jaar, die den ganschen dag mannetjes teekenden
en ondanks alle pogingen om hen tot teekenaars te vormen
ten slotte al zeer spoedig een beroep moesten kiezen, geheel
vreemd aan de schilderkunst. Een ieder kent uit zijn jeugd,
uit de dagen der kindei komedies, meisjes en jongens, die
een aangeboren gaaf schenen te bezitten voor de planken
en op later leeftijd voor alles geschikt waren, behalve voor
acteur of actrice.
Met einde van de geduchte XXSB Moekim».
Aan een particulier schrijven uit Kotta Radja, 16 Oct.
1878, ontleent de Arnh. Crt. het volgende:
De gewigtige dagen die wij achter den rug hebben en
die in hunne gevolgen van zoo onberekenbaar veel heil
en voordeel kunnen zijn voor Nederland, doen mij de pen
opvatten, en hoewel ik die ziekte heb, die men hier eigen
aardig bet Atsjin noemt, en die bestaat uit binnen-
koorts, hoofdpijn, zenuwachtigheid, memorieloosheid en een
totaal gebrek aan eetlust (ik heb o. a. in twee dagen niets
gegeten, totaal niets), zoo zal ik toch trachten u eene
beschrijving te geven van hetgeen hier is voorgevallen.
Zondag 13 Oct. kwam omstreeks 9| uur een officier
an de opname in vliegenden ren den kraton binnen, naar
v generaalswoning. De generaal vloog naar buiten en
Hooijer van het paard was gestapt, hoorde Kareitje,
Habib Abdul Racliman des morgens om 7 uur met
gevolg te Anak Galoeng was aangekomen en tusschen
1 en 2 uur te Kotta Radja zou zijn. Tranen kwamen
uit het eenige oog van den generaalhij greep Hooijer
hij de hand, en riep: is het waar, is het waarachtig waar,
heeft Habib zich onderworpen? Hij was vreeselijk zenuw
achtig en wat wonder, terwijl de vuile Indische pers al doet
pat zij kan om van der Heijden op den zedelijken brandstapel
brengen, om zijn inval in de XXII Mockims te critiscren
pi af te keuren, komt Habib als le Couronnement de 1'Edïfice
tjph onderwerpen.
lieAjo, laffe natie, die met slijk gooit als je door vuile
vei^anten-artikelen wordt opgestookt, haal vlaggen en
eenPeR te voorschijn, versier uwe huizen met frisch groen
vaniede gewas) en trek uw feestkleed aan. Juich Neder-
brui? bied nu gouden bekers aan hem, die den oorlog zal
te yidigd hebben, en dommel dan maar weêr in, trek uw
gerigputs over de ooren en redeneer over een school met
en ^nder bijbel.
en yiar geen bitterheid bij zooveel vreugde,
afspen 1| uur waren alle troepen en muziekkorpsen in
gew kraton opgesteld en trok de stoet die den oud-opper-
„bij elhebber van het Atsjineesche leger en eersten minister
ja Atsjin geleidde, Kotta Radja binnen; eerst een deta-
ement kavallerie, een peloton infanterie, overste Demmenie
.-et zijn adjudant, muziekkorps 3de bataillon, Ilabib Abdul
icbman te paard met den chef van den staf en adsistent-
sident aan weerszijden, zijn vrouwen en kinderen in
'oes, in het geheel zestien volgelingen, drie compagniën
terie, een halve batterij artillerie en infanterie. Voor
woning van den generaal steeg Habib af en bleef aan
i voet van den trap staan. De adsistent-resident Sol
de heer Gey van Pittius gingen naar binnen en meldden
ibibs komst; de generaal zat op een bank in de voor
galerij tegenover den generaal op een bank werd Habib,
nadat hem was toegestaan binnen te treden, een plaats
.aangewezen; eenige oogenblikken daarna stond Habib uit
beweging op, naderde den generaal en in gebogen
ig, onder het toebrengen van den slamat, vroeg hij
hij zeide daar nog bij: //op genade en ongenade
c mij over; het gouvernement kan naar welgevallen
lij handelen; wel heeft het mij een maandelijksche
i van 1000 dollars toegezegd, doch wat het gouver-
it mij ook geven wil, al is het niets, ik zal tevreden
De generaal gaf hem natuv/rWm ampon, en toen li ij
ed voor den panghoeloe moest afleggen, zeide hij nog
vo3rai: ,/ik zal den eed van trouw afleggen aan het gou
vernement, doch ik wil tevens de verzekering geven, dat
ik, najaren lang een vijand van Nederland te zijn geweest,
nu ook zal toonen, hoe ik als vriend van Nederland alles
zal in het werk stellen om de nog oproerige hoofden tot
onderwerping aan te manen en, al is liet ook van verre,
uit Arabië zal ik nog waar ik kan voor Nederlands belan
gen werken."
Hij legde toen den eed af, kreeg een liand van den
generaal en mogt nu naast hem zitten.
Er stond een extra-trein klaar om hem naar boord te
brengen. Het was ook Habibs wenscli zoo spoedig mogelijk
door te kunnen gaan, maar de Cura^ao, expres gezonden
om H. weg te brengen, had geen stormzeilen of iets anders,
ten minste was niet klaar en moest met de oostboot komen,
die Zaturdag hier verwacht wordt.
Habib kreeg nu een hoofdofficierswoning, die gemeubeld
en in orde werd gebragt. Door van Sol en den generaal
werd eten gezonden en nu zit hij den geheelen dag in
de voorgalerij en 's avonds bij lamplicht een gratis-voor
stelling te geven, voor welk kijkje een gekke rijke
Engelschman wel een f 100,000' zou over hebben.
Ik zal u echter waarmede ik wel had mogen begin
nen een duidelijke beschrijving geven van zijn persoon.
Habib is klein van gestalte, draagt een grijzende baard,
ieeft een edel, Arabisch gezigt en wordt geschat op
<■2 a 45 jaren.
Zijne manieren zijn die van een man van de wereld,
offelijk en gemakkelijk. Hij spreekt over alle zaken en
net iedereen en toont dat hij wat gezien heeft in de
'ereld. Hij heeft fijnere en meer beschaafde manieren dan
e meest begaafde regent op Java. Ik behoef u niet te
flirijven hoe hoog verheven hij is boven alle vorstelijke
zeeroovers, die tot nu toe zich onderworpen hebben.
.iChk
Zijn kleeding (hij had zicli op Longbatta verkleed)
was vorstelijk. Verbeeld u een fijn laken kaftan met een
goudborduursel, drie handen breed, van den bals tot aan
de voeten, verder over de schouders en den rug, zoodat
het goudborduursel hem als een gouden mantel over de
schouders hing, een (splinternieuw) gebloemd zijden onder
kleed met breede goudborduursels en manchetten van goud
laken, een gouden kris met diamanten versierd in een geel
zijden sjerp,witte kousen,verlakte schoenen en witten tulband.
Ook zijn vrouwen en kinderen waren rijk gekleed.
Hij is zeer ingenomen met de ontvangst en is den
volgenden dag aan liet brieven schrijven gegaan; stapels
beeft men van hem gekregen die naar alle deelen van het
Rijk moeten gezonden worden; zij zijn natuurlijk eerst ge
lezen, maar ze vloeijen over van lof en dankbaarheid voor
ons gouvernement.
Zondag avond om 9 uur kwam Toekoe Bait en deze
bood den volgenden morgen zijn onderwerping aan. Hij
is een man van 30 jaar met een gemeen boevengezigt. Hij
vertelde dat als er uit zijn kampongs geschoten werd, de
generaal dit niet kwalijk moest nemen; maar de generaal
antwoordde: „voor één schot wordt dc geheele kampong
in de asch gelegdvertel dat thuis."
Zoo is dan het einde van de geduchte XXII Moekims
in nog geen drie- maanden, geheel onderworpen! Wel is
waar staan nu de XXVI nog altijd vijandig tegenover ons,
maar een groot gedeelte der hoofden wil zich onderwerpen
en zal nu wel volgen. Ook is de Imam Longbatta, onze
grootste vijand, nog altijd de ziel van den opstand, maar
God weet of ook die nu het hoofd niet in den schoot
zal leggen.
Hoogst ongunstig is het oordeel van Habib over de
Atsjinezen, een volk dat altijd onderling oorlog voert, dat
maar niet te gewennen is aan een geregeld bestuur, dat
laf, wreed en onzedelijk is.
Hij heeft verder den generaal nog verteld dat hij in Europa
pogingen to hebben gedaan om hulp te krijgen, hij van
plan was in Turkije te blijven, doch met verschillende
telegrammen werd verzocht, zich aan het hoofd van den
opstand te plaatsen. Die telegrammen waren nog in zijn
bezit en hij zal die den generaal geven, daar zij voor de
geschiedenis van Atsjin van groote waarde kunnen zijn.
De generaal is over de onderwerping buiten zich zelf
van vreugde en geen wonder!
Van Swieten bezorgde ons vasten voet op Atsjin. Pel
veroverde landen en bezorgde ons landbezit. Van der Heijden
zal den oorlog beëindigen.
Ik denk in December naar Java terug te keeren. Onze
brave leger-kommaudant is bezig weer over te plaatsen;
die van September gaan met November weg en die van
October dus met December. Enfin het wordt tijd, het is
te lang 14 a 15 maanden, terwijl het heet 9 maanden. Men
wordt hier hypochondrisch, en niet te verwonderen is het
dat in den laatsten tijd zoo veel officieren zich voor den
kop schieten, verdrinken, enfin een zelfmoord bedrijven.
Ik heb er niets geen plan op, maar X., die een half uur
voor zijn dood het als een lafhartige streek brandmerkte,
deed het toch ook: een reden voor mij om er niet op af
te geven en het niet te doen.
V isoii'berigteii.
Zondag kwamen alhier binnen de sehoenersloepcn „Eersteling,"
schipper J. van der Hoeven en „Willem Schoon," schipper 1\ van
der Hoeven, aanbrengende 1200 en 1300 schelvisschen, waarvan
een derde levend, a f S3.50 per 100, en ieder 10 levende en 8
doode kabeljaauwcn.
Gisteren gingen de schuitjes, die hier' vertoefden, naar zee en
vingen van 20 tot 400 schelvisschen, 3 a 8 kabeljaauweu en enkele
roggen. Schelvisch gold van f 40 tot f 45.50, rog 51 tot 60 ets.
Eene groote vloot keerde gisteren van huis terug, zoodat er
heden wel visch verwacht kan worden.
De kabeljaauwslocpen doen nog eene reis naar Grinisby en komen
dan naar hier.
Staten-Generaal.
Tweede Mniuer.
Zitting van Zuturdag 30 November. De Indische begrooting
is afgehandeld, na vrij langdurige discussiën over hoofdstuk II der
middelen (in Indië), dat werd aangenomen met 45 stemmen tegen
1 slem, die van den heer Saaymans Vader, nadat art. 8, de nieuwe
personeele belasting voor Europeanen, met 44 tegen 5 stemmen
was aangenomen.
Zitting van Maandag 2 December. Het algemeen debat over
de staatsbegrooting is heden aangevangen. De heerenSchimmelpenninck
van der Oye en Teding van Berkhout keurden sterk af het rapport
omtrent het schoolwet-petitionnement; de heer Gratama drong aan
op uitbreiding van het kiesregt en bepleitte het algemeen stemregt;
de lieer Blussc wenscht herziening van de grondbelasting als hoek
steen der belastingregeling; de heer van Eek stond verstandige, niet
kleingeestige bezuiniging voor. Morgen voortzetting.
De minister van Waterstaat, enz. heeft aan de Kamer doen toe
komen een overzigt van het ontstaan en de werkingen der scheuren
in de beide doorgangen onder het station in het open havenfront
te Amsterdam. De hoofdingenieur bij de Staatsspoorwegen geeft
dienaangaande als zijne meening te kennen, dat er geen reden
bestaat voor eenige ongerustheid omtrent de veiligheid dezer
kunstwerken.
De regering heeft een omvangrijk blaauw boek uitgegeven,
waarin haar correspondentie met Rusland over Midden-A zië
wordt openbaar gemaakt.
Uit den korten inhoud, in een telegram vermeld, blijkt
op nieuw de consequente kwade trouw en logenachtigheid
der Russische diplomatie. Onwaar is, dat Rusland eerst
door de houding van Engeland in de Oostersche kwestie
zich tot inmenging in Afghanistan bewogen voelde, onwaar
als iedere verzekering, door bet departement van buiten-
landsche zaken gegeven.
De openbaarmaking dezer stukken zal niet alleen in
Engeland een diepen indruk maken. Ook op het vasteland
en niet het minst te Petersburg zal deze onwederlegbare
onthulling der Russische intriges hare werking doen gevoelen
Oostenrijk.
Omtrent den Hongaarschen struikroover Rosza Sandor,
wiens levensgeschiedenis iets heeft van dien poëtischen gloed,
dien de romanschrijvers aan het ras der Rinaldini's hebben
weten te verleenen, lezen wij het volgende:
Daar was een tijd, dat de veiligheid van personen en
goed in Hongarije geheel en al tot de schoone droomen
behoorde. De bende van Rosza Sandor liep alle streken
van het land af, bedreef ook daden van grootmoedigheid,
was nu hier dan daar waar ze het minst verwacht werd
en handelde in alle opzigten zooals een goede rooverbende
behoort te doen. Rosza Sandor had ook eene geliefde!
Kati was baar naamKati beminde hem reeds vele jaren
geleden met een vurige liefde, maar zij was toen gehuwd.
Wat nood? Haar echtgenoot moest haar aan hem, Rosza
Sandor, afstaan. De echtgenoot weigerde en Ilosza ver
brijzelde hem met een pistool onmiddellijk daarop den schedel
Kati was thans de zijne en toen later de stoutmoedige roever
door troepen gevangen genomen en door het geregt naar
den kerker werwezen was, toen was het Kati, die hem
bevrijdde en met gevaar van eigen leven de poorten van
de gevangenis wist te doen openen.
Eens was er door de regering een prijs op zijn hoofd
gesteld. Maar wie zou*hem durven verraden Zouden zijne
gezellen de lafhartige daad niet wreken tot in het derde,
tot in het vierde gelid. Toch waagde het één. Op een
goeden morgen vond hij zich bij het ontwaken door ge
wapende troepen omsingeld. Hij bleef rustig, maar zijn oog
zocht naar iemand tot hij hem gevonden had. Zijn oog
bliksemde. Hij greep een pistool en schoot hem neder.
Rosza had het geradenhet was de verrader geweest.
Ontelbare malen werd hij gevangen genomen en telkens
weder door zijne woeste makkers bevrijd. Thans is hij op
ellendige wijze in gevangenschap gestorven, maar zijn naam
leeft op de lippen van iederen Hongaar en zijne daden
zijn reeds verheerlijkt in tal van liederen. Arme Rosza
Sandor!
wordt franco verzonden in een mooi Juweelkistje van
blaauw satijn niet Initiaal.
De teekening van dezen Armband komt voor in onzen
onlangs verschenen geïllustreerden Catalogus voor Sint-
IV soulaas- en Xieirïvjnarsgcscheitkcn, dien wij gratis
en franco toezenden aan een ieder, die daarom de aanvrage
doet aan de
Met zekerheid hebben wij vernomen, dat aan verschei
dene personen, die aan verkoudheid, bronchitis of long
tering leden en in zekere apotheken teercapsules vroegen,
niet. uit onze fabriek afkomstige capsules zijn verkocht.
Wij meenen den patiënten daarom in herinnering te moeten
brengen, dat alle teer op verre na niet "op dezelfde wijze
is zamengésteld en de uitwerking er van dus ook niet
dezelfde kan zijn.
Geen verantwoordelijkheid op ons willende laden, welke
niet op ons rust, verklaren wij bij deze, dat wij alleen
kunnen instaan voor de kwaliteit en bijgevolg de genees
krachtige eigenschappen van de echte teercapsules van
Guyot, die op het etiquet van de flesch van onze in 3
kleuren gedrukte handteekening voorzien zijn.
Guyot, apotheker, te Parijs.
De teercapsules van Gu} ot zijn verkrijgbaar in de meeste
Apotheken.
Ingezonden.
In deze gemeente heeft zich, op uitnoodiging van den heer
Burgemeester, eene Commissie gevormd, om, in overeenstemming
met de te Amsterdam gevestigde Hoofdcommissie, bijdragen te
verzamelen tot het aanbieden van een Huldeblijk aan Z, M.
onzen geëerbiedigden Koning, bij gelegenheid van het Door
luchtig huwelijk, dat Z. M. eerlang te Arolsen zal sluiten met
Hare Doorluchtige Hoogheid mevrouw dc Prinses Adelaide Emma
Wilhelmina Therèse van WaldeckPyrmont.
Dat Huldeblijk wenscht men te doen beslaan in het aanbieden
van een bals- of lijfsieraad van goud of zilver inet edelgesteenten,
als nationaal geschenk aan llare Majesteit de Koningin, bij Hoogst-
derzelver komst in het vaderland.
Het voornemen bestaat om op nader bekend te makeu dagen,
tot dat einde, aan de buizen der ingezetenen, lijsten ter intcekcning
aan te bieden. Ieder die bijdraagt verkrijgt het regt zijn naam
in een album geplaatst te zieu, dat bij genoemd geschenk zal
worden gevoegd.
In den morgen van den 28 November 11., ongeveer vier uur,
strandde alhier op de Vliehors het Noordduitsche brikschip „Heiurich,"
kapt. Krull. Eerst des namiddags ten ongeveer drie ureu kwam
de tijding in het dorp dat er een schip gestrand was.
Zeer spoedig waren reeds een vijftiental personen op de strandings
plaats aanwezig. De postrijder K. Siebcn had reeds verscheidene
pogingen gedaan om te paard het schip te bereiken, doch zij mislukten.
Op liet strand werd alles beproefd, doch men kon niets uitrigten
daar er geenè reddingsmiddelen aanwezig waren. Eindelijk kwam
het vuurpijltoestel der Noord- en Zuidhollandsche Tteddingmaat-
schappij, maar ook hiermede kon de ekwipage niet gered worden,
omdat het toestel in een slecht onderhouden toestand was en de
persoon, die met het afschieten belast was, er al heel weinig
verstand van had. De eerste vuurpijl miste geheel, doch de tweede
viel achter het schip neder. Wat de reden was, dat er toen
geen derde werd afgeschoten, begrijp ik niet. In plaats van nog
meerdere pogingen aan te wenden, werd er regtsoinkeer gemaakt
en ging men met het vuurpijltoestel naar huis, de schipbreukelingen
aan hun lot overlatende. Menige vcrwcnsching en vervloeking
ging er toen uit ons midden op. Wie die verwenschingen betroffen,
zal ik wel niet behoeven te schrijven.
Gelukkig dat het weder dien nacht niet ongunstiger werd, anders
ware het schip bepaald verbrijzeld geworden cn de ekwipage had
een wissen dood in de golven gevonden.