zelf bepaalt. Men stelt voor, de jaarlijksche collecte te
houden op 17 Aug., den dag waarop de wet, die de vrije
school vernietigen zou, door den Koning geteekend werd.
Bij de voorlezing werd de bepaling der statuten, dat
jhr. mr. P. J. Elout van Soeterwoude eere-voorzitter is,
met applaus begroet.
In de bouwstreken van Friesland is het tegenwoordig
voor den arbeidsman ongunstig gesteld. Het vlas, dat daar
doorgaans aan velen in den winter werk geeft, is dit jaar
zóó slecht uitgevallen, dat er op verre na niet genoeg in
voorraad is, om aan allen werk te verschaften, hetgeen
weêr tengevolge heeft, dat slechts lage loonen worden
gegeven. Wanneer men nu nagaat, dat er plattelands
gemeenten zijn, waar f 27,000, ja f 31,000 subsidie aan
de armbesturen wordt verstrekt, dan behoeft het waarlijk
geen betoog, dat men hier onder zware lasten gebukt gaat.
Jl. Maandag hield men te Hindeloopen op zee een
wedstrijd met priksleden, waaraan 13 liefhebbers deel
namen; Donderdag had er een hardrijderij op schaatsen
door mannen plaats, eveneens op zee, waaraan 29 personen
deelnamen.
De openbare school te Nijkerk (Oostdongeradeel)
is gesloten, omdatde onderwijzer bij een val op het
ijs zijn been heeft gebroken. Gebrek aan hulppersoneel
maakt tijdelijke vervanging onmogelijk.
Drie personen te Rhede, man, vader en broeder,
bragten jl. Zondag op schaatsen een bezoek bij een hunner
bloedverwanten te Bussum. Des avonds op hunne terugreis
zakten ze, niet ver van de ouderlijke woning, door het ijs,
mot het ongelukkig gevolg dat twee hun leven verloren.
De vader blijft met een kleinkind van ruim een half jaar
achter.
In Luxemburg is jl. Woensdag de volgende procla
matie afgekondigd:
„H. K. II. mevr. de Prinses Hendrik der Nederlanden,
diep getroffen door de eenstemmige blijken van belangstelling
die zij van alle zijden in het groothertogdom ontvangt,
draagt mij op daarvoor haren dank te betuigen.
„Mevr. de Prinses is in het bijzonder erkentelijk aan
allen, die haar kransen hebben toegezonden, welke zij op
de lijkkist heeft neergelegd van wijlen Prins Hendrik.
Zij verzoekt allen, die welligt geen dankbetuiging hebben
ontvangen, zooals zij verdiend hadden, dit verzuim niet
toe te schrijven aan een gemis van erkentelijkheid.
„H. K. H. zal een onuitwischbare herinnering bewaren
aan de weinige maanden, die het haar gegeven was te midden
der Luxemburgsche bevolking door te brengen als levens
gezellin van een nooit genoeg te betreuren vorst. In hare
smart is het vbor haar een zoete troost te denken, dat in
het huldigen van de nagedachtenis van Prins Hendrik het
groothertogdom en zij voor altijd vereenigd zijn in een
zelfde gevoel van vrome en eeuwige vereering.
getF. de Blochausen.
De berigten uit Luxemburg doen ten duidelijkste
bespeuren, dat Prins Hendrik aldaar vooral niet minder
geliefd was dan in ons land. De hoofdstad toonde dit
jl. Woensdag door een rouwtooi als zelden is aanschouwd.
De bevolking had zich niet bepaald tot het uitsteken van
omfloersde vlaggen, of het aanbrengen hier en daar van
eenig toepasselijk decoratief; neen, heel Luxemburg was
plotseling in een chapelle ardente herschapen. De vlaggen
zijn geheel van zwart doek. Aan alle ramen en balkons
hangen zwart fluweelen en damasten baldaquins endrapericn,
met den grootsten smaak gesneden en geplooid en niet
minder smaakvol versierd met kroonen, initialen en opschriften
„en honneur du prince Ilenri." Bovendien zijn aan die
rouwkleeden kransen van bloemen en immortellen bevestigd,
alles in de grootste verscheidenheid en afwisseling. Op vele
punten der stad zijn Venetiaansche masten aangebragt met
rouwwirapels. De Grande Rue en de Rue de 1'Arsenal
spannen tot zekere hoogte de kroon. Daar zijn ook rouw
vlaggen met de gekroonde H., gespannen over de breedte
van de straten, terwijl op de middelpunten bogen van zwarte
draperiën, zooals aan de huizen met wit of zilver omzoomd
zijn aangebragt. De openbare gebouwen wedijverden met
de particuliere; vooral het stadhuis en het groothertogelijk
paleis munten door smaakvolle rouwversiering uit. Op de
markt is een reusachtige katafalk opgerigt met de groot
hertogelijke kroon aan de .spits. De daaraan grenzende
Rue du Gouvernement is mede prachtig van tooi. Al dat
kostbare decoratief was nieuw en frisch en in één nacht
aangebragt. „Welk een zorg, welk een moeite en welk
een liefde!'' voegt de berigtgever der N. R. Ct. teregt aan
deze schets toe.
Woensdag voormiddag kwam de plegtige stoet in de
hoofdstad aan. Bij het naderen deed het geschut zich hooren,
terwijl de klokken in de stad en in de gehuchten daarbuiten
aanhoudend luidden, hetgeen, gepaard met den treurmarsch
der muziekkorpsen, den indruk van het geheel nog verhoogde.
De lijkwagen werd door vier paarden getrokken. Boven het
met zilveren loovers bezaaide en met zware franje afgezette
gehemelte prijkte een groote zilveren kroon. De kist was
met een berg van kransen en bloemen bedekt. De stoet
had behalve zijn enorme uitgestrektheid veel opmerkelijks.
Vaandels en trommen waren met floers bedekt. Het meest
vielen de pompiers van verschillende gemeenten in het oog
door hun koperen helmen, meest met groote roode pluimen.
Behalve de onafzienbare volksmenigte op straat waren alle
ramen en balcons van de huizen waarlangs de stoet trok
met tal van belangstellenden bezet. Er heerschte allerwege
plegtige stilte. De goede orde werd door het publiek zelf
op voorbeeldige wijze bewaard. Te drie uur kwam de stoet
op het station aan, dat mede in rouwtooi was gestoken en
waar het lijk werd neergezet.
Z. M. de Koning heeft het kasteel Walferdange ter
beschikking gesteld van Prinses Hendrik, om te bewonen
zoolang zij zulks mogt verkiezen.
De vraag: moet men om een goeden oogst te ver
krijgen groote, middelsoort of kleine poters gebruiken?
heeft een Oostenrijksch econoom tot een vergelijkend
onderzoek geleid, waarbij hem gebleken is dat poters,
waarvan er 15 op een KG. gingen, de beste uitkomsten
opleverden. Zeer kleine en ook stuk gesneden aardappelen
leverden de slechtste resultaten.
Om appelen en ook peren voor rimpelen te bewaren
wordt de raad gegeven, ze in vaten of kisten te pakken
en er droog zand tusschen te strooijen. De vaten of
kisten moeten dan op een drooge plaats gezet worden, waar
het niet vriest en stil blijven staan tot men de appelen of
peren gebruiken wil.
Ziektegevallen onder het vee, tengevolge van het
voederen van slecht, vooral van beschimmeld voeder, zijn,
zooals men weet, niet zeldzaam. Hiertoe behoort o. a. het
sterven van een 10 tal schapen in de laatste maand van
het vorig jaar, in een kudde te Renkum. Hoewel daarom
trent nog niet alles opgehelderd is, kan het toch als zeer
waarschijnlijk beschouwd worden, dat het voederen van
sterk beschimmelde raapkoeken (Bombay-koeken) de oorzaak
was van den dood der schapen. Het kan zijn nut hebben
hier een mededeeling van den Duitschen hoogleeraar
Mareck betreffende eenige, door veeartsen van naam gecon
stateerde, vergiftigingsgevallen uit een Duitsch landbouwblad
over te nemen. De veearts König zag in een stal 7 koeijen
ziek worden en in 3 tot 6 dagen sterven, tengevolge van
het vreten van beschimmeld klaverhooi. Een ander, met
name Rathke, berigt van 3 paarden die te gronde gingen
na het gebruik van haksel, dat sterk met schimmel bezet
en gebroeid was, nadat de dieren eenige dagen geheel
verlamd in den stal gelegen hadden. Stühr nam een
dergelijk geval met doodelijken afloop waar bij een paard,
dat beschimmeld haksel van roggestroo gevreten had.
Wolff berigt, dat van 30 jonge veulens, die hooi van
klaver- en timothee-gras te vreten kregen, sterk met
schimmel bezet, er 10 ziek werden en 3 stierven. Dorschen
en daarna ter dege uitschudden van voederstroo of hooi,
dat niet vrij van schimmel is, mag daarom nooit verzuimd
worden. Is de schimmel in erge mate aanwezig, dan
voedere men het in het geheel niet; vooral zij men voor-
zigtig met beschimmelde lijn- of raapkoeken.
Het hof van assises van Brabant heeft jl. Donderdag
Langrand Dumonceau bij verstek vrijgesproken van de
beschuldiging van het maken van valsche balans, en wegens
frauduleus bankroet tot 15 jaren tuchthuisstraf verooi-deeld.
- Liet definitief tractaat tusschen Turkije en Rusland
laat lang op zich wachten. De hoofdpunten van bezwaar
zijn en blijven de betaling der oorlogsschadevergoeding
en het bezetten van Rumelië door een gemengd legerkorps.
Wat dit tweede punt betreft, is men te St.-Petersburg van
gevoelen, dat zulk een regeling al meer en meer onwaar
schijnlijk wordt. Rusland is voornemens het tractaat met
de Porte, wanneer het zal zijn tot stand gekomen, mede
te deelen aan de mogendheden, die het tractaat van Berlijn
onderteekend hebben.
De onlaugs gestorven beeldhouwer Auguste Préault
heeft eene menigte korte gezegden nagelaten, die door den
Figaro verzameld zijn. Wij nemen er eenige van over.
De Schilderkunst 'is de dochter van de Liefde en van
het Licht.
Ieder menscli heeft in zijn hart een slapend zwijn.
De kunst, vermoord door de meetkunst, ziedaar de
hedendaagsche bouwkunst.
Vertrouwen is de dapperheid der ziel.
Brengt het geluk u een jas, zie dan goed toe of hij u
niet te wijd is.
Zwijgen is de deugd der zwakken.
Ieder mensch heeft een eigen stijl, evenals een eigen neus.
Smaak is het kind van Oordeel en Verbeeldingskracht.
De mensch, die hoort, is de natuurlijke vijand van
dengene, die spreekt.
Over de dagbladen oordeelde de overleden kunstenaar
vrij scherp. „Dagbladen," zeide hij, „zijn de wereldge
schiedenis, omgezet in gezanik."
Brieven uit het Noorderkwartier.
(Slot.)
Daar zitten ze dan, verspreid of op elkaar gepakt, onze nuttige
menschen. Doch welk een slagboom is daar opgericht die aan 't
gezellig verkeer den dood aandoet* Hij is onzichtbaar mijne lezers
men noemt hem't fatsoen, de mode, de oude gewoonteik zou
echter bijna geneigd zijn hem te noemen de Noord-Hollaudsche
deftigheid; een vriend van mij, die ook overal wat op aau te merken
heeft, noemt hem de „stijfheid." Ziet, aan den eenen kant zitten
op een langen regel, tegen den muur geklemd, al de vrouwen en
jongedochters wel beschermd door een lange reeks tafeltjes, waarop
ontzachelijke koffiepotten, die straks zullen vervangen worden door
een aantal glaasjes. l)an wederom een lange batterij tafeltjes en
daarachter, weder tegen den muur geklemd een rij deftige mannen,
allen gewapend met het onmisbare halve flëschje. Diezelfde vriend
van mij, hij is eene gauwe, beweert dat dit halve fleschje eigenlijk
het lokaas is om de vergaderingen bij te wonen, want het is hier
en daar in de contributie begrepen. Men betaalt het wel, maar
als men zoo vooruit zijn contributie voldoet en dan een paar guldens
meer geeft voor al die halve fleschjes die komen zullen, dan gaat
dat zoo ongemerkt en lijkt het precies alsof men hier zijne ver
tering voor niet heeft. Laatst was hij eens erg hatelijk en hield
stokstijf vol dat, als de vergunning om te rooken ingetrokken werd,
menig man voor zijn lidmaatschap zou bedanken.
Maar wordt er dan gerookt? Ja wel! Ons mannelijk publiek
vraagt niet of de daines daar ook overlast van hebbenaan den
spreker, die ook een keel cn longen heeft te sparen, denkt het niet.
Men rookt er maar op los de eene ciguar na den anderen
morgen heeft de gansche vergadering hoofdpijn. Erg gezellig niet
waar? Die vrieud van mij zegt: erg min, zoo'n man die de slaaf
is van zijn cigaar!
Daar zitten zij dan. Weldra wordt de vergadering geopend door
den voorzitter. Die vriend van inij, hij is bepaald een lastig man,
dacht dat hiertoe altijd de geschiktste persoon aangewezen werd,
maar het feit is dat ieder bestuurslid op zijn beurt voorzitter is,
en daar iemand een uitstekend bestuurslid wezen kan, waartoe hij
trouwens niets hoegenaamd heeft uit te voeren, maar een ongelukkig
voorzitter, geef ik u het overige te raden.
Na eenige huishoudelijke werkzaamheden, beklimt de eerste
spreker het spreekgestoelte. Men zegt dat het in een aantal Nutten
gewoonte is dat het bestuur een spreker uitnoodigt, van wien men
verwachten kan dat hij zich de moeite zal geven een even degelijk
als onderhoudend stuk te leverenmen zegt ook dat de beleefdheid
dit zoo meebrengt. Wij, buitenlui, doen echter anders en verweereu
ons dapper met het alles afdoende: zoo zijn onze manieren. Wij,
althans zoo geschiedt het op een aantal Nutten, laten de sprekers
zichzelf uitnoodigen of aangeven. Dat is zeer practischmen komt
er nooit te kort; er zijn altijd menschen die ijselijk graag zichzelf
eens willen hooren en van hun eigen talent een dunk hebben waarop
het oude spreekwoord van toepassing is: ieder denkt zijn uil een
valk te zijn. Maar de meesten zijn niet gewoon hun gedachten op
een onderwerp te vestigen en in zuiveren stijl uit te spreken. Wanneer
zij dus eeu enkele maal een eigengemaakte rede uit den zak halen,
is 't eene ware ««spanning hen met onverdeelde aandacht te volgen.
Wij meenden dat dit een ueïspanning moest wezen. Gelukkig
onthalen zij ons meestal op ccn stuk van dezen of genen beroem
den letterkundige. Dat is een wijze zetMaar die vriend van mij
had laatst eens ccn ondeugende opmerking; hij zei: die lezers
moesten eigenlijk nog eens wat gaan leeren lezen. Trouwens dat
beweerde hij toen wij onder den verschcn indruk waren van een
voordracht, waarin een aantal uithcemsche woorden allerpotsierlijkst
geradbraakt en de leesteckens zonder genade doodverklaard waren.
Volgen een gansche reeks van bijdragen. Daaraan hebben wij
geen gebrek. Ieder heeft allicht een „versje" in huis, zij het
ernstig of koddig, droefgeestig of komiek: waarom het niet eens
voorgelezen
Net moet gezegd worden dat de grappige versjes de overhand
hebben en met uitbundig gelach werden toegejuicht. Wij houden
ook erg van een grapje en zouden niet gaarne een g mschen avond
doorbrengen zonder eens gulweg te lachen. Maar alles met mate!
En 't heeft ons wel eens getroffen, dat voor menig degelijk gedicht,
dat lofwaardig voorgedragen werd, de ncus.wcrd opgehaald, omdat....
men er niet bij lachen kon, terwijl er uitbundige toejuiching ver
leend werd aan laffe z.outelooze aardigheden. Heeft het publiek
daaraan schuld? Voor eeu groot deel z.eer zeker. Maar dan moeten
wij toch niet voorbijzien, dat er soms mannen zijn van wier oplei
ding, stand en levensroeping men zou verwachten, dat zij den smaak
van het publiek zouden leiden en ontwikkelen, maar die juist in
het wansmakelijke hun kracht zoeken en het publiek vergasten op
nietsbeduidende rijmpjes. En waar is er schooner gelegenheid om
den kunstzin en den smaak te vormen, dan op zulk een bijeenkomst,
waar men de gelegenheid maar voor het grijpen heeft om de
prachtstukken onzer dichtkunst voor te dragen.
Zoo zijn wij aan het einde der vergadering gekomen. Maar 't
wordt meer dan tijd dat ik dezen ook besluit. Gij zult bemerkt
hebben, geachte lezers! dat de Nutsvergaderingen, zooals zij gewoon
lijk gehoudeu worden, mijn sympathie niet wegdragen. Wellicht
vraagt ge: maar hoe moeten zij dan ingericht worden? Veroorlooft
mij u daaromtrent niet een aantal voorschriften, maar slechts
eenige wenken te geven.
Zorgt in de eerste plaats voor een goed verlicht en verwarmd
lokaal, waar de versche lucht toegang kan hebben zonder hinder
lijken toeht te veroorzaken; liefst een lokaal waarvan de kale witte
wanden met een net behangsel bedekt of op andere wijze versierd
zijn, zoodat uw oog er met welgevallen op kan rusten.
Neemt daar plaats volgens uw zin; niet naar de dorpsgewoonte,
die mevrouw A. bovenaan zet en dan de rijkst versierde gouden
kappen laat volgen en daarachter de hoofdtooisels van minderen
rang; maar naar uw eigen keuze in de nabijheid van uw goede
vrienden.
Laat uw bestuur zorgen voor de tioodige tnsschenpoozeu, waarin
gij eens gezellig praten kunt.
De heeren der schepping worden verzocht liefst niet te rooken,
althans zich op dat stuk eeu weinig te matigen.
Verder mogen zij, zoolang hun alleen 't stemrecht gegeven is,
bedenken, dat al wat nuttig, waar is en goed, in hen een voor
stander moet vinden en zij zich daarvan door geen persoonlijke
consideratiën mogen laten terughouden.
Laat hen het vervullen der spreekbeurten opdragen aan diegenen
in hun midden, van wie zij verwachten kunnen, dat zij degelyke
taal in een aaugenamen vorm zullen voortbrengen. Zij mogen er
zich op toeleggen hun bijdragen te kiezen uit de beste voortbreng
selen onzer letterkunde. Wie er geen oog voor heeft om dat te
zoeken, of de gaaf mist om het naar eisch voor te dragen, blijvc
liever onder de toehoorders zitten.
Zijn er muzikale talenten op het dorp, laat hen dan eens ter
afwisseling een schocyi lied zingen of een muziekstuk uitvoeren.
Voorts blijve alle wansmaak en alleswat niet betamelijk is
ver buiten de deur.
Eindelijk streve een ieder er naar om het nuttige met het aan
gename in gelijke mate te verbinden en geen van beide aan het
andere op te offeren!
Ken volgende keer, geachte lezers, iets over onze rederijkers
kamers en nog wat.
X7" Isctitoerigton.
Gisteren zijn uit zee gekomen en bij Huisduinen geaukerd de
sloepen
„Actief," schipper P. Visser, aanbrengende 2600 schelvisschen
(verkocht a f 24 't honderd).
„Sirene," schipper J. Zwartveld, aanbrengende 3200 schelvisschen
(verkocht a f 24 't honderd).
„Susnnna Maria Christina," schipper W. Zwartveld, aanbrengende
1800 schelvisschen (verkocht a f 22 't honderd).
„Zccmanshoop," schipper P. Zwartveld, aanbrengende 435 knbel-
jaauwen en lengen (verkocht a f 6.12 per stuk), 650 schelvisschen
en 7 heilbotten.
Door de felle vorst is alle visch natuurlijk dood, terwijl het
voor de handelaars zeer ongeriefelijk is, dat de sloepen niet in de
haven kunnen komen. De kosten van transport over de duinen
zijn zeer hoog, maar de Huisduiner vletterlieden en moeder Beugeling
varen er goed bij en hopen dat het wintertje nog maar wat aan
houden mag. De bedrijvigheid aan het strand leverde gisteren een
interessant schouwspel op en was het een mooi onderwerp voor
het penseel van een Ostade of v. d. Velde geweest.
Benoemingen, enz.
De luit. ter zee 2de kl. II. J. Bisselick en de off. van gez. 2de
kl. dr. T. Abrahamsz, respectivelijk teruggekeerd van het escader
in Oost-Indië en van het schroefstoomschip Aruba te Paramaribo,
zijn op non-activiteit gesteld.
De off. van gez. 1ste kl. M. Sleensma wordt met 1 Maart n. s.
geplaatst aan boord van de instructiebrik Zeehond.
Aan den opperstuurman in het vaste korps dek- en onderoffi
cieren der Marine J. P. Valter is toegekend de gouden medaille
voor 50 jaren eerlijke en trouwe militaire dienst.
Bij beschikking van den minister van Koloniëu is de heer J. C
Tichelman gesteld ter beschikking van den gouv.-generaal van
Nederl.-Indië, om te worden benoemd tot derden stuurman bij de
gouv.-marine daar te lande.
Dultsoliland.
Te Berlijn bestaat eene Vereeniging van huismoeders:
„Berliner Hausfrauen-Verein," welke niet alleen haren
invloed uitoefent, om den verkoop van vervalschte waren
tegen te gaan, opdrijving van prijzen te verhinderen of te
beperken, enz., maar die drie maanden geleden eene kook
school heeft opgerigt in de Beuthstrasse 7. In de vorige
week heeft deze Huismoeders-Vereeniging, nu aan het
einde van den eersten cursus, een wedstrijd laten houden
en proeven van bekwaamheid doen geven door de leerlingen.
Al de benoodigdheden voor verschillende geregten, die
een voortreffelijk gekozen ment* vormden, waren aanwezig,
en zelfs in de kunst van dekken en tafelversiering moesten
proeven afgelegd worden. De uitslag van dit practisch
examen was zoo bevredigend mogelijk. De leden der
Vereeniging en de genoodigden verklaarden alles even
uitstekend gereed gemaakt, als keurig opgedischt. Onder
deze jonge meisjes waren enkele, die in de school der
Huismoeders-Vereeniging de kookkunst geleerd hadden om
er haar beroep van te maken, maar het meerendeel tot
eigen nut in eigen kring. Namen worden in het verslag
niet genoemd, maar wel o. a. vermeld, dat eene dochter
van een voornaam kunstenaar te Berlijn, en twee dochters
van een referendaris tot de leerlingen behoorden. De
school werd in deze eerste periode van haar bestaan door
25 meisjes bezocht, waarvan 17 als aanstaande huismoeders
en 8 om als vrouwelijke koks te dienen. Deze hebben
dadelijk, na dit curieus examen, goede betrekkingen
gevonden.