HELIERSCIIË
EN NIEUWEDIEPER COURANT.
Nieuws- en Advertentieblad voor Hollands Noorderkwartier.
1879. N°. 22.
Woensdag 19 Februarij.
Jaargang37.
X*
4b a
W ij h u 1 d i ic e n
het goede."
Verschijnt Dingsdag, Donderdag en Zaturdag namiddag.
Abonnementsprijs per kwartaal1.30.
0 0 franco per post - 1.63.
Uitgever A. A. BAKKER Cz.
liureau: M O L E X P L E I X°. 163.
Prijs der Advertentiën: Van 14 regels 60 Cents,
elke regel meer 15 Cents.
Groote letters of vignetten worden naar plaatsruimte berekend.
Eiken Donderdag vertrekt de inail naar Oost-Indië.
Laatste ligting 's avonds 6 uur.
HELDER en NIEUWED1EP, 18 Februarij.
Naar wij vernemen zal Zr. Ms. ramschip Stier met
1 Junij a. s. in dienst worden gesteld.
Het Cecilia-concert van jl. Woensdag Leeft netto
opgebragt f 417.41, welke som voor extra-bedeeling aan
het Burgerlijk Armbestuur is afgedragen.
.Tl. Zaturdag is in het Buitenveld de boerderij,
bewoond door J. Smit, met den ganschen voorraad van
graan, hooi en stroo, totaal afgebrand; twee varkens zijn
mede verbrand. De bewoner kon slechts zeer weinig van
zijn huisraad redden. Het perceel is onvoldoende tegen
brandschade verzekerd. De oorzaak van deze ramp meent
men te moeten zoeken in vuur vatten van roet in den
schoorsteen.
De vaderlandsche dichter en letterkundige W. J.
van Zeggelen is jl. Zaturdag te 's Hage in 67jarigen
ouderdom overleden.
Benoemd tot hulponderwijzer te Sijbecarspel, de heer
A. Posthumus, te Paesen.
Dat de goede luim van onzen verdienstelijken eersten
komiek, den heer Albregt, ondanks de pijnlijke operaticn,
nu en dan ondergaan, hem niet verlaten heeft, bewijst liet
volgende: Men weet, dat bij ontstekingen inden slokdarm,
deze door de doctoren met een lange balein gesondeerd
wordtwelnu, na een dezer operatiën verzekerde de professor
den heer Albregt, dat alles beter ging en hij voor de
toekomst niets voor zijn stem te vreezen had. Zoo dat
het geval ware, antwoordde de altijd geestige tooneelspeler,
zou ik in Godsnaam als degenslikker aan den kost zien
te komen.
Mej. Elise Baart is dezer dagen te Middelburg in het
huwelijk getreden met den heer Ivorteweg, vroeger leeraar
aan de koninklijke militaire academie te Breda.
Na eene ongesteldheid van een dag, overleed eergisteren
de heer C. Francis, burgemeester van TIaringcarspcl.
Ruim 36 jaren was de overledene het hoofd dier gemeente.
Als eene bijzonderheid wordt ons uit Schoorl gemeld,
dat aldaar gedurende de drie laatste winters dezelfde ooijevaar
is achtergebleven.
De boekdrukkerij van de heeren Gebrs. Binger te
Amsterdam is jl. Zaturdag avond door brand vernield. Een
en ander was voor f 157,000 verzekerd.
De Tijd heeft f 21,045.81 aan „vrijwillige giften"
voor den Paus opgehaald.
Met de bestrating van IJmuiden zal weldra een
begin worden gemaakt.
15)
MAROUS9IA.
Door P. J. STA HL.
{Vervolg)
Terwijl de kleine Tarass met zijn scherpe oogen meester Ivan
nastaarde, die iu woeste vaart tusschen het hooge gras voortrende,
wendde Maroussia hare blikken naar den ouden landman.
De grijze Knich stond bij de koetspoort en zag, naar het scheen
zonder eenige nevengedachte, zijn gast zich verwijderen. Men zou
gezegd hebben dat hij, even als de kleine Tarass, er eenvoudig
vermaak in schepte, dien snellen rit te bewonderen en naar het
gehinnik te luisteren van het edele dier, dat de soldaat bereed.
Met de eene band streelde de oude landman zijn houd, die hem
kwispelstaartend genaderd was, waarschijnlijk bij wijze vnn geluk-
wensch; en de andere hand hield hij boren de oogen, om ze tegen
de zonnestralen te beschutten.
Nadut hij op die wijze een paar minuten voor zich uit had
gezien, minuten die Maroussia zeer lang vielen, wendde hij
zyn schreden huiswaarts. Ilij liep langzaam voort, zonder zich te
haasten; en onderweg wierp hij regts en links onderzoekende
blikken, als een zorgvuldig en waakzaam huisvader, die er op
bedacht is, de tijdelijke wanorde in zijn omgeving zoo spoedig
mogelijk te herstellen.
„Grootvader," riep Tarass, die achter hein liep, vkunt u mij ook
zeggen waar de vijand thans kampeert? Ik meende wel dat hij te
Yélika-Jarouga was, maar...."
„Zoo, zyt ge daar, kinderen?" sprak de oude man vriendelijk.
Hij bleef staan en schudde goedig het hoofd.
„Hebt ge veel genoegen gehad iu den tuin? Zijt ge moede?
Hebt ge honger? Welnu, kom mede, kom maar mede, men zal u
wat goeds voorzetten, de soldaat heeft niet alles verorberd. Ga
maar met mij mede: haast u wat!" En nu liep hij voor hen uit,
met ecu innemend lachje om den mond, van tijd tot tijd eventjes
kuchend, zooals oude lieden meestal doen. Tarass en Maroussia
stapten achter hem aun. In een oogeublik had Maroussia de flesch
en het glas weggenomen, waaruit de soldaat gedronken had. Er
was een raam opengezet; de frissche buitenlucht was in de kamer
doorgedrongen, en de onaangename, scherpe reuk van den brandewijn
was vervangen door den smakclijken geur van een warme pastei.
Een flinke schaal versche room stond gereed, bij wijze van dessert.
Tarass, hoe nieuwsgierig ook om nauwkeurig de plaats te weten
waar het vijandelyk leger zich bevond, liet zich door die gewichtige
kwestie niet van zijn stuk brengen. Hij at voor zes! De stuk'.en
verdwenen als door een looverslag in ziju mond; men zou gezegl
hebben dat hij ze niet inslikte, maar achter zich wierp.
Doch Maroussia at weinig. Terwijl ze met haar spitse vingertjes
de beschuiten doorbrak, kon zij hare oogen niet van den ouden
Kozak afwenden.
„Grootvader! hoor eene, gieotvnder!" riep Tarass, wiene honger
Naar bet D. v. Zuidh. verneemt, zullen de nieuwe
koninklijke stallen aan den Hoogenwal te 's Hage met
1 Mei a. s. in gebruik gesteld worden.
De hoofdcommissie en plaatselijke commissiën tot
viering van de Unie van Utrecht, zullen op Zaturdag a. s.
te Utrecht een vergadering houden, waarin o. a. zal worden
behandeld een advies van de commissie van uitvoering, om
het plan tot feestelijke herdenking en monumentale ver
eeuwiging eener voor het vaderland zoo gewigtige gebeur
tenis, bij gemis aan genoegzame belangstelling en onder
steuning, op te geven.
De handel in kunstboter neemt dermate toe, dat
binnen betrekkelijk kort tijdsverloop te 's Bosch dezer
dagen reeds de derde fabriek van dat artikel in werking
is gekomen.
Te Vlissingen is al dadelijk met een vrij aanzienlijk
getal leden eene Vereeniging opgerigt, genaamd: „The
Joyial Skating-rink Club." Wegens de weinige gelegen
heid tot ontspanning, die genoemde stad vooral in den
winter aanbiedt, stelt men zich van deze Vereeniging
veel voor.
Het Wag. Weekbl. wekt de kerkeraden op, van het
regt, dat de nieuwe onderwijswet geeft, om op de openbare
scholen godsdienstonderwijs te geven, een vlijtig gebruik
te maken. Beter een half ei of zelfs een kwart ei dan een
leege dop. Ook is het geenszins waar, dat men daardoor
aan de betrokken autoriteiten den indruk geeft, met de
nieuwe wet vrede te hebben. „Onze oppositie tegen die
wet zal er niets door verminderen. We moeten in deze
de Roomschen navolgen, die nemen wat hun geboden wordt,
om alzoo te krijgen wat ze meenen, dat hun regt is.
Neem de wereld zooals ze is, om voor zooveel u doenlijk
is, haar allengs te vormen naar uw ideaal. Wie, zoo
plagt een groot man te zeggen, door een muur wil, gebruikt
daartoe niet zijn hoofd want dan stoot hij zich een
buil en 't baat niet maar een spijker, om allengs de
voegen los te maken. En krijgt men dan zoo doende
één steen er uit, dan volgen de overige steenen van zelf.
Eene 64jarige jongedochter te Zijdeveld bij Kuilenburg
was onlangs voor de derde maal ter ondertrouw ingeschreven,
doch heeft, evenals de beide vorige keeren, ook thans op
het laatste oogenblik van het huwelijksplan afgezien.
Zij bleef in aarzeling om in Iiymen's boot te. stappen zich
zelve gelijk.
Hendrikus van H'aningen, knecht op de scheepstim
merwerf van den lieer P. van Goor, te Hasselt, vierde
op 16 dezer den dag dat hij 50 achtereenvolgende jaren op
de werf' van de familie van Goor is werkzaam geweest.
De Haagsclie kroniekschrijver van de N. Gron. Crt.
herinnert, dat het den 12 Mei a. s. 30 jaren geleden zal
gestild was; „dat die soldaat naar de Stary-Kresty galoppeerde,
beteekent zeker dat de vijand niet meer te Vclika-Jarouga ligt?
Niet waar, grootvader?"
„Ik geloof het ook, mijn jongen, ik geloof het ook," antwoordde
de vriendelijke, toegevende grootvader, terwijl hij den kinderen nog
een paar lekkere stukjes gaf. „Maar, wat ik zeggen wil.... ge brengt
mij daar iets in gedachten: er mag wel eens gezien worden naar
de vischnetten, die wij onlangs hebben uitgezet op de plaats die
gij mij aangeraden hadt. Het zou wel kunnen wezen dat we reeds
een paar prachtige baarzen luidden gesnapt. Nu, hoe denkt ge er over?"
„Ik had die netten reeds glad vergeten!" riep Tarass; „geeu
haar van mijn hoofd dacht er meer aan."
„O, o, Jantje-zonder-zorg!" sprak Knich glimlachend.
„Wel, grootvader, hoe is het mogelijk! Ik begrijp in de verste
verte niet, hoe ik dat heb kunnen vergeten!"
Met één sprong was hij midden in de kamer eii stond hij vlak
voor zijn grootvader, inet wijd geopende oogen en saümgeknepeu
lippen, als een persotiaadje van gewicht, die zich eensklaps in een
moeielijke positie geplaatst ziet, welke geheel in strijd is met zijne
gewone orde en stiptheid.
„Ik loop er gauw heen; ik ga al!" riep hij eindelijk; en terwijl
hij de deur uitstoof, floot hij in het voorbijgaan nog even zijn
onafscheidelijken vriend, den grooten hond lliabko, die liera met
groote sprongen achterna ging.
Daarop werd alles stil. Maroussia bevond zich eindelijk alleen
met den ouden landman. Eu deze zag haar thans met aandacht
aan; hij zag haar op zulk een vreemdsoortige wijze aan, dat haar
hart begon te kloppen als een hamertje.
En terwijl zij hem gadesloeg, greep er in het geheele voorkomen
van Knich een plotselinge verandering plaats. l)e oude boer was
onverhoeds van gedaante, veranderd. In plaats van een goedig,
bedeesd oud mannetje, die zich misschien wat te veel laat voor
staan op zijn pastijtjes, zijn likeuren en al zijn andere aardsehe
heerlijkheden, zag zij thans onder zijne wenkbrauwen eeu paar
schitterende oogen fonkelen, wier blik haar doordrong als de punt
van een dolkal de rimpels in zijn voorhoofd waren als door
toovermacht verdwenen. Zijn gelaatstrekken hadden eene ernstige
en strenge uitdrukking aangenomen. De geheele gestalte van den
man was grooter geworden. Zijn schouders waren verbreed, en zijn
gansche statuur had iets indrukwekkends verkregen.
Gedurende eenige oogenblikken staarde Maroussia Knich aan als
een klein betooverd vogeltje. Knich sprak haar aan. Zijn 9tem
geleek evenmin op de stem die zooeven allerlei voorkomende
beleefdheden tot den soldaat Ivan gesproken had, als de viool van
een Joachim of Wieniawski op het ellendig instrument van een
armen blindeman, die de aalmoezen der voorbijgangers inwacht.
„Maroussia," zeide Knich, „uw vriend weuscht u te zien. Hij
is niet ver vnn hier. Wilt ge weten wat hij u te zeggen heeft?"
Maroussia's oogen antwoordden voor haar, want van blijdschap
was ze niet in staat eeu enkel woord uit tc brengen; doch Knich
zijn, dat Z. M. de regering aanvaardde. „Dit jubileum,"
schrijft hij, „zal ongetwijfeld overal op regt feestelijke
wijze worden gevierd: doch zeer zeker in de hoofd- en
hofstad. Ik verneem toch, dat bij die gelegenheid de
festiviteiten, ter eere van 's Konings huwelijk voorbereid,
doch door den dood van Prins Hendrik uitgesteld, zullen
plaats hebben. De bedoeling schijnt te bestaan, om op
12 Mei, tegelijk met de viering van 't 30jarig Koning
schap, ook den intogt van Z. M. met de Koningin in de
hoofdstad te doen plaats hebben. Daarna komen de feesten
te 's Hage."
Uit de noordelijke bouwstreken wordt medegedeeld:
Nog altijd ziet het er hier treurig uit voor den bouw-
boer. Het hoofdproduct, het vlas, is nog steeds weinig ge
wild en de tijd gaat zijn gang. Op de markt te Dockum
was deze week wel eenige meerdere vraag, maar de prijzen
waren dalende, zoodat er weinig van de hand is gedaan.
De aanvoer was, naar aanleiding van een en ander, niet
groot, want zoolang men 't nog eenigszins behouden kan,
wil men 't voor de tegenwoordige lage prijzen niet van de
hand doen. Doch er zijn er velen die het moeten verkoopen;
voor hen vooral is het een bange tijd.
Door een vergelijkende proef met koekeu, den voor-
gaanden winter genomen aan 's Rijks Veeartsenijschool te
Utrecht, komt dr. G. J. Hengeveld, die deze proef' in de
L. C. bespreekt, tot de slotsom: udat maiskoekvoedering
voor melk- en mestvee de voorkeur verdient boven de voedering
van lijn- en raapkoeken." De hoeveelheid melk was in
beicle gevallen nagenoeg dezelfde, haar specifiek gewigt
ook, maar de roommeter gaf' aanmerkelijk hooger room-
procenten voor lijnkoeken, dan voor den maïskoek. Dit
verschil verdween echter weêr bij het scheikundig onder
zoek der melk4.40 pCt. vet voor den maïskoek en
3.56 pCt. voor den lijnkoek. Het gehalte der melk was
over het algemeen uitstekend. Wat nu verder de kwaliteit,
den smaak van de zuivel betreft, merkt de heer Hengeveld
het volgende op: „Het is bekend, dat zuivel zeer in
smakelijkheid verschilt naar het verschillende voedsel,
waarmede de dieren gevoederd worden. Ook het vleesch
deelt die eigenschap. Eenvoudig met jeneverspoeling ge
meste koeijen, of met granen en meel daarbij gevoegd, of
met hooi en lijnkoek, hooi en maïskoek, weidekoeijen en
die in het najaar soms ook nog lijn- of maïskoek daarbij
bekomen; melkvee, dat met bostel of draf' uit de bier
brouwerijen, pulpe, mangel wortels, pastinaken, gewone
wortels, knollen, enz. wordt gevoed, zullen allen een eigen-
dommelijken smaak geven aan hunne producten vleescn en
vet, melk. boter en kaas, waaruit soms het voedsel te
proeven is.... Welnu, van al de bovengemelde voeder
middelen zal de maïskoekvoedering den aangenaamsten
had haar begrepen en wenkte dat zij hem zou volgen.
Hij ging naar builen en liep met vasten tred de plaats op.
Maroussia'» blikken zochten in den omtrek van den ouden kelder
den met mos en wilde planten begroeiden steenhoop, waaruit de
stem van haar vriend haar toegesproken haddoch Knich wendde
zijn schreden niet naar die zijde.
Nadat hij zorgvuldig naar alle kanten had rondgezien, liet Knich
eeu zacht gefluit hooren. De groote hond Verax, die zich by de
wagenpoort bevond, was in twee sprongen bij zijn meester, ging
op ziju achterpooten zitten, en bleef zoo, zijn verstandige oogen op
den landbouwer vestigende, verdere bevelen afwachten.
„Er is immers geen vreemd volk in de buurt, wel Verax?"
sprak Knich tot den trouwen bewaker vun ziju huis.
Verax hief een eigenaardig gehuil aan, waarmede hij duidelijk
tot zijn meester scheen te willen zeggen: „Wees gerust!" En ten
bewijze dat buiten inderdaad alles volkomen in orde was en men
derhalve binnen zijn gemak kon nemen, begon Verax jacht te maken
op vliegen. En nu zou Verax zich stellig niet hebben gaan imiu-
secren met het ophappen van vliegen, als liet huis door een of
ander gevaar was bedreigd geworden. Op dit punt dus ten volle
gerustgesteld, ging Knich nu met Maroussia naar de hoeve terug;
ruaar toen hij het kleine portaal was binnengetreden, liep hij de
deur aan zijn rechterhand voorbij, die in het vertrek uitkwam waar
men ontbeten bad, en opende een deur aan de linkerzijde, die
toegang gaf tot een provisiekamer.
Die kamer was opgevuld met allerlei soorten van landelijke
voedingsmiddelen. Men kon zich slechts met de grootste moeite
een weg banen tusschen de groote zakken met meel, gerst, rogge,
erwten en boonen.
De vensters waren vrij groot, maar toch was het er niet zeer
licht. De voorraad hop, worst, gedroogde pruimen, ingemaakte
kersen, appelen en peren, de stapels eieren, de groote hoopen
flesschen voor de glazen, brachten een geweldige verduistering teweeg.
Maroussia bleef aarzelend op den drempel van dit vertrek staun,
waar liet zoo vol was dat het bijna onmogelijk scheen er onge
hinderd tusschen door te komen.
„Blijf aan den linkerkant," sprak Knich, en daarop inet zijn
stevige armen ecu vat brandewijn verplaatsend, lichtte hij eeu luik
in den grond op, en wees Maroussia een kleine houten trap, die
iu een kelder scheen uit te komen.
„Wees voorzichtig, meisje," waarschuwde Knich; „zie goed toe
waar ge uw voeten zet, want het is hier misschien door de vochtig
heid wat glad geworden."
XL
Zij begonnen nu de smalle trap af te dalen, die onder hunne
voeten boog en kraakte.
Maroussia had er geen begrip van kunnen krijgen, op welke
wijze de vloer opengegaan was. Zij bemerkte eerst dat hij zich
achter haar gesloten had, toen zij zich in douker bevondhoe lager