smaak geven aan yleesch, vet, boter, melk en kaas. Dat de producten van lijnkoek, raapkoek en knollen minder smakelijk zijn, is wel bekend, en de ondervinding zal wel leeren... dat de maïsvoederïng bet uitstekendste mestvoedsel is, daarbij goedkooper dan lijn- of raapkoeken." Den 11 Februarij was het een jaar geleden, dat de grootste physioloog van Frankrijk en misschien van zijn eeuw, Claude Bernard, zijn verdienstelijk leven eindigde. Om de herinnering aan hem levendig te houden, deelt een Duitsch blad eenige interessante proefnemingen mede, die hij kort voor zijn dood deed met betrekking tot de prikkel baarheid der planten. Als de planten, dacht hij, een derge lijke prikkelbaarheid bezitten als de dieren, dan moeten ze die onder dé inwerking van narkotische (verdoovendp) stoffen verliezen. Bernard koos tot dit doel aether en chloroform de resultaten van zijn onderzoek waren verrassend. Het is bekend dat er vleeschetende planten bestaan, wier bladeren de eigenschap hebben zich bij een ligte aan raking zamen te trekken; stelt men ze echter bloot aan den invloed van chloroformdampen, dan verliezen ze deze eigenschap, om haar na korten tijd weder terug te krijgen en evenals vroeger werkzaam te zijn. Ze waren dus ver doofd, ingeslapen door de chloroform. Eveneens is het een bekend feit, dat de groene planten- cellen onder den invloed van het zonnelicht ademen, d. i. dat ze koolzuur opnemen en zuurstof afgeven. Dompelt men echter de bladeren in water, waarin zich aether of chloroform bevindt, dan worden de groene deelen verdoofd; in dezen toestand aan de zonnestralen blootgesteld, ademt de plant als in den nacht; ze absorbeert zuurstof en ademt koolzuur uit. Verwijdert men de chloroform, dan ontwaakt de plant uit haren slaap en de groene cellen krijgen haar vroegere werking terug. Het behoort tot de kindervermaken, erwten in het water te werpen om te zien hoe ze opzwellen en dan beginnen te ontkiemen. Nemen we daartoe water mét chloroform vermengd, dan zien we onder de mechanische inwerking der vloeistof de erwten wel opzwellen, maar het ontkiemen blijft achterwege en vertoont zich eerst weder wanneer ze in zuiver water geworpen worden. Het geheim der gisting is in zooverre ontsluijerd dat we weten, dat de suikeroplossing door kleine, eencellige zwammen, die onze gist vormen, in alkohol en koolzuur wordt omgezet. Nemen we nu versche gist en dompelen we die in een suikeroplossing, waarbij aether of chloroform gevoegd is, dan treden geen gistingsverschijnselen op. De gist werkt niet; ze is verdoofd, ze slaapt. Wasschen we evenwel dezelfde gist uit en brengen haar dan in een chloroformvrije suikeroplossing, dan begint ze terstond te werken en verandert de suiker in alkohol en koolzuur. Claude Bernard, die de aandacht vestigde op al deze verschijnselen en ze voor het eerst in een helder licht plaatste, gaf daardoor ten minste eenige verklaring voor de verhouding tusschen het dierlijk en plantaardig leven, het aan zijn navolgers overlatende daarin volkomen helder heid aan te brengen. Er wordt aan herinnerd, dat toen voor enkele jaren te Londen de garotters overal schrik verwekten, zonder dat het gevangen nemen van een aantal booswichten het kwaad konde keeren, de regering een geeseling aan eiken ge vatten garotter deed toedienen; toen verdwenen zij. Te Darijs nemen de aanrandingen tegenwoordig zoo zeer toe, dat ook daar het toedienen van geeseling aan de aanranders waarschijnlijk nuttig zou werken. Uit de ontwikkelingsgeschiedenis der laatste zestig jaren van dè Zoeloe-Kaffers wordt in een Eugelsch blad o. a. het volgende medegedeeld. De Zoeloes stonden steeds bekend als de krachtigste en strijdvaardigste stam van Zuid-Afrika, evenals de Atsjineezen dat zijn van Sumatra en geheel den Indischcn Archipel. Tot voor zestig jaren hadden zij evenwel geen geregeld leger, dat is eerst gevormd door Chaka, die later den bijnaam van „de Groote" verkreeg. Hij volgde Napoleon I na, en was de grondvester van Zoeloelands grootheid. zij kwamen, hoe koucler de lucht werd. Er was nooit een zonne straal in dezen diepen kelder doorgedrongen. Van tijd tot tijd voelde het meisje dat een sterke, vaste hand haar otideisteunde op moeielijke plaatsen. Eindelijk hadden zij de laatste trede bereikt. Knich nam haar toen bij de hand, en zoo liepen zij ongeveer hónderd schreden voort door een donkeren gang. Bij een kromming echter viel er eensklaps van boven af een breede streep licht in dit ónderaard8ch verblijf, dat op deze hoogte tot een cirkelvormige ruimte verbreedde. De afgezant liep daar met langzamen tred heen eu weer. Zijne oogen richtten ziel» dadelijk naar de bezoekers. Door het gedruiseli hunner schreden gewaarschuwd, was hij hen reeds wachtende. „Maroussia, mijn lieve helpster!" sprak hij, zich tot het kind neerbuigend, „wat verheugt het mij, u weer te zien en u een woord van dank te kunnen toespreken!" Maroussin, die beefde als een espenblaadje, was haren grooteu vriend om den hals gevallen. „O!" sprak zij, „wat zult ge daar geleden hebben in dat hooi, bij het gerucht van den strijd, bij de komst van die soldaten, en ook onderweg toen Ivan rondom het rijtuig reed; en zoo straks nog, toen hij hier hals over kop tegen den kelder rolde!" „ik dacht aan de geschiedenis van de vrouw en de rooverbende," antwoordde de gezant„maar ik was beducht voor mijn gids." De oude Knich keerde zich om, ten einde een traan weg te wisscheu die langs zijn wangen vloeide. Die omhelzing van den sterken man en het zwakke kind had hem getoond, dat dit kleine, nietige meisje den stoereu krijgsman reeds voor altijd lief en dierbaar geworden was. „Als Tarass eens wat grooter was," dacht hij bij zichzelf, „zou hij bij mij dan even hoog aangeschreven staan als die kleine Maroussia bij den afgevaardigde?" „Lv.at ons wat verderop ga tn." sprak Knich„wij zullen daar nog veiliger zijn." Zij gingen een paar honderd schreden verder in den onderaard- schen gang, die nu eens zoo nauw werd als een koker en dan weer aanmerkelijk breeder uitliep. Zij gingen bij afwisseling door lichte en door donkere gedeelten. Overal waar het licht doordrong, bemerkte men kleine trappen, naar wel verborgen uitgangen voe rende, waardoor het den bewoners van deze schuilplaats ten allen tijde mogelijk was, zich op de hoogte te houden van hetgeen er in den tuin eu op de plaats voorviel. „Wij zijn niet rijk voorzien in deze dagen," sprak Knich tot den anderen man, dien hij Tchetchevik noemde. „Als we maar niet arm aan hulpmiddelen ziju," antwoordde deze. „Welnu, doe dan een keuze," zeidc Knich; eu hij wees hem een nis in den onderairdschen gang, die bijna deed denken aan het magazijn van stoffen, wapens eu kleedingstukken, dat de vrouw van den rooverhoofdman in de kelders van het kasteel had ontdekt. Wordt vercolgd.) Do opvolger van Chaka, Koning Dingann, zette bet groote werk van Chaka voort. Hij behaalde in zijnen tijd eene schitterende overwinning op de Natalsche kolonisten, doch moest op zijne beurt het onderspit delven in een lateren strijd met de Hollandsclie „Boers." Een handvol van deze dapperen. 460 man, bragt onder Andries Pretorius aan Koning Dingaan en zijn 12,000 strijders eene verplette rende nederlaag toe. Dingaan werd tijdens het gevecht vermoord en de boeren verhieven in zijne plaats zijn broeder Umpanda, Cetawavo's vader, op den troon. Umpanda evenwel was oud. De hoop van het militairisine in Zoeloeland was dus gevestigd op den oudsten konink lijken Prins, Cetawayo, destijds een jongeling van de schoonste belofte moedig, vurig, doortastend, en bovendien vervuld van eene glansende traditie. Deze kwam in 1873 op den troon, toen Umpanda eindelijk tot zijn vaderen vergaderd was, en nadat de Kroonprins vijf van zijn broeders, die hem in den weg liepen, mede het schimmenrijk had inge zonden. Voor een Afrikaanschen Kroonprins was Cetawayo's geduld inderdaad voorbeeldeloos geweest. Twee-en-dertig jaren toch wachtte hij op zijns vaders dood, zonder zelfs eene enkele poging in het werk te stellen om den ouden man het heengaan te vergemakkelijken. Was dit geheel in strijd met de Afrikaansche gebruiken het pleit te krach tiger voor Cetawayo's zolfbeheersching. Vóór hij den troon beklom, verkeerde Cetawayo met de Engelschen, inzonderheid met Shepstone, op den meest vriendschappelijken voet. Shepstone moest zelfs, op zijn dringende uitnoodiging, in 1873 hem als Koning der Zoeloe's komen installeren. Doch sedert is deze vriendschap, dat blijkt thans het best, allengs afgekoeld. Telegrapheeren zonder draadgeleiding, waarvan de mogelijkheid reeds vroeger werd beweerd, wordt, volgens de Boston Advertiser, door professor Loomis van Washington thans beproefd in het bergachtige gedeelte van West- Virginia, Amerika. Zijne methode is gegrond op de theorie, dat op zekere hoogte boven den grond een electrische stroom is en dat, als o]) twee verwijderde plaatsen metalen geleiders in dien stroom worden gebragt, de gewone metaaldraad, die twee telegraafstations aan elkander verbindt, kan gemist worden. Voor zijne eerste proefnemingen gebruikte hij vliegers, door een metaaldraad verbonden met de aarde. Zoodra deze vliegers gelijke hoogte bereikten of in dezelfde strooming waren, dan kon, met toestellen zooals die van Morse, zeer goed getelegrapheerd worden, maar dit eindigde zoodra een der vliegers lager kwam. De vliegers waren ongeveer elf Eng. mijlen van elkander verwijderd. Prof. Loomis heeft thans twee torens laten bouwen, op twee heuvels, twintig mijlen van elkander, en van den top metalen stangen gebragt in den electrisclien stroom. Ilij telégrapheerde daarmede reeds maanden lang met zijn assistent, die op den anderen toren was. Een storm ver breekt de gemeenscha]), waarschijnlijk door de verplaatsing van de hoogte der strooming. Een zijner latere ontdek kingen was, dat ook voor den telephoon van die strooming gebruik kon gemaakt worden. In den laatstén tijd nam hij met zijn assistent vooral proeven met den telephoon. In Waadtland, Zwitserland, moeten volgens een besluit van den raad, in 't vervolg de bezitters van piano's een luxe-belasting betalen. VisoliTDerigten. Gisteren arriveerde de sloep „Volharding," schipper J. Put, aanbrengende 220 levende kabeljaauwen (verkocht k 3 25 per stuk), 800 schelvisschen, 10 lengen, 150 doode kabeljaauwen (verkocht van f 1.tot f 1.20 per stuk). Heden arriveerden de sloepen „Fcstina Lente," schipper G. Jongejan, aanbrengende 230 levende kabeljaauwen (verkocht a. 5.20 per stuk), 30 levende lengen, 2 botten, 1800 schelvisschen,' 18 bennen rog en vleet, 307 doode kabeljaauwen en lengen (verkocht van f 1.10 tot f 1.30 per stuk). „Sirene," schipper J. Zwartvcld, aanbrengende 50 levende kabcl- J jaanwen (verkocht ii f 8.10 per stuk), 900 schelvisschen, 40 doode kabeljaauwen (verkocht a f 1.20 per stuk). Haring wordt nog zeer weinig aangebragt. Benoemingen, enz. Aan den kapt. ter zee W. H. baron van Heerdt, adjudant des Konings, en den kapt-luit. ter zee jbr. J. H. Roëll zijn vergun ningen verleend tot het aannemen en dragen der versierselen, respectivelijk van het Militaire Kruis van Verdienste lste kl. en van ridder 2de kl. van de orde van de Kroon van Pruisseu in brillanten, hun door Z. D. H. tien regelenden Vorst van Waldeck- Pyrmont en Z. M. den Keizer van Duitschland, Koning van Pruisseu, geschonken. - De luit. ter zee 2de kl. W. J. de Bruijue, dienende aan boord \an het wachtschip te Hellevoetsluis, wordt op non-activiteit gesteld, eu vervangen door den luit. ter zee 2de kl. G. J. Sluijterman. De luits. ter zee 2de kl. jhr. H. M. Speelman en J. 1L Calmeijer worden respectivelijk met 1 Maart en 1 April a. s. geplaatst in de rol van het wachtschip te Amsterdam. Staten-Generaal. Tweede Kamer. Tn de memorie van toelichting bij liet wetsontwerp op een effecten-belasting zet de minister van Financiën uiteen, dat de verbreking van het evenwigt tusschen uitgaven en inkomsten ver meerdering der bronnen van inkomst noodzakelijk maakt. Een poging om die vermeerdering te bekomen door verhooging of uitbreiding van verbruiks- of indirecte belastingen zou de regering bezwaarlijk kunnen aanbevelen. Herziening der directe belastingen daarentegen, die in haar voornemen ligt, kan zeker, behalve tot juister verdeeling der lasten, ook tot vermeerdering der ltijks- inkomsten leiden. Dergelijke hervorming echter, waarbij het vraag stuk der verhouding tusschen de Rijks— en gemeente-belastingen niet ter zijde kan worden gelaten, vordert meer tijd dan vcrloopen mag eer de onmisbare nieuwe baten in de schatkist beginnen te vloeijen. Daarom is bet raadzaam naar een nieuwe directe belasting om te zien, en dat wel naar een zoodanige die, wel verre van latere hervormingsplannen te prnejudiciëeren, met die plannen verband houdt in dien zin, dat zij een bestaande leemte in de rij der belastingen aanvult en het hare er toe bijdraagt om den wet gever voor latere vcrschikking der lasten in 't algemeen de handen meer vrij te laten. De minister zet daarop uiteen, dat het kapitaal, in effecten en andere dergelijke waarden belegd, tot dusver bijna geheel van belasting is vrijgesteld. Daarbij komt, dat zeer velen in ons land op deze wijze hun geld beleggen, terwijl het ontegenzeggelijk juist is, dat de draagkracht der natie zeer is toegenomen, vooral daar, waar een belasting op bet kapitaal in portefeuille drukken zal. Over de wijze van taxatie der belastingschuldigen leest men in de memorie van toelichting 't volgende: Daar geen uiterlijke kenteekenen met zekerheid hun bezit kunnen aanwijzen, is aangift van den belastingschuldige onder toezigt der administratie onver mijdelijk. Dat daaraan bezwaren verbonden zijn, en dat het ver kieslijk zou zijn iudieu die aangifte kon worden ontgaan, steint de minister gaarne toe. Maar tenzij men aauueme, dat het algemeen peil der zedelijkheid bij de natie al zeer diep gezonken is, behoeft men zich daardoor niet te l..ten weerhouden, en heeft, zooals het met juistheid is uitgedrukt, de eerlijke man geen regt om voor zich een vrijbrief te ciseheii, op grond, dat er misschien hier en daar oneerlijkheid zal worden gepleegd, eu dat zijn buurman voor schande het geld gelieft te ruilen. In de toelichting van 't ontwerp op de belasting van goederen in de doode hand zegt de minister o. a.De doode hand erft, maar laat niet na; woidt begiftigd, maar geeft niet terug; koopt, maar vervreemdt niet weder. Het gevolg daarvan is, dat van de goederen, die eenmaal in huar bezit zijn, de regtén van successie en van overgang by overlijden en onder de levenden nimmer meer worden voldaan en dat die goederen dus ten koste van de schatkist een voorregt genieten boven die, welke aan pbysieke personen toe- behooren. Nu de regten van successie en overgang bij overlijden ook tot de regie linie zijn uitgestrekt en dus tot een algemeene geconcentreerde kapitaals-belasting zijn hervormd en de behoeften der schatkist dringen, om op versterking der middelen ernstig bedacht te zijn, gaat het, naar de regering meent, niet langer aan, het voorregt, dat de doode hand voor hare goederen geniet, te bestendigen. Zij acht zich dus vcrpligt het hare te doen om daaraan een einde te maken, tc meer omdat het publiek belang, zoowel uit een staatkundig als uit een staathuishoudkundig oogpunt beschouwd, medebrengt, het bezit iu de doode hand eerder te belemmeren dan tc be gunstigen. Fram U riJK. De twee voornaamste personaadjes in Frankrijk, Grévy en Gambetta, hebben jl. Zaturdag bij het ontvangen van deputatiën, in merkwaardige overeenstemming, zich tegen alle overhaasting op binnenlandsch politiek gebied verklaard. Gezond verstand, wijsheid, opportunisme, zeide Gambetta, tot een deputatie zijner kiezers van Bellevillc, worden vereiseht om de thans gevestigde republiek vruchten te doen dragen en Grévy vermaande den zeer geavanceerden gemeenteraad van Parijs, zich er voor te wachten, verder te gaan, dan het land zou willen volgen. De groentekweekers in de omstreken van Parijs klagen tegenwoordig zeer over eene ziekte in de salade, die zij „Meunier" noemen, omdat de bladeren aan de onderzijde met witte meelachtige hoopjes bezet zijn. Bij onderzoek is gebleken, dat men hier alweder te doen heeft met een fungus of zwam, en wel van hetzelfde geslacht, waarvan eene andere soort de beruchte aardappelziekte veroorzaakt. Het is de peronospora yanglitformis. Deze parasiet tast het weefsel der bladeren zoo aan, dat, wanneer de salade, wat in massa het geval is, naar het buitenland, vooral naar Engeland, verzonden wordt, ze daar onbruikbaar aankomt en wordt teruggezonden, hetwelk den kweekers natuurlijk veel schade en kosten bovendien veroorzaakt. De gezamen lijke kweekers hebben dan ook, aldus vermeldt het „Bulletin de la Société d'horticülture d'Orléans et du Loiret," de wetenschap te hulp geroepen en een prijs van 10,000 frs. («egge tienduizend francsuitgeloofd voor een middel om dit kwaad te voorkomen. Fngeland. Er zullen in de eerstvolgende dagen 8500 man naar de Kaap gezonden worden, als: 2 regimenten kavallerie, 1250 man6 bataillons infanterie 5320 man2 batterijen artil lerie, 540 man; 1 compagnie mineurs, 190 man; 1200 trein en hospitaalsoldaten. Aan de uitrusting wordt dag en nacht gewerkt. Men gelooft, dat de transportschepen 28 dagen reis zullen hebben. Luidens een berigt, per stoomschip Dunrobin Castle te Madeira aangebragt en vandaar overgeseind, zouden de Engelsche troepen in Zoeloe-land, na hunne nederlaag hij Rorke's Drift, op nieuw, en ditmaal zegevierend, met den vijand zijn slaags geweest. Dultsclaland. De tentoonstelling voor zuivelbereiding, welke van 2025 Maart e. k. te Berlijn zal gehouden worden, belooft in hooge mate belangrijk te zullen zijn. De verschillende wijze van melkbehandeling zullen in een afzonderlijk gebouw dagelijks te aanschouwen gegeven worden, en wel op grooter schaal dan tot nu toe geschiedde; o. a. de koudwatermethode van Swartz, volgens welke de melk na vier-en-twintig uur in waterbekkens gestaan te hebben, volkomen zoet afgeroomd j wordt; benevens de centrifugaal-machine van Lefeld, die het afscheiden van den room in weinig meer dan een uur, en wel in sterkte naar verkiezing teweegbrengt; verder het winnen der boter regtstreeks uit de melk, door middel van de Regenwalder en Kataraktkarn. De belangrijke vraag, op welke wijze men er liet best in zal slagen de groote steden van melk en melkproducten te voorzien, zal grondig behandeld worden. Hoe in dit opzigt enkele steden met een goed voorbeeld zijn voorgegaan, blijkt ons uit de Magdeburger Zeitung, in welke door de te Maagdeburg bestaande vereeniging, die de melk van 21 veehouders met ruim 1000 koeijen verwekt, de volgende melkproducten, waarvan de meeste anders in de steden niet te krijgen zijn, opgegeven worden: namelijk zoete koffijroom a 60 cents den liter, geklopte room a 90 ct., zoete melk 12 ct., afgeroomde melk 7 ct., karnemelk 6 ct., wrongel het KG. 24 ct., versche boter het KG. f 1.80. Daar in eenige streken door vpr- schillende oorzaken het boterdebiet eenigszins kwijnt, zal te Berlijn dok de oprigting van eene maatschappij tot uit voer van boter besproken worden, waarbij men zeker (le omstandigheid niet uit liet oog zal verliezen, dat het Oosten maar voor een klein gedeelte in zijn behoefte kan voorzien en liet grootste deel daarvan uit Rusland betrekt en zeer goed betaalt. De meeste Russische rundveerassen zijn evenwel slechte melkgeefsters, zoodat Duitschland in liet Oosten zeker met goed gevolg in dezen tak van handel kan mededingen. Rusland.. Het Journal de St. Pétersbourg bevat een kort uittreksel uit een rapport over den gezondheidstoestand in 1878. De sterfte in liet gelieele Rijk met ziju 80 millioen inwoners, van welke slechts een zeer klein gedeelte in groote steden leeft, was 32A op de duizend, een verhouding, die in de andere landen alleen in de ongezondste en digtst bevolkte steden voorkomt. In de provincie Perm was het sterfte cijfer 50.7 op de 1000, in de provincie Yiatka 45.9, in de provincie Moskou 43.7. Pokken, typlms, en diphteria eiscliten de meeste offers. Ook de pest is reeds in 1877 voorgekomen, ofschoon men er in Europa niets van had gehoord.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche en Nieuwedieper Courant | 1879 | | pagina 2