HELDERSME EK NIE11WEDIEPER COURANT. 1879. N°. 24. Zondag 23 Februarij. Jaargang37. r* <$b <3 3 «fa 3 -s; .4^. „W ij linldi^en het goed e." Verickijnt Dingsdag, Donderdag en Zatnrdag namiddag. Abonnementiprijs per kwartaal1.80. franco per post - 1.85. Uitgever A. A. BAKKER Cz. Bureau: MOLENPLEIN N°. 163. Prijs der Advertentièn: Van 14 regels 60 Cents, elke regel meer 15 Cents. Groote letters of Tignetteu worden naar plaatsruimte berekend. Eiken Donderdag vertrekt de mail naar Oost-lndië. Laatste ligting 's avonds 6 uur. HELDER en NIEUWEDIEP, 22 Februarij. Aan de loting voor de ligting der nationale militie van 1879, te houden op Dingsdag en Woensdag den 25 en 26 dezer, zullen deelnemen: uit de gemeente Helder 194, Texel 48, Vlieland 8, Wieringen 27 en Terschelling 21 personen. Zelden zag men hier in de laatste winters zooveel rotganzen, als in den laatsten tijd. Onafzienbare zwermen, door honger gedreven, vliegen onophoudelijk heen en weêr om aas te zoeken. Ter hoogte van het eiland Wieringen, waar zij op de wiervelden neerstrijken om voedsel te vinden, worden er belangrijk veel met slagnetten gevangen en van den Zuidwal worden zij bestookt door jagers, die, achter ijsschotsen verborgen, hen met lange jagtrocren neervellen. Door den grooten overvloed dier gevangen vogels worden er hier zeer veel, vooral van Wieringen en ook van Texel, aangevoerd en te koop aangeboden en menigeen, voor wien vleesch en visch te dure levens artikelen zijn, kan zich nu voor slechts enkele stuivers eens de weelde veroorloven een wildbraad op zijn tafel te hebben. Zij zijn echter thans niet meer zoo vet en malsch als in het begin van den winter. Zij werpen den jagers een niet onaanzienlijk voordeel af door hun dons en hunne vederen. Jl. Donderdag middag te kwart na 1 uur werd van 's Rijks Marinewerf te Amsterdam het schroefstoomschip lste klasse Koningin Emma der Nederlanden te water ge laten, in tegenwoordigheid van een groot aantal genoodigden en toeschouwers, en van de ministers van Marine, van Waterstaat, van Binnenl. Zaken, van Buitenl. Zaken en van Justitie. Het sclioone, groote vaartuig verliet statig ondr een vrolijk gejuich der menigte de overdekte helling waarop het gebouwd werd. De Koningin Emma behoort tot de compositie-schepen. Het is n. 1. van ijzer met een houten buitenhuid, heeft eene grootte van ruim 3000 ton en ruim 63 decim. diepgang. Het schip zal, evenals de Atjeh, bewapend worden met zes stukken achterladingsgeschut van 17 cM. en eene bemanning van 225 koppen voeren. Het stoomschip zal verder fregatstuig voeren en heeft eene schroefstoommachine van 450 paardenkrachten. Na het te water loopen van het magtige oorlogsvaartuig bezochten de ministers, onder geleide van den schout-bij- nacht J. van Gogh, het fregatschip Admiraal van Wassenaer, aldaar als opleidingsschip voor jongens gestationneerd. Bij koninklijk besluit is bepaald, dat de bootsinans- en schiemansmaats der Marine, tot nu toe den graad van korporaal bekleedende, voortaan den graad van sergeant zullen kunnen bekleeden en de distinctieven op de beide bovenmouwen zullen dragen. Bij gemeld besluit is tevens bepaald hunne maandelijksche soldij, de opneming in het vaste korps en de uit te betalen gelden bij het aangaan eener verbintenis. Ons vaderland heeft gisteren een zwaar verlies geleden door het overlijden van den heer mr. P. P. van Bosse, minister van Staat en van Koloniën. De overledene bereikte den ouderdom van ruim 69 jaren. Sedert 1848 was hij viermalen minister van Financiën en na 1871 tweemaal minister van Koloniën. Gedurende de jongst- verloopen 30 jaren heeft hij door zijne werkzaamheid een belangrijk aandeel gehad in de staatkundige gebeurtenissen hier te lande. Zijne kunde, vooral ook als financier, werd niet slechts in ons vaderland, maar ook daar buiten op hoogen prijs geschat; in Oostenrijk heeft de regering zich van de kennis en de ervaring van dezen grooten financier bediend bij de regeling der wetgeving op 't gebied der geldmiddelen. Op uitmuntende wijze kweet de grijze staatsman zich nog voor eenige weken van zijn pligt bij de verdediging der begrootingen voor zijn omvangrijk departement. Inzonderheid voor het ministerie, dat reeds door 't over lijden van den heer de Roo van Alderwerelt werd geschokt, veroorzaakt het heengaan van den in 's lands dienst ver grijsden minister van Bosse een zeer gevoelig verlies. Op de vorige algemeene vergadering van het Multa- patiorsbond werd besloten, een adres te zenden aan Z. M. den Koning, met het verzoek het initiatief te nemen tot het verkrijgen van wettelijke maatregelen tot beteugeling van het misbruik van sterken drank. Aan die opdragt is in ruimen kring gevolg gegeven. Uit een 70tal plaatsen zijn en worden adhaesie-adressen verzonden. Ook verschillende gemeenteraden hebben opnieuw hun aandacht aan de zaak gewijd en gepetitioneerd of hun plaatselijke verordeningen verscherpt. De vereenigingen van burgemeesters en secre tarissen in Noord- en Zuidholland zonden een zelfstandig gemotiveerd adres. Ten slotte heeft ook de Synode der Nederlandsche Hervormde Kerk een schrijven gerigt aan de kerkeraden, om dezen op te wekken bij adres de Hooge regering om dergelijke maatregelen te verzoeken, aan welke opwekking reeds door zeer velen is gehoor gegeven. Volgens ontvangen telegram uit Londen, luidde de gevallen uitspraak van het admiraliteitshof, in zake de aan varing VoorwaartsKhedive, dat beide partijen door andere maatregelen de aanvaring hadden kunnen voorkomen. In de lage volden van Texel houden zich reeds vele kievitten op. De vogels zijn zoo vroolijk, alsof de winter niet pas achter ons ligt. Kenners voorspellen daaruit, dat de diertjes bij dezen voortgang reeds vroeg in Maart eijeren zullen leggen. Langs den duinkant laat de leeuwerik reeds sedert een poosje zijn vrolijk gezang hooren. De hulponderwijzer M. Hillenius, werkzaam aan de openbare jongensschool 4de soort, te Utrecht, wiens salaris in de laatste raadsvergadering met f 100 werd verhoogd, is benoemd tot onderwijzer aan de aanvangsklasse der Normaalschool op Terschelling, op een jaarwedde van f 1000. De uitslag der op jl. Dingsdag gehouden stemming ter verkiezing van een lid voor den gemeenteraad te Ter schelling is geweest, dat eene herstemming moet plaats hebben tusschen de heeren J. J. Lieuwen en T. P. Bakker, die respectivelijk 46 en 37 stemmen bekwamen. Gedurende den laatsten tijd gaat het brievenvervoer, ondanks de volhardende pogingen der postschippers, te Terschelling zeer ongeregeld. Meestal ontvangt men „nieuws" dat twee, drie of vier dagen oud is. In 't begin dezer maand kwam er zelfs in een week geen enkele post over. Geen wonder, dat er zeer verlangend wordt uitgezien naar de oprigting van een telegraafkantoor. Naar aanleiding van berigten in verscheidene bladen opgenomen over een (epidemische) ziekte onder de schapen op Terschelling, wordt verzekerd, dat die berigten geheel bezijden de waarheid zijn. Men schrijft ons uit Winkel, dd. 20 dezer: „De gemeenteraad heeft goedgunstig beschikt op het verzoek der afdeeling van Volksonderwijs om f 75 subsidie toe te staan voor de schoolfeesten, die door de afdeeling gegeven worden. Een gelijke ondersteuning is toegezegd door het collegie van kerkvoogden. Met deze subsidiën en de belangrijke som van ongeveer f 200, die door vrijwillige bijdragen werd bijeengebragt, zal de afdeeling in de gelegenheid zijn, haar schoolfeesten op den gewenschten voet te blijven geven." De Amsterdamsche Maatschappij van Boterbereiding heeft besloten in verschillende wijken der stad dépots te vestigen, waar haar product het geheel jaar door tegen fabrieksprijs steeds versch verkrijgbaar zal zijn. Jl. Woensdag avond zijn voor het eerst de vuurtorens te IJmuiden ontstoken. De heide lichten hebben uitstekend voldaan. Het licht is zoo sterk, dat men in de voorhaven het dek van een schip verlicht ziet. De schepen kunnen thans hij dag en bij nacht de haven binnenvallen. Men leest in de Bommelsche Crt. „Het dezer dagen uit Amsterdam gemeld overlijden van den ijsbeer in Artis aanverkoudheid, levert alweer het bewijs, hoe achterlijk men in de hoofdstad nog is in het behandelen van dergelijke verkouden lijders uit de Pool streken. In den Dierentuin zijn de ijsbeeren om een haverklap verkouden. Men geeft de diertjes dan 's avonds vóór ze naar bed gaan eenvoudig een paar emmers sterke kamille en van tijd tot tijd een voer Rijnlandsche druiven- borstsiroop. Binnen een paar dagen zijn zij dan weer frisch en dartel als weleer. Ook verzuimt men niet, ze op de wandeling een bouffante om te doen." De heer A. Pierson, hoogleeraar te Amsterdam, heeft de gedachtenisrede, door prof. Schacpman hij Vondel's feest onlangs gehouden, aan een vinnige critiek onder worpen, zoowel wat eenige door hem gebezigde beelden, als wat. de verheerlijking betreft van de eeuw waarin Vondel leefde. Pierson ontzegt Schaepman den Catho- liek het regt die grootheid te roemen. „Ik hoor voort durend zegt hij o. a. den syllabus als begeleider van dit gefluit van den vogelaar." 't Wordt, zegt de Zw. Crt., op deze wijze den Catholiek moeijelijk gemaakt. Viert hij de nationale feesten niet mede, als Alb. Thijm in 1872, dan neemt men het hem kwalijktoont hij de grootheid der republiek te waardeeren, dan beschuldigt men hem van huichelarij. Naar de N. Rott Crt. verneemt, is de milicien v. C. der lste afdeeling vesting-artillerie, in garnizoen te Utrecht, bij vonnis van den krijgsraad te Arnhem veroordeeld tot vervallenverklaring van den militairen stand en een jaar kruiwagenstraf, omdat hij van een zijner kameraden een ration brood had ontvreemd en dit had verkocht. Onze lezers zullen zeker met genoegen kennis maken met onderstaand gedicht, dat een der laatste was van den pas ontslapen van Zeggelen. We hebben het ontleend aan den bundel Fantasia, uitgave Scheltema en Holkema. Het draagt tot titel: AAM ONS NAKOIEBTJK. Ja. lieve Constantijn, Gij raoogt er zijn. Al werdt gij opgewacht Met vrees, in traan en klacht Gij kwaamt em met uw intree in het leven Was alle zorg van 't moederhart verdreven 1 Uw eerste levenskreet Hij overstemde nl 't leed Dat nog in stilte werd gedragen, Om menig wond in 't ouderhart geslagen. Mijn Benjamin, mijn Constantijn, Gij moogt er zijn Wat groeit gij welig op, Gij laatste rozenknop Aan 't boompje van ons echtelijk leven Wat hebt ge ons al genot gegeven Uw vriendelijk oog, uw englenlach, Uw kennis, wassend met den dag; Uw bloeiend, mollig, lijn gelaat, Uw dartelheid: gezondheidsmaat, Ze doen ons weêr de vreugde garen Van 't eerste heil der huwelijksjaren. AVerdt gij niet meer verbeid, ja zelfs niet meer gewenscht, De ervaring had de hoop begrensd Gij kwaamt en alle vrees vlood heen 't, Was weer de zon der vreugd, die om uw wiegje scheen Gij cisehtet dankbaarheid in ongesproken woorden: Wee ons, zoo wij haar uiting smoorden! Ja, lieve Constantijn, Gij moogt er zijn, Gij, die de moederborst deedt zwellen, Gij kwaamt ons zooveel goeds vertellen, Gij opent weer een nieuw verschiet: Gij zegt: op aarde is wel verdriet, Maar levensvreugd biedt ze ons ook te over. Gij knaapje met uw ïuingetoover Ik ben verjongd naar zin en ziel 8inds op mijn pad weer 't zonlicht viel, Toen gij uw cer*t geluid deedt hooren, Dat zonlicht dat weer hocger op mag gloren, Nu 'k zie hoe ge aller hart verdijdt, En oud en jong ten speelpop z.ijt Gij lieveling van blond en bruin, Schoon bloemeke in mijn wintertuin. Och neen. ik mag mij niet meer vleien Dat ik uw groei zal zien gedijen Tot zelfzorg en volwassenheid; Maar 'k hoop dat Dij uw pad bereidt, Die tot mijn heil mij duidelijk deed verstaan lloe lief en leed hier samengaan. O, dat gij eens de moederliefde loont Van haar in wier gemoed de vrede woont, Die voor haar kroost de reinste zielebeden Bekrachtigt met haar zorg en duizend teederheden. Wordt eens haar steun en blijf haar troost Op 't eerlijk pad dat gij u koost, Eu houd mijn naam in eer, mijn kind; Doe alles wat uw hand hier vind', Eu wat er wasse voor uw voet, Blijf in uw handel vroom en vroed, En laat eens al uw.hnndeliugeu Een goede, opregtc geest doordringen; Meld de opslag van uw oog, zoo open en zoo rein, Steeds waarheid van gemoed en helderheid van brein, Zoo moogt ge door gedrag en gaven Uws vaders dierste wcnschen staven. Zoo, lieve Constantijn, Zoo moogt ge er zijn, zoo moogt ge er zijn Allergenacligste, doorluchtigste Keizer! Daar ik den 17den Februarij 1879 mijn 14de levens jaar bereikt heb, zal ik met Paschen de school verlaten, en dan sta ik hulpeloos en verlaten op de wereld; want ik heb geen ouders meer, en mijn oude, arme grootmoeder is doodziek. Mijn vader is in 1866 op den 3den Julij bij Königgratz als Pruissisch soldaat door den vijahd doodge schoten, en mijn moeder is in Frankrijk spoorloos verdwenen. Daarom heb ik een verzoek aan Uwe Keizerlijkeen Koninklijke Hoogheid, waaraan het voor Uwe Keizerlijke en Koninklijke Hoogheid een kleinigheid is te voldoen, namelijk mij op een miltaire school te doenwant ik hen heelemaal militair zelfs 's nachts droom ik er van. Als ik, allergenadigste Keizer,uwen keizerlijken-koninklijken, naam niet hoog genoeg geprezen heb, bid ik nederig om vergiffenis. Uw Keizerlijke en Koninklijke Hoogheids onderdanigste dienaar R. C. Bovenstaande brief is van de band van een knaap uit het Pruissiselie dorp Kösen. Keizer Wilhelm heeft een onderzoek doen instellen en daar de inhoud waarheid bleek te zijn, aan het verlangen van den flinken jongen voldaan. Hij is thans in het militaire opvoedingsgesticht te Annaburg opgenomen. IIoe en waardoor de üammenhandel in West- pjialen verloopt. Nog is altijd deze handel in West- phalen en aangrenzende streken ecu zaak van belang, maar de room is er af De sinds oude tijden algemeen bekende en zoo getrokken hammen uit die streken worden in het buitenland veel minder gekocht dan vroeger. De oorzaken daarvan worden gezocht in het feit, dat de voorvaderlijke hoogpootige inlandsclie varkensrassen ook hier meer en meer verdrongen worden door vreemde rassen, die niet zulke „doorgegroeide" hammen opleveren als 't eigen varken, en in de omstandigheid, dat thans veel minder hout wordt gebrand en de hammen alzoo niet meer in zuiveren hout- rook, maar ook met turf en steenkolen gerookt worden en zóó den fijnen smaak verliezen. Zoo schrijft men uit Duitschland zelf. Op de hoogere burgerschool te Neu-Bistritz (Bohemen) zou een der leeraars onder de les knalgas produceeren, bij welke gelegenheid zijn apparaat met een hevigen slag uit elkander vloog. De meeste leerlingen werden bij die gelegenheid min of meer ernstig gekwetst, een hunner werd een oog uitgeslagen en velen hadden zware wonden in het gelaat gekregen. De leeraar zelf, Winderlich genaamd

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche en Nieuwedieper Courant | 1879 | | pagina 1