zijn gezin op straat gezet en overnachtte onder den blooten hemel. In een jaar waren de moeder en drie van de kinderen in het graf. De „gestrafte7' man komt dik en vet uit de gevangenis en vindt dat hij van zijn last ont slagen is, daar de wet laodloopers en bedelaars van zijn gezin gemaakt heeft en ze grootendeels onder de aarde heeft gestopt. Ik herhaal: Waarom worden de vrouwen en kinderen altijd het eerst gestraft Omtrent den invloed, door verschillend voeder op de kwaliteit van het varkensvleesch uitgeoefend, zijn in den laatsten tijd in Engeland op nieuw op verschillende plaatsen naauwkeurige vergelijkende proeven genomen. Varkens van het Yorkshire-ras, die van liet begin van den mesttijd af tot aan het einde toe met melk en karne melk gevoederd werden, leverden het lekkerste en tevens zeer malsch vleesch, terwijl zij ook in betrekkelijk korten tijd het hoogst mogelijke gewigt verkregen. Daarop volgden de dieren van hetzelfde ras, die met gerst gevoerd waren; ook door middel van erwten- en havermeel, in gelijke hoeveelheid gegeven, kreeg men goed vleesch en spek, dat zich van ander onderscheidde door meer vast heid, vooral dooi de geringe hoeveelheid „afval" bij het slagten. Het uitsluitend voederen met maïsmeel gaf week vleesch en vet en nog ongunstiger was de uitkomst bij het slagten van varkens, die niets dan aardappelen gehad hadden. Het vleesch was sponsachtig ligt en onsmakelijk en het slonk bij het koken geducht ineen. Met veel groene klaver gevoederde dieren leverden een eigenaardig, geelachtig, onsmakelijk vleesch. Veel lijnkoeken en lijn zaad naast gerstenmeel in het voeder veroorzaakt los, vetachtig vleesch met een sterken, hoogst onaangenamen bijsmaak. Dieren, die alleen met paardenboonen gemest waren, gaven een zeer vast, moeijelijk te verteren vleesch, dat niet zeer lekker was. Van het voederen van eikels had men geen zeer gunstige resultaten en het vleesch had een onaangenamen smaak. In hetzelfde Duitsche landbouwblad, waaraan deze regelen zijn ontleend, wordt met nadruk tot voorzigtigheid aan gemaand bij het voederen van maïs, zoowel van het zaad als van de groene stengels. Hoewel op gepaste wijze gevoederd, zoowel voor melk- en voor mest- als voor trekvee (aan de laatste natuurlijk alleen liet zaad) een uitmuntend voeder, kan het echter ligt aanleiding geven tot vergiftiging der dieren, wanneer op de maïs de zoo genaamde maïsbrand (Ustibago Maydis) voorkomt. De zwarte sporen (zaden van de hoogere gewassen) van deze plantaardige parasiet zijn zoo klein, dat zij alleen met het gewapende oog op de maïskorrels te ontdekken zijn, en het was dan ook alleen door microscopisch onderzoek, dat de oorzaak van ziektegevallen bij paarden in Baden opge spoord kon worden. Proeven met honden, die men een weinig van die' brandsporen in hun voeder mengde, bewe zen duidelijk de sterk giftige werking. Het volgend curieus berigt wordt aan de R. Crt. uit Leiden gezonden: Toevallig naar het dorpje Oegstgeest bij Leiden gaande, ontmoette ik den zoon van den heer J. Kiek, photograaf te Leiden, die eveneens naar dat dorp moest, om bij een aldaar woonachtig koopman, D. W., zeven portretten te bezorgen. Die portretten nu waren afdrukken van.... koffijdikwelke in een kommetje na het koffijdrinken was blijven zitten en waarin de echtgenooten W. beweerden het portret van hun overleden moeder herkend te hebben! De man was van zijn arbeid huiswaarts gekeerd, en onwillekeurig in de koffijdik ziende, riep hij op eens uit „Heer Dirk! je moeder zit in de koffijdik." Het vermelde volgde. Men begrijpt dat de portretten nergens and éi» pp geleken dan op koffijdik. „Is er van daag ook wat nieuws?" vroeg een nieuwtjes jager van zeker dagblad den inspecteur van het politiebureau, waar hij 's morgens was komen inloopen. „Niemand verongelukt, den hals gebroken of verdronken, verbrand, van een steiger gevallen, geen dief gepakt of zoo iets?" De inspecteur keek hem een paar minuten aan en zat zich te bedenken. Nu, zeg dan eens op, is er niets nieuws van daag? Ja wel, antwoordde de inspecteur. Wat dan? De balie, waar je tegen aanleunt, is juist nieuw geverfd. Slapen in de kerk onder de dienst of preek, vooral ten platten lande, is geen ongewoon verschijnsel. Het is zoo als het schijnen mag, niet altijd een bewijs van gebrek aan belangstelling in het voorgedragene, van verveling. Dikwerf is de natuur ook hier sterker dan de leer: de buitenman die de geheele week op veld en akker, in regen en zonneschijn, duchtig zijn krachten heeft inge spannen, heeft des Zondags, vooral in de iniddagdicnst., zoo kort na het stevig genoten middagmaal onweerstaanbare neiging tot, ja behoefte aan extra-Zondagsrust, en het moet al een heel levendig, doeltreffend prediker en een zeer begrijpelijk en belangwekkend onderwerp zijn, die hem de oogleden open en den geest wakker knnnen houden. Er zijn er ook wel die de kerktijd, waar alles buiten één zwijgt, tot bun Zondagmiddagsiesta verkiezen boven het rumoerige huisgezin in gezelschap van moederdevronwen kinderen. Er worden dan wel eens krasse middelen aangewend, om de aandacht uit den slaap op te roepen, b. v. of regtstreeks scherpe harde toespraken, of zijdelings: A. of 13., stoot C. 'reis aan; hij moet zeker D. door zijn. snurken in de zoete rnst hinderlijk zijn. Zoo is het niet alleen nu, en was het in de vorige eeuw, maar al eeuwen vroeger. In de eerste helft der zeventiende eeuw schijnt het in het eerst ontluikend Amerika de gewoonte te zijn geweest het wekken van onder de dienst slapende niet-hoorders op te dragen, als deel van zijne betrekking bij instructie voorgeschreven, aan dcu zoogenaam- den „hondeslager" of kerkeknecht. Ten jare 1646 was de heer dr. Samuel Whiting herder en leeraar te Lynn in Massachussets. Zekere Obndjah Turner hield te dien tijde een journaal of dag verhaal, en daaruit is het volgende uittreksel opgenomen in het blad the Spriugfield Republican, in de oud-Eugelsche taal dier dagen. „1646 Junij 3. Allen Brydges was aangesteld om te waken tegen slapers in de kerk onder de preek, en hij was zeer trotsch op die bediening; want hij voerde ceu vossestaart aan het eind van een langen stok, om daarmede degenen die een dutje deden onder de dienst, in het gezigt wakker te streelenen eveneens een scherpe prikdoren, om hen die in dieperen slaap waren en snurkten, tot bewustzijn te prikken. Op 11. Zondag, toen hij door de kerk patrouilleerde, bemerkte hij den heer Totnkins, die op zijn volle gemak sliep, met het hoofd in den hoek der bank geleund, en met de hand den rand der bank vasthoudende. Dit ziende kwam Ellen behendig met zijn staf achter vrouw Ballard om, en gaf hem een stevige» prik op de hand. Tomkins sprong wel een voet van de bank in de hoogte, sloeg de baud verschrikkelijk tegen den muur en, tot groote verbazing en ergernis van allen, riep hij luidkeels profanelijk uit: „die verdwesp!" half nog droomende in de meening dat een wesp hem gestoken liad. Maar lot het besef komende in wat plaats hij was en wat schandaal hij had aangerigl, durfde hij van beschaamdheid zijne oogen niet opslaan, en zei niets meer. En ik geloof dat hij niet gaauvv weêr iu dc kerk zal slapen. De vrouwen slapen ook dikwijls, maar men kan het zoo niet merken, door haar enorme hiedfin. l)s. Whiiing zegt wel eens schertsend, dat hij schijnt te préeken voor stroobossen met eeuige menscbcn er tussehen." ViscMaerigteii. Sedert de laatste opgaaf zijn geen sloepen aangekomenalleen twee bommen losten hier hunne kleine vangst. De haringvangst bepaalde zich tot gisteren slechts tot een enkel tal; heden nacht verbeterde ze echter en ving men tot 8 tal per boot. l)e prijs was f 10 n 12 per tal. Fra-rLürUK. De kamer van Afgevaardigden te Parijs lieeft met 317 tegen 159 stemmen verworpen het voorstel om de ministers van 16 Mei des'vorigen jaars in staat van beschul- diging te stellen. Aangenomen werd ecne motie van een der leden, dc strekking hebbende om het kabinet van 16 Mei te brandmerken. Hiermede is de zaak afgeloopen, welke Frankrijk en Europa maanden achtereen in spanning hield. Meer dan veertig schouwburgen, met eene gezamen lijke jaarlijksche ontvangst van bijna acht millioen galden, openen iederen avond te Parijs hunne deuren voor een publiek, dat iederen ochtend ververscht wordt door twee duizend nieuw aangekomenen, uit de departementen en uit het buitenland. Een twaalfduizend personen sterk kunstenaars-legioen acteurs en actrices, schilders, componisten, virtuozen, letter kundigen houdt deze beweging aan den gang, en schept, speelt, zingt, danst. Zeven honderd omnibussen, beurtelings voortgetrokken door 8000 paarden, doorkruisen van 's ochtends vroeg tot 's avonds laat de straten. Alleen de compagnie générale bezit 1500 nette en 7000 minder nette huurrijtuigen, bediend door 7000 koetsiers. Fin gelana. Te Londen stond dezer dagen een burger teregt, die verzuimd had gevolg te geven aan de oproeping van een politie-agent, om hem behulpzaam te zijn hij het arresteren van twee personen. De onwillige werd tot eene boete van 40 sh. veroordeeld en ontving bovendien eene strenge berisping van den regter, die hem een slecht burger en een lafaard noemde. Dultsolilancl. De gepensioneerde luitenant-kolonel, die onder beëedigd getuigenis beschuldigd werd van zakkenrollerij, in het Panopticum te Berlijn, is blijkens nader berigt een Rus. Het regterlijk onderzoek in zijne zaak wordt voortgezet. Door het opticus Sclilesiehy-Ströhlein, te Frankfort a/M., is in het brillengarnituur een belangrijke verbetering gebragt. De bril had het nadeel, dat, doordien de glazen in een regten stand voor de oogen werden gehouden, de gezigtslijn, bijv. als men las, door bet onderdeel van het glas ging, in plaats van door.het middelpunt. Dit vermoeide het oog zeer. Thans heeft hij aan de glazen een scharnier aangebragt, waardoor men ze in den stand kan brengen, die voor het oog wensclielijk is, naarmate men vlak bij en naar beneden of méér in de verte wil zien, en zóó, dat dc gezigtslijn altijd door bet midden der glazen gaat. ümeriKa. De bekende lieer Barnum, die zich met zijn circus te New-York bevindt, heeft een gevoelig verlies geleden door het overlijden van de Mormoonsche reuzin, die door hpm voor het publiek ter bezigtiging was gesteld. Ze woog niet minder dan 516 pond en had eene lengte van 6| voet. Bij de begrafenisplegtiglieden was een zeer gevarieerd publiek tegenwoordig. Zoo zag men onder de aanwezigen bijv. de drie dwergen, waarmede de heer Barnum zulke goede zaken mankt, lak bij den Arabischen reus, bij wien de dwergen aardmannetjes geleken. Ook Hannah Battersley had van hare deelneming doen blijken en dikke tranen rolden langs de wigtige wangen van de 730 pond zware dame. Ettie Rogers, het Albino-meisje met het sneeuwwitte haar en de roodc oogen, was mede verschenen evenals Joë, de beeld- schoone Circassische Zenobiaeene dame behoorende tot een menschenetenden stam, was evenmin in gebreke gebleven hare vriendin de laatste eer te bewijzen, ofschoon ze misschien, nu deze toch eenmaal dood was, geen bezwaar zoude hebben gemaakt het stoffelijk overschot af te kluiven. Ook miss Meijers was er, die altijd een goede vriendin van de overledene was geweest en thans heete tranen weende, die langs haar fraai jen baard biggelden. De clowns, koorddansers en andere „specialiteiten" van liet circus waren eveneens gekomen, en schoven de ongemeen zware lijkkist met vereende krachten naar de groeve. Nadere bijzonderheden omtrent de vreeselijke overstrooming in bet Theisgebied. De berigten van de overstrooming der stad Szegedin en omstreken zijn waarlijk verschrikkelijk. Een streek van tien vierkante mijlen staat onder water. Behalve Szegedin, zijn nog talrijke durpen verwoest. In de stad zelve zijn reeds 1500 huizen ingestort, zoodat nog slechts een percent van het vroegere aantal staat. Geheele familièn zijn verdronken. Volgens berigten van particulieren ziju duizenden meniehen omgekomen. Het ziekenhuis stortte in eu begroef vijfhonderd zieken onder het puin. De synagoge, waarin velen een toevlugt gezocht hadden, stortte eveneens iu. De nacht van Woensdag was een ware doodsnacht. Slechts met veel moeite kon men iets ter reddiug aanwenden, daar alle ver lichting ontbrak. De gasfabriek stond onder water en de fakkels werden door den verschrikkelijken storm uitgewaaid. De aan houdende orkaan en het bruiseu van het water overstemden het gejammer der kinderen en vrouwen, die om hulp riepen. l)e reddingsbooten sloegen om, cn waren ook in een te klein getal aanwezig om eenigszins afdoende hulp te brengen. De ellende moet onbeschrijfelijk zijn. Alle levensmiddelen ontbreken. Zij, die hun leven hebben weten te redden, zijn tot den bedelstaf gebragt. Daarbij kan door de dijkbreuk ook van buiten weinig hulp worden aangebragt. Nietswaardige boosdoeners vermeerderden daarenboven nog de ellende, door de weinige huizen, die staande gebleven waren, in brand te steken, ten einde in de verwarring te kunnen plunderen. Men zendt uit Weenen cn Pesth allen mogelijken bijstand, die echter wel te laat zal komen. Dc Keizer zond 200,000 gulden tot leniging van den nood. Szegedin, de hoofdplaats van het Hongaarsche comitaat Czongrad, ligt op den regieroever van de Theiss, tegenover den mond van den Maros en aan den spoorweg van Pesth naar Temcsvur. De stad telt 70,000 inwoners en dieef een aanzienlijken handel. De laatste berigten uit Szegedin melden, dat de ramp nog ver schrikkelijker is dan men eerst meende. Nog 6000 personen bevinden zich in het grootste levensgevaar. Hun redding is bijna onmogelijk. De geweldige storin verijdelt elke poging daartoe, liet water stijgt nog aanhoudend. Er is volslagen gebrek aan levensmiddelen. Nog twee andere welvarende, volkrijke steden aan den Theiss, Szentes en Mezova Sachely, dreigt hetzelfde gevaar. Volgens losse berekening is thans rreds een landstreek van 60 vierkante mijlen overstroomd. Het verlies van den oogst van dit jaar wordt op tien millioen gulden geschat. De regering verliest een millioen aan belasting. Het verlies der meubelen en andere goederen te Szegedin bedraagt circa vijf millioen, zonder daarbij nog het verlies van bnar-vermogen der kooplieden te tellen. Bijzonderheden nit het Zoeloeland. Te Londen bevindt zich thans de Zweedsche zendeling Wilt, die dezer dagen van het tooneel van den oorlog in Zuid-Afrika aldaar is aangekomen en vergezeld is van een jongen Zoeloe van omstreeks 16 jaar. Toen deze door den heer Witt tot het christendom bekeerd was, mogt hij in zijn geboorteland niet terugkeereu, en toen de heer Witt na de nederlaag bij Isanduka de reis naar Europa aan vaardde, ging de jonge koperkleurige met hem meê, niet eerder echter dan nadat de heer Witt hem de verzekering gegeveu had dat er in Europa geen zwarten woonden. Een enkele bijzonderheid wordt omtrent de reis verteld. In Zoeloeland zijn geen bruggen. Het was niet gemakkelijk dcu jongen Zoeloe een brug te laten passeeren. Toen hij aau den anderen oever was, knielde hij, hief de handen ten hemel en riep: geloofd zij God, dat het hout niet gezonken is. Erg verwonderd was hij, toen hij te Londen gekomen, bemerkte dat bij den slag van Isanduka niet alle blanke menscheu waren omgekomen. Hij begint zieli thans met de Europeesche gewoonten eenigszins te verzoenen. Hij is behoorlijk gekleed en eet goed. Hij zal nog lang de hulp van een kapper Itnnnen missen, daar ziju haar op een klein gedeelte na, geheel is afgeschoren. De heer Witt deelde omtrent den vorst en de bewoners van het Zoe- locbuid o. a. nog de volgende bijzonderheden mede: Sedert de jongste drie jaar, dat hein het verkeer in het land verboden was, had hij zich digt bij de grenzen moeten ophouden. Koning Cetcwayo was aanvankelijk volstrekt geen vijand van het christen dom. Hij had zijn onderdanen echter moeteu beloven, dat hij de zendelingen verbieden zou in het land te komen en hield hierin woord. Zoodra een zijner onderdanen zich tot het christendom bekecren wilde, werd hij gedood. Toen de Kor.ing vernam, dat een Zoeloe zich wilde laten doopen, gaf hij onmiddellijk bevel, dat een soldaat bet vonnis voltrekken zou. Toen het geweer van dezen weigerde en hij in zijn bijgelovigen angst wegliep, werd er terstond een plaatsvervanger gezonden, die aan het leven van den veroor deelde spoedig een einde maakte. Omtrent de militaire aangelegenheden deelt de heer Witt med#, dat zells de vrouwen in den wapenhandel worden geoefend en dat de mannen, als zij 40 jaar oud zijn, verpligt zijn te trouwen. Weigeren zij, dan worden ze ter dood veroordeeld, en het komt meer dan eens voor, dat een Zoeloe liever zich laat ombrengen dan in liet huwelijk te treden. l)e meeste wapens werden door zekeren John Dunn geleverd, die voor ieder geweer een koe kreeg. Deze Dunn zou de Zoeloe's ook met het gebruik der wapens bekend gemaakt hebben. De heer Witt zegt, van het volk, dat het zeer vreedzaam gesterad is en met de blanke buren gaarne in vrede wil leven. Zoolang Cctewayo echter aan hun hoofd staat, is aan geen vrede te denken. Hij zal den strijd tot den laatsten man doorzetten. De Zoeloe's gelooven aau onsterfelijkheid of juister gezegd aan een zielsverhuizingzij mceneu dat de ziel na den dood naar het ligebaain van een slang verhuist. In ieder huishouden vindt men dau ook een slang, die met zorg verpleegd wordt. Verlaat deze het huis of sterft ze, dan meent men dat een groot ongeluk ver wacht moet worden. Burgerlljlie Stana. Gemeente HELDER. Van Donderdag tot Zaturdag. ONDERTROUWD: H. A. Jobs, zeeman en M. Smit. A. de Waard, klcedermaker en J. C. Timraner. GETROUWD: Geene. BEVALLEN W. Kramer, geb. Scheerman, Z. L. Kleijn, geb. Sclnöder, Z. 11, v. Duin, geb. Keijzer, Z. OVERLEDEN: J. Langerveld, 23 jaren. Weërtaitee Waarnemingen Ie Helfler. laësM) Windrigting en Kracht. 14 J 12- wnw. 6k. 15 8 zotz. 1.4„ 15 12 ztw. 6» Barometer Thermometer mm. C. Stand. Afw. Stand. J Afw. 765.97 757.03 755 00 5.77 3.17 5.20 0.7 0.0 3.4 4.5 3.3 1.8 Toestand van de zee. Golvend. Slecht, (ingolv Weersgesteldheid: 14 Maart 12 u. Digtbewolkt, winderig, buijig.' 15 Maart 8 u. Digtbetrokken, sneeuw. 15 Maart 12 u. Digtbetrokken, vochtig. Gevroren dikte van 13 op 14 dezer 10 millimeters. Marinehaven Nieuwediep. binnengekomen schepen, bestemd hunne leding inde buiten- of binnenhaven te lossen. Schip. Gezagvoerder. Herkomst. Lading. Cargadoor. Trevethick, st. J. Coleraan. Newcaslle. Steeuk. Duink.&Goedk. Advent, st. H. Polier. Stelling, st. II. Johnson. v. Gyn Sc Co. Haven van IJmuiden. Binnengekomen 13 Maart. Dragon, st., Londen. 14 Maart. Eliza Hunting, st., Middellandsche Zee: Eddvstone st., Huil. Vertrokken 14 Maart. Chipchase, st. en Harton, st., beiden Newcaslle; Astrea, st., Kopenhagen Medea, st., Hamburg; Ondine, st., Dantzig; Bessarabia, st., Cardifl. ALKMAARSCIIE MARKT VAN GISTEREN. 215 ni .Tarwe 119 m. Rogge ra.Gerst (Chev.) 449 m.Huver m.Paardeub. m.Br.Boonen m. Kanariezaad m.Mosterdz.(r)- 17,50a m. (g)-12,50a 2 m.Bl.Maanz. - 9,a m.Koolzaad - a 390 209 1 per mud 8—alü,— 6,50a 6,75 4,75a 5,25 6 50a 7,25 4,-a 5,50 6,75a 7,25 10,—al 3,— 117 per 50 KG. m.Karweizaad fl6,50ul7, per mud m.Grn.Erwten - 12,al 7, m.Graauwe„ -14,al8, m.Vale -11,al6, ra.Witte - 9,al 2, 92 stap. Kaas, weg. 18228 KG. per 50 KG. Kleine Hooi f31,,Gras f Commissie» - 30,- Middelb. - 31,50, - Laagste prijs f 13, ALKMAARSCHE MARKT VAN HEDEN. per stuk 10 Paarden b.'tj. f 85,a600,- Veulens - a 12 Koeijen -175,a26U,- 88 Nucht.Kalv. - 4,al8, 588 Schapen - 16,aö5, per ito 2 Lammeren f 10,a 1S0 Mag. Varken» - 12,a22, 250 Bigg.ben.10w.- 5,alO, 3 Bokk.&Geiten - 5,a 8,- Boter f 0,70 a 0,85 per0.630KG.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche en Nieuwedieper Courant | 1879 | | pagina 2