IIELDEflSCHE EN NIEUWEUIEPER ('01 BANT. Nieuws- en Advertentieblal voor Hollands noorderkwartier. 1879. N". 35. A Vrijdag 21 Maart. Jaargang 37. „W ij huldigen het goed c."' Venchijiil Dingsdatr, Donderdag en Zaturdag namiddag. AbmnenienUprys per kwartaalƒ1.80. p franco per post - 1.65. Uitgever AA. BAKKER Cz. Bureau: MOLENPLEIN 103. Prijs der A dvprtentiën: Van 14 regel» 60 Cents, elke regel meer 15 Cents. Groote letters of vignetten worden naar plaatsruimte berekend. Eiken Donderdag vertrekt de mail naar Oost-lndië. Laatste ligting 's avonds 6 uur. HELDER en NIEUWED1EP, 20 Maart. In de vergadering der Visscherij-Maatschappij den Helder, gisteren avond gehouden, is besloten nog twee schuiten te laten bouwen. Naar wij vernemen wordt de heer L. Feekes, stations chef alhier, met 1 Mei a. s. verplaatst naar station Haarlem en met dien datum vervangen door den lieer Ilenesse, van Utrecht (Maliebaan). De heer van IJsseldijk, stationschef te Schiedam, wordt, verplaatst naar Utrecht (Maliebaan) en vervangen door den heer Brunet de Rochebrune, van Uitgeest. Wij betreuren het vertrek van den heer Feekes voor onze gemeente. Hij toch paarde in de uitoefening zijner betrekking aan bijzonderen dienstijver eene groote mate van welwillendheid tegenover liet publiek. Het Stafmuziekkorps der Marine, onder directie van den kapelmeester Weckcsser, zal zich gedurende dezen zomer eenige dagen in plaatsen laten hooren waar de zeemagt is gestationeerd, nl. te Amsterdam, Rotterdam en Hellevoetsluis. Zr. Ms. stoomkanonneerboot Thor is door den luitenant ter zee 1ste klasse D. G. Brand, officier van politie aan 's Rijks marinewerf alhier, van Amsterdam door het Nooril- hollandsch Kanaal overgebragt, om bij 's Rijks marine werf alhier in conservatie te worden opgenomen. De heer Storm van 's Gravesande, die gedurende 32 jaren door het kiesdistrict Steenwijk ter Tweede Kamer werd afgevaardigd, heeft verklaard, zich bij de aanstaande periodieke verkiezing niet meer herkiesbaar te stellen. Ter vervanging van den heer mr. O. van Rees, benoemd tot minister van Koloniën, zal te Arnhem eene verkiezing voor een lid der Tweede Kamer plaats hebben op 8 April a.s. Het berigt van het Dagblad, dat het ministerie volgens de informatiën van eenen wel ingelichte zal aftreden, schijnt den weg over de grenzen gevonden te hebben. „Ook Nederland heeft zijne ministeriële crisis/' schrijft de Königsb. Allgem. Ztg., en het blad voegt er deze stichtelijke bijzonderheden aan toe: „De aftreding van den eersten minister Ivappeyne van Kapellen staat voor de deur, omdat de twee belangrijkste wetsontwerpen, die door de regering zijn ingediend, op den onoverwinnelijken tegenstand der Kamer stuiten. Het zijn de door de heerschende „Mijnheers" met verklaarbaren afkeer begroete kapitaal belasting en de militaire reorganisatie. Mijnheer doet zijne beurs open als hij weet, dat hij tïen-twintigvoudige winst kan behalen, en begrijpt niet dat Holland zoozeer in last is, dat het noodig is zijnen zoon in uniform te steken. De hervormingsminister zal aftreden en daarmede is de zaak voorloopig afgedaan!" fArnh. Crt.) De heer H. L. Koning, dirigerend officier van gezond heid bij de zeemagt, is, kort na zijn terugkomst uit Oost- lndië, te 's Hage overleden. Dunkler's muziek i* het eigendom geworden van het regiment Grenadiers en Jagers, voor f 15,000. Uit verschillende streken van ons land wordt gemeld, dat de stand van de wintergewassen uitstekend is. De strenge winter schijnt daaraan volstrekt geen kwaad gedaan, integendeel gunstig gewerkt te hebben, daar veol ongedierte door de strenge koude is vernietigd. Beroepen te Koedijk ds. J. J. Tenthoff, te Herkingen. -- Voor de met den 1 April a. s. op te rigten Rijks normaalschool te Zuidscharwoude is benoemd tot onder- SZEG EOIKT. In de streek waar Tliciss en Maros te zamen vloeijen cn de volbloed Magyar woont, zet wel zelden een Duitsclier den voet, tenzij hij er door zaken of bijzondere redenen heengedreven wordt. Reeds terstond ten zuiden van Keeskemet begint de Poszta- Kijkt men regts of links uit het raampje van zijn coupé, dan ziet men aan weerszijden niets als een vaalgroene vlakte, in de verte hier en dnar een enkel gehucht, een wit huis met een graauw dak, daar naast enkele magere acasiaboomen en een put met een stellage er op, die aan de ra van een Portugeesche brik doet denken. Een gedeelte der Poszta is reeds bebouwbaar gemaaktdaar ziet men velden met schrale maïs; voor het meerendeel ziet men echter niets als spigtig gras, dat op een schralen zandgrond zijn armzalig bestaan voortsleept en der kudden van halfwilde buffels en paarden, die er den geheelen dag op grazen, ter naauwernood hun genoegen geren kan. De zon droogt deze vlakte des zomers zoo uit, dat men zelf, door er slechts naar te zien, reeds dorst krijgt. Hier en daar staat een herder met een witten broek en een breedgeranden hoed den spoortrein na te kijken, die een geduchte stofwolk hemelwaarts zendt. Een paar knevels, wier lange punten parallel met den horizon loopen, eu twee flinke kijkers is het eenige wat er bijzonders aan den man te zien is. Naast hem staan een grimmige wolfshond, die zijn tanden laat zien en er uitziet alsof hij grooten lust gevoelt de locomotief aan te vliegen. Uren lang snort de treiD door deze vlakte tot de kussens van de coupé zoo met stof bedekt zijn, dat men niet meer weet waar men zich neder zal zetten. Dan vertoont zich in de verte een nevel, vervolgens een witte streep: dat is de Moras, schitterende in het Deze dichterlijke beschrijving van de zoo zwaar geteisterde streek komt voor in de Zw. Crt. en is ontleend aan een artikel ya\\ Johannes Ziegler in de Neue freie Preste. wijzer de heer II. van Ileerikhuizen, thans hulponderwijzer te Oudkarspel. Men schrijft ons uit Alkmaar, dd. 18 dezer: „De heeren mr. Ch. Bosch Reitz, fabrikant te Helder, C. J. van Spall, ingenieur der fabriek van stoomwerk tuigen enz. van den heer Bosch Reitz en A. van Linden van den Heuvel, particulier te Amsterdam, hebben zich tot den gemeenteraad alhier gewend, om hun in eigendom of in erfpacht af te staan, ongeveer 3100 centiaren gemeen tegrond, deel uitmakende van het plantsoen bij de voor malige Boompoort alhier, aan het Noordhollandsch Kanaal, tan einde daarop te stichten eene ijzergieterij en een fabriek van stoomwerktuigen, thans te Helder bestaande." „Op de botermarkt alhier, Zaturdag 22 Februarij 11. gehouden, zijn door de politie in beslag genomen 2 koppen boter, zoogenaamde kunstboter, die door Hendrik Sluiter, volgens zijne verklaring, voor zekeren Beudeker, aan de Nieuwesloot alhier werden verkocht, welke boter is onderzocht door den heer directeur der Rijks Hoogere Burgerschool, die daaromtrent rapporteerde: „De onderzochte waar is in het geheel geen boter, zelfs „niet eens de zuiver bereide kunstboter of oleo-margarine, „maar slechts een geel gekleurd vet, waarschijnlijk varkens- „vet, waarmede hoogstens 33/0 werkelijke boter gemengd „kan zijn." Tegen Sluiter is proces-verbaal opgemaakt en aan de bevoogde regterlijke autoriteit ingezonden." Het berigt uit Hoorn, als zouden de grondeigenaars, wier perceelen benoodigd zijn voor den aanleg van den spoorweg naar Zaandam, met 1 Mei die gronden moeten ontruimd hebben, wordt in een nader schrijven vandaar voor onjuist verklaard. Uit Ursem meldt men: „Dezer dagen bragt een schaap van den veehouder B, te Noorddijk, in deze gemeente, niet minder dan zes lammeren ter wereld. Het schaap, zoowel als hare jongen, schoot er echter het leven bij in." In de gemeenteraadszitting te Amsterdam, gisteren gehouden, is met eenparige stemmen het besluit genomen totintrekking der concessiën aan de gasfabrieken, op een nader te bepalen tijdstip, met uitnoodiging aan het Dag. Bestuur om ter dezer zake nadere voorstellen te doen. De Kamer van Koophandel en Fabrieken te Amster dam heeft zich bij adres gewend tot den minister van Waterstaat, Handel en Nijverheid, ten einde de aandacht van Z. Exc. te vestigen op liet streven der Duitsclie Spoorwegmaatschappijen om door de vaststelling harer tarieven het goederenvervoer over en met Nederland te bemoeijelijken. In de rigting naar Hamburg en Bremen zijn de vrachtcijfers merkelijk lager dan voor liet verkeer met Nederlandsclie havens, ook zelfs voor streken, die op korteren afstand van de laatsten gelegen zijn. Uit Amsterdam meldt het I). v. Z. II. dd. 17 Maart. „Van goed onderrigte zijde wordt medegedeeld, dat weder een lid van de beruchte Anatole of Harderwijk-club, zooals zij gewoonlijk wordt genoemd, geëclipseerd is naar de nieuwe wereld, om den strafregter te ontvlugten, die hem vermoedelijk zeer spoedig zou geroepen hebben om getuigenis af te leggen in zake den moord in de Beuling straat, alsmede in zake de poging tot zelfmoord eener dame van hetzelfde allooi, op de Heerengracht bij de Heisteeg die, dank zij de goede zorg, haar in het gasthuis bewezen, tot groote blijdschap der justitie langzamerhand van haar belangrijke wonden geneest. Bovenbedoeld jongmenscli is dan nu no. 5 dier losbandige club, slagtoffers der onzalige bacchanalicn in de Nes, die thans voor geruimen tijd zonnelicht; nu volgt een tweede streep: dat is de Theiss, de veel- bezongene, die daar langzaam, als bedroefd dat zij scheiden, moet, voortkruipt. De nevel boven de rivier wordt veroorzaakt door de moerassen daarboven zweven, hoog in de blaauwe lucht, eenige reigers, schoone kringen beschrijvende. De grond naast de spoor baan schijnt vochtiger te worden; er verrijzen voortdurend meer hoornen, hoogstamniige acasia's, boven wier fijne bladeren de lange wieken van windmolens zich verheffen. Dan rertoonen zich tusschen de acasiaboschjes lage boerenhuizen met graauwe daken, cn de trein beschrijft een wijden boog om een zeer uitgestrekte streek, die zich om eenige kerktorons schijnt te bewegen. Af en toe bespeurt men een lange, breede, door geen menscbelijk wezen betreden straat, die met zwarte en witte punten als bezaaid is. Die zwarte punten zijn varkens, de witte ganzen en het geheel is Szegedin. 't Was de eerste keer, dat ik in een werkelijke Magyarenstad kwam, eu daar ik alleen gekomen was om er kennis mede te maken en verder wilde reizen als dit geschied was, verheugde ik mij zeer in het gezigl. De stad had werkelijk haar eigenaardige bekoorlijkheden en verschilde geheel van wat men in West-Europa ziet. Komt men van het station, dan meent men een verbazend groot dorp te zien of een der digtbevolktc steden uit de binnen landen van Afrika, zooals Barth cn anderen ze ons schilderen. Aan weerszijden van de lange breede straat staan in tuinen en door acasia's beschaduwd, onaanzienlijke huisjes, ligt en digt, doclj allen helder gewit, hetgeen een vrolijk gezigt oplevert. De graauwe daken waren nagenoeg geheel met roode klimplanten bedekt cn onder de vooruitstekende randen hingen guirlandes van hooggele maïs. Men kan zich voorstellen hoe aardig dit tusschen het groen der acasia's uitkwam, en huis aan huis zag men hetzelfde. Midden op de straat lagen vette varkens zich in de zon te koesteren en met hun vreemdsoortige snuiten den grond om te woelen, terwijl groote menigte ganzen snetterend uit elkander stoven, zoodra ons rytuig naderde. Van menschelyke bevolking ontdekte ik slechts onschadelijk werd; drie zijn in hechtenis cn twee op den loop. Zoo wordt die atmosfeer langzamerhand gezuiverd." Of gisteren de vlag wapperde op het gebouw van het ministerie van Financiën te 's Gravenhage? vraagt do Arasterdamsche Courant, 's Lands schatkist toch vierde een gedenkwaardigen dag, daar de Staatscourant „het plan" bevatte voor de driehonderdste staatsloterij Nadere bijzonderheden omtrent de overstroo- mingen in het Theisgebied. Uit Weeiien meldt men o. a. aan de N. Rott. Crt. dd. 16 dezer: Hier zijn op 't oogenblik alle andere gebeurtenissen op den achtergrond gedrongen, door de ramp welke aan Szegedin overkomen is. Hoewel de berigten schaarsch zijn, daar de telegraphische gemeenschap dikwijls is afgebroken, .zoo zijn echter de tijdingen, die men tot dusver vernomen heeft, van zoo vreeselijken aard, dat ze bijkans aan bet ongeloofe- lijke grenzen. Van de 6000 buizen, waaruit de stad bestond, zijn er reeds 4000 volkomen verwoest, en die nog overeind staan, hebben zoodanig door liet water geleden dat her nieuwing noodzakelijk is. Op bet. laatst was het water meer dan 7 meter hoog in de straten, en toch werden er velen gevonden, die ter wille van hun huisraad hunne woningen niet verlaten wilden. Men heeft nu reeds ongeveer 400 menschen begraven; het aantal slagtoffers wordt thans reeds op minstens 2000 berekend. In de nabijheid der stad bevindt zich een eikenbosclije. De menschen zochten een toevlugt in de hoornen, en velen hebben in dien toestand gedurende 36 uren zonder eten of drinken en zonder de noodige kleederen moeten verkeeren. Zij, wier krachten tekort schoten, kwamen allen in het water om. Is aan den eenen kant de vorst, die sedert 12 uren de wateren verstijft, een voordeel voor de ongelukkige bewoners, aan den anderen kant zijn ook vele door de lievige koude doodgevroren. Men is nog steeds bezig met de bevolking naar de omlig gende steden te vervoeren en zij staan bij honderden opeen gehoopt op den spoorwegdijk. Tenten en barakken worden voor die menschen opgerigt. Hoevele hartverscheurende tooneelen er hebben plaats gehad kan men zich denken; de bladen zijn er vol van. Zoo zagen moeders bare kinderen verdrinken zonder dat zij eenige Hulp konden bieden. Een huis, waarin 80 personen gevlugt waren, stortte in en bedolf allen in den vloed. De angstkreet die op dat oogen blik de lucht vervulde, vermengd met liet gekraak der balken, moet volgens de toeschouwers vreeselijk geweest zijn. Bij het vernemen van al die ijsselijkheden wordt het hart des te meer met weemoed vervuld, als men bedenkt dat, volgens het berigt van den heer Pally, burgemeester der stad, het ongeluk eenerzijds toe te schrijven is aan de luiheid en onverschilligheid der bewoners en aan den anderen kant aan dc verkeerde maatregelen die door de verschillende besturen genomen zijn. Als een kleine bijzondeidieid deel ik ten slotte mede, dat te Szegedin gedurende dien verschrikkelijken tijd nog twee-en-dertig kinderen geboren zijn. Ook zijn er vele personen krankzinnig geworden. In verschillende plaatsen staken de bewoners hunne huizen in brand, in de hoop de assurantiepenningen te verkrijgen cn op die wijze schade vergoeding te erlangen voor hot geleden verlies. Hoe door zulke handelwijze de algemeene ellende en schrik nog ver meerderd werden, behoeft wel geen betoog. De overdreven naauwgezetheid bij het Grootboek der Nederlandsclie Werkelijke Schuld, door den heer do Ivanter medegedeeld, geeft de Arnh. Crt. aanleiding tot deze opmerking: „Het bevestigt op nieuw het oordeel, dat een cpn knaap, die bijna geheel naakt over den weg liep. Ziedaar den eersten indruk dien ik van Szpgedin kreeg, dat toch een koninklijke vrijstad is, veel handel in graan en hout drijft., veel stcurvissche- rijen bevat en meer dan 70,000 inwoners heeft; het zag er uit als een groot dorp met ccn kleine op eea stad gelijkende kerneen echte Magyaren-stad, waarin, behalve de Joden, slechts zeer enkele menschen wonen die Duitsch verslaan. Onder de gebouwen der binnenstad zijn er echter eenigen, die men indrukwekkend noemen kanhet stadhuis, kloosters, scholen. De winkels der nieuwgebouwde huizen schenen uitsluitend in han den der Joden te zijn; in velen zag men een ongeloofelijk mengel moes van oude kleedercn, waarmede hier groote zaken schenen gedaan te worden. De winkeliers keken met hun verstandige oogen vrolijk en terreden over het zonnige marktplein naar de boeren lieden, die na afloop van hun dagwerk met hunne wagens met breedgehoornde buffels huiswaarts togen. Verreweg de meeste huizen zagen er niet voordeelig uit: bouwvallig en smerig. Zoo za°- S/.egedin er uit in den zonneschijn; wel vreemd, maar toch niet onaangenaam voor hen, die aan Westersche steden gewoon zijn. Het, vreemdst zag het er aan de Theiss uit; aan de hellingen van haar tamelijk hooge oevers was een menigte onraad opgehoopt, waaronder de donkergroene schillen van watermeloenen de hoofdrol speelden. Nu en dan geraakten stukken van de massa los en rolden in de Theiss. Het water van deze rivier zag er niets aan lokkelijk uit; het stroomde traag voorbij. Uit eenige rotte appels, die midden in de rivier dreven en wier bruine en hoogroodc kleur overigens bij het geelachtige watervlak eene aardige afwisseling opleverde, kou men bespeuren, dat de strooming bijna gelijk nul was, zoo langzaam dreven zij verder. Alleen als eene stoomboot uit den mond der Maros op de Theiss kwam en met haar breede, roode raderen liet lijmachtige water beroerde, kwam er eenige be weging in, maar van eigenlijken stroom mogt geen sprake zijn. Slot volgt.)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche en Nieuwedieper Courant | 1879 | | pagina 1