HELDERSURE EN NIEUWEDIEPER COURANT. Nieuws- en Advertentieblad voor Hollands Nooriertwartier. 1879. N°. 39. Jaargang 37. Zondag 30 Maart. Mijne nicht Estella. A 7 „W ij huldigen I bet goede." Venehijiii. l>ing»il*g, lJondenUg cn Zoturdag namiddag. Ib iDoemeiitspriji per kwartaalƒ1.80. w franco per post - 1.65. Uitgever A. A. BAKKER Cz. Bureau: HOLEN PLEIN N°. 163. Prijs der Advertcntiën: Van 14 regel» 60 Cent», elke regel meer 15 Cent». Groote letters of vignetten worden naar plaatsruimte berekend. Eiken Donderdag vertrekt de mail naar OosMndlê. Laatste ligting 's avonds 6 uur. Bij dit nummer behoort een Bijvoegsel, bevattende: 1. Adcertentiën 2. Brievenuit de Hoofdstad; 3. Mengelwerk E"H Japansche Tragedie; een blik op Parijs van af de Nót re-Dame en over Paardenfokkerij en Rundveeteelt. VERGADERING van den RAAD der gemeente ANNA PAÜLOWNA op DINGSDAG den 1 APRIL 1879, des namiddags ten twee ure. Anna Paulowna, den 28 Maart 1879. De Burgemeester, C. E. P E R K. Onderwerpen ter behandeling: 1. Vaststelling Kohier Hoofdelijken Omslag; 2. Kohier Hondenbelasting; beiden voor de dienst van 1879. 3. Benoeming Leden Stembureau. 4. Wijziging Reglement Armbestuur. 5. Medeaeeling ingekomen stukken. HELDER en NIEUWED1EP, 29 Maart. Voor een klein maar belangstellend publiek gaf de heer Maju jl. Donderdag avond in Tivoli, na eene beknopte verklaring van het instrument, proeven met de groote phonograaf. Op mechanisch gebied behoort dit werktuig, dat het gesprokene en vooral de toonen van de trompet, vrij duidelijk weergeeft, zeker tot een der belangrijkste uitvindingen dezer eeuw. De volksbijeenkomsten die van wege het plaatselijk departement der Maatschappij tot Nut van 't Algemeen werden georganiseerd, zijn in den afgeloopen winter bijge woond door 1660 personen. Gisteren avond werd in het lokaal Tivoli eene verga dering gehouden van het plaatselijk departement der Maat schappij tot Nut van 't Algemeen, waarin de heer de Vries, van Oudorp, als preker optrad. Naar aanleiding van een reeds voor vele jaren verschenen boek over het Romeinsche volksleven, vooral naar aanlei ding van een openbaren briefschrijver, schetste spreker een en ander uit ons volksleven. Was de vorm der lezing ietwat vreemd, het onderhou dende er van werd er zeker door bevorderd. Spreker verplaatste zijne hoorders in den Sylvester- nacht, in 't lokaal van een postkantoor. Eenige daar in de loketten aanwezige brieven kwamen aan liet woord en vertelden een en ander betreffende liet huisgezin van den heer Baarman. Zeer juist werd o. a. weergegeven wat in 't maatschappelijke en huiselijke leven plaats vindt en wat dientengevolge wordt gesproken, gedacht en gevoeld; vele 3) Nanr het Engelsch van NELLA PARKER, door DIENA. (Verwig) Het weer was gedurende de maand April buitengewoon warm en droog geweest, zoodat wij onze croquetpartijen vroeg begonnen waren. Ik moet zeggen, dat ik dacht, dat Slephen Sherwin, een man van zaken en die bijgevolg overvloedige en noodzakelijke bezigheden had, zeer veel tijd bij het spel verspilde en, alles bij elkaar genomen, speelde hij niet bijzonder goed. Op zekeren na middag, dat wy ons bij de familie Lawson bevonden, gooide hij de ballen op zulk eene buitensporige wijze tegen elkander aan, dat ik mij verplicht achtte, hem in het belang van het spel een weinig te beknorren. Ik was echter ten hoogste verwonderd, dat hij, toen Hannah als naar gewoonte mij tegen 7 uur kwam afhalen, zijn voornemen te kennen gaf om met mij naar huis te wandeleu. „Wij kunnen u waarlijk nog niet laten gaan, master Sherwin!" riep mistress Lawson uit. „Het spijt my, u te moeten zeggen, dgt ik hiertoe verplicht ben, daar ik eenige bezigheden heb, die heden avond verricht moeten worden," antwoordde Stephen. „Wel, wat kunt ge op dezen tijd te doen hebben vroeg Minnie Lawson. „Iedereen heeft zijne zaken voor vandaag afgedaan." „Maar ik niet, miss Lawson," zeide Stephen lachend. „Dan denk ik, dat ge beter deedt om regelrecht naar huis te gaan," was het niet zeer vriendelijke antwoord van Minnie. „Het is geheel en al uit uw weg om Marguerite naar huis te geleiden; daarenboven heeft zij hare dienstbode en u dus niet noodig.* Ik verbeeldde mij, dat Minuie's toon en manieren Stephen niet bevielen, want hij keerde zich van haar af, zag mij aan en zeide op bedaarden toon: „Ik heb eene opdracht van mijne tante aan mistress Crawford en daarom dwingen mij zoowel plicht als genoegen, miss Crawford te vragen, mij toe te 9taan haar naar huis te vergezellen. Mag ik de gunst als toegestaan beschouwen?" vroeg hij met een glimlach. Ik kon zulk een eenvoudig verzoek niet weigeren en was daarom verplicht, Slephen als geleider aan te nemen. Zoo vertrokken wij voor onze wandeling huiswaarts in de schemering van den lente avond, terwijl Hannah op eenige passen afstand volgde. Gewoonlijk luidden wij elkander veel te zeggen, maar bij deze gelegenheid scheen onze welbespraaktheid ons te ontbreken. Ik dacht na over een dozijn verschillende onderwerpen, die voor ons beiden belangrijk konden zijn, maar ik trachtte te vergeefs eenige goede opmerkingen te maken en de stilte begon voor mij ten laatste pijnlijk te worden, toen ik toevallig tot mijn geleider opzag en ontdekte, dat hij mij aanstaarde op eene wijze, die een nuttige wenken en opmerkingen werden ten beste gegeven, welke, naar wij meencn, niet zonder genoegen en vrucht werden aangehoord. Na de pauze bepaalde spreker zijne hoorders hij „Oude Kennissen." Was het soms voor velen de vraag, of liet leven nog wel iets prettigs had of aanbood, spreker toonde aan, dat een terugblik in 't verledene, nog eens le leven in 't ver- ledene, ons zoo goed kan doen, vooral als een gelukkige jeugd achter ons ligt en goede mensohen ons in onze jeugd hadden omringd. Ten slotte wekte spreker op, om vooral te zorgen, dat de jeugd welke aan onze knie opgroeit, een vrolijke en gelukkige jeugd moge hebben; opdat zij daardoor voor de toekomst, een waarborg mogen hebben om inde herinnering daarvan gelukkig te mogen zijn. Was spreker voor zijne hoorders ook een oude kennis, de vernieuwde kennismaking heeft er zeker toegeleid, dat men wenschte dat de kennismaking op die wijze nog meer malen mag worden voortgezet. Gisteren zijn HH. MM. de Koning cn de Koningin de eerste kieviteijeren ten geschenke aangeboden door de firma D. Schaap, te Delft. De definitieve begrooting voor het departement van Oorlog is hij de Tweede Kamer ingediend en bedraagt f 21.670.000. De minister verklaart in de memorie van toelichting, dat hij hij zijn beheer strikte zuinigheid zal in acht nemen. Een goed ingcrigte krijgschool acht de minister onmisbaar. De Nederlandsch-Amerikaansche Stoomvaart-Maat schappij keert over 1878 f 25.per aandeel uit. Men schrijft ons van Wieriugen. dd. 27 dezer: „In den nacht van 26 Maart jl. is aan den oever alhier door middel van inbraak ten huize van P. Kaleveld een nog al aanzienlijke partij turf ontvreemd, de behendige dief of diefegge heeft door middel van een opening in het kozijn te snijden de sluiting der deur weten te verwijderen en zich zoo vervolgens toegang tot den zolder verschaft. Daar genoemde P. K. afwezig was is de vrouw met den schrik en de schade er af gekomen. Uit Haringkarspel meldt men ons: „Onze brievenposterij laat nog steeds veel te wenschen over. De gemeente kan door één postbode niet bediend worden. Uit eigen beurs de man heeft f 450 tractement moet hij minstens één looper bezoldigen. Daarvoor wordt de vorige brievengaarder, een man van meer dan 70 jaren, gebruikt. Dat de geheele bezending brieven enz. door dien oude, dien zijne rust wèl verdiend had, verloren werd en door voorbijgangers langs den weg werd gevonden, is nu wel geen regel, maar toch meer dan ééns gebeurd. Wel schijnt 't regel te zijn, althans langzamerhand te worden, datwij 24 uren te laat onze correspondentie ontvangen, 't Klinkt zeer apocrief in onzen tijd van stoom warmen gloed op mijn gelaat te voorschijn riep. Ik vreesde, dat Stephen dit bemerkte, want het volgende oogei.blik vatte hij mijne hand en haar op zijn arm plaatsende zeide hij, op eene overkalme wijze, waarin mannen gewoonlijk hunne despotische gevoelens trachten te verbergen „Het zal niet lang duren eer wij tehuis zijn, miss Crawford, en ik heb u nog zeer veel te zeggen. Deukt ge, dat ge eene aan dachtige toehoordster zult zijn?" „Dat hangt er van af, wat ge te zeggen hebt," antwoordde ik voorzichtig, want ik was boos op mijzelf voor dien blos en was geneigd mij zoo onaangenaam mogelijk voor te doendoch Stephen soheen niet in het minst van zijn stuk gebracht cn antwoordde: „Wel, ik wil zeggen, dat ik u noodig heb om mij in eene zeer gewichtige zaak te helpen." „Ik u helpen, master Sherwin!" riep ik uit. „Ik vrees, dat mijne hulp een bepaalden last zou zijn." „Niet in dit geval," antwoordde Stephen lachend. „De waarheid is, dat ik een eigen huishouden ga oprichten en alzoo een verant woordelijk lid der maatschappij word. Ik denk, dat ik veel ge lukkiger zou zijn, indien ik iemand had om voor te zorgen en die zulks ook een weinig voor mij wilde doen." „Wel, waarom adverteert ge niet voor eene huishoudster vroeg ik ondeugend, half radende, wat zou volgen en mij veilig tehuis wenschende. „Omdat ik eene vrouw noodig heb, geen huishoudster. Weet ge waar ik er eene kan vitulen, miss Crawford „Neen, waarlijk niet," antwoordde ik snel. „Ik wenschte, dat ge een oogeublik wildet stilstaan, master Sherwin, zoodat ik Hannah om den shawl kan vragen, dien zij voor mij meebracht; het is zeer koel." WTij keerden ons om, maar tot mijne ontsteltenis was Hannah nergens te zien. Die verraadster! Zij verliet mij op het oogenblik, dat ik haar noodig had. In plaats van haar dit gebrek aan oplettendheid kwalijk te nemen, lachte Stephen en sloeg zijn witten das om mijn hals, ondeugend zeggende, toen hij stilstond om den das vast te knoopen en zoo zijn gelaat dicht bij het mijne bracht: „We zullen sneller wandelen; doch ik moet zeggen, dat gij er niet koud uitziet en," voegde hij er onder het voortgaan ernstig bij, „ik bemerk, dat ge mij niet wilt begrijpenik handel dus wijzer met duidelijk tc spreken, om myn geluk of ongeluk te weten. De zaak is, dat ik geleerd heb u zeer lief te hebben. Marguerite, wilt ge mijne vrouw worden?.... Geef geen haastig antwoord, lieve, want herinner u, dat mijn geluk van uwe beslissing afhangt. Ik ken u genoeg om te vertrouwen, dat gij dc waarheid zult zeggen en vermeen, dat gij zeker moet ziju, dat ik altijd mijn best zal doen om u gelukkig te maken. Nu wil ik wachten totdat wij aan cn electriciteit, dat zulks kan gebeuren in eene gemeente die 't spoor door liare landpalen ziet gaan, maar boe onge- loofelijk liet scbijne, 't is belaasmaar al te waar. Wanneer mogen wij hierin op verbetering liopen?" Door den Raad der gemeente Egmond a/Zee is tot vroedvrouw benoemd mejufvrouw Lieth, thans in dezelfde betrekking te Abcoude. Te Nieuwc-Niedorp is Jl. Woensdag een boet afgebrand. De Roomscli-Catholieke kerk, in 't Veld, die in de onmid dellijke nabijheid staat, beeft men gelukkig kunnen sparen. Naar aanleiding van een brand in de gemeente Kolhorn, waarbij twaalf koeijen en twee paarden in de vlammen omkwamen, alleen omdat men de dieren niet snel genoeg kon losmaken, maakt men ons weder attent op de noodza kelijkheid om verbeteringen te brengen in bet vastmaken van het vee op stallen, 's Schrijvers denkbeeld komt hierop neer: Voor elke koe steke men een hout door den muur, aan den binnenkant is de koe er met een touw en ring aan vastgemaakt, aan den buitenkant houdt een spie den bout op zijn plaats. In geval van brand trekke men de spieën er uit en de koeijen zijn los; de groote deuren zijn inmiddels opengeslagen en de geheele verzameling kan naar buiten gejaagd worden. Wij geven het denkbeeld aan belanghebbenden in over weging en herinneren daarbij, dat in ons nummer van 3 December jl. als middel werd aangegeven, al de koeijen met ringen aan één ijzeren stang vast te maken, die buiten de schuur uitkomt. Bij brand trekke men den stang uit, waarna de koeijen ook dan los zijn. (N. v. d. D.) Sedert jl. Maandag hebben de binnenschippers van Hoorn op Alkmaar en Purmerende enz. moeten ophouden met varen, dewijl de vaart zoo digtgevroren was, dat men op enkele plaatsen in staat was er op te loopen. Jl. Dingsdag verliet de koopman R. C., van (ïroot- schermer, de Purmorender markt, eenige biggen met zich voerende. In den Beemster, aan den Zuiderweg, geraakte een der beestjes in het water; de koopman bond de anderen aan een boom vast en trachtte het verloren dier te redden ongelukkig waagde hij zich te ver, met het gevolg, dat hij jammerlijk verdronk. Woensdag morgen werd het lijk opgevischt. De feestelijkheden, die reeds vroeger bepaald waren voor den plegtigen intogt van den Koning en de Koningin te Amsterdam, zullen alle met eenige onbeduidende afwijking van liet oorspronkelijk programma plaats vinden. Zij zullen bestaan in den intogt, de plegtige ontvangst in de Nieuwe Kerk, de gala-voorstelling in den stadsschouwburg, de audiëntie van den Koning en de Koningin ten paleize. Dit laatste komt in de plaats van het gala-bal, dat ten hove zou gehouden worden. Dc vorsten, die waarschijnlijk het Hertogi schijnt het einde der straat zijn en dan zult ge mij zeggeu of het „ja" of „neen" zal wezen." Zonder een woord te spreken wandelden wij verder. Er was geen twijfel, of de twee a drie personen, die ons passeerden, zou den, indien zij over ons dachten, ons beschouwd hebben als een vrij onverschillig, om niet te zeggen knorrig paar, terwijl in werke lijkheid deze weinige minuten over ons toekomstig leven moesten beslissen. Zoozeer bedriegt schijn. „Ziezoo, Marguerite, wat zal het zijn?" vroeg Stephen, toen wij den hoek der straat bereikt hadden en ik verbeeldde mij, dat zijne stem beefde. „Denkt ge, lieve, dat het zoowel tot uw geluk als tot het mijne zal zijn, wanneer ge „ja" zegt In weerwil van mijne verrassing en van het plotselinge, waar mede dit geluk mij overkwam, was ik volkomen in staat de gift te waardeeren, die mij dien avond geschonken was. Hoewel ik mij niet juist meer herinner wat ik Stephen antwoordde, weet ik, dat hij tevreden was en ik, ik kon het gewicht van mijn nieuw geluk ter nauwernood dragen. Toen wij het tuinhek bereikten stond ik stil en stak mijne hand uit, half verwachtende, dat Stephen mij daar goeden nacht zou wenschenmaar hij deed het niet en zeide „Gij vergeet, dat ik een boodschap heb aan uwe moeder." „Welke boodschap?" vroeg ik verwonderd. „Wel, een van mijne tante omtrent eenige bloemzaden en een van mijzelven omtrent eene zaak van grooter belang." „O wilt gij het heden avond aan mama vertellen?" vroeg ik, half verschrikt, want ik dacht persoonlijk mijne moeder vertrouwd te maken met het denkbeeld, vóór iemand anders er tegen haar over zou spreken, daar ik met eenige wroeging gevoelde, hoe naar het huis haar zou toeschijuen, als ik het verlatenhad. Stephen keurde echter miju voornemen af en ik denk, dat hij de wijste van de twee was. Zoo wandelden wij te zamen door den kleinen tuin, terwijl Hannah ons juist inhaalde toen wij de deur bereikten en een lang, verward verhaal gaf omtrent haar oponthoud door eene vriendin te ontmoeten, waardoor ze ons uit het oog verloren had. Daar ik haar nooit vóór dien gedenkwaardigen avond ter wille van iets haren plicht had zien verwaarloozen, twijfel ik eenigszins aan dc waarheid harer geschiedenis en vooronderstel, dat zij, vermoedende wat zou plaats hebben, opzettelijk langs een anderen weg naar huis ging. Mijne moeder was een weinig verwonderd, toen ik de kamer binnentrad, gevolgd door Stephen. Werkelijk werd de boodschap van mistress Sherwin omtrent de zaden, die ze noodig had, door hem niet zeer duidelijk overgebracht, doch er was geen mogelijk heid om zijne bedoeling verkeerd op te vatten, toen hij zeide: „Maar ik ben hier gekomen meer in mijn eigen belang, dan iu

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche en Nieuwedieper Courant | 1879 | | pagina 1