Ste STOOMHOUTZAGERIJ en HOUTHANDEL B IJ VOEGSEL, A VOS Bz., «e Helder. Nieuws- en Advertentieblad voor Hollands Noorderkwartier, Handel in Brandstoffen. A D V E R T E N T I INI. OPENBARE VERKOOPINC, OPENBARE VERKOOPING, OPENBARE VERKOOPINC OPENBARE VERKOOPING, OPENBARE VERKOOPINC, Trauben- Brust- Honig- Mainz Groote voorraad VUREN- en GREENEN DEELEN. en RIBHOUT in alle afmetingen. SCHR00TEN. LATTEN, TENGELS; RINKELLATTEN en ZOLDER- VEEREN; SCHALEN en ACHTERDEELEN voor hekwerk. Belast zich met de levering van HOUT op keur, volgens bestek. Alles tegen billijke prijzen. behoorende tot de HELDERSGHE en NIEUWEDIEPER COURANT. van ZONDAG 30 MAART 1879, No. 39. op MAANDAG den 31 MAART 1879, des avonds 7 ure, aan het dorp Hypolitus- hoef te Wieringen, ten verzoeke van de •Erven JAN JACOBSZOON LONT, op Westerklieft te Wieringen, na bekomen 'regterlijke magtiging, van: Een dubbel HUIS, ERF en TUIN te Wieringen, benevens 8 hectaren 03 aren 10 centiaren WEI-, BOUW- en HOOILAND aldaar. Informatiën zijn te bekomen bij den Boedelnotaris A. J. VAN DOORN, te Wieringen. op MAANDAG 31 MAART e. k., des namiddags ten 2 ure, in liet lokaal T1VOL1te Helder, van: Een partijtje MANUFACTUREN, WOLLEN GOEDEREN en hetgeen verder op den verkoopdag van af' 's morgens 10 uur in gemeld lokaal ter bezigtiging zal liggen. Afkomstig uit den winkel van Mej. N. LONDON, in de Spoorstraat. JS 1G-. op DINGSDAG 8 APRIL e. k., des voormiddags ten 10 ure, bij JACOB NEEFKES te Valkoog, door J. VAN DER M AATE N, Deurwaarder te Schagen, van: 1 zwart bles RUINPAAltD, 6 KALF- 'KOEIJEN, 2 PINKEN, 7 SCHAPEN met HT LAMMEREN, 1 MEST VARKEN, 1 GEIT, p. m. 15000 kilo HOOI, 1 stuit MEST, WAGENS, benevens BOEREN- en BOUWGEREEDSCHAPPEN. TE HUUR: voor 1.25 per week, een zeer net HUISJE, met ongeveer hectare GROND, gelegen aan den iStoomweg nabij de van Ewijcksluis. Brieven franco. Adres: den Heer B. SCHOUTEN, te Anna Paulowna. bij J. G. MOOJEN, Wanlderstrnat, BURG op TEXEL die tevens bestellingen aanneemt op eerste kwaliteit KLAVER- en GRASZADEN. te Wieringen, ten overstaan van den Notaris A. J. VAN DOORN aldaar, den 1 APRIL 1879, des voormiddags 10 uur, aan Westerklieft te Wierintren, ten huize van de Weduwe en Erven JAN JACOBSZOON LONT, van 3 KALFKOEIJEN, 1 dito SCHET, 1 twee- jarige OS, 3 jarige HOKIvELINGEN, 1 KALF, £3 PAARDEN, 25 LAMSCHAPEN, 1 Engelsche RAM, 6 OVERHOUDERS, RIJTUIGEN, TUIGEN, HOOI, STROO, MEST en BOEREN- en BOUW GEREEDSCHAPPEN. na bekomen Regterlijke magtiging, op WOENSDAG 2 APRIL 1879. voormiddags 10 uur, te PETTEN in de herberg van W. SIEUWERTS, ten overstaan van den te Schoorldain residerenden Notaris VOJNTIKL, van: Eene HUISMANSWONING met BOET, ERF, TUIN en eenige per- ceel en WEILAND in polder Q in de Zijpc. te zamen groot 4 hectaren, 24 aren, 30 centiaren. Een ERF, gelegen in Hazepolder, gemeente Zijpc, groot 72 centiaren en drie perceelen WEILAND, gelegen in den Pettemerpolder, gemeente Petten, te zamen groot 5 hectaren, 30 aren, 20 centiaren. Behoorende tot den boedel van nu wijlen de Echtelieden TRIJNTJE HOOFT en MACIIIEL DE JONGH. Aanvaarding der Landerijen dadelijk en van het Huis met Boet en Erf I Mei 1879. Breeder bij billetten omschreven. Nadere inlichtingen te bekomen ten kantore van voor noemden Notaris. WTÜ aan Jicht, Khcmiuttirk of aan Yerkoitd- lieid lijdt, koope het werkje: JICHT EN RHEUMATIEK. Dit voortreffelijke boek, dat uitmuntende, zeer beproefde en gemakkelijk te volgen raadgevingen tot zelfbeliandeling en genezing van bovengenoemde kwalen bevat, is bij alle Boekhandelaren te ver krijgen, of regtstreeks te ontbieden aan Riclitcr's Bockhandel te Rotterdam, tegen toezending van 30 cents. Rempla^anten en Nummerverwisselaars worden uanffenomen en niinecbodcn voor de Maat schappij EENDRACHT te 's Gravenhage door den Agent voor Texel en omstreken aan den Burg op Texel J. P. QUAN T. C. MAALSTEED, Westplein, H 428, Ter voorkoming dat TURF-BRIQUETTEN verkocht worden onder den naam van BRUIiMiOOL-BKIQIJETTEiV, heeft de Directie besloten voortaan haar fabrikaat te merken met de letters GR. De meeste, dikwijls gevaarlijke ziekten, zooals: keel- of long-ontsteking, tering, komen uit te weinig getelde verkoudheden voort. Iedere hoest doet de zachte adeinhalings-werktuigen aan, en moest ieder, die daarvan bezocht werd, dezen hoest door passende middelen dadelijk trachten weg te nemen, waartoe de, naar het voorschrift van den koninklijk Pruissischen Professor in de geneeskunde Dr. HarlesS vervaardigde Ütoll werek'nche Borst- bonbons, welke in de meeste apotheken en voor name winkels te verkrijgen zijn, zeer aan te bevelen zijn. <2E»V Bij Hoesten, Heeschheid, Ver s lij mi ng-, Borstkwalen, Hoesten der Kinderen, het aangenaamste en zekerste middel. Alleen echt met nevenstaand fabrick- stempel in flesschen van fl. 2, tl. 1 en 05 Cents te Nieuwediep bij W. V. BRUINVIS; te Burg op Texel bij J. P. SMITte Schagen bij J. GROOT Tzn. te Wieringen bij J. BRUUL. VAN Aflevering' in den kortst mogelijken tijd. Brieven uit de Hoofdstad. 25 Maart. Amice, Voor liefhebbers van waarachtig kunstgenot was het gisteren avond in den Stadsschouwburg een merkwaardige avond, die hun in de gelegenheid stelde hun hart eens op te halen aan de voortreffelijke opvoering van een tooneel- spel (een comédie de moeurs, zoo ge wilt) van Alex. Duinas Jr., dat een twintig jaar geleden voor het eerst op een der Fransche schouwburgen ten tooneele werd gebracht. „La question d'argent," zooals het stuk van Dutnas toen heette, werd door de Nederlandsche vertaalster, die zich den minder gebruikelijken pseudoniem van Teunis gekozen heeft, onder den naam van „Geld???" voor het Hollandsch tooneel bewerkt. Hoewel twintig jaar oud, heeft het stuk nog al de verdiensten der actualiteit en geeselt het in vijf achtereenvolgende bedrijven de zonden onzer hedendaagsche maatschappij op onverbeterlijke wijze en in een wegsleepend schoone dialoog. „Geld" en nog eens geld en altijd geld is de spil waarom de geheele handeling der comedie zich beweegt. Reefis in het eerste bedrijf komt het duidelijk aan het licht, dat het stuk een sterksprekende tendenz zal hebben, wat de auteur dan ook volstrekt niet poogt te verbergen. Dat eerste bedrijf speelt te Parijs ten huize van de familie Durieu, vader, moeder, dochter en zoon, die voor de wereld een zekeren glans van welgegoedheid ten toon spreiden en dan ook wel niet gansch en al van middelen ontbloot zijn, maar toch nu en dan veel hoofdbreken hebben om met de vorderingen van bakker, slager, modiste, wijnkooper, enz. enz. in 't reine te komen. Enfin, een huishoudentje, zooals men ze helaas in onze groote steden bij dozijnen kan aanwijzen. In den salon der Durieus treffen wij reeds dadelijk al de personen aan, die in den loop van het stuk onze aandacht zullen bezighouden. Daar is b. v. de gravin Savelli, een allerliefst, jeugdig weeuwtje van een (50jarigen echtgenoot, met wien ze heusch zoo'n echt „kippetjesleven" leidde en die haar bij zijn dood een onmetelijk fortuin naliet, wat echter niet belet dat zij tot over haar ooren in de schuld zit; hoe jong, hoe schoon en hoe rijk ook, weet zij maar al te goed mee te praten over geldkwestiën. Daar treffen wij ook aan de zachtmoedige, besclieidene freule Elise de Roncourt met haar achtenswaardigen, grijzen vader, beiden slachtoffers van het noodlot in den vollen zin des woords, wier adellijke naam hen niet heeft kunnen behoeden tegen al de ellende van geld- en broodsgebrek en die nu reik halzend uitzien naar de middelen om zich een dragelijke positie in de maatschappij te verwerven. In den salon, waar mijnheer en mevrouw Durieu met hunne 17jarige dochter Mathilde hunne gasten ontvangen, vinden we ook hun neef René de Cliarzay, die de kunst verstaat om met een inkomontje van 3000 francs 's jaars een onafhankelijk leven te leiden en zich nooit door geldzorgen te laten kwellen. Daar ontmoeten we ook den heer de Cayolle, schatrijk, met voortreffelijke principes, een philanthroop k la Peabody, wiens levensdoel is, langs economischen weg de maatschappelijke wanverhoudingen, door liet geld teweeggebracht, weder in het evenwicht te brengen. Ieder persoon op zich zelf', zooals ge ziet, vertegenwoordiger van een type dat we dagelijks om ons heen kunnen gadeslaan. Daarin ligt juist een der vele verdiensten van Dumas' tooneelarbeid. Doch te midden van al deze min of meer achtenswaar dige en respectabele lieden verschijnt nu op eenmaal ten huize der familie Durieu, in het bijzijn van al de hierboven genoemde personen, de geruchtmakende figuur van den lieer Jean Giraud, een Parijsch bankier, die „enorme zaken" doet, die brutaal rijk is, die „voor geen millioen of wat opstaat, meneer!" De Durieu's hebben eenige ver plichtingen van financiëelen aard aan dezen wandelenden geldzak, daar hij de zoon des huizes, een losbol van het eerste water, te Marseillc met een ellendige 500 francs uit den brand geholpen heeft. De jongeheer kan echter het geld niet op tijd terug geven en endosseert nu den geld wolf met een vriendelijk briefje aan zijn moeder, die even min kans ziet om het zaakje uit de wereld te helpen. Ondertusschen geeft dit „zaakje" den heer Jean Giraud de gelegenheid tot vervulling van zijn lievelingswensch toegang te verkrijgen tot de hoogere kringen, om daar door middel van zijn geld te krijgen wat hij zich voor geen geld koopen kan: het prestige van een man uit de groote wereld. Want Giraud is parvenu op en top; zijn vader was tuinbaas bij de ouders van René de Charzav, en deze omstandigheid maakt voor hem de kennismaking met den nobelen Renc zooveel te interessanter. Handige, sluwe speculatiën, welberekende beursmanoeuvres hebben Giraud gemaakt tot deu man die hij thans is: parvenu, nu ja, maar de rijkste bankier uit geheel Parijs, die met zijn geld de markt dwingt, die met zijn geld trouw en goede zeden in het aangezicht slaat, die met zijn geld nu eens aan die sentimenteele lui uit de groote wereld, die in tijd van nood (ha! ha!) toch altijd bij Jean Giraud te biecht moeten komen, duidelijk en klaar zal toonen, dat met geld alles te doen is, dat met geld alles te krijgen is, dat geld alles is Alles?.... En de nu verder zich ontwikkelende toestanden zijn er door den schrijver met meesterlijken tact op aan gelegd om de valschheid, de onzedelijkheid van die hope- looze stelling te doen uitkomen. De bombast waarin Jean Giraud ten aanhooro van Durieu's gasten al die fraaie theoriën debiteert, wordt terstond door den philanthroop de Cayolle in goedgekozen bewoordingen te niet gedaan en uit den algemeenen bijval, hieraan geschonken, bemerkte Giraud reeds dadelijk, (lat de verovering van een positie in de aanzienlijke kringen hem meer moeite zal kosten dan hij aanvankelijk gedacht heeft. In de verschil lende pogingen, die hij nu ter bereiking van zijn oogmerk in het werk stelt, doet Dnmas ons telkens een diepen blik slaan in de verdorvenheden onzer maatschappelijke samen leving. Hoor dien Jean Giraud bluffen op zijn talent om „zaken" tc doen en alle zienlijke en onzienlijke dingen tot het begrip van „zaken" terug te brengen. Hoor den spotlach waarmede hij de denkbeelden hoont van den edelen René, die door „werken" zich een carrière wil verwerven, welk „nachtschuit-idée" den plompen parvenu in uitbundige vroolijkheid brengt. René is dan ook de eenige die hem

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche en Nieuwedieper Courant | 1879 | | pagina 5