Staten-Gteneraal. Tweede Kuiner. Zitting van Donderdag 3 April. De minister van Koloniën, antwoordende op cene interpellatie van den beer de Casembruot, noemde bet eene onverantwoordelijke handelwijze en roekelooze geldverspilling, de havenwerken vau Batavia te vertragen of uit te stellen wegens den ongunstigeu financièlen toestand. De haven tal circa 16 millioen kosten. Het werk vordert goed en valt niet tegen. Op het beweren van den heer de Casembroot, dat het politiek doel van de havenwerken, namelijk aan Indië te toonen, dat men er zich opoll'cringen voor wil getroosten, niet bereikt was, autwoordde de minister met het vertrouwen uit te spreken, dat in Indiende opgewondenheid zou plaats maken voor kalmte en de overtuiging daar zou veld winnen, dat eerbied voor en onderwerping aan het gflMg eène onmisbare voorwaarde is voor het voortdurend verblijf in de Indische bezittingen. Nog zijn aangenomen een negental vroeger voor heden aan de orde gestelde wetsontwerpen. Zitting van Vrijdag 4 April. Na eenige toelichting door den minister van "Waterstaat, wordt aangenomen met 46 tegen 7 stemmen het wetsontwerp tot afstand in eigendom aan de gemeente Groningen van de werken, genoemd in het koninklijk Besluit van G September 1S78 (Staatsblad No. 178}.. Met eenparige stemmen wordt verder aangenomen het ontwerp van wet tot heffing vau regten wegens verrigtiugen vau den burgerlijken stand. Verder met 48 tegen 3 stemmen dat tot wettelijke regeling der tienjarige volkstelling. Na de behandeling en aanneming van nog een paar ontwerpen van ondergeschikt belang, ging de Kamer tot nadere bijeenroeping uiteen FranürlJlK. Gedurende de Parijsche tentoonstelling was op liet Chainp de Mars een straat-locomotief uit Zurich, die den 580 kilometer langen weg van Zurich naar Parijs in 9 dagen had afgelegd. Het steenkolenverbruik bedroeg 4250 KG., die onder weg opgedaan werden. Het gewigt van de locomotief, met inbegrip van steenkolen en water, bedroeg 6301^, KG. Niettegenstaande een groot aantal steden en dorpen moesten gepasseerd worden, bad er geen noodeloos oponthoud plaats. Engeland. In de zitting van het Lagerhuis van jl. Donderdag zeide de minister Northcote, in antwoord op eene interpellatie vau den heer Chamberlain, dat tot dusver over het voorstel tot het leggen van een gemengde bezetting in Oost-Rumelië nog niets beslist is. Engeland houdt zich, wat deze aan gelegenheid betreft, aan de .verklaringen van zijne vertegen woordigers in het Congres. De Sultan meent, dat hij zelf de rust in de bedoelde gewesten kan handhaven; doch natuurlijk wensclit Engeland andere maatregelen om gevaar en vredeverstoring te voorkomen. De regering kan niet beloven dat zij, alvorens een besluit te nemen, het Par lement zal raadplegen. Vervolgens bood de minister zijn financieel overzigt aan. Het afgeloopen dienstjaar levert een deficit van 2,291,800 p. st. op, met inbegrip van het suppletoir crediet. De toebereidselen in verband met de Oostersche kwestie kostten 0,125,000 p. st., de oorlog in de Transvaal vereischte 592,000 p. st., de Zoeloe-oorlog 1,599,000. Ter voorziening in een en ander waren 5,350,000 p. st. door leening, 2,900,000 p. st. door belastingen verkregen. Voor het loopende dienstjaar zijn de uitgaven op 81,153,000 p. st., de inkomsten op 83,055,500 p. st. geraamd. Uit het batig saldo zullen de kosten van den Zoeloe-oorlog bestreden kunnen worden. De Koningin heeft den hertog van Connaught tot wildmeester vangervan het koninklijk woud van Epping benoemd. De betrekking is een zuiver eerebaantje, dat in den regel aan Prinsen van den bloede wordt gegeven. Zoo is b. v. de Hertog van Cainbridge vanger van Ilydepark en Prins Cluistiaan van Sleeswijk-Holstein ranger van het Wind 80 r-park. Bij Jamrach, den dierenhandelaar te Londen, kosten een zeebra f 1800, kameelen f 240, giraffen f 480, ooijevaars f 960, ijsbccren f300, andere beeren f 192, luipaarden f 240, leeuwen f 1200, tijgers f 3600, olifanten f 3600. De Britsclie zonderling Farlar reist thans Engeland en het vasteland van Europa af, in de hoop een geschikt persoon te zullen vinden, geneigd om eene koningskroon te aanvaarden. Het geldt de kroon van een Staat, die tot nog toe wel is waar weinig bekend is en weinig gewigt in waardoor het zonlicht op mij viel, „wat ziet ge er vandaag uit nis eene arme, witte bloem! Wat ter wereld hebt ge uitgeroerd? Ik zal Ilannah moeten omkoopen ora al die Italiaausche boeken voor mij machtig te worden. Ik kan niet toestaan, dat ge knap wordt met opoffering van uwe gezondheid." „Maar Estella kan Italiaanach spreken," antwoordde ik bijna onwillig, want sedert mijne nicht Lij ons was, verlangde ik om cene eren goede taalkundige als zij te worden en ik had harder gestudeerd, dan voor mij geraden was. „Ja, maar miss Blake leerde het in Italië en had er daardoor niet voor ecu vierde gedeelte die moeite mee, welke het vordert wanneer men eene taal uit boeken leert. Misschien neem ik den een of anderen dag eene lange vacant ie, Daisydan zullen wij te samen het Italiaausch bestudeeren, naar Venetië, Napels en Rome gaan en onszelren de held en de heldin gelooven van al de liefdes geschiedenissen, welke ooit geschreven werden, ten minste van die, welke een gelukkig uiteinde hadden. Wat, ge schudt uw hoofd? Staat mijn plan u niet aan? Wel, wat zijt ge vandaag een ernstig vrouwtje! Is er iets, dat u hindert, lieve?" „Neen," antwoordde ik rustig; „maar ik heb u iets te zeggen, Stephen?" „Eu ik zal meer dan tevreden zijn te mogen luisteren. Mijn tyd is aan mij," zeide Stephen glimlachende, „want ik heb een halven vrijen dag genomen en denk deze hier door te brengen, als ge mij hebben wilt. Doch vóór alles moet ik u vertellen, dat mijn vader u cn de andere dames uitnoodigt, om aanstaanden Dinsdag bij hem te diueeren. Sir Philip Douglas zal ten onzent zijn en hij in het bijzonder wenscht u te ontmoeten." Stephen sprak zeer opgewonden en legde grooteu nadruk op het woord „bijzonder". Ik begreep, dat bij om dc een of andere reden er zeer op gesteld was, dat wij zijne invitatie zouden aannemen, doch ik gevoelde, dat ik dit niet kon doen en was op het punt eenige verontschuldiging te maken, toen ik plotseling dacht, dat, indien Stephen mijn besluit wist, hij er bij mij niet langer op zou aaudritigeu om naar zijn vader te gaan. Ik zeide dus kalm, met eene mengeling van trots en droefheid „Gij moet uw vader bedanken voor zijne uitnoodiging, Stephen; dooh vóór ik deze aanneem, moet ge weten, wat ik te zeggen heb." „Wel, ik ben geheel en al aandacht; hoewel ik, als menschen zoo'n geheimzinnig „iets" te zeggen hebben, dat gewoonlijk zeer onaangenaam vind. Ge zijt toch niet van plan mij te vertellen, dat ge zooveel met uwe boeken op hebt," vervolgde Stephen, half schertsende, half in ernst, „dat ge mij opgeeft?" „Neen, ik heb u dat niet te zeggen, maar liet einde zal toch hetzelfde zijn," antwoordde ik moedig, hoewel mijn hart onder het spreken geweldig bonsde en daarna scheen stil te staan, „want, Stephen, gij geeft mij op, zooul» ge het noemt." {Wordt vervolgd.) cle schaal legt bij wereldaangelegenheden, maar toch misschien een goede toekomst tegemoet gaat. Usatnbara, in Oostelijk- Afrika gelegen, kan namelijk bogen op een nijvere leer zame bevolking, die door langen omgang met zendelingen zooveel achting voor de blanken Heelt opgevat, dat zij geen inboorling meer op den troon dulden. I)e heer Farlar wil de kroon zelf echter niet aannemen, omdat hij dit niet zijn roeping als geestelijke onvereenigbaar acht. Van het Afghaansch oorlogstoonecl is het berigt ontvangen van een allerdroevigst ongeluk, dat het tiende Britsclie huzaren-regiment is overkomen. Een dépêche van den Indischen onder-Koning meldt daaromtrent aan liet Foreign office: „Generaal Browne meldt van den 1 dezer uit Djellalnbad, dat een escadron van het tiende huzaren-regiment, bij het doorwaden van de Kabul-rivier, in de nabijheid van Djel- lalabad, de paarden verloor en door den stroom werd moê- gesleurd. Luitenant Harford en 50 man worden vermist. Kr zijn reeds 16 lijken gevonden. Een escadron lanciers, die de huzaren waren voorafge gaan, landden gelukkig aan de overzijde. Een berigt aan de Daily News voegt er bij, dat het ongeluk is voorgevallen op eene diepe plaats in de rivier. Luitenant Napier, zoon van lord Napier van Magdala, heeft met groote inspanning zijn leven gered." Dultsoliland. Jl. Woensdag maakte de Keizer voor den eersten keer na zijne jongste ongesteldheid een toertje in een open rijtuig. Algemeen was men getroffen door het frissche en gezonde uitzigt van den grijzen monarch. „Gustav Freytag is nog lang geen 70 jaren oud," zegt het Berlijnsche Fremdcnblatt, „maar in een opzigt handelde hij dezer dagen even als de TOjarige Goethe. Hij huwde namelijk in alle stilte met zijne huishoudster, die reeds lang zijne huishouding bestuurde, doch van wie men overigens tot nog toe volstrekt niets gehoord heeft. Zij is thans plotseling een historische persoon geworden en de heldin van een van Freytags voornaamste romans, namelijk van dien van zijn eigen leven." Oostenrljli. De Commissie uit de Kamer, belast met liet onderzoek eener wet tegen de veeziekte, vercenigde zich eenstemmig met het beginsel, om den invoer van rundvee uit besmette landen te verbieden. De aanneming dezer wet zou in de eerste plaats een verbod van invoer van rundvee uit Rusland tengevolge hebben. Bij het begrootings-debat in het Oostenrijksche Huis van Afgevaardigden op jl. Woensdag, heeft de minister van Financiën er op gewezen, dat de verhooging der uit gaven sedert 1868 voor het grootste gedeelte is veroorzaakt door kosten ten behoeve van productive aangelegenheden. Hij gaf tevens een statistiek overzigt van de verhoogde opbrengsten der belastingen. „Buitengewone gebeurte nissen," zeide hij, „hebben voor de staatshuishouding wel moeijelijkheden kunnen teweegbrengen, maar haar niet kunnen schokken. De regering tracht alle gewettigde besparingen bij administratie en leger tot stand te brengen. Door bezuiniging, hervorming van belasting en liet niet meer verzwaren der schuldenlast hoopt zij het financieel evenwigt te bereiken. üuslandL. Op een bal te Moskau heeft een negentienjarig meisje met een pistoolschot den heer Bavraschofskv, een 22jarig edelman, gedood. De daderes, die den naam Praseovie Katchka draagt, weigert de reden te zeggen waarom zij tot het volvoeren van het feit besloot. Itailë- De politie te Turijn ontving dezer dagen, volgens eene depêche uit Rome, een anoniem berigt, dat een complot bestond tegen Koningin Victoria, om den spoorweg waar langs zij reist door dynamiet te vernielen. Ofschoon nadere bevestiging ontbreekt, heeft men toch last gegeven om den geheelen weg streng te bewaken. Onder den titel „Een merkwaardig boek," leest men in het Rott. Nbld.: „PaoloMantegazza,de beroemde Italiaansche anthropoloog, wiens werken eene Europeesche vermaardheid genieten en in verschillende talen zijn overgezet, heeft thans een boekje in het licht gegeven, dat evenals het andere, dat zijne werkzame pen voortbragt, buitengewoon veel opgang maakt. Eenigen tijd geleden leerde de schrijver toevallig een dierentemmer kennen, met wien hij sedert dat oogenblik vriendschappelijk omging. Als schrander opmerker kostte het hem maar weinig moeite om het karakter van zijn nieuwen vriend te bestudeerenhij liet zich zijn avontuurlijk leven verhalen, knoopte er eenige belangwekkende psycho logische beschouwingen aan, kleedde het verhaal in den fijnen geest die Mantegazza's geschriften kenmerken en weldra was de Italiaansche letterkunde en de Europeesche geleerde wereld in het bezit gesteld van een werk, dat van blijvende wetenschappelijke waarde is en in weerwil daarvan, wel verre van dor van inhoud te zijn, zelfs aan den leek eene aangename verpoozing levert. Wij bedoelen; Upilio Faimali, de mémoires van een dierentemmer, verhaald door Paolo Mantegazza. In de inleiding zegt de schrijver het volgende: „De strijd tusschen de wilde dieren en den mensch wekte in hooge mate de belangstelling van het meerendeel der menschen op, cn evenals vroeger nog thans, schept het kind, de vrouw, de onontwikkelde, van welk land ook, er behagen in, getuige te zijn van den triomf, behaald door een zwak schepsel op de reuzen der natuur en den strijd te aanschouwen tusschen de zacht roodgekleurde nagels onzer handen en de kromme klaauwen en slagtanden van het dier. Van de al te ongelijke gevechten tusschen mensch en tijger ging men over tot schrikwekkende tooneelen in den Romeinschen circus en thans is van dat alles ter bevrediging van onze atavistische gruwzaamheid nog slechts over de jagten der wilden en de gevaarlijke manoeuvres, die de dierentemmer ten uitvoer brengt in de hokken van een beestenspel. De aantrekkelijkheid dezer schouwspelen vindt steeds haar eenige verklaring in de oude zucht naar strijd, en zelfs in het hart van de meest zenuwachtige Parijsche dame huist die voor-historische neiging, die eens zetelde in den boezem van de behaarde 1 evensgezellinne van den rendierman. Binnen een niet al te klein tijdsverloop zullen de wilde dieren zoo zeldzaam zijn geworden, dat men ze niet meer zal kunnen vangen en dan wordt de dierentemmer een mytisch persoon, omtrent wien de geschiedenis alleen nog maar in oude overleveringen nasporingen kan doen." Een dierentemmer echter, meent Mantegazza, is geen gewoon mensch; iedere inenschelijke kracht verdient onze belang stelling en zal, zooals wel van zelf spreekt, hare eigen geschiedenis hebben. Het groote bock der geschiedenis is niets anders dan de som der geschiedenissen van al de krachten, die bij het menschclijk geslacht werkten en nog werken. Vervolgens beschrijft Mantegazza ons den levensloop van Faimali, die, elf jaren oud, met slechts zes lires in den zak en tuk op avonturen zijne familie en dorpje, in de omgeving van Piacenza verliet, om in de wijde wereld een loopbaan te zoeken. Zonder in het bezit van een pas te zijn, over schreed hij te voet de Fransche grenzen en weldra zien wij hein in een circus zijn brood verdienen met het geven van voorstellingen op het ongezadeld paard. Het duurt niet lang of de lust bekruipt hem om een beestenspel op te rigten; hij vergenoegt zich in het begin te reizen met slechts een poedelhond en een aap, door hem persoonlijk afgerigt. Eindelijk heeft hij een klein kapitaal verkregen, waarmede hij zich te Hamburg twee hyena's, twee wolven en viertlen apen koopt. Spoedig is hij in het bezit van een welingerigte tent en geeft voorstellingen in de hokken van leeuwen, tijgers, panters enz., die hij ten aanschouwe van het verbaasde publiek als schooljongens behandelt. Dikwijls ook komen de monsters in opstand, dikwijls strijdt hij met leeuw en boa, met tijger en panter een bloedigen kamp, maar steeds treedt hij als overwinnaar uit het perk. De beschrijving van deze en dergelijke voorvallen brengt den lezer in ongewone spanning. Zoodra de onverschrokken Faimali zijne wonden had laten verbinden, ging hij weder in het hok om ten tweeden male den weerspannige in het oog te blikken, waai na deze zich dan meestal gewonnen gaf. In een ander hoofdstuk leest men hoe Faimali de meeste zijner kostbare dieren door den dood verliest. Wat te doen? Zijn beroep opgeven was voor zijn vurigen aard onmogelijk en zonder dieren het uit te oefenen was natuurlijk nog minder mogelijk. Veel geld had hij evenminmaar hij bedacht zich niet lang, scheepte zich in naar Algiers en ondernam in gezelschap van 30 man, bestaande uit Ara bieren en Franschen, een logt van zeven maanden in de woestijn, alleen met het doel leeuwen levend in handen te krijgen. Na ontelbare gevaren te hebben doorstaan, keerde hij met rijken buit naar Frankrijk terug. Hij trok thans weder als voorheen van stad tot stad, voedde dieren, die elkander van nature anders vijandig gezind waren in één hok op, en verwierf overal veel bijval, zoodat hij langzamerhand aan zijne onderneming uitbreiding kon geven en eindelijk in het bezit was van eene groote tent, waarin 32 leeuwen, alsmede 128 andere wilde dieren, bijeenwaren. Te Parijs bedroeg zijne ontvangst ongeveer f 5000 per maand. Daar was het ook dat hij eenmaal ter naauwer- nood aan een verschrikkelijk gevaar ontsnapte, dat bijna een einde had gemaakt aan de avonturen van den zwerver. Hij gaf namelijk op een avond weder voorstellingen met vier boa's, waarmede hij ongeloofelijke waagstukken ten uitvoer bragt. Eensklaps gelukte het een der monsters te ontsnappen. Faimali grijpt hem echter nog en nu begint een ontzettende worsteling, waarin de dierentemmer met reuzenkrachten zijn vijand zoekt te bedwingen, terwijl de slang zich om hem heen kronkelt. Eindelijk gevoelt de moedige man dat zijne krachten hem begeven. „Is er dan niemand die mij redt!" roept hij uit, met meer ver stoordheid dan angst in zijn stem. De klagt wordt gehoord de verschrikte oppassers schieten toe cn met vereende krachten gelukt het eindelijk den boa onschadelijk te maken. Het verhaal is verder doorweven met aardige bijzonder heden, die de lezing veraangenamen. Laat ons niet vergeten te zeggen, dat de onverzettelijke dierentemmer thans zeifis getemd door.... eene jonge dame, met wie hij in 1872 in het huwelijk trad en waarmede hij sedert dien tijd op een landgoed te Rimini, waar Man tegazza haar leerde kennen, een vreedzaam leven leidt. Wij eindigen met de volgende woorden, aan het boek zelf ontleend, die tot ernstig nadenken stemmen: „De wetenschap, de kunst en de industrie zijn de eerste titels van onzen adel; maar ook buiten dien" drievoudigen kring openbaart zich de inenschelijke geest nog op verschillende andere wijzen, zijn er nog vele andere graden van ver dienste, die wij misschien te gering schatten of vergeten." Per Telegraaf. LONDEN, 5 April. De Britsclie agent op de grens van Zoeloeland meldt, dat de gezanten van Cetewayo ophelderende ver klaringen hebben afgelegd. Cetewayo ver zoekt schorsing der vijandelijkheden en hervatting der onderhandelingen. betreffende de StoomyaartiaatscbaDDij Nederland. Maduru 21 Maart 1879 van 1'enang vertrokken. Conrad3 April 1879 van Penatig naar Amsterdam vertr. Prim Hendrik. 22 Maart 1879 te Batavia aangekomen. Celebes29 Maart 1879 van Aden vertrokken. Kon.derXed^rl. 1 April 1879 Gibraltar gepasseerd. PrinsesAmalia. 9 Maart 1879 alhier aangek., vertrekt 12 April. Prins v. Oranje. 29 Maart 1879 alhier aang., vertr. 26 April v. Amst. Voorwaarts 30 Maart 1879 Point de Galle gepasseerd. Prinses Marie. Iu aanbouw te Glasgow. Koningin Emma In aanbouw te Stockton on Tees. JavaIn de Indische wateren. 91 173 ALKMAARSCHE MARKT VAN GISTEREN. per 50 KG. 5 m.Karweizaad f 16,75a per raud m.Gm.Erwten - 12,al6, ui.Graauwe„ - 15,al 8, m.Vnle -10,al4, ra.Wit.te -12,a 83 stap. Kaas, weg. 19336 KG. per 50 KG. Kleine Hooi f 28,,Grasf Commissie,, - 28,- Middelb. -27,- Laagste prijs f 12, per mud 269 m.Tarwe f 8,alO, 59 m.Rogge - 6,50a 7,50 nan DQ-GorSt - 5,H 6, azv (GW.) - 6,75a 7,— 415 m.Haver - 4,25a 5,40 m.Paardenb. - 7,a 7,50 m.Br.Boonen - 10,al2, m.Kanariezaad- 6,50* m.Mosterdz.(r)-16,50a (g)- n m.BI.Maan/.. - a m. Koolzaad - a ALKMAARSCHF, MARKT VAN HEDEN. per stuk 7 Paarden b.'tj. f 90,a500,- Veulens - a 19 Koeijen -110,a240,- 55 Nucht.Kalv. - 5,al7, 682 Schapen - 14,a32, per «tuk 4 Lammeren f 8,all, 91 Mag. Varkens - 10,alS,— 280 Bigg.beu.10w.- 5,a 9,— 8 Bokk.&Geiten - 4,—al 2, Boter f 0,65 a 0,80 per0.«80KG.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche en Nieuwedieper Courant | 1879 | | pagina 2