te Alkmaar; de eerste premie, zilveren presenteertrommels op dito blad, door den heer J. Smits, te Dubbeldam; en de tweede premie, een zilveren diner-garnituur in foudraal, door den lieer Paarlberg, te Zijpe. Op prijs en premiën waren, ter herinnering aan deze heugelijke gebeurtenis, inscriptiën aangebragt. De Vorstelijke bezoekers gaven herhaaldelijk hunne I ingenomenheid met dit feest te kennen. De geestdrift der duizenden toeschouwers was groot. Begunstigd door prachtig weder had Vrijdag middag de plegtige inwijding plaats van het nieuwe droogdok. De genoodigden namen tusschen 1 en 2 uur plaats in stoombooten aan het Oosterhoofd en bereikten zoodoende het dok, dat keurig met guirlandes en vlaggen was getooid. In het midden eene tribune voor de verwacht wordende vorstelijke personen, met bloemen en groen versierd, eene sofa voor HH. MM. en daarnaast zetels voor den Groot hertog en de Groothertogin van Saksen-Weimar. In de onmiddellijke nabijheid een klein toestel, waarboven een ver sierde flesch champagne zweeft; aan den wand eene kleine draperie. Iets verder ligt op een lessenaar eene oorkonde, die straks zal worden geteekend. Zij blijkt aldus te luiden: „Op heden, 25 April 1879, is door Z. M. Willem III, Koning der Nederlanden, Groothertog van Luxemburg, en H. M. Emma, Koningin der Nederlanden, Prinses van Waldeck-Pyrmont, het ijzeren droogdok der Amsterdamsclie Droogdokmaatschappij geopend en door H. M. de Koningin gedoopt met den naam van Koninginnedok Ruim ten 2 ure kondigde het bulderen van het ges chut aan, dat de stoomboot in aantogt was, aan boord waarvan zich de vorstelijke personen bevonden. Het dok, geheel bezet met genoodigden, die tot zelfs de bovengaanderijen en den nok, van het kolossale gevaarte bezet hielden, bood op dat oogenblik een zeer eigenaardig en fraai schouwspel aan. Op de gereserveerde plaatsen naast de Koningstribune merkte men een groot aantal autoriteiten op. Tot zelfs een aantal leden van het korps diplomatique waren er aanwezig. Ten kwart voor drie ure betraden de vorstelijke per sonen, terwijl de muziek de volksliederen deed hooren en alle aanwezigen de lucht van luide hoera's deden weer galmen, het droogdok. Door mejufvrouw Anna Bienfait werd aan de Koningin en door jonkvrouw den Tex aan de Groothertogin een prachtig bouquet aangeboden. Z. M. droeg de uniform van admiraal. De Koningin was als altijd buitengewoon smaakvol getoiletteerd, een kleed van brons moirée, een noisettekleurige mantel en daarmede harmoniëerende hoed. Toen HII. MM. in de tribune hadden plaats genomen, trad de heer Tindal voor en sprak HH. MM. namens de Droogdokmaatschappij toe. H. M. de Koningin drukte nu op een kleinen toestel. De cliampagneflesch sprong aan stukken, en liet uitstroomend vocht schonk, naar maritiem gebruik, zijn doopsel aan het vaartuig. Gelijktijdig vloog de straks vermelde draperie weg, en zag men een bord: het naambord van het dok, met het opschrift Koninginne-dok. Luide hoera's bekroonden deze handeling. De lieer Tindal, nogmaals het woord nemende, betuigde der Koningin dank, waarna de oorkonde werd geteekend en HII. MM. een collation werd aangeboden aan boord van de mailboot Prinses Maria. De Gala-voorstelling. Met klokslag van 8 uren kwamen HH. MM., vergezeld van den hertog en de her togin van Saksen-Weimar, jl. Donderdagavond in den .Stads schouwburg aan. In het afzonderlijke salon des Konings ontvangen door den voltalligen raad van beheer der Ver- eeniging Het Nederlandsch Tooneel, werd door den heer A. C. Wertheim der Koningin een prachtig bouquet aan geboden van witte camelia's, in welks midden, gevormd door viooltjes en seringen, het stadswapen was aangebragt, en waaraan twee prachtige wit satijnen linten hingen, waarop de beide vorstelijke wapens, keurig met de hand geborduurd, prijkten. De heer H. J. Schimmel, president der Vereeniging, sprak IIH. MM. den welkomstgroet toe, waarna de hooge gasten in hun loge plaats namen. Schitterend was de aanblik der zaal, geheel gevuld met dames in toiletten, zooals men zelden te voren in den schouwburg zag, en heeren in gala-costuum. Het Belgische en Portugeesclie gezantschap was eveneens tegenwoordig. Natuurlijk, dat in de eerste plaats aller blikken zich vestigden op haar, die in alles het middelpunt der feestelijk heden uitmaakt, onze jeugdige Koningin, die thans een wit satijnen kleed droeg, de groote kroon met diamanten op het hoofd en het Nationaal huldeblijk, duizendvoudig schitterend in het licht der gasvlammen, om den schoon gevormden hals. De traine van het kleed was geheel bezaaid met camelia's, evenals de wit satijnen schoentjes der Koningin, die een rosette van diamanten droegen. In de loge gekomen, werden de hooge gasten door den heer Schimmel, in wit leder gebonden en met de beide wapens versierde programma's en tekstboeken aangeboden, waarvan vooral H. M., gedurende de voorstelling, een ruim gebruik maakte. De zaal was niet versierdalleen voor het frontespies van het tooneel was een fluweelen draperie, omslingerd met groen en bloemen, onder een reusachtige Koningskroon aangebragt. Allereerst werd een feestcantate, gedicht van mevr. Ileinze- Berg (Duitsch), muziek van haar echtgenoot, den heer G. A. Heinze, uitgevoerd, waarbij mej. A. Bom, hof-cantatrice van Z. M., de sopraan-solo-partij op zich had genomen, en de koren, 200 stemmen sterk, zamengesteld waren uit de voornaamste zangvereenigingen der hoofdstad. Vervolgens werden het 1ste, 2de, 3de en 4de tooneel van het 3de bedrijf van Schiller's Maria Stuart, metrisch door J. J. L. ten Kate bewerkt, opgevoerd. Mevr. Kleine was uitmuntend als Elisabeth van Engeland; mej. Josephine de Groot vertolkte Maria Stuart niet onverdienstelijk. Hierna werden het 3de, 4de en 5de tooneel van het vierde bedrijf van Horatius, van Corneille, metrisch bewerkt door J. L. Wertheim, opgevoerd. Na een musicale intermezzo van W. Wijsman, werd de voorstelling besloten met het tooneelspel van SchimmeluNederland en Oranjewaaraan door den heer W. J. Hofdijk een slotgedicht was toege voegd, voor deze gelegenheid geschreven en dat schoon door mevr. Kleine werd voorgedragen. De laatste strofe daarvan luidde aldus: Zóo jubelt wie Oranje mint Met onverbasterd bloed, I)at, hoi Een trouw en eeusgezind, U, jonge, lieve Koningin euk'len wensch slechts voedtI Van heuvel tot „Dan zegent ieder huisgezin In 't eerlijk Nederland strand. „Behoud van 't innig zanicnzijn Van 't zoo beproefd verbond: De hcld're Orauje-zouncsehijn Op Ncêrlands vruchtb'ren grond. „Dan ruischt het onze dreven door Verlicht door nieuwe zou Dat, wat ook Nederland verloor, Het veel in U herwon. „llerneine 't goud eu 't elpeubeen 11 „Zoo uioog Gods zegen inct l' zijn. Des troons zijn reinen glans, jj O Koning! ons zoo waard. En strnle't door ganseh Neerland heen i En straal' steeds held're zonueschiju Uit tint'lend held'ren trans. li Rondom Uw huis en haard." Toen na de apotheose, waarmede de voorstelling besloten werd, het scherm viel, hief het orchest het Wiep Neêrlandsch 1 bloed" aan, en het publiek stemde zamen in een juichtoon j ter eere van Koning ën Koningin. Zij rezen van hun zetel om het publiek groetend dank te zeggen, waarna zij te circa half elf den schouwburg verlieten. Gisteren avond had in Felix Meritis liet gala-concert plaats, onder leiding van Verhulst. Hare Majesteit droeg een kleed van rose zijde met zeer langen sleep, omzoomd met grijs bont. Zoowel het corsage als de robe was met prachtige bloemen gegarneerd. Een diadeem van edelge steenten dekte het hoofd. Een korte hermelijnen mantel diende als sortie. Over de Koningin, zoo meldt men o. a. aan het Rott. Nbld., is letterlijk maar één stem. Aanvallig, lief, gracieus, een voudig, ziedaar de termen, waarin iedereen aan zijne bewon dering lucht geeft. Het zal haar heel weinig* moeite kosten om de lievelinge der natie te wordenwant, als het niet al te overdreven was, zou ik haast zeggen: ze is het al. Een heel aardig geïmproviseerd huldeblijk ontving ze o. a. jl. Maandag. Hare appartementen in het Paleis bevinden zich vlak tegenover de groote club, op den hoek van de Kalverstraat. Ze had zich op het balkon begeven, en was daar door het volk toegejuicht; maar pas treedt zij haar eigen vertrek binnen of ze werd door de heeren, staande op het balkon en aan de open ramen van de club, zóó levendig toegejuicht, dat ze zich genoopt gevoelde aan het venster te komen en terug te groeten. Natuurlijk nog grooter gejuich 1 Wat later verschijnt ze weder aan het venster, maar nu naast Z. M. Geen wonder, dat nu het gejubel oorverdoovend wordt 1 Wat echter de zaak bepaald belangrijk maakt is, dat die groote club de sociëteit is van de Amster damsclie jeunesse doréezoodat deze hulde haar werd gebragt door de aanzienlijke, beschaafde klasse. Omtrent het Vaderlandsch Album, dat jl. Dingsdag namiddag ten 2 ure op het Paleis aan HH. MM. is aan geboden, wordt door de Amsterdamsclie Crt. het volgende medegedeeld Het album bevat 434 bijdragen van geleerden, letter kundigen en beoefenaars van kunst en wetenschap. Deze bijdragen bestaan uit: 23 letterkundige voortbrengselen in proza, 41 dito in poëzie, 52 teekeningen (aquarellen), 20 muziekstukken, 38 bouwkundige ontwerpen, 20 gravuren, etsen enz., 41 prachtwerken in kleurendruk, 75 afbeeldingen van groote werken in Nederland, 99 afbeeldingen van Nederlandsche spoorwegen, 15 photographiën van kunst werken; voorts eene statuette. Aan de afdeelingen proza, poëzie en toonkunst zijn als titels toegevoegd 2 wapenkundige ontwerpen en 1 calli- graphische teekening. De bijdragen liggen in 9 portefeuilles, geplaatst in eene prachtige kunstkast, hoog 1.50 M., lang 1.65 M., diep 1 M., van een geheel Nederlandsch karakter. De wapens van Nederland en Waldeck versieren de kroonlijst, in wier fries aan de hoeken prijken de busten van Rembrandt, Vondel, Boerliaave, Sweelinck, van Campen en Christiaan Huigens. De kastdeuren vertoonen de zinnebeelden van kunst en wetenschap; de beide pilasters aan de voorzijde de naamcijfers der Koningin. Bloemen, lover en vogels zijn op verschillende punten aangebragt. Een tiende portefeuille bevat de naamlijst der mede werkers. Tevens vindt men daarin de oorkonde der aan bieding. Deze luidt als volgt OORKONDE. In het begin van November 1878 vormden eenige beoe fenaars en begunstigers van Kunst en Wetenschap, bijeen gekomen te Amsterdam, het plan, om Hare Vorstelijke Hoogheid Prinses Adelheid Emma Wilhehnina Thercsia van Waldeck-Pyrmont, bij Hare komst in Nederland, als Gemalin van Zijne Majesteit Koning Willem de Derde, ten blijke van eerbiedige hulde en opregte waardeering, een Album aan te bieden, zamengesteld door Nederlandsche kunstenaars, beoefenaars der fraaije letteren en geleerden. Onder voorzitterschap van Amsterdams' wethouder voor de openbare werken, den heer F. C. Tromp, werden de voorbereidende maatregelen beraamd en genomende com missie van uitvoering tot 27 leden uitgebreid. Zij verkreeg, op hare uitnoodiging, de gewenschte mede werking; niet alleen uit alle oorden des lands, maar ook van Nederlanders elders verblijf houdende. Het album, aldus gevormd, vertegenwoordigt de Beeldende Kunsten, de Fraaije Letteren, de Toonkunst, de Technische en Historische Wetenschappen, in 434 bijdragen, geplaatst in eene kunstkas, vervaardigd door den beroemden Floren- tijnschen meester Frullini, overeenkomstig de denkbeelden der commissie. De namen van hen, door wier vereende pogingen, in verschillend opzigt, dit huldeblijk tot stand kwam, worden bij deze oorkonde vermeld. Hare Majesteit Koningin Emma aangeboden te Amster dam den 22 April 1879. De voorzitter, de Koningin toesprekende, zeide, dat velen er prijs op hadden gesteld, H. M. te toonen wat haar nieuwe vaderland was en is, wat het kon en kan, welke groote werken en belangrijke voorwerpen van kunst en wetenschap, die in vreemde landen worden bewonderd en gevolgd, het bezit. Hij hoopte tevens, dat de Koningin het album zou beschouwen als een welkomstgroet en een bewijs van eerbiedige genegenheid van velen, die op het gebied van kunst, letteren en wetenschap, in de voorste rijen staan en daardoor de eer en glorie van Nederland bestendigen en verhoogen. De beugers vingen Donderdag van S0 tot 200 schelvisschen (verkocht van f 16 tot f 19 't honderd) en gisteren van 70 tot 250 schelvisschen (verkocht van f 12 tot f 15 't honderd). Eenige korders bragteu 5 tarbotten en 80 tongen aan, die duur verkocht werden. 2J wigtje groote schol brngten f 15 per wigtje op. Benoemingen, enz. De off. van ndm. 3de kl. F. II. M. Rant, behooiende tot de rol van het wachtschip alhier, wordt met den laatsten dezer op non- activiteit gesteld. Franürljli. De vice-admiraal de Surville, opperbevelhebber en maritiem prefect, heeft voor Goeden Vrijdag en Stille Zaturdag de volgende dagorder voor do schepen ter reede van Toulon uitgevaardigd: „Op Goeden Vrijdag moeten ten 8 ure de vlaggen halfstok geheschen en de ra's loodregt. gezet worden. Het wachtschip zal elk kwartier een kanonschot lossen, van liet oogenblik dat de vlaggen geheschen worden tot zonsondergang. 0]i het oogenblik dat de klokken van de kerk St. Maria op Stillen Zaturdag het Gloria in excelsis aankondigen, dat is tegen half elf, zal de commandant van de roede het teeken No. 721 geven. Tegelijkertijd zullen de vlaggen in top geheschen en de ra's regt gebragt worden; een salvo van 21 schoten zal daarop door het admiraalschip in de haven gelost worden." Uit Parijs meldt men, dat zeer spoedig een derde Russische Oosterleenïng aan de markt te wachten is. In November van het vorige jaar werd te Parijs eene zoogenaamde „vicomtessc" gevangen genomen, die er haar werk van maakte jonge kinderen van onechte geboorte waut dat ging het gemakkelijkst en liefst van het man nelijk geslacht, te stelen. Bij hare arrestatie werden de ontvoerde zuigelingen niet ontdekt. Men kwam hen evenwel te Londen op het spoor. Een bloedverwante daar „plaatste" die kinderen bij adellijke familiën, welke zich een mannelijk oir wenschten, of ruilden hen tegen meisjes ingeval een mannelijk nakomeling gewenschter was. Ook aan gehuwde vrouwen, die zeiven geen kinderen kregen, werden deze gestolen zuigelingen den echtgenoot soms als zijn eigen spruit in banden gegeven. Engeland. In het afgeloopen jaar werden meer dan 50 millioen gulden te Londen ingezameld ten behoeve van het een of ander liefdadig doel. Oostenryii. Het rampzalig dal van den Theiss is opnieuw met over strooming bedreigd. De wateren van de zwarte Körös wassen reeds sedert een week. De sneeuw, die in de gebergten van Blihar, waar deze rivier haar oorsprong neemt, opgehoopt lag, is tengevolge van de daling der temperatuur gesmolten. De overstroomde landerijen, door dijken afgesloten, kunnen de massa's water niet meer bevatten, zoodat de golven over de weringen slaan en ze op sommige plaatsen omverwerpen. In aller ijl is men aan liet werk gegaan om zoo mogelijk het onheil te voorkomen. Het dal van den Azai is het meest bedreigd. De plek waar eens Szegedin stond is nog steeds onder liet water bedolven. Zwitserland. De couranten deelen de volgende gebeurtenis mee, die in een huisgezin te Uster voorviel. Het gezin had een prachtige volière, met zeldzame vreemde vogels. Eenige dagen nadat het eene nieuwe zending vogels uit Pesth had ontvangen, werden vier der huisgenooten ernstig ziek; weldra bleek dat men met zoogenaamde Egyptische long- tvplius te doen had en de ziekte aangebragt moest zijn door de Ilongaarsche vogels. Een blikslager, die iets aan de kooi had gerepareerd, overleed aan dezelfde kwaal, terwijl een buurman en diens vrouw, die eenige der nieuw aange komen vogels in zijn Huis had genomen, eveneens door typhus werden aangetast. Men heeft terstond alle noodige maat regelen genomen. De kooi en de vogels werden gedesin fecteerd, het huis onder toezigt geplaatst. nuslandL. I)e toestand in Rusland wordt regt treurig. De keizerlijke ukase, waarbij het volk regteloos is verklaard, heeft bij vele ontwikkelden een gevoel van demoediging en wrevel opgewekt. Duidelijk blijkt dit uit de navraag om ontslag van alle hoogleeraren der Petersburger Univer siteit, een voorbeeld, dat door vele anderen schijnt gevolgd te zullen worden. Ontelbare arrestatiën doen den angst stijgendaarbij houden de aanslagen der nihillisten niet op. Amerilia. Te New-York bestaat eene Verzekering-Maatschappij tegen de ontsierende gevolgen der kinderziekte, welke ook te Parijs deelnemers tracht te vinden. Zij gaat uit van het denkbeeld, dat zeer vele jonge meisjes geen ander huwelijksgoed bezitten dan hare schoonheid. Wordt deze door de pokken verminderd of verwoest, dan vermindert zulks niet weinig hare uitzigten op een huwelijk. Hiervoor nu kunnen zij van de bedoelde Maatschappij in geld min of meer worden schadeloos gesteld. Eene jury beslist in elk bijzonder geval, in hoever de schoonheid geschonden is, 'en classificeert de uit te betalen sommen. Visclil>eristoii. Donderdag avond arriveerde de schoenersloep „Pollux," aan brengende 21 tonnen gezouten knbeljaauw, leugvisch en keelen en lippen, alsmede 50 heilbotten, 40 levende lengen en 900 kleine schelvisschen. De besomming is nog onbekend. ALKMAARSCHE MARKT VAN GISTEREN. lil per mud f 8,—a 9,75 - 6,50a7,12i - 5,a 5,75 - 6.75a 7, - 4,25a 5,90 132 m.Tarwc 72 m.Rogge m.Gerst (Chev.) 138 m.Haver 22 m.Paardenb. m.Br.Boonen 24 m.Kanariezaad - 8,50a o 7 m.Mosterdz.(r)- 15,a m. (gr)- m.Bl.Maanz. - m.Koolzaad 10,75al2,50 per 50 KG. 6 ra.Karweizaad f 16,75a per mud ra.Grn.Erwten - 10,al6, m.Graauwe„ - 15,al7 m.Vftle - 12,al4, m.Witte - 10,al2, 237 stap. Kaas, weg. 52711 KG. per 50 KG. Kleine Hooi f 32,,Gras f Commissie/, - 26,- Middelb. - 29,- Laagste prijs f 10, ALKMAARSCHE MARKT VAN HEDEN. per stuk Paarden b.'tj. f a ,- Veulens - a 14 Koeijen -170,a225,- 40 Nucht.Kalv. - 4,al 9, 1075Schapen - 23,a36, per stuk 56 Lammeren f 8,al2, 111 Mag. Varkens - 10,al 6, 350 Bigg.ben.10w.- 4,a 7, 16 Bokk.&Geiten - 4,all, Boter f 0,65 a 0,85 per0.630KG.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche en Nieuwedieper Courant | 1879 | | pagina 2