Zeven kinderen van écn vader tegelijk op een dorps
school caamle, dit is zeker wel een zeldzaamheid, liet
doet ziel. thans te Beers (gemeente Jaarderadeel^ivoor te
kinderen zijn respectivelijk 5, 7 8,9,11,12
In eene te Dokkum gehouden vergadering dei at-
deelino- van Volksonderwijs, die ook voor andere belang-
stellenden toegankelijk was, is liet besluit genomen, om m
navolging van Denemarken en Zweden den h.mdenaibeid
van 'kinderen te bevorderen. Men achtte liet wenscl.ehjk
en nuttig voor do kinderen, hun ledigen tijd tusschen de
school»!-™ en 's avonds, door te doen brengen met het
aanleeren van boekbinden, mandemnaken, matjes vlechten
enz. ïene eonimissie werd benoemd om te onderzoeken
hoe groot de kosten zouden zijn, aan de opngting van
dosdaSgo school verbonden.
Dit besluit werd genomen naar aanleiding van het ver
slag van den heer H. Bonman, opgenomen in den Bode van
1 °^so^er^)^PTan Noordhoek, die jl. Maandag, hn
gelegemlidd oener begrafenis, nog juist te voren de klok
hadden hooren luiden, wisten een oogenhlik later met waai
do klepel hing. Bij de schommelende beweging was hij
losgeraakt en 90 KG. zwaar naar beneden gestort.
I>c"klokkcluiders bleven gelukkig ongedeerd.
Veertien dames en lieeren te Divmgeloo, allen leden
van de daar bestaande rederijkerskamer, die, na eene.
openbare uitvoering, aangenaam koutten, maar toch langer
in liet lokaal (gedeelte eener tapperij) verbleven dan
burgemeester had bepaald (1 uur 's nachts), werden deze.
da veil, op grond van eene politic-verordening, door den
knntonregter te Meppel ieder tot een geldboete van f 3,
snbsidair 1 dag gevangenisstraf, veroordeeld.
Figaro 'iceft op (1e achterste bladzijde van bet nommei
van jl. Donderdag de muziek van den feestmarscb, die von
Heust gecomponeerd heeft ter gelegenheid van het zilv eren
huwelijksfeest van den Keizer en de Keizerin van Oostenrijk.
Aan Ooat-Itiditchepraatjet," voorkomende iu het Leidsch Dagblad,
ontleenen wij de volgende regelen:
„De westmousson is thans een ouderwetsehede regen plast, de
bliksem vlamt, de donder ratelt door de lucht, er is geen ophouden
aan en de lankmoedigste mensch vervalt in een chromsche melancholie
Alles is klam en vochtig; boeken slaan uit, kleeien luiken mui,
dc lekkerste manilla brandt in; ach! en zoo zijn er vele van die
misères die men met een philosophisch oog moet beschouwen om
te spreken van het goddelijk Insulinde, het land oer zon, het land
deikkliÏMe dat mijnheer Ter llaar -alvorens liij dat.gedicht
maakte, waarmede ontegenzeggelijk onze letterkunde vemjkt is
eens met een tropiscl.en regendag had kennis gemankt De harp
ware in haar foudraal gebleven, zeer zeker met getokkeld....
Als ge nu als unc meening te kennen geeft, dat ik een sceptisch
mensch ben, dan zeg ik, dat ik daartoe alle reilen bei. Ben dc
niet door dat verleidelijk gedicht ik kende het vsn botten
met een geheimzinnig verlangen bezield geworden om dat tand tot
woonplaats te kiezen? Ben ik niet vol enthousiasme scheep gegaan
En wat vond ik er? Ja. het eeuwig groen, dat is waar, >M»»
bleven de kleurschakeringen die onze bosschen zulk eene schilder-
achtigr bekoorlijkheid schenken? Waar waren de bloemen onzer
perken? Eu de geuren die op het avondkoeltje komen aanzweven.
Geen kwestie er van. Integendeel. Wandel eens op een moo,jen
avond met mij mede; en als ge dan niet liever den maïsoliën lioor-
gcur onzer weilanden of den harsreuk van Hollands bosschen op
snuift, dan zijt ge waard veroordeeld te worden oin geheel uw
idyllisch genot van een Javaansclie kampong te smaken of een
CMnesche wijk iftvftifiwniieii. •- e>- <»e uuiiecnxniTie
daarvan gemeten, benevens de odeur van rottende visch, aan Katwijk
en Scheveningen eigen.
O foei! „als de nachtwind het hoofd gaat beuren" en hij, be
zwangerd door al die riekende stoffen, over de gistende en miasma-
rijke kali strijkt, om dan met uwe lokken te gaan stoeijen. Als ge
dan den volgenden dag doctor en apotheker niet noodig hebt,
zijt gij in uw soort een merkwaardig inauzoo ongeveer als Martin
Chuzzlewit en Mark Tapley, die, tegen de billijke verwachting
hunner medeburgers in, levend uit het -
Men zou incenen dat ik per se een pessimist wilde zyn. Waarlijk
niet „Ubi bene, ibi pot'ïae" (waar het goed is, is mijn vaderland),
al vergeet ik daarom het plekje niet, «aar eens mijn wieg stond.
Maar het zij mij vergund de medaille te keeren en veroorloofd
eerlijk te zijnwant liet ik de keerzijde zien, ook de niooijc kant
is te vinden.
Was liet. voorgaande op de strandplaatsen iu algemcencn zin toe
passelijk - helaas! dat do metste Europeanen gedwongen zijn daar
hun dagelijksch brood te winnen de berghoogten zijn dichter
lijken Ik, die een laaglander bun, genoot daar ton volle.
De frissehe lucht, dc koelere atmosfeer, die dc borst verruimt en
nieuwe veerkracht aan het ligchaam schenkt, het heerlijke utfzigt
over berden en glooijende sawa's, met het glinsterend vlak der Java
Zee tot horizon, zie, dat is een tafereel, dat onuitwisbaar in het
geheugen blijft.
Hier weurden wel de rozen en stond de theestruik in bloeihier
was wel „de bloem en vrucht aan de eigen trossen." De donker-
hladerige koffijstruik, overdekt met fijne, sneeuwwitte bloesems,
prijkte, reeds met roode hessen. En toen ik met mijn vriend, don
controleur, te paard den berg Jiesteeg.
op
Eden ontsnapten.
Maar genoeg daarvan.
t misschien een weinig vochtige
kloppen op de deur werden gevolgd. Alice kleurde; het was
goed, dat wegens de duisternis niemand bemerken kon, hoe een roode
kleur plotseling haar aangezicht overtoog. De oogen naar de deur
gewend, wachtte zij met een kloppend hart dat deze geopend zou
«orden. Maar toen op het woord haars vaders: „binnen!" een
gansch ander, dan de door haar verwachte persoon binnentrad,
wendde ze hare oogen teleurgesteld en mismoedig weder van de
deur af.
«Wat zou deze hier toch willen doen?" mompelde het jonge
meisje nauw hoorbaar.
„Goeden dag, mijnheer Sch.ïfer! goeden dag, mijn lief kind
sprak de binnentredende met een ruwe stem, en met een walgelijke
vriendelijkheid op het opgeblazen en roode gezicht keerde hij zich
tot: Alice en wilde met zijn vleeschige, vuile hand haar bij de
kin vatten. Hevig verschrikt stond Alice op en vluchtte achter
den leuningstoel van haar vader. In weerwil daarvan, nam
de bezoeker heel bedaard, zonder eenige verlegenheid aan den dag
te leggen en zonder er toe uitgenoodigd te worden, op den door
Alice verlaten stoel plaats. Hij was een man van omstreeks veertig
jaren, met een grof, dik gezicht, waaruit een paar grauwe, scherpe
oogen loerend rondzagen; zijne eenigszins ouderwetsehe kleeding
was voor het overige onberispelijk; een zware gouden horlogeketting
slingerde op zijn vest, in stevige gouden ringen werden zijne dikke
vleeschige vingers ineengepérst. Het binnenkomen van den inspecteur
van het Museum, Brandt, maakte in dezen rustigen huiselijkeii
kring oen hoogst onaangename» indruk, die nog verhoogd werd
door zijn trotsclie houding.
mijnheer Schilfer, boe gaat het? Het doel van mijn komst
is eigenlijk om naar den toestand van de jon?e dame te vernemen,
want ik hoorde van morgen van den opzichter, dat ze bij het
verrichten van haar arbeid plotseling ongesteld is geworden. Geen
wonder," ging hij voort, Alice op zijne wijze vriendelijk aangrijn
zende, „wanneer men honger heeft en dan toch maar altijd'moet
voortwerken, dan gaat het met de krachten terug, vooral bij zoo'n
tenger figuurtje."
Een vertoornd rood kleurde het bleeke en smalle gelaat van den
schilder, tengevolge van die ruwe en het eergevoel niet sparende
woorden, duch hij streed tegen het opgewekte misnoegen en ant
woordde op een koelen toon„Tot op dit oogenhlik 'hebben wij,
dank zij de onvermoeide vlijt van Alice, nog nooit honger behoeven
te lijden, en al ware dit het geval, dan ontzeg ik aan een ieder
het recht om hier dit vertrek binnen te treden en ons die ontbering
voor de voeten te werpen. Wij zei ven weten het best, hoe hel
met ons gelegen is."
myj'lmer Schilfer, maak u niet toornig; mijne vriia°" is
waarlijk niet slecht gemeend. Wie zou zoo gevoelloos zijn?" ant
woordde de inspecteur, den blinde willende tevreden stellen.
«Wat mag de oorzaak van uwe komst bier wezen, mijnheer de
inspecteur?" vroeg de blinde kortaf, want 't was duidelijk, dat de
komst van dien man hem zeer onaangenaam was.
Wordt vervolgd
welks" Hink ons een
vriendelijke passagrahan tot verblijf strekte, en wij door rmseheude
beekje? togen, waar bet kristalhelder vocht opspatte tegen de pooten
der paarden, langs diepe ravijnen, waar de varen, tot palmenhoogte
gewassen, haar sierlijk groene kroon van kantwerk verhief, om altijd
hooger dc wolken diep ouder ons, eindelijk als in een panorama
hel land, als ware het een tapijt, aan onze voeten te zien, dat
is zeker een eeuig genot.
Toch mist het landschap hier leven. Geen vriendelijk rookwolkje
uit de schouw, geen landelijk kerkje wenkt uit de verte het welkom
toe. Niets dan een zee van groen."
Een standbeeld vooh den ontdekker van de Chloroform.
In de oude abdij van Westminster, zoo lezen wij o. a. iu de Engelsche
kroniek van het Hld., zal een standbeeld worden opgengt ter nage
dachtenis van iemand, die deze eer verdiende.
Indien hij een groot veldoverste geweest ware, zouden verarmde
steden en honderden weduwen en weczen zijn naam onsterfelijk
gemaakt hebben, doch daar hij meer leed verzachtte en pijn stilde
dan vijftig krijgshelden kunnen veroorzaken, is liet nuttig kunstmatig
zijn herinnering levende te houden.
In het Engelsche Walhalla, in de abdij waar de helden en ge.nu-ii
van Engeland geëerd worden, zal het beeld verrijzen van Sir Dames
Simpson, die professor in de geneeskunst te Edinburgh was, en
de chloroform uitvond eu toepaste.
Zoo iemaud hulde verdieut, dan is het deze moedige onderzoeker.
Men stelle zich voor wat operaties waren vóór zijn uitvinding en
wat ze nu zijn Welk een smart cn benaauwdheid heeft hij gelenigd,
wat tal van levens heeft hij verlengd! Dichters en schrijvers hebben
o-cdureude of na hun leven geen cerbewijzingen noodig. Hebben zij
verdiensten, dan worden ze gelezen; geen kritiek hoe wangunstig
kan hen deren, want ten slotte oordeelt het publiek tocli voor zich
zelf. eu hun namen zijn cn blijven bekend.
Doch mannen als Sir James Simpson moeten gehuldigd wort.en
vóór en na hun dood; de uitvinding, die der meuschheul tot zegen
strekt, doch geen naam in herinnering brengt, mag den naam niet
overleven van den uitvinder, en daarom is het goed dat ieder, die
Westminster Abbeg voortaan bezoekt, daar het standbeeld zal vinden
van sir James Simpson, the dUcocèrer oj Chloroform.
VisoHtoerigten.
De beugers brasten gisteren gezamenlijk aan: 450 kabeljauwen,
die gemiddeld 50 cents per stuk opbragten. Van 200 tot 400
schelvisschen per schuit werden aangebragt, die van f 9 tot t lü.ou
't honderd opbragten. Rog werd weinig gevangen.
l)e korders vingen van 3 tot 5 mandjes schoUetjes, die voor
f 2.30 't mandje verkocht werden, benevens van 80 tot loOscliel-
visschen en een enkele tarbot en tong.
Kenige Urkers bragten eene mooije hoeveelheid tong en tarbot
van .Tei-bcludlincr -V"-KÜl Jyykg ™prg(:nBecii Tej">'<=111nger^yis-
vercTient veel door den enorm luogen prijs dien ze opbrengt. De
aanvoer van deze visch blijft gering.
Staten-Generaal.
Tweede Kamer.
Zitting van Donderdag 1 Mei. Door den Voorzitter is voorgesteld
om de behandeling der kanalen-wet a. s. Maandag aan te vangen.
Over dit voorstel ontstaat eene zeer levendige discussie. Verscheidene
leden verklaren zich met warmte tegen cle onmiddellijke behandeling
dier wet, op grond vooral, dat de (iiiancicele toestand des lands er
toe noopt om alle grootsclie ondernemingen uit te stellen en men
wenscht de schatkist eerst door nieuwe belastingen aan te vullen.
Nadat de ministers van Waterstaat en van Financiën het woord
hadden gevoerd, ten gunste van 't voorstel des Voorzitters, werd
met 44 tegen 2S stemmen besloten, dat met c.'e behandeling van
het bedoeld wetsontwerp op a. s. Maandag zal worden begonnen.
In de kanalen—wet worden de navolgende werken genoemd, die voor
rekening van den Staat zouden worden nitgevocid1 een kanaal van
Amsterdam naar de Boven-Wraal, 2 verbetering van den waterweg
van Meppel naar zee, 3 verbetering van den waterweg van Amsterdam
naar Rotterdam, en 4 verbetering der vaarten in Drenthe en Over
ijssel. Nog wordt voorgesteld uit 's Rijks kas subsidiën te verleenen
voor het verbeteren cn voltooijen van onderscheidene kanalen en
vaarten.
ilclili" van (lit regtsgeding is gebleken, dat er eene over
eenstem, i.ing en zelfs eene soort van internationale organi
satie bestaat tiisselien de demagogen, de socialisten en do
communisten van alle lanrlen; onder dc voornaamste leiders
bevinden ziclt personen van eiken volksaard, onder valst-he
Engelsclie, Duitsclie en Fransclie namen verborgen, cn die
neen bijzonder vaderlandslievend gevoel koesterende, altijd
de eersten zijn mn tot wanorde en opstand aan te zetten.
Deze gevolgtrekking blijft natuurlijk voor rekening van de
genoemde bladen.
oostenrtllt.
In den ochtend van 30 April woedde te Szegedin een
orkaan, die vreeselijke verwoestingen aangengt heeft. De
herstelliiioswerken aan den spoorwegdani zijn vermeld; tal
van andere werken eveneens, do schepen met zand en
bouwmateriaal zijn meerendcels gezonken, in de dijken zijn
,.1-oote scheuren ontstaan en vele arbeiders werden slechts
niet levensgevaar gered. Onmiddellijk is hulp gezonden.
Volgens de laatste berigteu is de storm bedaard.
Men verzekert dat de Koning weder in het huwelijk zal
treden De keus zou gevallen zijn op aartshertogin Maria
('hristina van Oostenrijk, de 21 jarige dochter van den over
leden aartshertog Karei Fcrdinand en kleindochter van
aartshertog Karei, den veldheer in de Napoleontische
oorlogen.
Rusland..
Het vervroegde vertrek van den Keizer naar de Krim
zal in het buitenland vermoedelijk cenige bevreemding
wekken, zoo schrijft men dd. 27 April uit Petersburg
do Küln. Ztg. want mogelijk meent men daar, dat
v 7 -1..f,i,i.mti iittef
Frankryii.
Een persoon, als werkman gekleed, wist het entrepot van
Bercy te Parijs binnen te sluipen en liet zich daar, toen
het avond werd, opsluiten. Zoodra hij zich alleen zag en
dus vrij om te doen wat hij wilde, stak hij een vat ouden
cognac open en dronk zich aan den inbond letterlijk dood
want den volgenden morgen vond men slechts zijn lijk,
dat naar de Morgue werd overgebragt.
Hngelana.
De London Tramway Company heeft uit Spanje 40
muilezels ontvangen, welke gebruikt zullen worden voor
de tramcars, loopende van de Blackfriars en Westminster-
bruggen naar plaatsen, gelegen in het zuiden van Londen.
Toen jl. Woensdag de stoomboot Princess Alice op
het punt stond van Dundee naar Liverpool te vertrekken,
namen een heer en eene jonge dame plaatsbilletten.
Even nadat zij aan boord gekomen waren, verscheen een
heer, die de jonge dame opeischte als zijne wettige vrouw,
die van hem was weggeloopen, en onmiddellijk daarna
kwam eene dame aan boord, die verklaarde, dat de heer,
die de jonge dame vergezelde, haar echtgenoot was en
haar kwaadwillig wilde verlaten. Tusschen de beide lieeren
ontstond nu een gevecht, en inmiddels vertrok de boot,
met alle vier aan boord. Do gezagvoerder namelijk ver
klaarde, dat hij niet langer kon wachten, daar het tij
anders zou verloopen.
Wat er van de twistende echtparen geworden is, is
niet bekend,
DultscHLana.
Het te Berlijn gevoerde regtsgeding tegen de drie
Kussische studenten Liebermann, Gurewitz en Aronsolm is
het onderwerp der beschouwingen van al de Berlijnsche
dagbladen. De meeste zijn van meening, dat uit de belian-
de Keizer met liet oog op de jongste gebeurtenissen juist
langer dan gewoonlijk in de hoofdstad had moeten ver
toeven. Het plotselinge vertrek heeft evenwel een goede
reden. Gurko, als gouverneur-generaal, heeft de volmagt
van een vice-Kcizer.' Er zullen krijgsraden worden benoemd,
vonnissen worden geveld, men zal ophangen en fusilleren.
Dit stuit den weekliartigen Keizer tegen de borst, Hij
Heeft moeten erkennen, dat zijne zachtheid ook al niet genoeg
uitgewerkt heeft en riep daarom den 0111 zijn gestrengheid
bekenden generaal Gurko; hij zelf echter verlaat het tooneel
van (len strijd. Gurko zal geen genade verleenen, en dc
Keizer wil niet te Petershul'g blijven als men begint niet
de veroordeelden np te knonpen en dood te schieten; hij
ontgaat zoodoende de verpligting van als opperste regter te
beslissen over dood en leven zijner onderdanen,
Knar thans gemeld wordt, ontstond door onvnorzig-
tighoid de vreeselijke brand, waardoor Orenburg geteisterd
werd. Niet minder' dan 949 huizen werden vernield, voorts
2 kerken, 1 moskee, 4 molens, 292 winkels, enz., het
meisies-gvinnasiiim, het pro-gymnasium, enz., enz. Dc
Keizer heeft reeds eene gift van 10,000 roebels ten behoeve
der noodlijdenden toegezonden.
X3o Wooner optost.
Een allerzeldzaamst feest heefl er bij gelegenheid van de zilveren
bruiloft van den Keizer en dc Keizerin van Oostenrijk te tteeMH
plaats gehad een feest, dal de schitterendste openbaring is geweest
van de liefde, die liet Oosteurijksche volk zijn Keizer toedraagt;
een feest, zoo groolsoh. dat volgens do Duitsclie en Fransclie bladen,
die daarvan eene beschrijving geven, kinderen en kleinkinderen,^ ja
df- _E£i?i c _iiiA(//MréïïfK' iTifis.'1 "Zes'maanden lang is
men bezig geweest om dit feest, eenig in zijn soort, te organiseeren.
Het oorspronkelijk plan is uitgegaan van de Weener kunstenaars
die een historische» optogt wilden houden. Doch «nauwelijks was
dit plan bekend geworden, of er werd van allerlei zijden gevraagd
om daaraan te mogen deelnemen. l)e geheele burgerij van Weenen
heeft niet achter willen blijven; niets was haar te kostbaar. Weldra
wilde elk beroep zijn eigen optogt hebben cn de grootc schilder
Mackart, die den feestwagen der kunstenaars en hunne costumes
had geteekend, werd nu van alle zijden bestormd en om zijne hulp
gevraagd. Mackart is daardoor de ziel van het feest geworden.
Honderden naaisters hebben weken lang onder zijn toezigt alles
bewerkt en in orde gemaakt, opdat de harmonie van het feest door
geen enkelen dissonant zou worden gestoord. Naar luid der be-
jigten heeft Mackart dan ook eene nieuwe, onvergankelijke eere-
kroon zich gevlochten door de geheele organisatie van dit feest,
waarop tot eer van Oostenrijk's monarch al wat de kunst verheffends
kon aanbieden voor 't aangezigt van den feestvierenden Vorst en
vorstin moest voorbijgaan.
De optogt had in deze volgorde plaats. Na een heraut van
wapenen, op een rijk versierd paard gezeten, met dc kleuren der
stad, rood en wit, in het costuum der lGde eeuw; en na twaalf
trompetters, fanfares blazende, zag men allereerst den stoet der
W eener studenten, ongeveer 1500 in getal, in het ouderwetsch
costuum gekleed, dat slechts bij plegtige gelegenheden wordt ge
dragen en de kleuren der baretten onderscheidden de verschillende
corporatiën. Daarop de scherpschutters van de hoofdstad cn depu-
taticn van de schutters uit het land. Een korps muziekanten o-ino-
vooraf aan eene nieuwe groep, de groep namelijk der arbeiders-ver°-
eenigingen, die zich te luat hadden aangeboden, om iu costuum te
verschijnen, maar clie, in het zwart met witten das gekleed, toch
met wilden wegblijven van het. uroote feest. Wat daarop voHdc
was geheel de vinding van Mackart. Twee herauten van wapenen,
niet de kleuren der stad, in het costuurn der 16de eeuw, gevolgd
door 15 ridders, allen zoons van de voorname burgerij, 5 met de
kleuren van het keizerrijk, 5 met die der Keizerin eu 5 met die
der stad Weenen, in prachtige kleederdragt, die de 16de eeuw iu
al hare bijzonderheden, in al hare vormen, haar stoffen en wapenen
met een verbazende historische getrouwheid nabootste. En nog was
dit slechts het begin. Een schitterende groep sloot zich daaraan
vast, een der schoonste, die de optogt te aanschouwen gafnamelijk
tic groep der jagers, 150 personen sterk, voorstellende een midden-
eeuwsche jagt; prachtexemplaren van honden vergezelden dezen stoet;
het middelpunt daarvan maakte uit een jagtwagen, waarin een
jagerkoniug was gezelen, omringd door zijn jagers. Hunne costumes
waren voorbeeldeloos schitterend. Verschillende soorten van jagten
werden er voorgesteld, zooals de gemzenjagt, de valkenjagtT de
beerenjagt e. a. Het Ncue Fremdenblatt, van dit deel van den
optogt sprekende, zegt er eigenaardig van, dat de lang verdwenen
romantiek der wouden onwillekeurig daardoor in de gedachten kwam .De
groep der jagers werd afgewisseld door clie der tuinlieden. Hun
wagen was met bloemen, bladeren en kransen versierd. Voor de
allegoriën, die daarbij vertoond werden, had men slechts met volle
handen uit de prentwerken der 16de eeuw te putten. Het geheel
ook van deze groep was vol poëzie cn frischheid. Daarop volgden
de wagens der wijngaardeniers, der mijnwerkers, der molenaars,
der brood- en pasteibakkers; de inelkverkoopers te voet en te
paard; dc slagters op een eenvoudige kar; de herbergiers der 16de
eeuw, een gewigtige corporatie uit dien tijd, voorafgegaan door
reizende muziekanten. Na de herbergiers, de kleedermakers, schoen
makers en verdere beroepen, die op de kleeding betrekking hebben.
De wagen der timmerlieden was een meesterstuk. Een meubelstuk
der middeneeuwen, een kast in den Duitschen renaissancestijl, bevond
zich op den wagen, terwijl werklieden daarop aan den arbeid waren.
Niet minder schoon moet ook de wagen van den koophandel geweest
zijn; op een wereldglobe zag men een kolossalen Mercurius met