Mr. J. L. DE BRUYN KOPS. niets overbleef dan heen te gaan. En deze man, die zoo weinig blijk gaf van constitutioneelen zin, zou uien weder in de Kamer brengen, weder den weg banen om het oude spel, dat nevens schadelijk tijdverlies zooveel verbittering en tweedragt baarde, te gaan spelen! Voor die ramp beware ons het koel verstand der Noordhollandsche kiezers. Zij weten, dat het afbreken van het tegenwoordige liberale kabinet tot niets nut is, tot niets dienen kan dan tot ver warring en verachtering van 's lands belangen, en daartoe zullen zij gewis niet willen medewerken. Maar er is nog iets en wel van geen geringe beteekenis. Het kiesdistrict Alkmaar is een aantal jaren vertegenwoor digd geweest door twee Afgevaardigden, de heeren van Foreest en d. B. K., die steeds in tegenovergestelden zin stemden, met het gevolg, dat hunne stemmen elkander vernietigden en het district dus zoo goed als niet ver tegenwoordigd was. Na het overlijden van den heer van Foreest zond het den heer v. d. Kaav, een geestverwant van den heer Kops, ter Kamer en legde het alzoo met gelijke stemmen een dubbel gewigt in de schaal. Mogt het nu, hoe onwaarschijnlijk ook, gelukken, dat de heer mi'. Heemskerk de plaats van den heer mr. d. B. K. innam, dan zou zich de vroegere toestand hernieuwen. Hoe treurig die ook was, het kiesdistrict heeft zich dien getroost ter wille der persoonlijke hoedanigheden van een zeer geacht en invloedrijk inwoner, den heer van Foreest; maar dien toestand weder in het leven te roepen ter wille van een man als mr. J. Heemskerk Az., neen, dat kunnen de kiezers nimmer willen! 't Zal welligt toch niet aan pogingen ontbreken, hen daartoe te bewegen. Even als bij vorige gelegenheden, zullen er misschien nevens geteekende ook ongeteekende aanbevelingen tot hen komen, die overvloeijen van groote woorden en ontzettende tooneelen ophangen van het wan beheer der radicalen/' waaraan de oorlog in Atsjin, de minder gunstige staat der schatkist, de opdrijving der Indische uitgaven, het verval der houten zeilvloot te dan ken zijn, natuurlijk met verzwijging van de schandelijke zee- en mensclienroof der Atsjinezen en van de tractaten- schennis des Sultans; van de vroegere verwaarloozing der Indische behoeften ter wille van die van het moederland; van onzen jarenlangen spoorwegaanleg en schulddelging zonder belasting-verhooging; van onze jeugdige en reeds magtige ijzeren stoomvloot. Maar wat al wederom beweerd, geïnsinueerd en naamloos geschreven mogt worden, om maar den heer d. B. K. te weren en den heer Heemskerk te doen verkiezen, is niet te voorzien en kan niet vooraf, kan, wanneer het ter elfder ure geschiedt, ook dan niet wederlegd en bestreden worden. Slechts kan men de kiezers waarschuwen tegen dergelijke pogingen op hunne hoede te zijn, om te letten op de bron, waaruit het een of ander tot hen komt, om wel te overwegen wat het belang des Vaderlands van hen eischt, om getrouw ter stembus op te komen en naar hun geweten te kiezenden onafhankelijksten, den eerlijksten, den waardigsten candi- daatden candidaat voor wien het lidmaatschap der Kamer geen raiddel is tot bevrediging van persoonlijke eerzucht, op Het bestuur der Centrale Kiesvereeniging, PH. HULST, te Zuidscharwoude, Voorzitter. J. L. T. GRONEMAN, te Wieringerwaard, Penningmeester. K. BREEBAART, te Winkel. S. KEYSER Sz., te Texel. C. VAN VEEN, te Helder. P. VAN DER HORST, te Alkmaar. J. BLAAUBOER, te Sint-Maarten. TH. J. WALLER, te Anna Paulowna. G'. W. BRUINVIS, te Alkmaar. T. LANSER, te Zijpe. A. P. DE LANGE, te Alkmaar, Secretaris. HELDER en NIEUWED1EP, 7 Junij. In „de Gids" van Junij komt een fantasie van onzen begaafden schrijver C. van Nievelt voor, die niet onopgemerkt mag voorbijgaan. In „de droom van een geplunderde" teekent hij liet beeld van Manasse (Lodewijk Pincoffs) wiens god alleen zijn eigen „ik" was; van den man van energie, den man van talent, den weldoener der maat schappij, den uitstekendsten burger van Nederland, die als een andere Macbeth de taal der verleiding heeft gehoord „All hailyou shall be king" èn tegelijk door zijn geweten als een eerlooze wordt aangeklaagd, voortgedreven en gefolterdZijn gouden horologieketting een slang met gloeijende granatenoogjes, het geschenk eener wéduwe, wier kapitaaltje hij belangeloos had belegd in zijne milli- oenen zaak dat verwenschte adderding van het edelst metaal kronkelt zich nijpend om zijn vinger, bijt hem fel en diep tusschen de ribben onder zijn hart, steekt den kop omhoog en sist hem in het oor: „Falsaris! wat hebt gij met het geld der weduwen gedaan Waar zijn uw valsche boeken? Ellendeling! gij weet, dat al uw glorie schuim is, al uw doen slechts logen In de vlugt naar een ander werelddeel zoekt hij zijn heil. Het gouden helleding dien kettingwil hij achter laten, maar het vreet zich vast in zijn lendenen. De slang wil mee naar Amerika. En als Manasse de vreemde kust nadert, wil hij in wanhoop over boord springen maar de gouden adder sluipt langs het boeghout op, reuzegroot. „Halt!" brult zij, „nóg is het u niet vergund te sterven. Die daar ginds zullen u niet deren. Maar leven, leven zult ge nog voor mij!" Zij wringt hare kronkels in zijn ligchaamzij snoert de borst hem digthaar vunzige adem verzengt zijn aangezigt. Ziedaar zeiden wij na de lezing van de aangrijpend sclioone bladzijden de magt der consciëntie, in hare ontzettende waarheid! Is een man als Pincoffs niet veeleer diep te beklagen, dan dat men den eersten steen hem naar het hoofd zou slingeren? Door het Kiescollegie der Hervormde gemeente alhier is gisteren avond het volgende zestal geformeerd: C. de Holl, te Bedijkte SchermerC. G. Bacn, te Lutkewierum J. C. Hagen, te Mijdrecht; A. W. van Kluijve, te Sint- Maarten; A. II. Claassen, te Egmond aan den Hoef; A. Jentink, te Oostzaan. Gaarne vestigen wij de aandacht onzer lezers op achterstaande annonce, waarin eene Soiree van de Sociëteit Mars tegen a. s. Dingsdag wordt aangekondigd. Het liefdadig doel, dat daarmede wordt beoogd, verdient algemeene onder- Steuning. Deze gelegenheid om iets goeds en schoons te hooren en daardoor tevens iet3 goeds en schoons te bevorderen, worde in ruime mate geschraagd. Het gevaar, zoo meldt men o. a. uit Parijs aan de N. Rott. Crt., is gelukkig geweken voor den Prins van Oranje. De negende dag is voorbij, hetgeen een groote gerustheid is. De Prins heeft jl. Woensdag aan doctor Martin zijn innige dankbaarheid betuigd voor zijne uitstekend goede zorgen, en heeft volkomen het bewustzijn van het groote gevaar, waaraan hij ontsnapt is. Het ijlen, dat vooral jl. Vrijdag en Zaturdag op zijn ergst was, heeft opgehouden. Er zal nu een zeer langdurige zorg noodig zijn, om den Prins weer op zijn verhaal te doen komen. Hiertoe zijn minstens drie weken noodig, waarna de geneesheer een badkuur voor dezen zomer voorschrijven zal. Midden op den dag is de pols onder de honderd slagen, terwijl ook de temperatuur gedaald is tot even acht-en-dertig graden. De geneesheeren roemen zeer het sterke, gezonde ligchaamsgestel van den Prins, dat later, na een badkuur door een rustig verblijf in het Vaderland weder geheel in orde komen zal. Volgens de laatste berigten is de toestand van den Prins zeer voldoende. Prinses Hendrik wordt heden uit Duitschland terug verwacht. Beroepen te Midwoud ds. J. C. Benit, predikant te Ursem. Jl. Donderdag is vanwege het dijksbestuur van Wieringen aanbesteed het maken van 4 vakken steen- glooijing, lang 227 str. M. Ingekomen 8 inschrijvings- billetten, als van de heerenQuantes ad f 6999, J. Schreuder f 6650, Gebr. Moorman f 6600, J. Poppen f 6183, J. Tool f 6177, C. Kroon f 5996, N. Heijblok f 5900, B. Beuken kamp f 5888. Natura Artis Magistra te Amsterdam krijgt een aquarium; een leening zal worden gesloten, groot, f 400,000. Uit Brussel wordt aan de Amst. Crt. berigt, dat H. P. Kerdijk, die na zijne vrijspraak te Antwerpen naar de gevangenis is teruggebragt, eerstdaags naar Brussel vervoerd zal worden, om te verschijnen voor de raadkamer van het hof van appel, welke, na hem in een openbare zitting gehoord te hebben, advies zal geven over de aan vrage om uitlevering. Men schrijft aan de L. C.: „De temperatuur van Mei is gebleven beneden de normale. De lente kwam met tragen gang en brengt nog geen warmte. Seringen en jasmijnen bïoeijen thans een maand later dan anders; tulpen bloeijen nog, maar de zoogenaamde Pinksterbloem, de gele iris (Iris pscudacorus), die aan waterkanten en in moerassen voorkomt, bloeit nog op verre na niet. De moerbeziënboom heeft kleine bladeren. Hij is de laatste met den acacia, die in het blad komt. Ook de wijnstok is nog maar weinig ontwikkeld. Het weiland ziet er goed uit, hoewel er weinig gras is, terwijl dat op de hooilanden spichtig staat. Tegen Julij zullen er wel nieuwe aard appelen zijn; van den kouden grond zal dit jaar niet vroeger een smakelijke aardappel kunnen gerooid worden. In de moezerij gaat het met de groenten zeer langzaam vooruit en in de kweekerij is nog weinig bloem te garen. Verreweg het meeste geboomte moet nog uit de kassen en broei bakken komen. De prijs der wol van Texelsche schapen bedroeg jl. Donderdag te Eist f 5 a f 6 per vacht. De gras verpachting, jl. Woensdag te Zwolle, ten bate dier gemeente gehouden, heeft bijna 50 pCt. minder dan ten vorigen jare opgebi'agt, ofschoon voor enkele perceelen driemaal meer dan toen, beloofd is. Jl. Dingsdag namiddag is een Volendammer kwak door een tjalk, met koeijen geladen, in de Zuiderzee op de hoogte van Stavoren overzeild. De kwak zonk en de twee zonen van den schipper verloren daarbij het leven. De schipper werd gered. Uit Riouw schrijft men aan het Soer. Hbld.: Tijdens de godsdienstoefening in ons aardig gereformeerd kerkje viel plotseling de preekstoel, met den dominee, uit de hoogte, zonder dat deze echter een oogenblik zijne tegenwoordigheid van geest verloor. Kalm werd zijne redevoering voleindigd. Uit Soerakarta wordt onder dagteekening van den 25 April gemeld: Dezer aagen vertrekken 16 nyógö's uit het Mangkoe- Negarasche naar Europa om de bezoekers der Arnhemsche tentoonstelling op Javaansche muziek (de gamalan) te ver gasten. Of die echter in Europeesche ooren zoo aangenaam zal klinken als de zang van een Patti of Nillson, is te betwijfelen, maar om het vreemde der instrumenten zal de gamalan toch veel bewonderaars hebben. Volgens een te Londen aan het bureau van den New-York Herald ontvangen telegram, kan tusschen 7 en 9 dezer storing in den dampkring verwacht worden met regen, Z. W. tot naar het N. W. omloopenden harden wind of stormbuijen, weêrlicht en hooge temperatuur op de kusten van Engeland en Noorwegen en waarschijnlijk ook op de Fransche kust. Generaal Grant, die, zooals men weet, reeds geruimen tijd op reis is, en bijna alle landen der wereld bezoekt, bevindt zich thans in Japan. Herhaaldelijk heeft men getracht honigbijen naar Nieuw-Holland over te brengen, dat ook zonder moeite gelukt is. Het blijkt nu echter, dat de Europesche bijen wel is waar gedurende een paar jaren voortgaan op gelijke wijze te leven als zij in Europa doen en hare korven goed in orde houden, raten bouwen en honig garen, maar dat zij allengs dit minder en minder doen, zoodat de was- en honigproductie eindelijk geheel ophoudt. Viscntoerlgten. De ansjovisvisscherij in de Zuiderzee beteekent niet veel; een groot gedeelte der Urker- eu Enkhuizer vloot is daarom weer naar hier teruggekomen. Gisteren werd nog al visch aangebragt. Tongen naar grootte 10 a 45 cents, tarbot f 1 a 7 per stuk, schel visch f 8 ?i 9 het honderd, rog 39 a 45 cents per stuk, scharren f 4 per mand. lieden is de aanvoer niet van belang, daar het dezen nacht te stil was om behoorlijk te korren. Schelrisch werd het meest aan gebragt; zij gold f 3.50 a 4.50 ?t honderd, tongen en tarbot prijs houdend, rog 22 a 26 cents per stuk, geep f 3 a f 4 per tal. Er werden enkele partijtjes van Wieringen en ook een paar tallen van de Hors aangebragt. Ansjovis is hier nog niet aangebragt. Bonoom 1 t~> gen, enz. Met ingang van 1 Julij a. s. worden op pensioen gesteld, op hun daartoe gedaan verzoek, de luit.-kol. van het korps mariniers L. F. Kempers, ter zake van langdurige dienst, en de lste luit. van dat korps R. P. A. van Rees, wegens ongeschiktheid voor de militaire dienst, ter zake van in en door de dienst ontstane ligchaams- gebreken, onder toekenning van een pensioen respectivelijk ad f 1950 en f 975 's jaars. Met dien datum zijn bij het korps mariniers bevorderdtot luit.- kol. den kapt. lste kl. J. J. Körnclorfler, tot kapt. lste kl. die der 2de kl. W. L. G. J. F. Cramer von Baumgarten, tot kapt. 2de kl. den lsten luit. J. L. Cadet, tot kapt.-kwartierra. lste kl. die der 2de kl. A. C. Ebell. Bij koninklijk besluit van den 4 dezer is gewijzigd het besluit van 28 April jl., waarbij aan den majoor H. W. A. Oltkamp, van de Vide afd. vest.-artil., pensioen is toegekend, en dat pensioen werd vastgesteld op f 1444, en thans bepaald, dat het vorenbedoeld pensioen zal bedragen f 1600 's jaars. FranKriJK. Uit Larisse wordt aan een der Parijsche bladen het volgende gemeld, dat aan de blinde moordwoede der Indi sche amokraakers denken doet. Een sergeant had dezer dagen voor den krijgsraad teregt gestaan en was tot degra datie veroordeeld. In den morgen van den 30 Mei drong hij daarop de woning van den kolonel binnen, die den krijgsraad gepresideerd had, doodde hem op de plek met een bajonetsteek in het hoofd, en maakte vervolgens den schildwacht af, die voor het huis geplaatst was. Daarna begaf hij zich naar de kamer van den bataillonschef. Deze was afwezig, maar een luitenant, die zich aldaar bevond, werd het slagtoffer van den woesteling, die hem eerst de handen afhieuw en daarna doodde. Nu rende hij de straat op en werd achtervolgd. Hij maakte op nieuw links en regts gebruik van zijn wapens. Eindelijk werd men hem meester, maar hij had reeds negen personen geveld. Indien de Voltaire, een te Parijs verschijnend blad, goed is ingelicht door zijnen correspondent te St. Petersburg, dan is den 31 Mei 's avonds te Kiew het volgende voor gevallen: „Zes nihilisten, die zich toegang in het huis van den gouverneur hadden weten te verschaffen, vielen onver wachts op hem aan, knevelden hem, ontdeden hem van zijne kleederen en gaven hem 50 roedeslagen. Daarna verlieten zij de woning, zonder door iemand gehoord of gezien te zijn geworden." Te Bordeaux heeft een Spanjaard in een slecht huis vier vrouwen gedood. F.ri geland. De hertog van Bedford heeft aan al zijne pachters, in aanmerking nemende de slechte tijden, de halfjaarlijksche pacht voor éénmaal kwijtgescholden. Het gezamenlijk bedrag beloopt 70,000 p. st. De schoonvader van den hertog van Norfolk, mr. Abney Hastings, heeft 10 pCt. van de pacht som afgetrokken, die zijn pachters in Leicestcrshire en Derby shire te betalen hadden. Dezer dagen zijn te Londen eenige tabakshandelaren wegens vervalsching van hunne koopwaren tot een boete van 50 p. st. (het minimum der straf) veroordeeld. Uit het onderzoek was gebleken, dat de in besla» genomen tabak slechts voor een derde, soms voor een vijfde deel,,werkelijk tabaksbladen bevatte en het overige uit een mengsel van kamillebloesem, blaauwhout en zoethout bestond. De omstan digheid, dat de ter vervalsching gebruikte stoffen niet na- deelig voor de gezondheid zijn, was oorzaak, dat geen strenger vonnis werd uitgesproken. DultsoHLand. Uit de Duitsche bladen blijkt, dat de val van den Keizer op Pinkstermaandag geen verdere nadeelige gevolgen voor den bejaarden Monarch heeft gehad. Aangaande het uiteinde van het strijdros Sadowa, door Keizer Wilhelm in den slag bij Küniggriitz bereden, deelt het Fremdenblatt het volgende mede. Hoewel het met de grootste zorgen werd opgepast, begon het in den laatsten tijd toch zoozeer aan de gebreken van den ouderdom te lijden, dat de paardenarts, toen het eindelijk zelfs niet meer staan kon, van oordeel was het te moeten laten afmaken. Dienovereenkomstig geschiedde. De Keizer had echter, toen hij er in toestemde, tevens bevolen, dat Sadowa opgezet moest worden. Deze taak is opgedragen aan den heer Ludwig, die, als de bekwaamste in dat vak, de merkwaar digste dieren voor het Zoölogisch Museum behandelt. Sadowa was een prachtige zwarte merrie, van uitstekend schoonen bouw, en dus ook uit dat oogpunt wel waard, dat de uiterlijke vorm behouden blijft. De heer Ludwig zal het ligchaam geheel in gips boetseren en daarover zal de zorg vuldig bewerkte huid gespannen worden. Te Berlijn zullen de café's-chantants voor velen hunne aantrekkelijkheid hebben verloren. Een agent van politie hoort toe of er ook iets voorgedragen wordt, dat niet aan de strenge eisclien der zedelijkheid beantwoordt en waakt, dat de zangeressen niet worden aangesproken. Oostenryii. Het Weenër Vaderland verhaalt, dat een knaap van twaalf jaar, de zoon van een hooggeplaatst officier te Bamberg, eenige revolverschoten op zijn vader loste, omdat deze hem ligchamelijk wilde kastijden. In [zijn drift trok de vader zijn sabel en hieuw daarmede op den knaap in, die ernstig gekwetst werd. Een zoon, die met een revolver op zijn vader schiet, is zeker niet te verdedigen, maar een vader die met een sabel op een twaalfjarig kind inhouwt, bewijst toch ook, dat hij beter had gedaan met niet te trouwen. Voor opvoeding althans mist hij de vereischten. Zweden. Te Sundswall heeft thans eene werkstaking plaats, die meer dan gewone verhoudingen aanneemt. Ruim vijf duizend werklieden, verbonden aan 19 aldaar zich bevindende zaagmolens, weigeren te werken en eisclien hooger loon. Met knodsen gewapend trekken zij door de stad, overal schrik verspreidende. Militaire magt is aangekomen, ten einde het plegen van gewelddadigheden te verhinderen. Nog steeds sluiten zich meerderen bij de oproerige werk lieden aan. CHILI en PERU. Het aanvankelijk onbeteekenend geschil tusschen Chili cn Bolivië, zegt het Vaderland, heeft thans door de inmenging van Peru tot een oorlog gevoerd tusschen Chili aan den eenen, Peru-Bolivië aan den anderen kant. Chili had verlangd, dat Peru officieel zijn onzijdigheid zou verklaren. Peru antwoordde hierop, dat dit on mogelijk was, aangezien het door een vroeger tractaat met Bolivië was gebonden. Het bestaan van zulk een tractaat had Peru vroeger steeds ontkend en die dubbelhartigheid deed den beker overloopen. De President van Chili, Pinto, zond een oorlogsverklaring „in optima forma" en tevens een aan Bolivië. Hoe ook de oorlog moge afloopen, dit is zeker, dat cn Chili èn Peru, met wier financiën het treurig gesteld is, daardoor zullen worden uitgeput. Te land is Peru zijn vijand verreweg de baas

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche en Nieuwedieper Courant | 1879 | | pagina 2