HELDERSOHE
EN NI EU W EDIEP ER COURANT.
Nieuws- en Advertentieblad voer Hollands Noorderkwartier.
1879. N".89.
Vrijdag 25 Julij.
Jaargang 37.
„W ij huldigen
het goed e."
Verschijnt Dingsdas, Donderdag cn Zntnrdasr namiddag.
Abuur inent sprijs per kwartaalJ 1.30.
t w franco per post - 1.65.
Uitgever A. A. BAKKER Cz.
Uur eau: MOLENPLEIN N°. 103.
Prijs der Advcrtentién: Van 11 regels 60 Cents,
elke regel meer 15 Cents.
Groote letters of vignetten worden naar plaatsruimte berekend.
HELDER en NIEUWED1EP, 24 Julij.
Zr. Ms. monitors Krokodil en Aclder, kommandanten luits.
ter zee 1ste kl. J. H. Commijs en C. ten Bosch, zullen
bij gunstige gelegenheid den 27 dezer van Hellevoetsluis
naar hier vertrekken, ten einde het benoodigd aantal
zeetniliciens van Zr. Ms. fregat Evertsen over te nemen.
Met deze nieuwe bemanning zullen de oefeningstogten
op de reeden en rivieren van het Zuider-frontier worden
voortgezet.
Het beeld, voorstellende de vice-admiraal Kortenaer,
dat altijd geprijkt heeft voor het thans afgekeurde wacht
schip van dien naam, is heden opgesteld in het park vóór
het Directie-gebouw. Het is een gelukkige gedachte geweest
om de houten palisadering, waarmede het park van genoemd
gebouw altijd omgeven was, te doen vervangen door een
net ijzeren hek op gemetselden voet. De wandeling langs
de haven en het Havenplein is door aanplemping van een
gedeelte der gracht, uitbreiding van 't plantsoen en plaatsing
van deze smaakvolle omheining zeer veel verfraaid.
De jongelingen F. Nidschelm en W. Schuurman
hebben een voldoend examen afgelegd, de eerste voor de
Hoogero Burgerschool te Amsterdam, de tweede voor die
te Haarlem. Ook de als kadet geplaatste jongeling Alting
von Geusau en de jongelingen Boomsnia en Moorman waren
leerlingen van den heer Iiissink.
Met den goedkoopen volkstrein van Rotterdam, Schiedam,
Delft, 's Gravenhage en Leiden bragten gisteren 475 pleizier-
reizigers een bezoek aan deze gemeente.
Tengevolge van de aanhoudende en hevige regens
vreest men in het geheele land het ergste voor alle te velde
staande gewassen. Het koren is arm en schraal; met de
gerst is het niet beter gesteld; het reeds gesneden hooi is
bijna geheel verteerd en veldarbeid is zoo goed als geheel
gestaakt moeten worden. Overstroomingen hebben niet alleen
in Engeland, maar ook in Ierland groote schade berokkend.
Aan den voorzitter der Tweede Kamer is door den
heer H. C. van der Wijck een brief gerigt, waarin hij de
volgende vragen doet:
„Gedoogt de grondwet, dat de Koning, met uitsluiting
van alle andere leden, een aantal leden der Tweede Kamer
van eene bepaalde partijkleur officieel doe oproepen? Heb
ben de beide leden der Tweede Kamer, oud-ministers, die
den Koning om de magtiging tot die oproeping gevraagd
hebben, in den geest der grondwet en van onze constitu
tioneel Staatsinstellingen gehandeld?:. Zoo ja, zal dan
indien die beide heeren in hunne taak niet slagen en de
Koning mogt goedvinden een of meer tot andere Staats
partijen behoorende Staatslieden een Kabinets-formatie op
te dragen door deze eene vergadering der Tweede
LIEFDE EN ONSCHULD.
Novelle van ELISE LTNHATtT.
(Vervolg.)
Von Warren verheugde zich in stilte er over, de wildzang van
vroeger als een volwassen meisje weder te zien, dat thans wel niet,
zooals in de allereerste dagen hunner kennismaking, hein vragen
zou, of onze Lieve Heer den wereldbol, als hij zich woschte, ook
uit de hand zou leggen, en of zij zelve, als zij maar eerst een
engel met vleugels was, ook alle jaren zou moeten geplukt worden,
zooals de ganzen der boerenWat zou dat lieve, vraaglustige
mondje, dat hij zoo vaak gekust had, vandaag met hem kouten?
Zouden de groote bruine oogen hem nog even vol vertrouwen
aankijken als vroeger?
Het rijtuig rolde krakend tusschen de massieve poortdeuren door,
op het plein. De hofmeester schoot toe.
„Is mevrouw von Osten te spreken?"
„Zeker, zij zit met de freule ginds aan den boschkant. Ik zal
u er heen brengen, kapitein."
„Ik dank u, ik zie het kleed der dames door het groen sche
meren!" Men verwachtte hem dus, dat was altijd aangenaam.
Met vluggen tred ging hij naar den zoom van het bosch. Op
den tronk van een omgehouwen boom zat eene bekoorlijke, weel
derig schoone gestalte. Een krans van korenbloemen wiegelde in
de lichtblonde, als zijde glinsterende lokken; een doorzigtig zwart
zijden kleed omsloot hare leden, witte kant verborg slechts onvol
komen de volle blanke armen cn het laag, hartvormig uitgesneden
kleed; kleine voetjes in schoenen van lichtkleurig atlas gluurden
onder den zoom van het kleed te voorschijn.
De dame scheen den jongman nog altijd niet te zien, schoon hij
digt voor haar stond: haar hoofd bleef voorover gebogen, terwijl
de bevende handen zich vlijtig bezighielden met de blaauwe guir
lande, die in haren schoot lag. Zijn blik rustte uitvorschend op
haar; waar had hij die gestalte, die lichtblonde lokken meer gezien?
Hij deed eventjes een boomtak knakken. Zij keek op, een elec-
trieke vonk schoot uit haar oog in hel zijne; zij sprong op, snel
voetig als een jong meisje, terwijl zij gejaagd de handen tegen
hare borst drukte.
„Warren
De guirlande was uit haar schoot gegleden, Percy bukte beleefd
om ze op te rapen.
„Vergeef mij zoo ik u deed schrikken, freule," zeide hij koel,
terwijl hij haar de guirlande overreikte en zijn blik vast op haar
gevestigd hield, „of zou ik in freule Blanche von Almers
mevrouw von Osten moeten begroeten?"
„Wist gij dat niet? Deelde de vrijheer het uwen vader niet mede?"
„Wel mogeiijk. Daar ik echter sinds jaren niet racer bij mijn
vader woon, hoorde ik alleen van het huwelijk, doch vernam den
naam der bruid niet! Ik moet u, mevrouw, mijne deelneming
betuigen in het verlies, dat gij geleden hebt!"
Kamer, met uitsluiting der liberale leden, moeten worden
opgeroepen
De uitslag der verkiezing voor de Provinciale Staten
van Noordholland in het hoofdkiesdistrict Schagen op den
22 dezer, ter vervulling van de vacature ontstaan door
het overlijden van den heer Ph. Hulst, is als volgt:
Kiezers. Opgekomen.
175
113
Oudkarspel.
Zuidschanvoude
75
39
155
124
Noordschanvoude.
41
Heer-IIugowaard.
165
47
Haringkarspel.
Sint-Maarten
103
54
j 157
88
Broek op Langend ijk
Sint-Pancras
49
23
1 72
28
Warmenliuizen
Oude-Niedorp.
72
54
58
8
82
j 126
65
j 66
62
77
44
60
Wieringen
Wieringerwaard
Anna Paulowna
92
74
60
36
53
52
Barsingerhorn.
107
55
Nieuwe-Niedorp
Winkel
90
101
51
72
Callantsoog.
Zijpe
21
241
J 262
122
Totaal
1849
1084
Van onwaarde
5
zoodat niet meer dan de grootste helft der kiezers is
opgekomen.
De uitslag van de stemming was als volgt: Alb. J. Kaan
333; C. E. Perk 277; C. Kroon Mz. 195; W. Buis 158;
J. C. Peeck 100, enz. enz., zoodat er eene herstemming
tusschen de twee eerstgenoemde heeren zal moeten plaats
hebben.
Te Terschelling zijn tot leden van den Gemeente
raad herkozen de heeren D. Reedeker met 98, T. D. Pais
met 81, S. Brons Boldingh met 66 en gekozen de heer
J. H. Stobbe met 53 van de 100 uitgebragte stemmen.
Voorts werden uitgebragt op de heeren: D. D. Doeksen
34, W. J. Bakker 25, P. D. Krul 5, D. D. Roos 4 en
op verschillende personen 22 stemmen.
Bedankt voor het beroep naar de Chr. Ger. gemeente
te Alkmaar door ds. Impeta.
„Spreken wij daar niet van. Blanche streek vlugtig met haren
battisten zakdoek over de ter neer geslagen oogen. „Als ik had
kunnen deuken, dat gij heden zoudt komen ik moet inderdaad
verontschuldiging vragen, dat gij mij zoo aantreft, zoo kinderlijk
opgetooid," zij liet beschaamd haren blik glijden over haar
idyllisch toilet, hare hand raakte eventjes den in hare lokken
wiegelenden krans aan, zonder dien echter weg te nemen, „maar
als men van bosch en bloemen houdt, zooals ik, dan wordt men
weer een kind
„Ik meende van uwen bediende te hooren, dat ik verwacht werd."
Geërgerd boorde zij met haar voetje in den grond. „O, vandaag
niet, ik wist niet dat gij zoo stipt zoudt zijn! Doch daar gij mij
uu toch zoo ziet, blijven wij hier maar, niet waar?"
Zij had een paar korenbloemen opgeraapt, was weer op den
tronk gaan zitten en wees innemend gliuilagchend op het mostapijt
aan hare voeten. De jonge man bleef echter bedaard staan en
leunde tegen den stam van den beuk, die zijn lommer over het
plekje verspreidde.
„Gij zijt hier alleen, mevrouw? Ik verwachtte Genia bij u te
ontmoeten.
„Inderdaad? Wat ben ik toch vergeetachtig! De verrassing van
het wederzien brengt mijn brein in de war: Genia is reeds sinds
eenige maanden eene gelukkige, jonggehuwde vrouw!"
„Gehuwd?" 't Was niet juist teleurstelling, die uit zijne stem
klonk, maar diepe, ernstige verwondering.
„Mijn hemel, ja, de jongelui beminden elkander zoo teeder; de
vrijheer heeft nooit gewild, dat de vroegtijdige verloving voor
Eugenie een dwang zou worden; 't zou wreed geweest zijn, hen
om die reden te scheiden."
Warren sloeg wantrouwend zijne blikken op Blanche, die aan
zijne voeten ijverig zat te vlechten. „Wist Genia van die verlo
ving af?"
„Zeker ik geloof het ten minste natuurlijk wist zij er
van af!" De guirlande was door raidden gereten onder de kramp
achtig trekkende vingeren, die er eene andere rigting aan wilden
geven.
„Gelooft gij? Ik begrijp dat niet goed, mevrouw von Osten.
Gij hebt toch in elk geval de zaak met haar besproken!"
„O, herhaalde raaienMaar, zooals ik reeds zeide, ik zou de
slechte stiefmoeder uit het sprookje hebben moeteu zijn, als ik hun
huwelijk had willen tegenwerken."
„Gij hebt volkomen gelijk. Slechts over ééne zaak sta ik ver
baasd. Waarom werd ik er niet van onderrigt, voordat ik deze
doellooze reis ondernam? Gij moet toegeven, mevrouw, dat de rol
van „bedrogen minnaar," die ik in dit oogeublik het genoegen heb
te spelen, niet heel aangenaam is!"
„Ik wist niet, waar gij in garnizoen langt."
„Dat zou door mijne moeder gemakkelijk te ontdekken geweest
zijn!"
Er lag eene scherpe berisping in den minachtenden toon, dien
hij van den beginne af tegen haar had aangenomen. Zij zag op:
Bij het laatst gehouden examen voor de Hoogere
Burgerschool te Alkmaar zijn van de 18 leerlingen der
Openbare Burgerschool aldaar 17 toegelaten en 1 voor
waardelijk.
De handel in oude schapen, anders in dezen tijd van
het jaar op Texel zoo levendig, is thans zeer lusteloos.
De oorzaak daarvan is, dat de Texelsche veefokkers veel
gras in de weiden hebben en daarom de schapen ruim van
voedsel kunnen voorzien. Vreemde kooplieden moeten
derhalve hooge prijzen besteden, indien zij zaken willen doen.
Volgens het verslag, door heeren commissarissen der
spaarbank van het Nutsdepartement te Nieuwe Niedorp
uitgebragt, is gedurende het afgeloopen boekjaar ontvangen
de som van f 2569,16en uitgegeven f 2502,19, zoodat
liet batig saldo bedraagt f 66,97A. Het aantal deelhebbers
is geklommen tot 64, wier gezamenlijke inlage bedraagt
f 9387,03. De daarvan verschenen rente beloopt de som
van f 1504,80, zoodat het debet der bank thans is f 10,891,83.
Daarentegen heeft ze aan certificaten Nederlandsche Werke
lijke Schuld en op rente gezette gelden een crediet van
f 11,581,87, en alzoo een vermoedelijk bezit van f 690,04.
Als een bewijs hoezeer de landerijen in waarde
dalen, kan vermeld worden, dat eene boerenplaats in de
nabijheid van den Noorddijk te Hoorn, die voor twee jaren
nog f 74,000 kon opbrengen en de vorige week werd in
veiling gebragt, opgehouden moest worden, dewijl er geen
hooger bod op gedaan werd dan f 33,000, dus nog lang
niet de helft.
Had men in de vorige week te Ransdorp hoop, dat,
bij het meer gunstige weder, de hooioogst nog ten deele
gelukken zou, thans, nu op nieuw zware regenbuijen zich
ontlasten, zal die wel grootendeels als mislukt te beschou
wen zijn; de schade is groot en menige veehouder ziet de
toekomst met zorg tegemoet. Ook de melkerij is door het
natte en koude weder niet gunstig. Boom- en tuinvruchten
hebben mede veel te lijden en beloven een schralen oogst.
Aan den te vx-oeg gestorven tooneelspeler Jan Her
man Albregt wijdt de Amsterdamsche Courant een zeer
lezenswaardig artikel. We ontleenen daaraan liet volgende:
„Hij werd 28 November 1829 te Amsterdam geboren.
Zijne ouders waren aan een reizend tooneelgezelschap,
onder directie van Weddelooper en van Velzen, verbonden.
De vader was tooneel meester, de moeder speelde kleine
rollen. Hij was dus wel van kunstenaarsgeslacht, maar
erfde geen grooten naam in de kunstwereld, en de aanvang
van zijn loopbaan was allesbehalve geëffend voor zijn voet.
Integendeel; zoo iemand, hij heeft al de schaduwzijden
van „het beroep" leeren kennen, al het lijden en strijden,
weer wierp zij hem een gloeyenden blik toe.
„En zoo ik dat nu eens niet gedaan had, omdat omdat ik
wenschte, dat gij zoudt komen omdat ik er naar verlangde,
Warren, u weder te zien
„Gij bekampt mijne tegenwerpingen met wapenen, tegen welke
ridderlijkheid mij verbiedt te strijden."
Blanche bemerkte den sarcastischen glimlach niet, waarmede hij
op haar nederzag.
„Zijt gij zéér teleurgesteld, Warren, dat gij, in plaats van Genia,
mij hier vindt
„Teleurgesteld kan ik juist niet zeggen. Ik verwonder er mij
slechts in stilte over, dat verpligtiDgen, door welke ik mij tot nog
toe steeds gehouden rekende, door de andere partij zoo ligt werden
opgenomen
„Gij rekendet u dus voor gebonden? Dat wist ik immers!"
„Zeker. Ik gevoel mij schier verligt, dat ik het van dit oogen-
blik af niet meer ben. De opgedane ervaring zal mij voor 't
overige waarschuwen tegen het sluiten van teedere verbindtenissen.
Gij zijt in elk geval in het bezit van den ring, dien ik Genia gaf,
om hem mij wec-r ter hand te stellen?"
„Den ring? Hoe ongelukkig, - wij vergaten dat heelemaal!"
„En zij draagt dien naast haren trouwring aan den vinger?
Zoo'n meisjeshoofd is toch een wonderlijk ding!'
Hij had den gouden ring, dien hij van den vinger getrokken
had om hem terug te geven, peinzend er weêr aangestoken en
beschouwde hem met een bijna stuurschen blik. Twee groote,
donkerbruine oogen vestigden zich nieuwsgierig op de brillanten
eene bruine kleine hand raakte de zijne aan.
„Zijt gij Pcrcy?"
Hij zag op, die directe vraag vermaakte hem een half
opgeschotene, sierlijke meisjesgestalte stond voor hem. „Ik ben
Percy. En gij, freuleije?"
„Dacht ik het niet? Gij hebt Genia's ring! Ik ben Frieda."
„Ik meende al half en half uwe zuster te zien: gij gelijkt
sprekend op Genia."
„O, wat zal het haar spijten, dat zij vandaag niet hier was!"
„Inderdaad? Dat geloof ik haast niet zij is immers zoo
gelukkig!"
„Nu, daar heeft zij niets van geschreven maar 't kan daarom
wel zoo wezen!"
Zij trad terug cn begon de korenbloemen bijeen te zoeken, die
nog op den grond lagen. Een mollige arm slingerde zich om haar
heen, zij voelde haar hoofdje tegen Blanche's gelaat drukken.
't Wras een boeijend gezigt, het blonde, teedere hoofd der schoone
vrouw naast het donkerbruine meisjeskopje. Doch Percy was van
gevoelen, dat de indruk nog grooter zou wezen, nis Frieda zich
niet zoo ongewillig tot stoffage had laten gebruiken. En toch
glimlachte hij vriendelijk tegen de kleine weerspanneling, toen zij
driftig opsprong, om terstoud daarop in het woud te verdwijnen.
Ook Blanche was tevreden. Hare schoonheid had zich in heur
schitterendsten glans vertoond en het babbelende kindermondje