HELDERSCIIE EN NIELWE01EPER (OIRAXT. )- en Advertentieblad voor Hollands Noorderkwartier. 1879. N°. 98. Vrijdag 15 Augustus. Jaargang 37. Uitgever A. A. BAKKER Cz. LIEFDE EN ONSCHULD. „W ij huldigen het goed e.M Verschijnt Dingsdng, Donderdag en Znturdng namiddag. Abonnementsprijs per kwartaalJ 1.30. f i franco per post 1.65. Bureau: MOLENPLEIN N°. 168, Prijs der Adverten11 nVan 14 regels 60 Cents, elke regel meer 15 Cents. Groote letters of vignetten worden naar plaatsruimte berekend. Eiken Donderdag vertrekt de mail naar Oost-lndië. Laatste ligting 's avonds 6 uur. IIELDER en NIEUWED1EP, 14 Augustus. De heer H. J. Schalken, eerstaanwezend kapitein ingenieur alhier, maakt lid uit van de commissie belast met het bezigtigen van de pantsering der batterijen te Antwerpen, door den fabrikant Grüson, te Maagdenburg, onlangs geleverd, en tot bet doen van voorstellen betrek kelijk de pantseringen bij onze kustforten aan te brengen. Hiertoe wordt onderzocht te Maagdenburg en Essen bet pantser-materiaal van Grüson en Krupp. In bet bijzijn van den chef van bet Materieel, den inspecteur van de Stoomvaartdienst en verdere officieren, benevens den fabrikant van der Maade, bad gisteren ochtend op de reede van Texel de stoomproef plaats van de ram- monitor Draak. Schip en machine hebben in alle opzigten uitmuntend voldaan de vaart was 8 a 9 mijlen. Het schip is thans bier opgelegd. De uitslag der verkiezing van één lid voor de Provinciale Staten alhier is als volgt: Uitgebragt 344 geldige stemmen. Volstrekte meerderheid 173. De beer R. Boomsma bekwam 267, de heer mr. M. Büehner 58, de heer D. Reedeker 18 stemmen en de beer Kaan 1 stem. Eerstgenoemde is alzoo gekozen. De regelings-commissie voor de vereenigde tentoon stelling van Floralia en Landbouw neemt thans de noodige maatregelen voor de aanstaande volksfeesten. Zij beeft bet uitgebreid programma in vele afdrukken zoowel buiten als in de gemeente verspreid, en vleit zich dat ook dit jaar de noodige belangstelling zal worden gewijd aan hetgeen met zooveel moeite en zorg wordt voorbereid. Eerlang zullen de noodige aankondigingen geschieden voor de inzending der bloemen en planten van de Floralia-vereeniging. De plaatselijke afdeeling van Landbouw houdt morgen avond eene bijeenkomst, ter bespreking van de tentoonstelling. Met zekerheid wordt uit 's Hage berigt, dat de beer van Lijnden de opdragt tot formatie van een nieuw Kabinet beeft nedergelegd. De heer mr. A. P. de Lange, advocaat te Alkmaar, is beëedigd als procureur bij de arrondissements-regtbank aldaar. Novelle van ELI SE LINIIAT1T. {Vervolg.) 't, Was op een morgen van een der laatste dagen in Junij; de rouleaux der villa waren al vroeg uedergelatendrukkender en zwoeler dan ooit drong de benaauwende stiklucht de kamer binnen. Met gesloten oogen had Genia voor hare teekening gezclen: een levensgroot hoofd der Najade van het fontein-monument. Maar het was niet dc zwaarmoedige trek die in de kleinere teekening Percy's verwondering had opgewekt leven schitterde in die oogen, geluk lachte op het heldere voorhoofd en om de juichend geopende lippen. Een ligt morgengewaad van doorschijnend wit mousseline omsloot de prachtige vormen der ruslende vrouw, het lange, dof-glanzige haar hing in zware vlechten over haren rug. De dagen der laalste weken, zoo volkomen ontbloot van alle vreugde en leven, trokken langs haar geestesoog. Ach, zoo zelden waren die dagen door een enkelen zonnestraal verhelderd door de komst van Lucietta's sierlijke gestalte, die met haar openhartig, kinderlijk gemoed en haar lagchendc, half schreijende oogen, Genia wakker schudde uit haar doffe lusteloosheid. Ja, het praatzieke mondje wist altijd veel te vertellen van Amberg en zijne vrienden want door den eersten was zij altijd, en misschien niet zonder bedoeling, goed onderrigt omtrent Percy's doen en laten. Uit het rotsdal der Save kwamen donkere wolken opzetten; laag hangende, geelachtig zwarte schaduwen pakten zich zamen boven den top van den Monte Ré. Plotseling was het donker in de kamer geworden; Genia ging opstaan en staarde angstig uit het venster. De deur werd achter haar geopend. „Kapitein von Warren," werd aangediend. Zij had moeite, zich staande te houden zij wilde hem tegemoet snellen, doch hare voeten weigerden haar de dienst. Zij had een gevoel afsof zij stikken zou van blijdschap, die, met geweld onderdrukt, hare borst doorwoelde. „Percy!" Zij gevoelde dat hij haar naderde, doch was1 niet bij machte hare oogen op te slaan. „lleb ik u schrik aangejaagd, mevrouw?" „O neen!" Zij zag eerst nu dat zijn gelaat doodsbleek en kalm was. „Het onweer kwam zoo schielijk opzetten ik merkte het eerst, toen het telaat was om terug te keeren ik kom om afscheid te nemen, mevrouw Norring; morgen, overmorgen op liet laatst, ver laat ik Triest." Genia had hare handen vast tegen do slapen gedrukt en staarde hem met ongeloovige verbazing aan. „Ik zou schriftelijk afscheid van u genomen hebben, als ik dat niet al te lafhartig had gevonden." „Waarom verlaat gij Triest?" „Het is mij onmogelijk, de spanning langer te verdragen, welke het verblijf in dezelfde stad met u, mevrouw, en daarbij het stelsel matige vermijden van eene ontmoeting met u, veroorzaakt. Misschien zal het mij in de verte gemakkelijker vallen, uwe gronden, die ik eerbiedig, ook te begrijpen. Ik heb om verplaatsing verzocht men heeft ze mij ingewilligd. Binnen weinige dagen aanvaard ik mijn nieuwe betrekking als leeraar aan de academie, waar ik mijne opleiding heb ontvangen. En laat ons nu kort zijn, Genia!" De 1ste luitenant Arntzenius is, onder geleide van een kapitein, uit de Infirmerie te Vlissingen naar 's Rijks Hospitaal te Utrecht overgebragt. Gisteren is aanbesteedbet maken der pijlers en landhoofden voor de brug over den Rijn nabij Rbenen, met bijkomende werken; minste inschrijvers de heeren W. P. en H. de Vries, te Rossum, ad f 862,900. Benoemd tot hulponderwijzer te Leiden de heer O. Schouten, te Kolhorn. Terwijl overal elders geklaagd wordt over den schralen oogst, tengevolge van de aanhoudende regens, laat die op booge zandige gronden weinig te wenschen over. Van zieke aardappelen is op Terschelling slechts bier en daar een spoorde graangewassen staan goederwten en boonen beloven een zeer goed beschot en het hooi komt ook vrij droog binnen, doch niet zoo overvloedig als ver leden jaarveulens, lammeren en kalveren zijn flink gegroeid, maar aan koopers, vooral van varkens, ontbreekt het nog. Jl. Dingsdag bad aan den Stompentoren in de Schermeer eene barddraverij plaats bij den kastelein M. Hos. Negen paarden werden ingeschreven. De prijs, een zilveren inktstel, weid behaald door bet paard „de Dunnen," van den beer II. Koster, bereden door S. Visser, terwijl de premie, twee kristallen botervlootjes met zilver gemonteerd, werd behaald door bet paard „Lietse," van den beer K. Schoon, bereden door den eigenaar. Uit den Bangert wordt thans berigt, dat de oogst van roode en zwarte aalbessen de helft minder is dan verleden jaar. De bekende Amerikaansche spoorwegkoning, Jaq. Gould, is aan bet Amstelbötel te Amsterdam afgestapt. Dat een buis, bij de tegenwoordige bouworde, instort of inzakt, door zwakte of door wind, behoort niet tot de zeldzaamheden; maar dat eene fabriek /tegen den grond regent," is zeker een feit van niet alledaagscben aard. Dat feit beeft zich met opzigt tot de pannen fakriek van D. M. van Leeuwen te Alpben aan den Rijn voorgedaan. De fabriek was eerst kort geleden verkocht. (Vad.) Men schrijft aan de Leidsche Courant: „Van alle veldgewas is dit jaar de bloemkool bet best en daarbij overvloedig. Zeer schaarsch is daarentegen bet gewas van snijboonen en erwten, mislukt de teelt der augurken. Meloenen uit de bakken kwamen weinig aan, De jonge vrouw begon hevig te sidderen. „Percy," bragt zij met moeite voort op een half smeekenden, half juichenden toon, blijf bij mij, Percy, ik ik kan niet leven zonder u „Genia!" Een straal van geluk vloog over de ernstig schoonc trekken van den jonkman; hij drukte de tengere gestalte met schier woeste teederheid aan zijn hart, haar gelaat, hals en armen met kussen bedekkende. „Gij wilt wilt werkelijk „Ik zou sterven zonder u!" Zij vleide zich tegen hem aan en slingerde hare armen om zijn hals. „Maar ik wil leven en gelukkig zijn met u o, zoo gelukkig, Percy! Als ik maar niet sterf.... van geluk!" Plotseling schrikte zij. Zij wond zich uit zijne armen en zeide op een vasten toon: „Kus mij niet, Percy.... nog beu ik niet de uwe! Nog behoor ik Norring.... en ik wil geen onregt doen, juist op liet oogenblik, nu de hemel u mij geschonken heeltMaar ik zal vrij zijn,.... misschien spoedig, en dan...." „Zal hij u uwe vrijheid teruggeven?" „Hij zal het! Ik ben hem onverschillig, gelijk de keisteen, dien zijn voet in drift wegslingert, maar dien hij zich nooit de moeite zou gegeven hebben uit den weg te ruimen; hij zal u dankbaar zijn als gij dat voor hem doet." „Hopen wij het! Ik zal met hem spreken!" „Ook ik wil dat vandaag nog, en dan voort uit de drukkende atmosfeer dezer woning naar een slil plekje waar ik wachten zal, totdat alles geregeld is, totdat gij komt om mij te halen, Percy Gelooft gij, dat ik u zal weten te beminnen?" Zij stond vóór hem, met een bekoorlijken blos op de wangen, met gevouwen handen en schitterende oogen hij kon de aandrift niet onderdrukken, om haar opnieuw aan zijne borst te trekken, doch zij weerde hem zacht van zich af. „Wilt gij nu gaan, Percy? Ik smeek u er om! Neen, zie mij niet zoo verwijtend aan.... moeten wij ons geluk bouwen op ge schonden pligt? Ik ben immers zijne vrouw.... gij gaat, gij begrijpt mij? Ik dank u!" Hij boog zich over hare handen en drukte zijn brandende lippen er op. „Wij zullen van elkander hooren?" „ZekerWeet Norring maar eerst van onze liefde, dan zal ik mij haasten, u daarvan berigt te geven." „Vaarwel, liefste!" Hij had zijne handen zacht om haar hoofd gelegd; met plotseling bij hem opgekomen angst staarde hij lianr diep in de oogen. „Ik koester vrees voor uwen man, Genia, ten uwen en ten mijne opzigte o God, zoo ge mij nog weer ontnomen werdt! „Ik vrees niets. Het is niet mijn pligt, te blijven niemand zal mij tegen houden! Ik weet niet, welke hinderpalen'de wetten ons misschien in den weg kunnen leggen ik ben zoo onervaren in al die dingen; maar dat weet ik, dat ik alle wetten zou ver achten, als zij er zich tegen verzetten, wat menschelijk regt is." „Ik had niet gedacht dat gij zoo sterk waart." „Ik ben het ook eerst, sinds ik gevoel hoe diep ik u bemin. Tot morgen, Percy, tot morgen!" „God bescherme u, mijn lieveling!" Zij was alleen. De ontroering en opgewondenheid dreven haar door alle vertrekken, die thans schemerachtig vaal verlicht waren, 't Scheen haar niet mogelijk toe, alleen in deze enge kamers te ver toeven, alleen met haar overkropt gemoed. De veranda afdalende, van den vollen grond in bet geheel niet. De meeste vruchten van den moerbeziënboom zijn zoo groot als een erwt geworden en even groen gebleven. Nog maar wei nige dagen geleden werden de half rijpe morellen geplukt. Geen wijnstok langs de muren, die tot dusver rijpe trossen belooft. De aardbeziën verloren haar geur en de frambozen smaken waterachtig. Onder al bet onverkwikkelijke van dezen zomer en het weinig genot dat bet gebloemte aan bood, behield de roos baren luister. De hooibouw valt zeer wisselvallig uit, maar nergens in bet voordeel van den landman. Het gras komt niet aan. De ziekte heerscht in de late aardappelen, doch niet zoo onrustbarend als voorgegeven wordt. Het winstbejag stelt vaak don toestand erger voor, inzonderheid nu het bederf den vroegen aardappel onbruikbaar maakt." De kunstenmaker, die te Scbeveningen van bet trapéze is gevallen, is te 's Gravenhage in het gasthuis overleden. De leden van het gezelschap vormden zijn lijkstoet en legden kransen op zijn graf. De Diergaarde te Rotterdam heeft haar grooten leeuw verloren. Hij was lang lijdende aan longontsteking. Tengevolge van hooibroeijen is te Breda een stal met zeven paarden verbrand. Ook liet schommelen is een vermaak van zeer twijfel achtig gehalte, dat nog ol eens onheilen medebrengt. Een 17jarig meisje te Arnhem heeft daaraan jl. Zondag een gebroken rib en eene zware hoofdwonde te wijten gehad van eene aanzienlijke hoogte stortte zij neder. De vroege appelen en peren worden te Deventer reeds bij enkele partijtjes aan de markt gebragt en tegen buitengewoon booge prijzen opgekocht. De ziekte onder de schapen, die te Ommen in liet vorige jaar zoovele offers eischte, vertoont zich weder met vernieuwde woede onder het jonge geslacht. Doeltreffende maatregelen worden weder toegepast. Isoleren en desin fecteren zijn hoofdzaken. Jl. Zaturdag kwamen te Maastricht de vereenigingen aan, die deel namen aan de uitvoering van het 10de Neder- landsch gymnastiek verbond. De stad heeft een feestelijk aanzien. De geheele Vrijthof of Paradeplaats met den muziektempel, waarop de vlaggen van de verschillende natiën wapperen, was schitterend verlicht. Van 9i tot 101 uur deed de muziek van de dd. schutterij zich hooren; daarop volgde de algemeene bijeenkomst der vereenigingen. snelde zij door den tuin. Doctor Ilehnroth zat juist in zijne studeerkamer, verdiept in de ctlmologisclie studiën van Pricliard. Daar werd zacht aan zijne deur getikt, eene gedaante vloog naar binnen, wierp zich voor zijne voeten neder, en omklemde in gelukzaligen hartstogt zijne kniecn. Schier verschrikt zag hij neör op de jonge schoone vrouw, wie de tranen in de oogen glinsterden, en die toch beefde van blijde ont roering. Hij bad Genia nog nooit zoo gezien, had nooit geweten hoe verrukkelijk schoon de vrouw was, die steeds zoo treurig in zijn gezelschap was geweest. „Kind, kind, wat scheelt u?" „Wat mij scheelt? Ik zou kunnen schreijeti en juichen en bidden in éénen ademik ben gelukkig!" „Was Warren bij u?" Zij knikte met een gelukkigen glimlach. „Hij bemint mij." „Dat wist gij al lang!" „Maar niet, dat ik hem weder beminde 1 Eindelijk zal ik het ook ervaren wat „leven" heet ik zal hem belmoren met lijf en ziel „Gij zijt gehuwd, mevrouw Norring!" „Mijn man zal vrijer ademhalen, even als ik, wanneer ik hem verlaat „Wanneer gij uwen wettigen echtgenoot verlaat?" Zij sloeg vragend de oogen tot hem op. „Gij meent toch niet, doctor, dat omdat ik eenmaal blind was, eenmaal dwaas genoeg, om ontijdig „ja" te zeggen, ik dit „ja" mijn geheele leven lang meeslepen moet? Gij kunt dat niet mcenen „Het is uw pligt!" „Gij zegt dat zoo aarzelend, zoo onzeker gij gelooft zelf niet wat gij zegt. Het is niet mijn pligt ik betwist dat! Als gij dat pligtsvervulling noemt, ongelukkig te zijn en ongelukkig te maken, wanneer een scheidend woord vrijheid kan schenken, dan wist gij nooit, doctor, wat pligt is! Ja, als mijn man mij liefhad, dan zou niets ter wereld mij kunnen overhalen om hem te ver laten het zou mijn pligt zijn, hem wederliefde te schenken Gij weet niet, hoe vurig ik God dank, dat hij die liefde, die zware taak, niet van mij vergt!" „En zou het toch niet natuurlijker zijn, te volharden in wat het lot u op de schouders gelegd heeft, in plaats van eigenmagtig het geluk aan u te willen boeijen, dat dan het snelst ontvliedt, wan neer men meent, het voor altijd aan zich geboeid te hebben?" Een glimlach vol vertrouwen gleed over de trekken der jonge vrouw. De oude heer schudde krachtig het hoofd. „Ik heb de ervaring opgedaan in mijn eigen lang leven, dat alleen het ootmoedig buigen ouder het rad van het lot gelukkig maakt. Leed en smart veredelen den mensch!" „Ook dat betwist ikMij maakt het leed niet alleen ongelukkig, het maakt mij ook slecht. Voordat ik nog leed had ondervonden, beminde ik de menschen en geloofde aan Godde smart knaagde zoolang aan mijn hart, totdat ik God loochende en de menschen verachtte 1 En zoo ik dat nü niet meer dóe, dan is het, omdat stralen van het geluk thans op mijn levensweg vallen en zoo ik ooit waarachtig goed mogt worden, dan is het alleen, omdat het geluk mij kust geluk en gelukkige liefde!" „Houdt gij mij voor gelukkig?" „Ik jweet niet, gij zijt zeer zeer kalm!" „Verlangt gij niet naar die rust?"

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche en Nieuwedieper Courant | 1879 | | pagina 1