Kroese, voor een vijf-en-twintig jaar geleden, zich teekende als: gezagvoerder van het schip Vrouw Antje, en zulks ook inderdaad was, want een tiental jaren voerde zij, na den dood van haren man, als kapitein over genoemden bodem het bevel, en vele handelaars en cargadoors, die nu nog de Beurs bezoeken, zullen zicli herinneren, hoe vaak zij op hunne kantoren die krasse weduwe in hare boedanigheid als gezagvoerder ontvangen hebben, en hoevele koopwaren zij voor hen naar Hamburg, Bremen en de Oostzeehavens heeft geëxpedieerd. Onnoodig zou het zijn voor haren moed en beleid, gedurende die vele zeereizen getuigen aan te halen, zooveel is zeker, dat zij in practische kennis den meest bevaren kapitein niet toegaf. Of het de onstuimige golven waren, of dat het haar onstuimig hart geweest is, hetwelk haar van de vrouw Antje voor de tweede maal in de huwelijksboot deed overstappen is mij onbekend, doch van toen af was het stik in den wind en verder opzeilen onmogelijk, zoodat. zij, na het overlijden van Drenth, haar tweeden echtgenoot, ten slotte op de stoep der Zuiderkerk gestrand is. Indien deze bijzonderheden uit het leven eener rappe en onbesproken vrouw de belangstelling in haar lot mogen verhoogen, is aan het doel van dit schrijven beantwoord. Men meldt uit Haarlemmermeer: „De schoone eerste dagen van September komen den landman zeer te stade. Alle handen reppen zich om den oogst onder dak te brengen. Ofschoon de opbrengst tegen valt, is men toch blijde, dat regen en wind het eindelijk hebben opgegeven. Het graan, dat binnengebragt wordt, is ligt; vele korrels zijn- reeds ontkiemd, en het aantal hectoliters zal per hectare ver beneden een gemiddeld beschot blijven. Ook uit de IJpoIders hoort men bittere klagten. De meeste landbouwers moeten daar zeer hooge huurprijzen betalen, en deskundigen oordeelen, dat sommigen, na aftrek van de kosten voor het bewerken van den grond, voor zaaizaad, voor ?t schoonhouden, maaijen, enz., niets meer zullen overhouden. Op de weilanden was al het ruwe weer ook zeer nadeelig, zoodat het vee reeds hier en daar niet voldoende gevoed kan worden.7' Te Haarlem zal de algemeene tentoonstelling door de Hollandsche Maatschappij van Landbouw worden ge houden in en nabij de Hertenkamp in den Haarlemmer hout: die van voortbrengselen en werktuigen van 27 Sep tember tot en met 1 October, die van dekhengsten, stieren en pluimvee op 30 September en die van paarden, rundvee (dekhengsten en stieren hieronder begrepen), schapen en varkens op 1 October. Behalve belangrijke geldelijke bijdragen van de gemeente Haarlem en de afdeeling Haarlem en omstreken, alsmede de uitlovingen, bij sommige nummers van het programma vermeld, zijn nog beschikbaar gesteld door Z. K. H. Prins Frederik f 250; door Z. K. H. den Prins van Oranje een gouden medaille; voorts door ver schillende autoriteiten en particuliere personen, 12 gouden, 7 verguld zilveren, 39 zilveren en 8 bronzen medailles. De gepensioneerde luitenant-kolonel der artillerie P. A. R., te 's Gravenhage, heeft zich eergisteren op de rails geworpen, toen een trein naderde. De ongelukkige was direct een lijk. Met één stem meerderheid heeft de Gemeenteraad te Vlissingen besloten, in handen eener commissie te stellen een voorstel van dr. van Beke Callenfels, strekkende om eene verordening te maken, waarbij het aantal tapperijen beperkt wordt. In de Friesche Crt> wordt een koddige drukfout hersteld. In een vroeger nomraer stond„dat de gemeente raad van Leeuwarderadeel is overgegaan tot vernietiging door verscheuring van de in 1877 gekozen raadsleden." Dit moest zijn: „van de stembriefjes der in 1877 gekozen raadsleden." door Guido gedaan, roerde ze met geen enkel woord aan. „Daar heb ik nog niet over nagedacht, mejuffrouwsprak Guido en een verachtelijke trek speelde hem om den mond. „Wij, mannen zijn waarlijk veel te onpraktisch om, wanneer wij in diepe smart ter neder zitten, stoffelijke vragen terstond in ernstige over weging te kunnen nemen. In de kunst van koelbloedige berekening worden wij niet zelden door de vrouwen beschaamd." Het bloed steeg Isabella naar bet hoofd bij de honende blikken van Guido. „Het ongeluk maakt u bitter," antwoordde zij haastig. „Wanneer gij zinspeelt op mijn verloren vermogen, kan ik u verzekeren, mejuffrouw, dat mij zulks geen oogenblik tot bitterheid stemt, omdat bet mij veel minder ter neder drukt, dan gij deukt. Had ik het verlies mijns vaders niet te betreuren, dan zou ik het andere als eene soort van voldoening beschouwen, als eene wis seling in bet eentonig leven, dat ik van ganscher harte zat ben." Oprechte verwondering sprak uit de oogen van het oppervlakkige, levenslustige meisje, toen zij Guido zoo kalm hoorde spreken over datgene, wat haar als de verpletterendste slag van het noodlot voorkwam. „Zóó kan slechts iemand spreken, die zijn geheele leven rijk geweest en onbekend is met den strijd tegen beperkte financicele omstandigheden. Ik denk er geheel anders over; dit uur heeft mij mijn schoonsten droom ontnomen," zeide Isabella. „Dat is het lot van droomen; zij moeten verstoord worden, dat kan niet anders. Wij moeten immer wakker zijn, mejuffrouw!" sprak Guido kalm. „Wel ons, zoo wij oud genoeg geworden zijn om dergelijke teleurstellingen te kunnen dragen." Hij ontdeed zich van zijn handschoen, trok den verlovingsring van den vinger, legde hem op een tafeltje, dat naast hem stond, neder, wendde zich tot zijne bruid en vervolgde: „Laat ons de verloopene maanden zonder wrok herdenken, lieve Isabella! Vergeten wij, dat we als kinderen des geluks met elkander omgang hadden. Vaarwel „Vaarwel!" sprak het jonge meisje en reikte Guido de hand. De sluwe jonge dame merkte haar engagement met den jongman, die thans voor goed afscheid van haar nam, onder de thans plaats grijpende omstandigheden voor ontbondeu aan, maar toch zweefde er iets over haar gelaat, dat naar ontroering geleek. „Vaarwel!" zeide ze nogmaals met eene zachte stem. Indien Guido haar als afscheidsgroet in zijne armeD genomen had, zou zij dat zeker niet geweerd hebbendoch zoodanige handelwijze, steunende op vroeger verkregen rechten, kwam geenszins in zijne gedachteu op. De tijd om zoo iets te doen was voor goed voorbij. Hij opende de deur en verliet met eene beleefde buiging de gezelschapszaal. In de vestibule ontmoette hij de eerst aankomende gasten; groetend ging hij voorbij en steeg laugzaam de stoep af. Boven in de zaal werden de gasten met een verplichtend lachje en op eene oubeschroomde wijze door Isabella ontvangen. Geen der genoodigken kon het minste vermoeden koesteren, dat er op dezen avond twee harten van elkander afgescheurd waren. Afge scheurd? o neen! ze hadden elkander nimmer toebehoord. Eenige weken later vond men in een der Msche couranten de annonce, dat eene groote, elegante woning met een schilders atelier wegens vertrek uit de stad te huur werd aangeboden en in de eerstvolgende maand betrokken kon worden. Guido Felden had, tot groot leedwezen van zijne vele lichtzinnige vrienden, de stad verlaten. {Wordt vervolgd.) Te Assen maakte clezer dagen een Engelschman een uitstapje in een rijtuig met twee paarden naar de Hunnebedden te Rolde. Hij stapte daar uit. De koetsier, zekere Hoefsloot, waclitte een poos, maar de man kwam niet terug. X'a ge hoord te hebben, dat de vreemdeling te voet den weg naar Assen ingeslagen was, reed hij hem achterna en haalde hem weldra inhij deed het portier open en noodigde door gebaren den man uit om in te stappen. Deze gaf evenwel mede door gebaren te kennen, dat hij dit niet wilde. Hoefsloot, door het zonderling gedrag van den vreemdeling ongérust geworden, vroeg daarop door gebaren betaling; de man tastte in zijn zak, en Hoefsloot dacht niet anders dan dat hij daaruit geld zou krijgen om hem te voldoen, maar in stede daarvan haalde hij een revolver te voorschijn en rigtte deze op de horst van Hoefsloot. Deze, op die wijze van betaling niet gesteld en ook verschrikt, sprong ijlings op den bok en reed naar Assen terug, waar hij den houder van het hotel, waarin de vreemdeling zijn intrek had genomen, met de zonderlinge betalingsmanier, die de vreemdeling er op na hield, bekend maakte. Naar de Asser Crt. verneemt, is deze later in het hotel teruggekomen, en heeft de hotelhouder toen van hem de rijtuighuur ontvangen. Brieven uit de Hoofdstad. 3 September. Amice Weet ge wat me verwonderd heeft? Dat mijn wijdvermaarde stadgenoot, de „haarkundige Theophile," niet van het Amster- damsche weeshuisslandje gebruik gemaakt heeft als een welkome reclame voor zijn affaire. Dat had andera een kolfje naar zijn hand kunnen wordenOok is, zoover ik weet, nog geen onder nemend uitgever op den inval gekomen de photographische portretten van de stoute mnagdelijns (Betje Dirks en Mietje Boekstel) u raison van een paar kwartjes publiek domein te maken. Overigens is er genoeg te doen geweest over het misselijke geval, en nu nog staat hier en daar voor boek- en platenwinkels een menigte volks zich te vergapen aan de spotprenten, waarop het trngisch-comisch inter mezzo van de „geknipte weesmeisjes" aanschouwelijk is voorgesteld. Sedert de dagen van „Onstee," treuriger gedachtenis, heeft de publieke opinie zich hier niet zoo krachtig doen gelden als bij deze gelegenheid. En schoon het vrij algemeen bekend was, dat de regenten Bauman en Altink last gegeven hadden tot het geïncri mineerde vonnis en zij dus de eigenlijke schuldigen waren, heeft de vox populi met merkwaardige eenstemmigheid zich gericht tegen een der andere regenten, den heer J. Ph. Meynink, commissionair in effecten en makelaar in vaste goederen, Constantyn-Huygenstraat te Amsterdam. Dus in de buitenwijk, en wel in een zeer stille straat, waar het een heele karrewei zou zijn om er een presentabel oploopje op de been te krijgen. Aan die omstandigheid heeft de beer M. bet dan ook waarschijnlijk te danken, dat zijn ruiten nog ongerept zijn en zijn meubelair niet vernield is. Maar voor 't overige heeft de man bange dagen en nachten doorleefd en heeft hij zwaar moeten boeten voor de zonde zijner medebestuurders, al was hij zelf ook in den vreemde toen het feit plaats had. Nu komt er bij, zooals de ingewijden weten te vertellen, dat de betrokkene zich indertijd nog al warm geïnteresseerd heeft voor de uitgifte van zekere „Ameri- kaansche sporen," waarop menigeen later zijn fortuin heeft zien deraillecrenen die herinnering moet vooral medegewerkt hebben tot de oproerige beweging, waarvan de Beurs de vorige week gedurende eenige dagen het tooneel is geweest. Dat de zaak vrij ernstig opgenomen werd, blijkt hieruit, dat de heer M. dagen achtereen politie-agenten by zich in huis heeft gehad en de omtrek zijner woning streng gesurveilleerd werd. Tot handtastelijkheden is het echter niet gekomen. Men heeft de zaak meer op comischen trant behandeld. Daags na het bekend worden der historie werd de stoep van M.'s woning bestormd door een heirleger kappers, uit alle hoeken van de stad ontboden, om ten spoedigste in de Constantyn-Huygenstraat te verschijnen. In dit grapje moeten de studenten de hand gehad hebben. Voorts bracht iedere besteller die de straat doorkwam, aan het bewuste huis een wichtig stapeltje brieven en briefkaarten en stukken onder kruisband, waarin liet gebeurde in bet weeshuis op allerlei wijze gehekeld en op de kaak gesteld werd, onder bedreiging van alles behalve zoet sappige wraakneming. Dit laatste is zeker oorzaak geweest dat de heer M. zich niet dun hoogst noodzakelijk buiten zijn huisdeur waagde en dan nog altijd geëscorteerd door twee agenten in burgerkleeding. Ondertusschen zal al wat er over deze zauk voorgevallen is, wel zoo veel uitwerken, dat er niet licht weer een „knip-vonnis" in een weeshuis zal uitgesproken worden. Dat is het eenige goede resultaat, dat het standje hebben kan. Hoe streng men overigens in ons Diakon ie-weeshuis aan de eischen der uniform hecht, kan uit het volgende blijken, dat ik hier uit eene officiëele opgaaf afschrijf. „Tot de kleeding der weeskinderen wordt zwart laken en wit linnengoed gebezigd. De jongens dragen een lang wambuis met koperen knoopen, vest, lange broek en hoed. Zij, die belijdenis des geloofs hebben afgelegdzijn kenbaar aan overtrokken knoopen. (Ge zult wel begrijpen, waarom ik dit zinnetje uit mijn officieële opgaaf even gecursiveerd heb, amice!) De meisjes dragen eenen tabbaard met overgeplooideu doek en muts, welke laatste eenigszins in vorm verschilt naar gelang van ouderdom of bekwaamheden. Al de kleding stukken worden in huis zelf vervaardigd het laken wordt bereid en geleverd door het „Diakene-instituut van werkzaamheden het linnen leveren verschillende leveranciers. Des winters ontvangen de jongens een blauw wollen halsdoek (bouffante) en handschoenen, en de meisjes een bruin wollen omslagdoek. Overigens zijn alle gekleurde stof en verboden. Elk weeskind draagt, op zijn opperkleed met kleine cijfers gestikt, het nomraer waarop het in de registers is ingeschreven, waardoor de weezen ten allen tijde dadelijk kenbaar zijn." Uit deze reglementaire bepalingen kan men zien, dat in het weeshuis streng de hand aan de uniform gehouden wordt. En hiermede basta over deze zaak, die een belaohelijken omvang heeft aangenomen, tot tal van woordspelingen eu glosseu aanleiding geeft en gelukkig zachtjes aan begint dood te bloeden. Van dit tragisch-comisch historietje uit het weeshuis tot de heusche comedie op de planken is de overgang zoo groot niet. Ik doe dien stap om u even mijn indrukken mede te deelen van de wijze waarop de Vereeniging Eet Nederlandsch Tooneel gisteren avond hare voor stellingen in het winterseizoen geopend heeft. {Slot volgt.) Visontoerlsten. Door flinke oostenwind kon de visschersvloot naar wensch visschen en waren de aanvoeren gisteren beter dan in den laats ten tijd. De prijzen bleven nog vast. De tijd om een koopje te hebben is voorbij. Scholletjes golden f 1.40 a f 2.20 per maadje, rog (niet zeer gewild) 12 a 20 cents, tong 5 a 35 cents en tarbot f 1 a f 7, alles per stuk. Enkele kleine steuren en ponen werden aan- gebragt. Scharren blijven gewild, f 6 per aasmand. De geheele vloot ging gisteren weer naar zee. De Saturnus, van de Maatschappij Neptunus, schipper L. van Veelen, arriveerde te Ylaardingen met 159 tonnen zoutevisch en 36 tonnen leng. Benoemingen, enz. De luits. ter zee 2de kl. C. Vreede, W. A. Cambier, H. M. La Chapelle, J. B. Snethlage en P. A. B. Hennequin, de adelborsten lste kl. F. Piuke, A. C. A. Eschauzier, G. S. II. Burgerhout, G. D. Sungster, W. H. Wichers, J. W. Doijer, P. van den Broeke, H. E. Bunuik, W. van Voss en A. M. P. C. van de Laar, de off. van gez. lste kl. L. P. Gijsberti Ilodenpijl en de scheepsklerk J. A. Grootendorst, dienende aan boord van het schroefstoomschip Zilveren Kruis, benevens de, adelborsten lste kl. G. I'. van Hecking Colen brander, II. O. W. Planten, J. Hartog, H. J. F. Michclhoff, E. A. Steinmetz, H. M. E. van den Brandeler, L. E. vau Diggelen, A. Leyh, II. J. Wichers en G. Fabius Jr., dienende aan boord van het schroefstoomschip van Galen, worden met den 10 dezer op non activiteit gesteld. De luits. ter zee 2de kl. J. L. Hordijk, J. M. Steers en J. M. XToorduyn, dienende aan boord van hel schroefstoomschip van Galen, worden, de twee eerstgenoemden met den 20 en laatstgenoemde met den 25 dezer, op non-activiteit gesteld en met den 21sten en 26sten vervangen door de luits. ter zee 2de kl. D. Hordijk, L. C. Koster en D. A. Kraijenhoff van de Leur. Met deu 2i dezer worden geplaatst: aan boord van het ramschip Guinea de luit. ter zee 2de kl. R. C. van der Meulen; aan bet Koninklijk Instituut voor de Marine alhier de luit. ter zee 2de kl. J. E. Sickens, als officier van politie. De off. van gez. lste kl. van de landmagt, tijdelijk gedetacheerd bij de zeemagt, C. C. Vigelius, dienende aan boord van de monitor Krokodil, wordt met den 21 dezer overgeplaatst aan boord van het wachtschip te Hellevoetsluis en vervangen door den off'. van gez. lste kl. van de zeemagt J. A. G. Hulst. De off. van adm. lste kl. F. T. Courier dit Dubekart, dienende aan boord van het schroefstoomschip Zilveren Kruis, wordt met den 14 dezer op non-activileit gesteld en den volgenden dag vervangen door den off. van adm. lste kl. C. H. S. Pustor, in wiens plaatsing aan boord van de inslructiebrik Zeehond met deu 15 dezer wordt voorzien door den off. van adm. 2de kl. F. W. Sprenger. Frair Krijn.. In het leger zal eene wijziging in de kleeding plaats vinden. In plaats van de chacot, zal men een helm naar Pruissisch model invoeren. De Patrie deelt dit berigt mede en zegt er van, dat het een zeer ligt en coquet hoofd deksel is. De beschrijving, die er echter van gegeven wordt, doet Figaro twijfelen of ze die beide kenmerken wel zal hebben, althans of ze wel coquet genoeg zal zijn voor de Franschen. In een der Parijsche bladen wordt medegedeeld, dat van de 194,446 stuks slagtvee, runderen, schapen en varkens, door de Amerikaansche fokkers, in 1878, levend naar Europa verzonden met opzettelijk daarvoor ingerigte booten, 10,667 onderweg en 1210 in de havens van bestem ming gestorven zijn. Dezer dagen veroordeelde het hof te Bordeaux een 28jarige Spanjaard, gewezen soldaat van Don Carlos, tot levenslange tuchthuisstraf. Hij stak dezer dagen in een bordeel dier plaats, waar hij in den waan verkeerde bestolen te worden, bijna gelijktijdig drie vrouwen dood en ver wondde eene vierde zoodanig, dat zij ter naauwernood hersteld is. Een landbouwer te Auxerre doorsneed met de ploeg schaar een nest bijen. In een oogwenk wierp zich de geheele zwerm op hem en om aan de woedende steken te ontkomen stortte hij zich te water. Men vreest echter voor zijn leven. Engeland. In Mei en Junij des volgenden jaars zal te Londen in de Albert-Hall, eene tentoonstelling worden gehouden, die de eerste van dien aard is en wel van kunstvoorwerpen, die in kerken worden gebruikt. Men hoopt op ijverige deelneming ook van het buitenland. Tot de afdeeling kerkelijke kunst behooren ook modellen van kerken of van gedeelten van kerken, originelen of nabootsingen van bouw en beeldhouwwerken, beelden, mozaïeken, glasschilderingen, snijwerk, klokken, kerkboeken, instrumenten bepaald voor kerkmuziek, borduurwerken, enz., en eindelijk ook voor werpen, die bij kerkelijke begrafenissen gebruikt worden. De dochter van den ex-president der Vereenigde Staten Grant, die haar vader op zijn reis door Europa heeft ver gezeld en daarna gehuwd is met den heer Sartoris te Londen, is na een lange en pijnlijke ziekte overleden. Uit Zoeloeland wordt gemeld, dat Engelsche kavallerie de nieuwe kraal van Cetewayo heeft vernield, dat weder enkelen zich hebben onderworpen, maar dat Cetewayo noch gevangen, noch tot onderwerping gebragt is. EultsoHLana. Ter gelegenheid van het jongste bezoek van Z. K. II. Prins Frederik te Berlijn, werd o. a. Dingsdag aldaar een groote parade gehouden. Z. K. H. vergezelde den Keizer hij dit militaire schouw spel en zat toen, ondanks zijn hoogen ouderdom, ruim 2l3 uur in den zadel. Keizerin Augusta, vergezeld van verschillende Prinsessen, bragt per rijtuig een bezoek aan het paradeveld. Het eerste congres der Duitsche vereenigingen tot bescherming van dieren, is in de afgeloopen maand te Gotha bijeengekomen. Het aantal vertegenwoordigers was 91. Ook waren uit Engeland, Denemarken en Oostenrijk leden van vereenigingen, aldaar gevestigd, opgekomen. Het congres heeft de volgende besluiten genomen: 1. Door eene ver hooging der belasting op honden laat zich hun aantal ver minderen; 2. de Duitsche vereenigingen moeten zich tegen het gebruik van honden als trekdieren verklaren; 3. daar, waar honden als drijfkracht gebruikt worden, moet men de plaatselijke besturen uitnoodigen maatregelen te nemen, om dit te doen staken: 4. muilbanden mogen alleen naar beproefde en deugdelijk bevonden modellen vervaardigd en gebruikt wordenhonden mogen alleen gedood worden op de wijze voor vee gebruikelijk. Voorts werd de vraag overwogen, hoe men het opkomend geslacht het best voor de zaak der bescherming van dieren winnen zou, en besloten dat de vereenigingen tot bescherming van dieren zich meer en meer van de hulp en medewerking der onderwijzers zouden trachten te verzekeren. AmerllsLa. Het wordt bevestigd dat de regering der Vereenigde Staten haar bemiddeling aangeboden heeft in het conflict tussclien Chili en Peru. Zweden. Volgens particuliere berigten uit Stockholm, is de Zweedsche expeditie, onder bevel van Nordenskjöld, geluk kig door de noordelijke doorvaart heengekomen en in Japan gearriveerd.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche en Nieuwedieper Courant | 1879 | | pagina 2