ongeschikt was, dat er ongelukken zonden gebeuren, enz., enz. De uitkomst heeft deze bewering schitterend gelogenstraft en aangetoond, dat onze Gracht aan alle eisehen, die men in redelijkheid voor harddraverijen kan stellen, uitstekend voldoet." De voorloopig over 1878 vastgestelde rekening der gemeente Scherinerhorn bedraagt in ontvangst f 25,981.49 en in uitgaaf f 24,518.435batig saldo f 1463.055 De raad der gemeente Heemskerk heeft met algemeene stemmen een verordening vastgesteld, waarbij het oprigten van nieuwe slijterijen, tapperijen of huizen waar gelagen gezet worden, verboden is terwijl het getal der bestaande inrigtingen bij overlijden der eigenaars of bij verkoop of verhuizing van de gebruikers wordt ingekrompen. Over treding wordt gestraft met f10 tot f25 boete, met of zonder 2 of 3 dagen gevangenisstraf. In Felix Meritis te Amsterdam hield prof. Marey uit Parijs een voordragt, waarbij ook dames tegenwoordig waren, over het aandeel der verschillende natiën in de ontdekking van den bloedsomloop. Dit hoogst interessante onderwerp werd met evenveel grondigheid als klaarheid behandeld. Waar omtrent den omloop en de beweging van het bloed iets niet duidelijk genoeg te maken was, werd daarenboven projectie met kalklicht op een aantal platen ter hulp genomen, zoodat het auditorium circa twee uren aan sprekers lippen hing. Ten slotte zeide hij niet te veel van het geduld zijner hoorders te mogen vergen, maar toch nog op een enkel feit te moeten wijzen, ten betooge, hoezeer gemeen overleg tusschen hen die aan de bevordering der wetenschap werkzaam zijn ten goede kan gedeijen. Er was zoo verhaalde professor Marey te Parijs eens een student, die den lust in zich voelde ontkiemen om zich met physiologische studiën bezig te houden. Hij nam zonder eenige leiding en louter naar eigen inzigt en ingeving allerlei proeven, en zij die hem aan het werk zagen, schudden het hoofd, geloofden dat hetgeen hij deed weinig vrucht zou dragen en betoogden hem zelfs, dat zijn proeven reeds door anderen genomen waren, beroepende zij zich daarbij op hetgeen reeds door zekeren geleerde van naam tot stand was gebragt. Daar kwam op zekeren dag die geleerde te Parijs en stond den student een kort onderhoud toe. Dat korte onderhoud werd een langdurig gesprek, een congres in het klein, dat een gansehen dag duurde en waarbij de geleerde al wat hij wist ten beste gaf en de student al wat hij hoorde gretig in zich opnam. Van nu af wierp hij zich met hartstogt op de physiologie, die sedert de vreugd is geworden van menigen dag zijns levens. En op dezen oogenblik, zoo besloot de geleerde spreker zijn rede, op dezen oogen blik is het den leerling een aangename taak, hier in deze talrijke vergadering alsnog openlijk zijn hartelijken dank te betuigen aan zijn grooten leermeester professor Donders. Deze onverwachte wending trof het auditorium diepde toejuichingen verdubbelden, toen professor Donders opstond en den vroegeren student, zijn tegenwoordigen beroemden ambtenoot in het professoraat, hartelijk de hand ging drukken. Daarna was de lezing afgeloopen. De zevende jaarlijksche algemeene vergadering der Verecniging ter bevordering van het zeevaartkundig onder wijs werd Woensdag 27 Augustus 11. in het Zeemanshuis te Amsterdam gehouden, onder presidium van den heer Lucardie. Na afloop van de gewone huishoudelijke bezigheden, werd o. a. gesproken over het verslag der Staatscommissie, die in 1878 was belast met het afnemen der examens van stuurlieden ter koopvaardij. Daarbij had men vooral het oog op den treuriyen uitslag van die examens en de middelen om daarin verbetering te brengen. Volgens de meening van de meeste leden der Vereeni- ging zou men daartoe: 1. het zeevaartkundig onderwijs zelf moeten verbeteren door uitbreiding van het onderwijs, voudig als een grap opgevat. Doch veroorloof mij nu vóór alles, mijnheer! dat ik mij aan u voorstel. Mijn naam is Guido Pelden, en de portefeuille, die ik bij mij draag, zal mij, hoop ik, recht vaardigen als schilder." „Ik ben de grondbezitter von Berchheim en deze kleine persoon is mijne dochter Lucia," antwoordde de oude heer. „Daar nu dc gebruikelijke formaliteiten gelukkig volbracht zijn, verzoek ik u om eindelijk mijne welmeenende uitnoodiging aan te nemen en hier te blijven. Gij bewijst daarmede waarlijk een goeden dienst aan een eenzaam wonend oud man, die hoogstens op uwe avonden een weinig aanspraak zal maken, terwijl ge op den dag volop tijd zult hebben om voor uwe kunst te leven." Guido was inderdaad meer schijnbaar, dan in wezen besluiteloos, want de beide slolbewoners bevielen hem buitengewoon en half en half was hij bij zichzelven reeds besloten om te blijven. „Mijn toilet is niet geschikt om in een salon te verschijnen, mijnheer von Berchheimsprak hij eindelijk, met droefheid naar zijne bestovene laarzen ziende. „Alleen reeds ora die reden behoorde ik afstand te doen van uwe vriendelijke gastvrijheid." „Het is waarlijk origineel, dat gij hier op het land de woorden „geschikt om in een salon te verschijnen" in den mond neemt hervatte de vrijheer lachende. „Uw kunstenaarskleed is prachtig genoeg, wanneer het van het stof gereinigd is. Neem voor heden avond een jas of iets van dien aard.... «ij zijn geheel onder ons.... En nu, lieve Lucia! zeg aan de huishoudster, dat we een gast gekregen hebben; zij moet eene kamer in gereedheid en het avondmaal zoo spoedig mogelijk binnen brengen. Mijnheer Felden zal op zijne voetreis wel appetit hebben gekregen." Aldus heeft het zich toegedragen, dat Guido op het slot gebleven is, tot groote vreugde van den vrijheer en zijne kleine dochter. Hoe hij daar den eersten nacht zonder zijn kofter heeft doorgebracht, is zijn geheim gebleven, ofschoon Lucia hem later vroeg, of zijne schilders-portefeuille hem daarbij gewichtige diensten heeft bewezen. Zeker is het, dat het den jongen schilder, nadat zijn koffer was aangekomen, ia het „Hotel aan den Berg" zooals hij het slot schertsenderwijze noemde uitnemend goed beviel en dat hij den volgenden middag reeds een begin maakte met een nieuw schilder stuk, dat hij van uit die plaats opnam, waar hij het eerst met zijne kleine geleidster uit het bosch te voorschijn was getreden en het dorp en den berg vóór hem lagen. De lange avonden bragt hij gezellig met zijn vriendelijken gastheer door, die hem, wanneer ze eene partij schaak speelden, ontelbare raaien onbarmhartig klop gaf, waarbij hij zorgvuldig vermijden moest om zich geraakt te toonen, wilde hij niet door Lucia meêdoogenloos wegen6 zijn „miserabel spel" bespot worden. O, die kleine, onvermoeide, levendige Lucia, die 's avonds als een dwaallicht in de speelzaal rondhuppelde, nu eens schijnbaar met de grootste opmerkzaamheid over Guido's stoel heenbuigende om het spel na te gaan, dan weer uit den verst- verwijderden hoek der kamer broodkruimcis naar de spelers gooide, of plotseling met stormachtige teederheid hare armen om den hals haars vaders slingerde en daarbij op een zachten zuidelijken tjon de woorden fluisterde„carissimo padre, zij was in vollen ern9t een zonnestraal voor alle slotbewoners 'Wordt vervolgd.) dat aan dc bestaande Zeevaartscholen wordt gegeven, waartoe subsidiën van Rijkswege en andere middelen zou den moeten dienen2. liet examen voor alle stuurlieden verpliytend moeten stellen, en ook niet dulden, dat gezag voerders die gewigtige betrekking bekleeden, zonder voor eene Nederlandsche commissie examen te hebben afgelegd als eersto stuurman voor de vaart waartoe zij behooven; 3. ware bet te wenscben, dat de jeugdige zeelieden beter inzagen, dat zij, tusschen bun onderwijs, aan de lagere school of elders genoten, en bet onderwijs in de zeevaart kunde, dat zij op Interen leeftijd ontvangen, te veel tijd ongebruikt laten voorbijgaan; noodwendig ondervinden zij daarvan de droevige gevolgen. Met betrekking tot de eerstgenoemde twee punten besloot de Vereeniging, zich per adres te wenden tot Z. Exc. den minister van Waterstaat, Handel en Nijverheid, dat bet hem moge behagen bij de wet zoodanige maatregelen te nemen, dat die zeer gegronde bezwaren worden uit den weg geruimd. Daardoor toch zou tevens voldaan worden aan bet billijk verlangen van zeer velen, die buiten de Vereeniging staan, en Nederland in dat opzigt gelijkgesteld worden met de meeste zeevarende natiën, b. v. Engeland en Denemarken, die sinds jaren dien maatregel invoerden. Verder werden de statuten der Vereeniging eenigermate gewijzigd, en ingevolge de bestaande statuten een nieuw bestuur verkozen. Tot president, secretaris en penning meester werden gekozen de heeren: L. Janse Bz., P. Brug en J. M. Heybrock. Nog werd als #rgaan voor onderlinge mededeeling van alles, wat op het gebied van zeevaartkundig onderwijs belangrijks voorvalt, voorgesteld en aangenomen liet reeds gunstig bekende tijdschrift „de Zee," waarin men zou verzoeken op te nemen dit verslag en de gewijzigde sta tuten. Ingezonden Dr. Chervin van Parijs heeft op bet Internationaal Geneeskundig Congres te Amsterdam een voordragt gehouden over liet stamelen. Hij trad in een ontwikkeling van den vasten en tusschen- poozenden vorm van bet gebrek en van den invloed, dien bijzondere omstandigheden, zooals beschroomdheid, gram schap, dronkenschap, enz. er op oefenen. Alle oudere en meer moderne theorien verwerpende en zich vooraf aan- kantende tegen chirurgicale operatiën, sloot spreker zich met volle overtuiging aan bij de thans in Frankrijk veld winnende theorie, die de stelling aanneemt, dat stamelen bet gevolg is van de vernietiging van bet rythmus in de ademhaling. Hij omschreef de metbode van genezing, waarbij de lijder de eerste week behalve de lesuren niet mag spieken. Reeds in de tweede week is dan bet rythmus der ademhaling hersteld en beginnen de lijders zonder te stamelen zeer langzaam te spreken. De derde week spreken zij sneller en zijn genezen. Daarnaast moet dan versterking staan van hunne zedelijke kracht, ten einde ben te barden tegen de vrees en de groote emotiën, die bet stamelen in liet leven roepen en ben van overdreven schroom valligheid te bevrijden. Ten slotte behandelde spreker de zaak van een medicolegaal standpunt met bet oog op de vrijstelling van de militaire dienst. Hij ontried ten stelligste aan de doctoren getuigschriften aan stamelaars af te geven, omdat de kwaal te gemakkelijk te veinzen is. Den gouvernementen beval hij aan, bet voorbeeld van Frankrijk te volgen, waar geen vrijstelling van dienst aan stamelaars meer wordt verleend, tenzij een getuigschrift worde overgelegd van de gemeente zelve, waar de belang hebbende gevestigd is en waar men alzoo kan weten of bij in de laatste jaren er mede behebt was. Z. Iv. H. de Kroonprins var. Zweden en Noorwegen met gevolg is jl. Dingsdag namiddag ten 4 ure 30 minuten per Rhijnspoor van Amsterdam te 's Gravenhage aangekomen en terstond per stoomtram naar Scheveningen vertrokken, waar IID. zijn intrek beeft genomen in bet groot stedelijk badhuis. Het Vaderland ziet in de crisis in handel en nijver heid niet iets toevalligs, maar het noodlottig gevolg van overgrnote productie, buiten verhouding tot de toeneming van het aantal verbruikers. Men behoeft slechts om zich been te zien om tot de ontdekking te komen, dat op eco nomisch gebied eene revolutie beeft plaats gehad, waarvan niemand nog de gevolgen kan overzien. Vooreerst de toepassing van den stoom, waardoor de voortbrenging ver bazend toenam. De ondernemingsgeest ontwikkelde zich meer en meer; overal verrezen fabrieken als paddestoelen uit den grond; er kwamen zelfs handen te kort om alle machines te bedienen; de concurrentie deed de loonen stijgen en aan de vraag, waar men verbruikers kon vinden voor al die waren, werd niet gedacht. Eindelijk gingen de oogen open en bemerkte men, dat er veel meer was voortgebragt, dan er noodig was om in de werkelijke behoefte te voorzien. Eene paniek volgde; ieder wilde nog zooveel mogelijk van zijn overvloed kwijt raken; bet groote aanbod van waren deed den marktprijs dalen en ook de loonen werden weer lager, kortom de crisis, waarvan wij thans de treurige gevolgen ondervinden, brak int. En niet alleen dat in het beschaafde deel van Europa de voortbrenging buiten verhouding tot de behoefte toeneemt, maar er is nu concurrentie gekomen uit streken, waar men vroeger naauwelijks wist, wat industrie was. De Vereenigde Staten, de Engelsch-Indische koloniën heb ben reeds in tal van soorten van fabriekswaren zoo groote vorderingen gemaakt, dat zij nu reeds op de Europescbe markt zeer gevaarlijke concurrenten zijn. Ook de land bouwende klasse ondervindt de gevolgen van de verande ring in den economischen toestand, 't Is niet meer alleen het graan van Rusland en Hongarije, dat wordt ingevoerd, Amerika, Australië en weldra ook Afrika beginnen meer en meer onze markten te voorzien van koren, vleescli en andere levensmiddelen. En dat alles is nog maar bet begindeze industrie is nog in bare ontwikkeling en de onderstelling is niet gewaagd, dat de Amerikanen weldra het grootste deel van Europa van koren en vleesch zullen voorzien tegen veel lagere prijzen, dan op onze markten te bedingen zijn. De revolutie op economisch gebied, waarvan wij thans getuigen zijn, zal nog veel andere ge volgen met zich brengen. Men lette b. v. op de radicale verandering, die plaats grijpt in den handel, voornamelijk in den detailhandel, eone verandering, waardoor dui zenden familiën worden geruïneerd. In meer dan één hoofdstad bestaan reeds van die groote „magasins réunis," die alles trachten te concentreren. Alle mogelijke luxe- en niet-luxe-zaken, die vroeger in verschillende winkels waren uitgestald, zijn daar vereenigd. Tegen die groote bazars is concurrentie van kleine winkels bijna niet mogelijk. Is bet wonder, dat de kleine winkeliers liet niet kunnen volhouden cn meer en meer verdwijnen? Het Vad. ontleent deze beschouwing aan liet Julij-nommer van de Revue de Belgique, waarin Henri Moriehal een opstel leverde over „La crise économique." Moriehal wijst op de oor zaken en de gevolgen van de crisis, maar een geneesmiddel geeft bij niet. Toch wijst bij in korte trekken de rigting aan, die tot herstel zal leiden, want aan bet slot van zijn opstel schrijft hij„Er is thans overal overvloedige voort brenging en toch ontbreekt bet nergens aan eene bevolking, die nog meer zou verbruiken, indien zij middel vond om voor haren aanleg een ruimer veld van werkzaamheid te verkrijgen." Die woorden geven rijke stof tot overdenking, zegt bet Vad. Niet in reactie, niet in vermindering van de productie moet heil worden gezocht, maar bet streven moet zijn om door verstandige middelen de koop kracht der verbruikers te vermeerderen. Dat de oplossing van bet probleem moeijelijk is, mag geen reden zijn om aan de toekomst te wanhopen. In bet begin der vorige maand vond een wegwerker in bet Scbeveningsche park eene dames-broche. Hij meende, dat bet voorwerp weinig waarde bad en verkocht bet voor één gulden aan anderen, die bet voor f 60 aan een goud smid overdeden. De politie beeft zich in de zaak gemengd en de vinder is thans tot acht da^en, zij, die het voorwerp van hem kochten en weder verkochten, tot eene maand celstraf veroordeeld. Dit vonnis deelen we vooral mede, omdat zoovelen in den zonderlingen waan verkeeren, dat men eigenaar is van betgeen men vindt. Te Oosterbout werden dezer dagen 4 kippen uit een bok vermist: van twee waren de koppen achtergelaten. In de nabijheid vond men de politiemuts van een huzaar, zoodat men niet lang behoefde te gissen wie de dader was, te minder, daar men den volgenden dag nog op zijn uni form sporen van bloed en kippenveêren ontdekte. Do huzaar-poelier is in verzekerde bewaring genomen. De burgemeester van Vlissingen, de beer A. Smit, beeft voor zijne rekening duizend hectoliter aardappelen voor zeer matigen prijs weten aan te koopen, ten einde die in den aanstaanden winter aan minvermogende inwo ners, naar gelang hunner behoefte, weder tegen inkoops prijs over te doen. Deze maatregel wordt in genoemde stad algemeen zeer gewaardeerd. De gymnastiek-vereeniging Friedrich Ludwig Jahn, te Leeuwarden, die steeds blijken gaf, den ernstigen wil te bezitten, bij bare leden een geleidelijke en evenredige ont wikkeling van alle ligchaamsdeelen te willen bevorderen, kwam op bet denkbeeld, om een gedeelte van den oefenings- tijd te besteden aan bet kegelspel en daarbij den linkerarm te gebruiken tot het werpen van den bal. Een „linkerarm- kegelclub" dus. Deze oefening is een krachtige poging om bet verloren evenwigt tusschen bet gebruik van den linker en regterarm te herstellen en beeft bet voordeel, te gelijker tijd de ambitie der deelnemers voortdurend op te wekken. Een jongeling uit Tietjerksteradeel, die bij zijne moeder, eene weduwe, inwoonde, voor haar den kost ver diende en baar liefderijk verzorgde, vertoefde in gezelschap van een paar timmermansknechts in een kroeg onder Sua- meer. Zij ontmoetten daar eenige „koedrijvers" en kregen met dezen een woordentwist. Toen zij de herberg verlieten, werden zij door de koed rij vers, die reeds vroeger waren heengegaan, aan den weg opgewacht en aangevallen. De timmerlieden namen de vlugt, maar de jongeling, Jan Hanses geheeten, aanvaardde den strijd, verdedigde zich en ontving aan den bals waarschijnlijk met een dolk mes eene zoo groote wonde, dat zij spoedig den dood tengevolge had. De timmerlieden werden door den burgemeester van Tietjerksteradeel in verboor genomen. De vermoedelijke daders zijn reeds gevat en gevankelijk naar Leeuwarden getransporteerd. Dat bonden somtijds op wonderbaarlijke wijze een langen weg weten te vinden om naar een vroegeren meester terug te keeren, is bekend. Thans meldt men echter, dat ook een koe, die van eigenaar was veranderd, 's nachts daarna een moeijelijk te vinden weg van drie uren naar haar ouden stal heeft afgelegd. Aan de uitvoerige dépêche van den New-York Herald, nopens den togt der Vega van Gotbenburg naar Yokobama, wordt bet volgende ontleend betrekkelijk de reis van de plaats van insluiting (op 28 September 1878) tot 3 September 1879 (den dag van aankomst te Yokohama, in Japan: Gezeild op 18 Julij 1879 (toen bet schip, na een insluiting van 264 dagen, weer los kwam). Oostkaap, Behringstraat gepasseerd den 28. Practiscli bewijs van de N. W. door vaart. Vervolgens de Aziatische kust, St.-Laurencebaai. Naar de Clarence-baven in Amerika overgestoken. Naar Konijan teruggevaren. Ligging zeer interessant. Ontmoeting van de stroomingen der Noordpool- en Stille Zee. De St.-Laurence-eilanden aangedaan. Het Bebrings-eiland be zocht. Eerste berigt uit Europa bekomen door den resi- derenden agent van de Alaska-Handelsvereeniging. Fossile overblijfselen van reusachtige zeemonsters ontdekt, Rythina Stellari. Het eiland den 19 Augustus verlaten. Aangename reis tot 31. Storm. De bliksem spleet grooten mast en verwondde eenige manschappen ligt. Aankomst in Yokobama den 2 September, 's nachts 10 u. 30 m. Alles wel. Geen sterfgeval gedurende de reis. Vega heeft de reis het eerst afgelegd. (Het schip blijft 14 dagen in Yokobama. Nor- denskjöld is van meening, dat bij eenige meerdere kennis van de N. zeeën, de passage van Europa naar Azië door de Behringstraat in elk opzigt zeker, en dat de reis van Japan naar de Lena voor ervaren zeelieden niet moeijelijk is). De druivenoogst in Frankrijk laat zich slecht aanzien, maar vlierbessen zijn er dit jaar in overvloed. Dus zal er geen gebrek aan wijn wezen. - Te Parijs liggen thans voor de ramen der mode winkels, allerlei dames-eostumen van Oostersche zonder ling bontgekleurde wollen stoffen vervaardigd en rijk met goud gestikt. Men zou wanen, dat die costumen uit Teheran of Kaschmir afkomstig waren. Toch zijn ze in Parijs vervaardigd en voor Parijsche dames bestemd. Een staathuishoudkundige en statisticus heeft berekend, dat, wanneer de bevolking van Europa bij voortduring zoo toeneemt als sedert 1860, dus in twintig jaren, bet geval is geweest, dit werelddeel in de volstrekte onmogelijkheid zal geraken zelf in de voeding zijner inwoners te voortien tegen het laatst dezer eeuto. De bevolking van Europa be draagt thans 36 ii 37 millioen menscben meer dan in 1860.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche en Nieuwedieper Courant | 1879 | | pagina 2