HELDERSEHE
EN NIEIIWEDIEPER COURANT.
Nieuws- ai Advertentieblad voor Hollands Noorderkwartier.
1879. N°. 115.
Woensdag 24 September.
Jaargang37.
„W ij huldigen
het goed e."
[^Verschijnt Dingsdag, Donderdag en Zaturdag namiddag.
Abmnemeutsprijs per kwartaalJ 1.30.
w 0 franco per poat - 1.65.
Uitgever A. A. BAKKER Cz.
Bureau: MOLENPLEIN N°. 163.
Prijs der Advertentiën: Van 14 regels 60 Cents,
elke regel meer 15 Cents.
Groote letters of vignetten worden naar plaatsruimte berekend.
IIELDER en NIEUWED1EP, 23 September.
De heer J. Damen, kapellaan bij de Roomsch-Catholieke
gemeente alhier, wordt in die betrekking verplaatst naar
's Gravenhage. Gedurende 14 jaren was genoemde geeste
lijke alhier werkzaam en genoot hij de achting en genegen
heid der gemeenteleden in groote mate.
Op de tentoonstelling te Arnhem is door de jury,
in groep IX 1ste klasse, een diploma derden graad met
bronzen medaille toegekend aan de heeren Keiler en Hakker,
fabrikanten alhier, voor de inzending van lindsav's pakking.
De kosten van de tienjarige volkstelling zullen in 1880
f 130,000 bedragen.
Jhr. van Tets heeft voor de benoeming tot Commissaris
des Konings in Noordholland bedankt.
Aangenomen het beroep naar Zaandam (Oostzijde)
door ds. L. R. Oldeman, predikant te Schermerhorn.
De heer C. S. Adama van Scheltema, predikant bij
de Hervormde gemeente te Amsterdam, zal den 29 dezer
zijne 40jarige Evangelie-bediening vieren.
De lessen aan de Theologische School te Kampen
hebben jl. Maandag een aanvang genomen met 83 studenten.
Jl. Vrijdag is te West-Terschelling door den burge
meester de eerste steen gelegd van het telegraafkantoor.
In de zitting van den Gemeenteraad van Barsinger-
horn van den 20 dezer, werd de begrooting voor 1880
vastgesteld, in ontvangst en uitgaaf op f 15,800, waaronder
als uitgave voorkomt voor onderwijs f 9261.
Evenzoo werden vastgesteld de begrootingen van het
algemeen burgerlijk armbestuur en het weezen-armbestuur,
het eerste met een ontvangst van f 33,330 en uitgaaf van
f 30,330, sluitende met een saldo van f 3000, het laatste
voorkomende met ontvangst f 15,660 en uitgaaf f 13,860,
saldo f 1600.
Omtrent de vergadering der Vereeniging van Wees
vaders" gehouden op Dingsdag pen 16 dezer te Amsterdam,
onder voorzitterschap van den heer F. Bensij, wordt het
volgende medegedeeld:
De vergadering werd bijgewoond door 21 leden, 8 leden
gaven kennis verhinderd te zijn.
De voorzitter heette de aanwezigen welkom. Hij sprak
den wensch uit, dat ook deze vergadering mogt bijdragen
tot het doel: Bevordering van de belangen der weezen in
de gestichten." De notulen der voorgaande vergadering
werden gelezen, goedgekeurd en geteekend.
Met algemeene stemmen werd besloten: 1. Er zal door
9)
IN DEN HERFST.
Novelle van A. WEITZMANN.
{Vervolg.)
Weken lang duurde Lucia's ziekte, totdat eindelijk een tijdperk
aanbrak, waarin gegronde hoop op beterschap gekoesterd mocht
worden. Toen zij, door kussens ondersteund op eene sopha lig
gende, voor de eerste maal een bezoek van haar bruidegom mocht
ontvangen, was er eene groote verandering in baar wezen te be
speuren. Hare groote glanzende oogen lagen diep iu hunne holten
hare frissclie gelaatskleur was verdwenen; hare magere handen
lagen machteloos in liaar schoot; zij zag er voor hare jaren veel te
oud en te ernstig uit.
„Hoe zal het arme meisje hier in dit ruwe klimaat volkomen
herstellen?" zeide de heer von Berchheim, zich tot Olgershausen
wendende, terwijl hij Lucia's bleeke wangen streelde; „het regent
hier bijna onophoudelijk. Hoe kan men in zulk een oord zijne
verlorene gezondheid herwinnen? 't Zal het beste zijn, mijnbeer,
dat ik Lucia voor eenigen tijd aan u ontvoer en naar het vader
land liarer moeder, naar Italië breng. Wat dunkt u daarvan,
mijn kind?"
Een vroolijk lachje speelde op Lucia's gelaat, doch het verdween
even spoedig als het gekomen was. „Dat hangt van u af, geliefde
Hans!" sprak ze tot haar bruidegom, „of gij mij zoolang zult
willen ontberen."
„Hy moet wel, lief kind!" viel de vrijheer haar vroolijk in de
rede. Zulke brooze persoontjes kan men niet zoo spoedig den
echtelijken staat laten binnentreden. Olgershausen zal zijne inwil
liging zeker niet berouwen, wanneer ik hem later zijne bruid terug
breng als eene statige, bloeiende jonge dame."
„Als eene statige dame brengt ge mij nooit terug, papamerkte
Lucia lachend aan, „al verblijf ik tien jaren in Italië. Ik blijf
even als altijd...."
„Eene kleine Elfenprinsesvulde de oude beer den afgebroken
zin aan.
Bij deze woorden verscheen plotseling een blos op het bleeke
gelaat van Lucia.
„Zie eens," vervolgde de vrijheer, „zij is nog altijd dezelfde.
Sedert hare kindschheid heeft zij dat woord niet mogen lijden en
nog ergert het haar."
Zoo was dan het besluit opgevatspoedig werd het reisplan
bepaald en zoodra Lucia sterk genoeg was om vervoerd te
kunnen worden, vertrok zij naar het Zuiden.
„Écne onvergelijkelijk groote beeldtenis in duizend kleinere,"
deze indruk maakt de oude wereld hoofdstad op ieder, wiens geest
nog niet bezwangerd is door den hoogmoed onzer dagen, die nog
gevoel heeft voor het schoone. De honderd reusachtige kerken met
hare gouden sieraden en prachtige schilderstukken, de onovertroffene
Bchattenverzameling, de eerwaardige ruïnen uit den lijd der Caesars,
de betoovering van een veelbewogen volksleven en bij dit alles een
helderblauwen hemel, zulk eene pracht doet duizende gevoelens
van verbazing, bewondering, weemoed en verrukking uit ieders borst
opwellen.
Ook Lucia, die te Rome, na de vermoeienissen eener lange reis,
de Vereeniging naast en niet tegenover de bestaande tijd
schriften een eigen orgaan worden opgerigt. 2. Een te
benoemen commissie zal aan dit besluit uitvoering geven
door in de volgende vergadering, over dc wijze van oprig-
ting, bepaalde voorstellen aan de goedkeuring der leden
te onderwerpen.
Daarna lichtte de voorzitter toe de aanleiding tot het
plaatsen op de agenda voor deze vergadering van punt 2.
Dc oprigtirig van een bibliotheek. Een der leden schonk aan
de Vereeniging een groote verzameling geschriften, betrek
kelijk de weezenverpleging. Het bestuur wenscht aan die
verzameling uitbreiding te geven, door voortaan aan te
koopen hetgeen er binnen- en buitenlands belangrijk op dit
gebied wordt uitgegeven. Daardoor zouden de leden op
min kostbare wijze van een en ander kennis kunnen nemen.
Na eenige discussiën werd besloten, onder dankzegging
aan den gever, het geschenk aan te nemen; door aankoop
en op andere wijze den catalogus uit te breidenen het
bestuur uit te noodigen zich met de verdere regeling dezer
zaak te belasten.
De heropening van de discussiën over bet ter vorige
vergadering ingeleide onderwerp: Wat kan er gedaan worden
om de zorgeloosheid bij de verpleegden in weeshuizen tegen
te gaan? gaf aanleiding tot langdurige en belangrijke
gedaclitenwisseling. Het meerendeel der aanwezigen gaf
middelen op, die in eigen kring met goed gevolg zijn aan
gewend om bet kwaad te bestrijden. In het algemeen bleek,
dat men nog de beste vruchten ziet door het goede voor
beeld der beambten; door het kwaad bijzonder onder de
aandacht der kinderen te brengen; door de verpleegden
steeds meer en beter de waarde van den tijd en het geld
te leeren beseffen; door hun geloof te versterken in eigen
goede beginselen; maar vooral ook door er zich op toe te
leggen de oorzaken van bet kwaad bij elk kind in 't bijzonder
op te sporen, en aan de hand van die kennis niet anders
dan natuurlijke straften toe te passen.
Intusschen sprak de vergadering bet gevoelen uit, dat
de zorgeloosheid bij de verpleegden in de weeshuizen niet
in zoo groote mate bestaat, als sommigen wel meenen.
De beer Helms leidde met een enkel woord in het
onderwerp: Het tijdverdrijf van kinderen in de weeshuizen,
door er op te wijzen welke spelen en bezigheden wel of
niet als nuttig tijdverdrijf zijn aan te merken. Tal van
leden deelden de middelen mede, waardoor zij hunne ver
pleegden in de vrije uren aangenaam en zoo mogelijk nuttig
voor de eerste maal het gevoel van de herwonnen gezondheid ont
waarde, en voor wie dc bekoorlijkheid van het leven in 't Zuiden
geheel nieuw was, kon zich aan deze verrukking niet onttrekken.
Dikwijls blonken hare oogen helder en vroolijk, doch slechts voor
zeer korten tijd, want spoedig daarna was weer eene treurige uit
drukking op haar gelaat te lezen, die de heer von Berchheim
meende te moeten toeschrijven aan de nog niet geheel gewekene
ziekte.
Op zekeren avond geleidde hij Lucia naar eene afgelegene wijk
der stad. Na eene tamelijk verre wandeling kwamen zij, achtervolgd
door verscheidene nieuwsgierige en schreeuwende bedelaars-kinderen,
aan een onaanzienlijk huisje, dat juist door bet verval eene schil
derachtige aantrekkelijkheid had. De overblijfselen van een steenen
balustrade, welker spleten met klimop, distelen en andere planten
begroeid waren, herinnerden aan betere dagen; cypressen omgaven
de muren en het voorplein was begroeid met gras.
Een handvol koperen muntstukken bevrijdden onze wandelaars van
hun lastig gevolg. Toen zij alleen waren, wendde de oude heer
zich diep bewogen tot zijne dochter en zeide„Dit is liet huis,
waarin uwe moeder heeft gewoondaan het gindsche venster achter
die rozenstruiken heb ik haar lief gelaat voor het eerst aanschouwd.
Zij was toen verscheidene jaren jonger, dan gij thans zijt, en ik
was reeds diep in de dertig. Even als thans, drong het avond
rood naar binnen door het geopende venster en omgaf hare bruine
wangen met een warmen gloed. Zij was geen bleek meisje, zooals
mijn Duitsch dochtertje, maar had oogen en haar evenals gijzij
was lief, goed en schoon. Haar vader was een ondergeschikt
ambtenaar hij de Romeinsche regeeringhare moeder was reeds
overleden. Wij hadden elkander hartelijk lief en haar vader gaf
haar gaarne aan mij mede naar mijn Duitschc vaderland. Ach,
kindik was geen jongman meer en gevoelde mij toch jeugdig en
gelukkig in die dagen. Nooit toog een keizer trotscher over de
Alpen, dan ik met mijne jonge vrouwIk houd mij verzekerd,
dat zij zonder groote droefheid uit hare schoone vaderstad getogen
is, als een kind, dat niet weet, hoe het in vreemde landen is. Bij
ons te Eberfing heeft zij zich echter nooit tehuis gevoeld. Goed en
vriendelijk was ze altijd, maar zij was eene Romeinsche uit den
kleinen burgerstand. De winter is bij ons zoo lang en het slot
zoo eenzaam. Zij heeft het Duitsch nooit goed kunnen leeren en
wensclite geen omgang te hebben met de echtgenooten van mijne
jachtvrienden, lïi de litteratuur van haar land was ze weinig
ervaren; veel minder echter in de Duitsche, waardoor ze vele dagen
zonder bezigheid doorbracht, vooral vóórdat ze moeder werd. Toen
volgde een aangename tijd, doch zóó gelukkig, als onze liefde het
verdiende, zijn we nimmer geworden. Zij heeft mij, helaas! spoedig
verlaten, slechts u en de herinnering aan hare liefde mij achter
latende, die niet uit mijn geheugen was te wisschen met al het
goud, niet uit te delgen door tegenspoed en ellende!
Lucia beschouwde zwijgend de nederige plaats, waar hare moeder
had gewoond, hare lieve moeder, die ook niet volkomen gelukkig
was geweest. Wie leeft er gelukkig op deze aarde? Wat is het
geluk
„Laat ons gaan, mijn kind!" sprak de heer von Berchheim na
eene kleine pauze. „Gij ziet er zoo vermoeid uit als op den dag
na onze aankomst. Het is te hopen, dat het verblijf alhier u wcêr
frisch en leveuslustig zal maken."
tevens bezighouden. In het bijzonder werd uitgesproken
lioe de Frübel-oefeningen alléén waarde hebben, wanneer het
onderwijs aan bekwame handen wordt toevertrouwd. De
jaarlijks terugkeerende straatspelen zijn moeijelijk uit de
weeshuizen te weren, betgeen trouwens ook weinig gewenscht
mag genoemd worden, indien slechts de beambten, zonder
er zich steeds direct in te mengén, tact bezitten om liet
spel ten goede te leiden.
De oprigting van de huiswerkschool te Rotterdam werd
ten zeerste toegejuicht, daar hare resultaten zeker aan de
weeshuizen ten goede komen. Een paar leden hadden met
gunstig gevolg de oefeningen van genoemde scholen in
hunne gestichten ingevoerd.
Uit het bespreken van dit punt bleek hoe noodig bet is,
dat de zaak van het verbeterd tijdverdrijf met ernst en
ijver wordt ter hand genomen. De uren tot tijdverdrijf
bestemd, schijnen nog maar al te dikwijls aan tijdverveling
te worden gewijd.
Na het vaststellen van eenige punten van behandeling
voor de volgende vergadering, sloot de voorzitter de
bijeenkomst.
De afloop der laatst te Amsterdam gehouden veiling
van bijna 100,000 balen gouvernementskoffij, is voor de
schatkist vrij gunstig geweest. De prijzen liepen dooreen-
genomen ongeveer 2 cents per half kilo boven taxatie,
hetgeen op den geheelen verkochten voorraad een surplus
van ongeveer 2| ton gouds geeft. Voor de verbruikers is
deze uitkomst minder heugelijkwant zij zal wel door een
rijzing in de koffij prijzen gevolgd worden.
De heer Moor herdacht Maandag den dag, dat hij
vóór 25 jaren zijn loopbaan als kunstenaar op het tooneel
van den Stadsschouwburg te Amsterdam aanving. liet heeft
den verdienstelijken acteur niet ontbroken aan blijken van
belangstelling.
De beer Frans Ivisteniaker, tooneelspeler, het laatst
verbonden bij het gezelschap van den heer Prot te Amster
dam, is gisteren nacht aldaar overleden tengevolge van
eene beroerte, die hem, toen liij na de voorstelling met
vrouw en dochter naar zijn huis in de Quellijnstraat ging,
in de Vijzelstraat heeft getroffen. De overledene bereikte
den ouderdom van ruim vijftig jaar.
De heer Kistemaker heeft tot aan zijn dood een publiek
gehouden, dat hem gaarne zag en boorde spelen. Zijne
ronde, krachtige stem, zijne athletische, ofschoon kleine
ligchaamsbouw, zijne gemakkelijke houding en losse manie-
Zeker, papa!" antwoordde het jonge meisje," „men moet wel
gezond worden in deze heerlijke landstreek; doch bedenk tevens,
dat het Italinansche bloed, dat door mijne aderen vloeit, niet geheel
en al ongeschonden is. Elk oogenblik gevoel ik, dat ik hier niet
tehuis ben; te midden der heerlijkheid van het Italiaansche voor
jaar, te midden der betoovering van natuur en kunst, overvalt mij
een smartelijk veilangen naar onze Maert in Duitschland, naar zijn
sneeuw en regen, zijn geplaveide landwegen en mossigen bosch-
grond, waar de vochtige pijnboomtakken hunne druppels zacht laten
neervallen, waar spaarjaam de zon schijnt en schaarsch de viooltjes
bloeien. Een zonderlinge smaak, niet waar, papa? De Italianen
zouden mij steenigen, indien zij wisten, dat ik te midden van hun
gouden klimaat reikhalzend verlang naar de Duitsche voorjanisregens."
De vrijheer lachte en zeide: „Gij zijt, trots uwe zwarte oogen,
geheel en al oen ruwe Noorsche. Uw geliefde blonde Duitsche
beer zal voortreffelijk met u overeenstemmen. Denkt go somtijds
aan hem?"
„Aan wien, papa?"
„Aan wien anders, dan aan uw bruidegom. Zie eens, Lucia,
die schilder daarginds kennen wij, geloof ik."
Uit het woonhuis was zooeven een man te voorschijn getreden,
die uit liet romantisch voorplein van het houten balcon van het
huisje eene schets had gemaakt.
Spoedig liep de vrijheer naar hem toe, reikte hem als een oud
bekende zijne beide handen en zeide:
„Hier moeten we onzen gast onverwacht wedervinden, nadat we
elkander sedert ruim vier jaren volkomen uit het oog hebben ver
loren! Hier hebt gij dus uw kunstenaarstent opgeslagen en uwe
oude bekende in een boerendorp in Oud-Beieren geheel vergeten.
Doch gij zij ons welkom, geliefde Felden, duizendmaal welkom!"
De schilder hield de handen van den heer von Berchheim een
geruimen tijd iu de zyne, begroette hem op dezelfde hartelijke
wijze en wendde zich toen tot Lucia. „En gij, genadige freule!"
begon hij langzaam, terwijl hij haar uitvorschend in hel gelaat zag,
„hoe hebt gij het gemaakt gedurende den verloopen tijd? Bij uwe
onverwachte verschijning,'die mij eensklaps verplaatst in die schoone
herfst- idylle, komt hel mij voor, dat ik plotseling vier jaren jonger
ben geworden."
Werktuigelijk greep Lucia de haar door Felden aangeboden hand
en antwoordde even gedachteloos, dal ook zij zich verheugde, een
vriend uit hare kinderjaren weder te zien. Ach! voor haren geest
verzonken eveneens vier lange jaren in het niet cn duizend stemmen
riepen jubelend in haar binnenste: „Hij is liet! hij is het!"
Na een paar minuten was de eerste bedwelming der vreugde bij
het jonge meisje voorbijgegaan. Zij gevoelde, dat haar hart sneller
klopte, hare gelaat steeds bleeker werdzij moest zich vaster aan
den arm baars vader klemmen om zich staande te houden. Bij dit
alles klemde zij zich vast aan de gedachte, dat zij tot geen prijs
mocht verraden, wat er omging in haar gemoed. Zij was nu niet
meer het onbeschroomde meisje van voorheen, dat hare gevoelens
durfde blootleggen, vooral uiet tegenover dezen man; bovendien
was ze thans gebonden door de heiligste plichten tegenover een ver
verwijderden bruidegom, welk verbond ze vrijwillig op zich had
genomen.
„Zullen wij niet langzamerhand naar het hotel terugkeeren om te
soupeeren, papa!" sprak Lucia na eefle kleine pauze op bedaarden