A Z A
cs
KAGCHELS.
ZAAITARffE en HAHGELffORTELS
DEPOTS VAN THEE,
VERKOOP GROND.
C. MAALSTEED,
LICHT en SCHADUW,
ZAAITARWE TE KOOP.
OPENBARE VERKOOPINC
Notaris HATTINGA RA YEN
GEBRl NAS C°.
AANBESTEDING.
G. KOSTER. Schagen.
bij D, C. TANIS, te Eijerland op Texel.
M. RAVENSWAAY ZONEN,
op DONDERDAG den 2 OCTOBER a. s., des voormiddags
ten elf uur, aan 't Westplein te Helder, ten overstaan
van den Deurwaarder
J. W. VAN DER WAL Cz.,
van:
2 groote HARINGBOOTEN, 1 GEEP-
rX VLET, 1 groote GEEPZEGEN, 1 kleine
dito, 1 groote koperen TAANKETEL,
50 a 60 stukken HARINGW ANT.
Voorts:
SIMMEN, BASSEN, LATTEN,LIJNEN,
ZEILEN, ANKERS, RIEMEN, MASTEN, IIOOZEN,
LAARZEN en hetgeen verder zal worden aangeboden en
daags te voren ter voorschreven plaatse te bezigtigen zal zijn.
Het COLLEGIE van DAGELIJKSCII BESTUUR van
het Waterschap der 29 Gemeenschappelijke Polders op
Texel zal, op ZATURDAG den 4 OCTOBER 1879,
's morgens 11 ure, bij 't Spijk in den Polder den Hoorn,
PUBLIKK TEKKOOrUN:
De GROND van liet boventalud
der Kerkedijk en wel het deel gelegen
tusschen de twee Waaltjes, alsmede
van het tweede boogje gelegen nevens
den grindweg bij Tijs Rakker aldaar.
Zegt liet voort.
zal, op MAANDAG 6 OCTOBER a. s., des avonds
É|ten 7 uur precies, in bet lokaal „Musis Sacrum"
site Helder, verkoopen:
ZIÏSTIEN MUIZEN en ERVEN,
gelegen in de gemeente Helder, aan
de \Veststraat, Kuiperstraat, Midden
straat, Keizerstraat en Vijzelstraat.
Allen breeder omschreven bij aangeplakte billetten.
W ilSIPLKl.Y, Wijk II 428.
CS
Het COLLEGIE van DAGELIJKSCH BESTUUR van
het Waterschap der 29 Gemeenschappelijke Polders op
Texel zal, op VRIJDAG den 3 OCTOBER 1879,
's morgens 10 ure, ten Raadhuize aan den Burg,
bij inschrijving HEB ii E8TE KN:
1. Het leveren van 10 Iepenbouten Rollen,
IS Palm- en 70 Azijnliouten Kammen
en een Greenen Pomp met Stok en
2 Zuigers voor den Watermolen.
2. Het maken van een Weg, van af den
Noorderdijk, naar de brug van den 2den
in aanleg- zijnden Dwarsweg.
3. Het opbreken, vervoeren en op nieuw
leggen van een Brug in den eersten
Dwarsweg,
4. Het onder profil brengen van p. in360 M1
lengte van den eersten Dwarsweg.
•5. Het opruimen van twee en leg-gen van
een Koker door den Hoofdweg.
6. Het graven van een Sloot en verleggen
van een Koker.
Alles in den Polder het Noorden.
7. Het maken van t weeeikenhoutenDeuren
in de Havensluis. Polder den Hoorn.
De aanwijzing zal geschieden op Donderdag 2 October a. s.,
's morgens 9 ure, beginnende bij den Watermolen in bet
Noorden.
Het bestek ligt ter lezing ter Secretarie van genoemd
Waterschap aan den Burg en bij den Opzigter VAN
DEN HOEK, op de Haven te Oude Schild.
De inschrijvingsbilletten moeten een half uur vóór de
aanbesteding ten Raadhuize worden ingeleverd.
Texel, den 23 September 1879.
Het Collegie van Dagelijksch Bestuur voornoemd,
C. A. EELMAN, fung. Dijkgraaf.
Sd. KEIJSER Pz., Secretaris.
ZES NVTSVOOHLEZIWGEN
door J. K. G. MULLER, verschijnt binnen eenige
dagen bij den Boekhandelaar G. H ALFF, te
NIEUWE N1EDORP.
Prijs 90 Cents.
Ik neem de vrijheid mijne geëerde Begunstigers te
verzoeken hunne bestellingen voor den winter op te geven;
door voordeelige iukoopen ben ik in staat de prijzen mijner
artikelen te noteeren als volgt
VRIJ AA3V Klis, EÊKSTE KWALITEIT:
Per Hectol.
Grove Eng. cn Schotsche KAGCIIELKOLEN ƒ0.90
V NUTSKOLEN- 0.75
Fijne -0.70
Grove RUHR-KAGCHELKÓLEN- 1.10
en fijne RUHR-KAGCHELKOLEN- 0.75
COKES-0.55
Per 100 KG.
Schotsche STUKKOLEN1.50
RUHR-STUKKOLEN-1.75
Per 50 KG.
BRUINKOOL-BRIQUETTENƒ0.90
Omdat ik mijn KAGCHELS regtstreeks van de fabriek
trek, is het mij mogelijk te kunnen concurreren.
NB. Mede verkrijgbaar uil en
Hagel.
Engelsche veredelde PROCIFIEK TARWE,
geteeld in den Wijkermeer-Polder. Verkrijgbaar bij
P. LANGE VELD Mz., op WILLE MS-HOE VE, in den
Anna Paulowna-Polder.
BESTE ZEEUWSCHE
to lioop,
uit het magazijn van
te GOBIKCHEB.
Deze THEEËN worden afgeleverd in ver-
zegelde pakjes van vijf, twee en een half en
een Ned. ons, met vermelding van Nommer en Prijs, voor
zien van nevensstaand Merk, volgens de Wet gedeponeerd.
Zich tot de uitvoering van geëerde orders aanbevelende.
Nieuwediep. A. METZELAAR, Binnenhaven 12.
Helder. J. BREEBAART, Langestraat.
Wieringen. J. D. BOERSEN.
Schagen. J. DENLJS.
Brieven, uit de Hoofdstad.
28 September.
Amice!
„Hoog:, omhoog!" is tegenwoordig het parool der Amsterdammers,
en de heer E. Damm, de onvermoeide, zorgzame luchtreiziger, is
de held van den dag. Hij heeft de welgevestigde reputatie der
familie Godard (ik hoor dat de rampspoedige Fanny en haar man
eigenlijk niet Godard, maar Gideon heeten) totaal overvleugeld en
verheugt zich in het onbegrensde vertrouwen van allen, wien hij
tegen betaling van f 60 een plaats in zijn waschmand afstaat. Hij
is dus f 15 goedkooper dan mevrouw Godard. Gisteren-middag
tegen half vier heb ik Damm's ballon, die volkomen de kleur en
den vorm heeft van een kolossalen varkensblaas, uit den tuin van
Claudius Cicilis zien opgaan. Meneer Damm, eertijds paardrijder,
clown of zoo iets van professie, leidde zelf met eenigszins zenuw
achtige gejaagdheid de voorbereidende werkzaamheden. Ook hij was,
evenals mevrouw Fanny, in een luchtig matrozeucostuum gedoscht.
Vier reizigers maakten den tocht mee, ik stond echter niet kortbij
genoeg om te zien wat soort lui het waren. Op dit punt schijnt
de heer Damm (onbegrijpelijk genoeg) buitengewoon toegeeflijk.
Zoo nain hij bij zijn eerste opstijging een „heer" mede, een Duitsch
student aan onze Universiteit, die gewed had dat hij wel meê zou
durven, en toen het beslissende oogenblik naderde, zich moed
iupompte door middel van een buitengewone hoeveelheid Schie
dammer. Toch maar mee in de mandDen volgenden ochtend
stond de dilettant-luchtreiziger, op nieuw in benevelden toestand,
eigenlijk in een aanval van delirium-tremens of dronkemans-waanzin,
midden op den Dam voor 't Monument, en wierp daar met volle
handen den inhoud van zijn portemonnaie en zijn portefeuille, men
zegt wel een acht- of negenhonderd gulden, onder de grabbelende
volksmenigte. De man was dadelijk zoo populair, dat de politie
het gepast rekende, hem voor hare rekening ergens veilig onder
dak te brengen.
Ook de „landbouwer" op klompen, die den tweeden keer meê
opsteeg, verkeerde in zulk een zalige onbewustheid van al wat er
om hem heen gebeurde, dat hij even gemoedelijk in een sloot als
in een mand zou gestapt zijn. Wie gisteren tot het viertal geluk
kigen behoorden ben ik nog niet te weten gekomen. De couranten
deelen trouwens de namen der passagiers niet meer mede, en dus
wordt hun zelfs die schrale voldoening voor hun waaghalzerij ont
houden. Pijlsnel en loodrecht zag ik den ballon gisteren-middag
omhoog stijgen; meneer Damm wuivende en groetende, met zijn
muts in de eene en een nationaal vlaggetje in de andere hand.
De ballon bleef bijna onbewegelijk boven de stad zweven, en is een
uur later, na een paar maal niet het slootwater kennis gemaakt te
hebben, te Amstelveen, hier dicht bij, neergekomen.
Zulke kleine accidcnljes schijnen er ecliter bij te hooren en over
het geheel hebben de heeren luchtreizigers hier te lande in den
regel nog al met kleiner of grooter tegenheên te kampen gehad.
Reeds de eerste die in ons vaderland opsteeg, de vermaarde Blan-
chard, wist er van meê te praten. Hebt ge wel ooit iets van die
eerste Nedcrlandsche luchtreis gehoord, amice? Niet? Nu, ze staat
uitvoerig beschreven in de „Nederlandsche Mercurius" van Juli
1785 en met dat nommer kunt ge dus uw nieuwsgierigheid bevre
digen. Maar daar het niet onmogelijk zou zijn, dat ge die krant
niet maar zoo dadelijk bij de hand hebt en een briefkaart aau den
uitgever u ook niet veel baten zou, zal ik u, daar we nu toch
eenmaal in de wolken zijn, even vertellen hoe het bij die allereerste
opstijging hier te lande in zijn werk ging. Ik verzeker u, dat er
heel wat bij is te koop geweest.
De eerste maal dan dat men hier te lande een mensch zich zoo
hoog boven de anderen zag verheffen door middel van een luchtbol,
was (naar men met zekerheid meent, althans) in het jaar 1785.
De heer Blauchard was gezagvoerder op den ballon, die den 12den
Juli van dat jaar te 's Hage uit den tuin van het Oude Hof
oprees, waar ongeveer een jaar vroeger soortgelijke ballons, doch
zonder geleide van personen, waren opgestegen, 't Zou de 12de
luchtreis zijn, door den heer Blanchard ondernomen.
Wat gewoonlijk bij zulke voorstellingen niet het geval is, ge
beurde dien dag: 't was mooi en allergunstigst weder. Natuurlijk
waren van alle kanten de nieuwsgierigen op komen dagentorens,
daken en vensters werden met liefhebbers gevuld: de Prinsen, het
Hofgezin en tal van aanzienlijke personages bevonden zich in de
onmiddellijke nabijheid van den ballon, terwijl het groote publiek
zich op 'straat behielp, en bij elk valsch gerucht als op een com
mando de kin in de lucht slak naar de zijde, waar zich de ver-
echijning zou vertoonen. Precies zooals 't nu nog gaat. De ballon
was reeds eenige dagen te voren op de zaal van 't Oude Hof te
kijk geweest (waarschijnlijk tegen item zooveel) terwijl, om de
nieuwsgierigheid op te wekken, de benoodigde toestel ook reeds
geruimen tijd had gereed gestaan.
Vier en twintig okshoofden, zegt mijn berichtgever, waren in
twee partijen naast elkander geplaatst, waarin de stoffen gedaan
werden tot voortbrenging der ontvlambare lucht, waarmede de bol
gevuld moest worden. Deze stoffen bestonden nit vitriool-olie,
zink en water. De vaten waren allen van boven voorzien van
blikken buizen, waardoor de door opbruiscbing verkregen lucht in
2 andere grootere okshoofden gebracht en voorts in een kuip met
water verkoeld werd, waarna deze lucht uit beide vaten door een
met gomelastiek bekleede buis van zijden taf in een algemeenen
ontvanger en zoo in den grooten luchtbol geleid werd, die mede
van zijden taf zeer knnstig saamgesteld en met hetzelfde vernis
bestreken was.
De vulling ging dus in die dagen heel wat moeielijker en om
slachtiger dan tegenwoordig, nu er overal gasfabrieken beschik
baar zijn!
's Morgens was de ballon reeds in den tuin gebracht en het net
er overgespreid. Om 12 uur begon men met het vullen der oks
hoofden en om 2 uur waren ze allen in werking. Maar van dat
oogenblik af had men met allerlei tegenspoeden te kampen! Voor
eerst sloten de buizen niet te best, zoodat er een massa waterstof
gas op eigen avontuur de lucht inging. Daarbij schijnen eenige
kwaadwilligen misschien schippers of voerlui, die bang waren
dat door het nieuwe reismiddel hun standje zou verloopen bij
het bezichtigen van den ballon met priemen of messen daarin
bovenaan gaatjes gemaakt te hebben. Dat dit niet bevorderend
voor den spoed was, begrijpt ge. Enfin, 't werd zeven uur en nog
was de ballon nog maar voor twee derde gevuld. De toeschouwers
werden ongeduldig en begonnen in een minder vriendschappelijke
stemming tegenover den luchtreiziger te verkeeren. Blanchard duchtte
daarvan niet veel goeds, en het geduld van de toeschouwers niet
langer durvende tergen, besloot hij dus maar zoo goed mogelijk
op te stijgen. Maar weer kwam er een kink iu de kabel.
Er hadden zich verscheidene liefhebbers aangemeld om de reis
mede te maken, doch slechts aan twee officieren was een plaats in
de schuit beloofd. Zij hadden hun plaats dan ook reeds goed en
wel bezet, toen 't bleek dat de niet geheel gevulde ballon on
mogelijk drie passagiers kon dragen en een der zouen van Mars
zou moeten uitstappen. Wie zou 't wezen Wie zou, als onnutte
ballast, het veld ruimen voor zijn tochtgenoot? Pijnlijke kwestie;
een kwestie die werkelijk zoo hoog liep, dat niet alleen de Fransche
gezant, maar zelfs de Prins tusschenbeiden moesten komen, die het
eindelijk zóóver brachten, dat ze besloten het lot te laten beslissen.
Eindelijk steeg tegen kwart voor achten gelukkig schreef men
Juli! de bol omhoog, ongelukkig echter niet recht naar boven,
maar zóó, dat ze in onzachte aanraking kwam met een schoorsteen,
waarop Blanchard al lang een kwaad oog had gehad en dien hij
daarom „la maudite cheminée* noemde. Het kostte .verbazend veel
moeite om los te komen, maar ten slotte raakte men dan toch in
de wolken.
Daar tengevolge van die ontmoeting al de ballast was wegge
worpen, kon men geen verre reis ondernemen. De beide passagiers
vermaakten de achtergebleven toeschouwers met het zwaaien van
hunne vlaggen, en schreven en expedieerden brieven uit den hemel
naar de aarde, totdat ze nagenoeg zes uren van den Haag af waren.
Toen lieten zij den ballon dalen op een land bij Gouda, waar de boeren
hen reeds stonden te wachten. De stokken en hooivorken, waar
mede dezen gewapend waren, toonden hun, dat die lieden niet
bijeengekomen waren om den reizigers hun compliment te maken
of om hun tot eerewacht te strekken. Neen, dat volkje was zoo
weinig gevoelig voor de eer van die zending van boven, dat het 't
schuitje aan stukken hakte en meepakte wat 't grijpen en vangen
kon. De eigenaar van het stuk land meende te moeten proliteeren
van zulk een niet alle dagen voorkomend en hem zoo rechtstreeks
uit den hemel toegevallen buitenkansje en eischte van zijne onge-
noode gasten 10 dukaten schadevergoeding, ofschoon zijn land
evenmin iets geleden had als hij zelf. De boer dacht al heel slim
te zijn. Maar de Fransoos was nog slimmer. Hij wist den boer
te beduiden dat hij op het oogenblik geen geld bij zich had, wijl
het hem daarboven toch onnut zou geweest zijnmaar wel wilde
hij het boertje een briefje geven, waarop hij den volgenden dag in
den Haag het gevraagde geld zou kunnen ontvangen. Had de boer
Fronsch kunnen lezen, misschien zou Blanchard er niet heelhuids
afgekomen zijn. De „Nederlandsche Mercurius" geeft er namelijk
letterlijk de volgende vertaling van:
„Ik onderschrevenc verklaare neer gekomen te zijn op een leeg
weiland behoorende aan een lompen brutaalen boer, die hierdoor
geen de minste nadeel geleeden heeft en die de onwaardigheid had
van 10 ducaten van mij te eischen, na geholpen te hebben om
mijn schuitje en den bol te verscheuren. Blanchard."
Met behulp van den nu overgelukkigen boer werd den reizigers
een schuit bezorgd, die hen met het overschot van den ballon na
een paar uur varens in Rotterdam aanbracht. Of de boer nog naar
Den Ilaag gegaan is, om zijn geld te halen, heeft de historie niet
gemeld. Wel verhaalt zij, dat de reizigers den volgenden dag
hunne intrede in de residentie gehouden hebben, gezeten in een
rijtuig en hunne vlaggen in de hand houdende. Dadelijk naar den
Prins-Erfstadhouder gereden, werden zij allervriendelijkst door hem
ontvangen, ja zelfs ten middagmaal gehouden. Ook mocht de heer
Blanchard van de zijde der ingezetenen velerlei eerbewijzen ontvangen.
Dit was nu wel de eerste luchtreiziger in ons land, maar het was
geen landgenoot. De eerste landsmandie als bestuurder van een
ballon een reis waagde, was een zekere Abraham Hopman, een
Haarlemmer, die 29 September 1804 te Rotterdam opsteeg. Ilij
ging te 4 uur omhoog en kwam eenigen tijd later dicht bij Schiedam
ueêr. Ongelukkig raakte de gondel aan den kant van een sloot en
sloeg om, zoodat Abraham in den modder terechtkwam. Terwijl hij
daar lag te spartelen, verkoos de ballon nog een reisje naar eigen
verkiezing te maken en vervolgde, weder gerezen zijnde, nog een
tijd zijn weg, tot hij uitgeput en vermoeid te half 6 op de buiten
plaats Bakkershagen onder Wassenaer zich in een bosch ter ruste
legde. De moedige Haarlemmer kwam er ongedeerd af.
Zoodat ik maar zeggen wil, amice, dat in ons waterrijk landje
die luchtschipperij altijd een gevaarlijk pleiziertje blijft. Daarom een
volgend maal over meer aardsche chapiters! t. t.
AMSTELAAR.
Stoomsnelpersdruk van A, A. Bakker Cz., Nieuwediep.