PARIJS.
„Twee zaken eindelijk hebben mijn groote verwondering I
gewekt. Ten eerste, dat in de cellulaire gevangenis een
afzonderlijke afdeeling is voor personen, die zich in voor- i
loopige hechtenis bevinden. Dat dezen, wier strafzaak
geïnstrueerd wordt, in door de wet bepaalde gevallen
afzonderlijk gehouden en van alle gevangenen gescheiden
moeten worden, spreekt wel van zelf. Niettemin maakt
't op mij een zonderlingen indruk, dat zulke personen
in een gebouw gedetineerd worden, hetwelk alleen en
uitsluitend voor misdadigers bestemd is. Daartoe mist
men, naar het mij voorkomt, het regt. In de huizen
van detentie wel is waar worden gewoonlijk behalve deze
personen ook veroordeelden opgesloten, die, wegens een
gering misdrijf, een geringe straf ondergaan. Maar waar
een inrigting zulk een scherp afgeteekend karakter draagt,
waar zij op zoo duidelijke wijze slechts voor een zeer
speciaal doel gebouwd is als de cellulaire gevangenis te
Rotterdam, welke uitsluitend bestemd is voor veroordeelden
tot celstraf van hoogstens twee jaren, daar geeft men aan
de voorloopige hechtenis, door de personen die ze onder
gaan daarin te brengen, het karakter van een straf,
hetwelk niet. wordt uitgewischt, omdat zij door een muur
gescheiden zijn. Op den persoon in voorloopige hechtenis
moet het binnentreden in deze plaats een allerpijnlijksten
indruk maken, welke ter wille van de billijkheid en zeker
ook van den geest der wet behoorde vermeden te worden.
Nog onaangenamer deed mij de ontdekking aan van
een afdeeling, die het opschrift „Gegijzelden" draagt. Ik
kon aanvankelijk maar niet raden wat dat woord betee-
kende, waarna men mij zeide, dat hiermede de personen
bedoeld worden, die wegens civielregterlijke schuld zich in
„Schuldhalft" bevinden. Wel weet ik, dat de gijzeling in
Nederland nog in al de strengheid van den Franschen
Code bestaat, dat dit vrije land, hetwelk er zich teregt
op beroemt een der vrijste landen in Europa te zijn en
waar van ieder eerbied geëischt wordt voor de persoonlijke
vrijheid van eiken burger, de tortuur der gijzeling, dit
overblijfsel uit een lang vervlogen tijd, nog onder de
reliquicn zijner wetgeving bewaart, terwijl de meeste
beschaafde natiën sedert tal van jaren dit executie-middel
hebben overboord geworpen. Wel weet ik verder en
tot mijn groote blijdschap nam ik het waar dat juist
in de laatste weken, op initiatief van het teregt geachte
Weekblad van het Regt, een beweging is in 't leven ge
roepen, welke eindelijk eens, naar ik hoop, den tegenstand
van sommige conservative handelskringen en kamers van
koophandel zal breken en ook aan de persoonlijke vrijheid
van schuldenaars eerbied zal verschaffen. Zoolang de wet
nog bestaat, moet ze ook zonder twijfel worden toegepast,
maar mijn groote verbazing en afkeuring mag ik niet
verzwijgen, dat men de personen, die wegens een zuiver
civielregterlijke verbindtenis van de vrijheid beroofd zijn,
in dezelfde inrigting plaatst, welke naar haar bouw en
zigtbaar doel uitsluitend voor misdadigers bestemd is.
Ook hier kan de scheiding door een muur het gemeen
schappelijk dak niet doen vergeten; ook hier wordt aan
de gijzeling een karakter gegeven, dat zij niet heeft en
ook niet mag hebben."
Het Rotterdamsch gemeen laat den tramway nog niet
met rust. Jl. Maandag avond heeft men namelijk een
grooten steen gelegd op de rails aan den Coolsingel,
waardoor een wiel van den tramwagen brak; deze viel
voorover,doch gelukkig liep alles verder zonder ongelukken af.
Volgens de Stichtsche Crt. zou Christina Goedvolk,
weduwe en medepligtige van den moordenaar Jut, in de
gevangenis te 's Hertogenbosch het leven geschonken hebben
aan een nieuwen wereldburger.
Op de harddraverij met paard en chais te Zevenbergen
is de prijs van f 300 behaald door het paard La Vitesse,
van J. Smits, te Dubbeldam, pikeur A. de Koning; de
„Army, wat ben ik blij, ook eens een gast te zullen hebben,"
sprak den volgenden morgen Nelly tot haar broeder, toen zij te
zamen door het fri9sche groene park wandelden. „Wat zal Li esje
wel zeggen? Ik moet het haar vertellen. Zeg eens, Army! hoe
vindt gij Liesje eigenlijk? Is zij niet beeldschoon geworden?"
„Ik weet het waarlijk niet," antwoordde hij verstrooid, „ik heb
er in 't geheel niet op geletja, ik geloof het wel. ik herinner het
mij naauwelijks meer
„Maar, Army!" klonk het van de lippen zijner zuster, „gij zijt
verstrooid, of misschien bedroefd is u iets onaaugenaams be
jegend? Kan ik u soms helpen?"
„Neen, zusje," lachte hij en streek haar schertsend met de hand
over het bloeijend gelaat. „Gij kunt mij wel het allerminste helpen
het is een ongelukkige geschiedenis, ik zie er tegen op het mama
te zeggen, maar ik kan niet anders."
„Och, spreek er niet tegen mama over, Army!" bad het jonge
meisje, staan blijvende. Zij legde de kleine hand op zijn schouder,
en zag hem angstig aan. „Ik bid n, doe het niet! Zij is zoo
droevig, en weent zooveel; ik smeek u, zeg het niet, als het iets
onaangenaams is
Army werd verlegen.
„Ja, mijn God!" zeide hij, „wist ik slechts wat te doen? Tot
grootmama kan ik mij niet wenden; het zou te vergeefs zijn,
daar zij werkelijk niet in staat is, mij
„Army," fluisterde het meisje, de oorzaak zijner verlegenheid
radende, „ik geloof, ik kan u helpenwacht een oogenblik, of
neen, ga vooruit onder den grooten ahorn aan den dijk! Ik ben
aanstonds terug." En vlug liep zij naar huis; de zonnestralen
dansten over haar eenvoudig kleedje en beschenen de blonde lokken
spoedig was rij om den hoek verdwenen.
De jonge man zag haar na en ging verder. Wat meende zij? Zij
kon toch onmogelijk weten
Hij zat op de steenen bank en zag naar het heldere water, waarin
de blaauwe hemel en de hooge boomen zoo liefelijk weerkaatsten.
„Hoe schoon is het hier!" sprak hij halfluid; „al9 zij maar een
weinig gevoel voor natuurschoon heeft, moet het haar hier
bevallen."
Vlugge schreden klonken achter hem, en zich omkeerende, blikte
hij in het van vreugde stralende gelaat zijner zuster.
„Daar, Army!" zeide zij blozend, en legde een sierlijk zijden
beursje in zijne hand. „Ik heb het waarlijk niet noodig; neen,
wezenlijk niet; waarvoor toch? En nu zult gij niets aan mama
zeggen; niets, niet waar?" De blijdschap, iets te kunnen geven,
straalde het lieve meisje uit de oogen. „Goede, lieve Armybad
zij, „berg het spoedigHet zal zeker voldoende wezen."
„Neen, Nelly, neen riep bij, kleurende; „uwe spaarpenningen
Zij hield hem de hand voor den mond. „Gij maakt mij boos,
Army," zeide zij„zouden broeder en zuster elkander niet helpen.
Wie weet, of ik ook niet nog eens bij u komLaat ons nu
verder gaan, spreek er niet meer over! Zie, hoe zoudt gij het
vinden, als wij hier eene boot hadden? Ik heb het reeds lang ge-
wenscht. Dan konden wij met Blanka roeijeu, en Liesje niet
waar? Blanka zal toch niet trotsch zijn?"
Hij antwoordde niethij kwam zichzelf op dit oogenblik zeer
verachtelijk voor. Haastig wendde hij het gelaat af.
{Wordt vervolgd.)
premie van f 100 door Susanna, van C. Paarlberg, te Zij pc,
pikeur J. Koster; de premie van f 50 door Gustaaf Adolf,
van G. Zevenhuizen, te Wannenhui/en, pikeur J. Koster.
In zekere gemeente in Noordbrabant heeft het
gemeentebestuur, om den aanvoer van rundvee op de
jaarmarkt te bevorderen, bekend gemaakt, dat f 40 zal
worden verloot in loten van f 2 onder de aanvoerders
van rundvee. Elk van buiten de gemeente aangevoerd
rund, dat de twee melktanden heeft verloren, geeft regt
op een lot.
De in Drenthe alom bekende dekhengst, genaamd
„de Prins," toebehoorende aan een vereeniging van land
lieden uit de Wijk, Ruinerwold, enz. is te Meppel in open
bare veiling gegund aan den heer F. Lubberik, te de Wijk,
voor f 249. 't Schoone dier was in zijn tijd herhaaldelijk
bekroond, o. a. te Amsterdam, met den eersten prijs,
groot f 100.
Het schoone weder der laatste dagen werkt te Meppel
gunstig op den laten veldarbeid. Allcrwege in Drenthe
op de groote „esschen," zijnde onafzienbare landbouwakkers,
is men druk bezig met het bemesten en omploegen van
gronden voor winterrogge, het binnenhalen der late boek
weit. die op vele plaatsen nog een tamelijk beschot oplevert,
het delven der winteraardappelen, die op de hooge gronden
ruim de helft van andere jaren opleveren en waarvan
verwacht wordt, dat ze, goed ingekuild, behoorlijk zullen
voldoen, 't Weidevee graast nog steeds buiten; de laatste
prachtige dagen doen de groenlanden opfleuren en geven
een frisschen, groenen tint aan veld en akker. Over de
melkerij valt niet te klagen; 't botergemaak is dienten
gevolge beter, dan zich voor eenige weken liet aanzien
en de verhoogde prijzen van dit product op al onze markten
stemmen landlieden en veehouders tot voortdurende krachts
inspanning; ofschoon dit jaar menigeen droevig heugen
zal, daar er huurders van boerderijen worden aangetroffen,
die naauwelijks in staat zullen zijn aan „stad en land,"
verpachters, enz., het hunne te kunnen doen toekomen.
Weder is op Java een ton gouds aangewezen voor de
schade door de veepest aangerigt. Daardoor zijn de uitgaven
voor de veeziekte tot één millioen geklommen.
liet Alg. Dld. v. O. I. is van oordeel dat er geen on
gelukkiger koffij bestaat, dan die vóór maanden te Tilatjap
in de Bastiaan Pot geladen werd. Op het schip heeft zij
tweemalen de bemanning vergiftigd. Nu was zij gelost en
opgeslagen op een achterzolder van het oude lokaal van
G. Suermondt te Batavia, en zie nu is een balk onder den
last bezweken, zoodat al de koffij naar beneden is gestort.
De beroemde Italiaansche wedlooper Bargossi, bijgenaamd
„de man-locomotief," heeft deze week weder een wedden
schap om 1000 fr. gewonnen, en wel tegen twee paarden
onder den man. De Place Magenta te Bordeaux moest 120
maal, zijnde eene gezamenlijke lengte van 40 kilometer,
rondgeloopen worden in 2 uur 20 minuten. Oogenschijnlijk
stonden de kansen verre van gelijk, en waren zij geheel in
het nadeel van den looper; immers reeds tegen één paard
scheen de wedstrijd bijna onmogelijk vol te houden, hoeveel
te minder tegen twee. En toch heeft Bargossi gewonnen.
Het eene paard moest den loop reeds bij den 32sten toer
staken, het andere bij den 45sten. Op dat oogenblik was
Bargossi slechts twee a drie toeren bij de beide paarden ten
achteren, en wel verre van uitgeput te zijn, bemerkte men
dat zijn bewegingen nu integendeel in kracht en snelheid
toenamen. Tegen vijf ure riep het volk: „Genoeg! genoeg!
houd op!" maar Bargossi bleef met een bewonderenswaardige
opgewektheid doorloopen, en heeft 121 malen, dus één
keer méér dan gewed was, in 2 uur 10 minuten,
dat is nog in 10 minuten binnen den gestelden tijd, de
Place Magenta rondgeloopen.
Offenbach is met een nieuw werk bezig. La Fille
du Tambour-major, voor de „Folies Dramatiques."
In de rubriek „Correspondentie" van een Amerikaansch
blad las men dezer dagen het volgende:
„N. N. Uw stuk is naar den spippermand verwezen, wij
kunnen geen afgekeurde kopy terugzenden en raden u in
gemoede aan ons niet persoonlijk er om lastig te komen
vallen: onze trap is vier-en-twintig treden hoog en de
marmeren steenen van het portaal geven niet mede." (Zw.Crt.)
Benoemingen, enz.
De lieer mr. W. van der Vlugt is benoemd tot hoogleeraar in
de faculteit der regtsgeleerdheid aan de Eijks Universiteit te Leiden,
om onderwijs te geven in de wijsbegeerte van het regt en in de
encyclopaedie der regtswetenschap.
De luit. ter zee 2de kl. J. van Schecrs, dienende aan boord van
de instructiebrik Zeehond, wordt met den 31 dezer op non
activiteit gesteld en met den 1 November vervangen door den luit.
ter zee 2de kl. C. F. de Ruyter de Wildt. Aan boord van het
wachtschip te Amsterdam wordt uiet den laatsten datum geplaatst
de luit. ter zee 2de kl. P. T. M. van Leeuwen.
De scheepsklerken N. J. J. van Rijn van Alkeraade en C. J.
Blok, dienende aan boord van het wachtschip alhier, worden met
den 31 dezer op non-activiteit gesteld.
FranürUli.
Jl. Zondag middag, ten 4 ure, is te Parijs weder een
vreeselijke moord gepleegd op een dertigjarigen apotheker
Lagrange en zijn dienstmeid, wonende op het plein Beauveau,
hoek der straat St. Honoré, in de nabijheid van het ministerie
van Binnenlandsehe Zaken en het Elysée, in de buurt dus
van twee politieposten en schildwachten. De dader is een
der bedienden van den apotheker, zekere Walder, Zwitser
van afkomst, die gebruik makende van de afwezigheid van
mevrouw Lagrange naar hare familie te Vernon, en van
den anderen bediende, zijn chef en de dienstmeid, met den
stamper van een vijzel de hersens heeft ingeslagen, waarna
hij de lijken in den kelder heeft gesleept. Daarop heeft
hij zich van al de geldswaarde, die in huis te vinden was,
meester gemaakt en is des avonds laat het huis uitgegaan,
met een pakje onder den arm. Voorafhad hij nog een brief
geschreven aan mevrouw Lagrange te Vernon, om haar
te melden dat hij alleen haar man en dienstmeid had ver
moord, ten einde geld te krijgen, om naar Amerika te
vertrekken. Mogt hij daar goede zaken maken, dan zou
VIscliDeristeii.
Gisteren was de aanvoer van visch nagenoeg gelijk aan Woensdag
en Donderdag. De tongen waren erg klein van stuk en toch hoog
in prijs; tarbot is er niet veel aangebragt; steuren in 't geheel
niet; scholletjes (mooi soort) golden f 3.50, de kleinere f 2 per
mandje; rog 32 a 38 cents per stuk; schelvisschen zijn er slechts
enkele gevangen. Er moet eerst een flinke bries uit liet Zuidwesten
komen, voordat deze visch in grooten getale verschijnt.
hij het gestolene aan haar terugzenden. Maatregelen zijn
natuurlijk genomen, dat hij niet in Amerika aan land
stappe, maar, hoewel hij naar Havre op weg is gegaan,
vermoedt men dat hij zich nog te Parijs schuil houdt.
Arnold Walder is 23 jaar oud. Twee uur nadat hij den
moord, die eerst Maandag morgen aan het licht kwam,
moet hebben volbragt, kwam een neef van den apotheker
naar dezen vragen, die hem ten eten had verzocht, en
vreemd opkeek dat zijn gastheer was uitgegaan. Walder
kookte een paar eijeren voor het jonge mensch, die niets
aan den moordenaar had bespeurd.
Een correspondent der Echo zag Gambetta toen hij
1 October te Lausanne aankwam. Sedert ik hem 2 jaren
geleden zag schrijft hij heeft zijn uiterlijk een
groote verandering ondergaan. Zijn haar en zijn baard
zijn geheel grijs geworden, hij is nog veel gezetter dan
vroeger, over het algemeen is hij buitengewoon verouderd
en ziet hij er uit als iemand die te veel van zijn geestes
krachten heeft gevergd. De groote Fransche staatsman
vertoeft thans in het aangename Chateau les Crètes, maar
niemand gelooft, dat hij hier lang genoeg blijven zal om
de weldadige gevolgen te kunnen ondervinden van de rust,
waaraan hij blijkbaar zulk een groote behoefte heeft.
Eng;elanci.
Lloyd berigt, dat in een zeegevecht tusschen de
Chileensche en Peruaansche vloten de Chilenen de Huascar
hebben genomen.
De Huascar was in dezen oorlog even gevreesd als de
Alabama in den Noord-Amerikaanschen oorlog tusschen
Noord en Zuid, en de bemagtiging van dien bodem door
den vijand kan weldra eene veranderiug in den staat van
zaken ten gevolge hebben.
Eenige dagen geleden hield voor de deur van een
groot bankiershuis te Londen eene deftige, met adellijk
wapen versierde ekwipage stil. De gepoederde lakei, die
naast den koetsier zat, springt van den bok en ontvangt,
met den hoed in de hand, aan het portier van het rijtuig
de orders van een ouden gentleman, die bijna geheel in
de kussens is weggedoken en zich bijna niet bewegen kan.
De lakei neemt van zijn heer een wissel aan van f 5000
en vraagt aan een bediende van de Bank, waar hij wezen
moet. Deze, verblind door den glans der ekwipage, biedt
aan, het geld te gaan incasseren, welk aanbod met dank
baarheid wordt aangenomen. Des avonds eerst bespeurde
de man, die den wissel, die zoo gepresenteerd werd, zonder
erg betaald had, dat liet stuk valsch was.
Dultsclilaiia.
De Keizer en de Keizei in hadden jl. Woensdag met de
Keizerin van Rusland, op reis naar Cannes, een zamenkomst
te Oos.
Oostenrljli.
De echtgenoot van een voornaam koopman te Pesth,
vroeger Kramer genaamd, had onlangs eene andere meid
in dienst genomen. Toen deze den eersten middag het eten
binnen bragt, gaf zij een gil, liet alles uit de handen vallen,
snelde naar haar kamertje, pakte haastig haar boeltje bijeen
en liep als een gejaagde het huis uit. Wat was er gebeurd?
Vijftien jaar geleden was Kramer's vrouw met een officier
weggeloopen. Daarop had hij echtscheiding aangevraagd
en verkregen. Vervolgens was hij naar Pesth verhuisd,
had aldaar zijn naam veranderd (in het Hongaarsch vertaald),
was hertrouwd, had thans met zijn gezin een gelukkig leven,
en nu.... was de nieuwe meid niemand anders dan zijn
eerste vrouw, die hem tot op dat oogenblik niet gezien had,
maar hem op den eersten blik herkende.
Italië.
Generaal Boët, die, zooals men weet, onder verdenking
staat aan don Carlos een Gulden Vlies te hebben ontstolen
en zich dienaangaande te Milaan voor den regter zal hebben
te verantwoorden, heeft voorloopige invrijheidstelling aan-
gevruagd, hetgeen echter werd geweigerd.
Hij blijft zijn onschuld volhouden en verzekert nog
steeds, dat don Carlos hem in een oogenblik van geld
verlegenheid opdroeg de ordeteekenen te verkoopen. Don
Carlos zal daartegenover stellen de verklaringen van den
baron de Rothschild, waaruit blijken zal, dat hij bij
genoemden bankier op het oogenblik, dat de diefstal
plaats had, op diens firma credietbrieven had tot hooge
bedragen.
Op de lange lijst van getuigen, die zullen worden gehoord,
prijken namen uit den hoogsten adel van Spanje en
Frankrijk. Don Carlos heeft zich civile partij gesteld.
't Is ons een genoegen aan onze lezer8
te kunnen mededeelen, dat de beroemde
'■Kleedermagazijnen voor Mannen en
Kinderen van LA BELLE JAKDIMEHE, besloten
hebben hun geïllustreerden catalogus voor het wintersaizoen
naar Holland te zenden.
Deze uitgebreide inrigting, eene der merkwaardigheden
in de Fransche hoofdstad, bevat alles wat tot het toilet
van den man behoorthet onderscheidt zich van alle andere
soortgelijke inrigtingen door hare lage prijzen, élégante
coupe, soliditeit en de keuze liarer stoffen. Wij raden
ten zeerste hen, die verlangen zich smaakvol te kleeden,
aan, den catalogus van LA BELLE JARDIIVIÈRB
aan te vragen, welke hun gratis en franco zal worden
toegezonden.
ALKMAARSCIIE MARKT VAN GISTEREN.
per mud
f 7,50all,
- 7,75a 8,50
29(. ui.vjciBi - 5,50a 6,25
(Chev.) - 6,50a 7,—
867 m.Haver - 3,50a 4,75
m.Paardeub. - 7,50a
m.Br.Boonen -12,a!8,25
24 m.Kanariezaad- 10,all,50
9R1 m.Mosterdz.(r)-10,al9,60
in. (g)- 13,al 5,
2 m.Bl.Maanz. -12,50a
7 m Koolzaad - 9,al0,50
711 m. Tarwe
216 m.Rogge
m.Gcrst
66
per 50 KG.
147 m.Karweizaqjl f13,al 7,
per mud
m.Grn.Erwten- 9,a22,
m.Graauwe„ - 20,a25,
m.Vale -10,al8,
m.Witte - n
575 stap. Kaas, weg. 133407 KG.
per 50 KG.
Kleine Hooi f ,Gras f 32,
Commissie,/ - - 34,
Middelb. - - 35,
Laagste prijs f 13,
ALKMAARSCHE MARKT VAN HEDEN.
per stuk
7 Paarden b.'tj. f 70,-a200,-
12 Koeijen - 130,-a260,-
vetteKalveren- a
14 Nucht.Kalv. - 12,a24,
451 Schapen - 15,a30,—
per stuk
Lammeren f a
71 Mag. Varkens - 10,a24,
160 Bigg.ben.10w.- 5,a 9,
10 Bokk.&Geiten - 5,alO,
Boter f 0,80 a 0,90 per0.630KG.