HELDERSUHE
EN MEUWERIEPER COURANT.
ïïieuws- en AdvertentieWad voor Hollands Noorderkwartier.
1879. N". 125.
Vrijdag 17 October.
Jaargang37.
„W ij huldigen
het goed e."
Ver.chijut Dingsdag, Donderdag en Zttlurdag namiddag.
Ab iiueraentsprijs per kwartaalJ 1.3
v franco per post - 1.6
Uitgever A. A. BAKKER Cz.
Bureau: M O L E P L E I ft'°. 163.
Prijs der Advertentiën: Van 1—4 regels 60 Cents,
elke regel meer 15 Cents.
Groote letters of vignetten worden naar plaatsruimte berekend.
IIELDER en NIEUWED1EP, 16 October.
Eene Commissie, bestaande uit de luitenants ter zee
lste klasse Simon van der Aa, de Jong, Brand en Dumont
en van de luitenants ter zee 2de kl. Haremaker en Ileijning
constitueerde zich voor eenigen tijd, om te trachten het
25jarig bestaan van de inrigting tot opleiding van zee
officieren alhier feestelijk te vieren. Hunne opwekking
daartoe vond gereedelijk gehoor en gisteren had die feest
viering alhier plaats. Tal van vlaggen van openbare en
bijzondere gebouwen overtuigde den vreemdeling, dat men
in deze gemeente 't bezit dier inrigting van onderwijs aan
onze aanstaande zee-officieren op hoogen prijs stelt. Van
de zijde van liet Gemeentebestuur werd mede het noodige
gedaan om deze feestelijkheid den noodigen luister bij te
zetten, 't Terrein nabij de Postbrug was regt feestelijk
ingerigt, prijkende met eene allee van vlaggen en eene
eerepoort, waarin de woorden: Leve de Marine.
De oud-adelborsten van 't Koninklijk Instituut zouden
zich hier tot feestviering vereenigen en kwamen ten 12 u.
36 min. alhier in een modernen salonwagen aan. Opge
wacht door hunne kameraden, werden zij door burge
meester en wethouders en den Gemeenteraad verwelkomd
en werd hun in de wachtkamer van het station de eere
wijn aangeboden.
Door den burgemeester met een hartelijk woord verwel
komd, voerden mede het woord de kommandant van het
Instituut ten Bosch en de president der feestcommissie
van der Aa. Toen daarna de Kapel der dienstdoende
Artillerie-Schutterij zich deed hooren, schaarden zich
de reünisten tot een optogt bijeen, en gezamenlijk met
de tegenwoordige adelborsten en voorafgegaan door
't genoemde Muziekkorps ving de togt aan, te midden
eener ontelbare menigte. De Vereeniging 't Kruis voor
Krijgsverrigtingen, op 't stationsterrein aanwezig, geleidde
den optogt. Onderweg gaf de heer de Buisonjé op
ondubbelzinnige wijze z.ijne ingenomenheid met dit jubilé
te kennen, voor zijn boekwinkel prijkte eene toepasselijke
versiering, en toen de reünisten passeerden, werden zij
bestrooid.
Aan 't Havenhoofd wachtte het Stafmuziekkorps der
Marine den optogt op en geleidde die verder tot het
Instituut der Marine, waar de reünisten mede werden
verwelkomd. Zij bezigtigden deze inrigting en verdere
herinneringen aan hun vroeger verblijf alhier, bezoch
ten 's namiddags de nfatinée musicale ter hunner eere
in Tivoli gegeven en vereenigden zich ten vijf ure
aan den feestmaaltijd in Musis Sacrum, waar de vice-
admiraal de Haes, de kommandant van 't Koninklijk
Instituut ten Bosch en de leeraar aan die inrigting van
Voornveld met hen aanzaten.
De groote zaal van Musis Sacrum was door de goede
8) LIESJE VAN DEN LOMPENMOLEN.
Naar liet Hoogduitsch van W. Hejmbcbg.
{Vervolg.)
Den volgenden dag was liet ongunstig weder. De hemel was
geheel met een donker floers bedekt, en een zachte regen viel op
de bloeijende appelboomen en de vlier. Liesje stond des namiddags
boven in haar kamertje, en zag met een droevig gelaat naar het
slot, welks torens in een graauwen sluijer gehuld schenen. Alles
was van daag verkeerd gegaan; iedereen zag donker; haar vader
had onaangenaamheden in zijn beroep gehadtante had zich ge
ërgerd, omdat Doorlje de staldeur niet gesloten had, waarachter de
hen met hare kiekens verblijf hield, die nu in den regen buiten
wareniets, dat streng verboden wasde kleine diertjes zouden
nu allen omkomen, voorspelde zij; de oogen verdraaiden reeds.
Doortje was erg beknord en liep met roodgeweende oogen door
het huis; en tot overvloed van smart was de jongeheer Selldorf
gekomen, die bij haar vader in de zaak zou werkzaam zijn, en had
met de familie het middagmaal gehouden.
Gewoonlijk aten de heeren, die bij hem in de leer waren, boven
in het huis dat zij bewoonden, want de heer Erving bevond zich
het liefst uitsluitend te midden der zijnen; heden had hij echter
eene uitzondering gemankt, omdat hij zeer bevriend was met den
vader van den jongen man. De jonge blonde heer, met zijn blaauwe
dns, had tegenover Liesje gezeten en haar gedurig aangekeken,
hetgeen volstrekt niet noodig was; er was gesproken over zijn vader,
over beroepsaangelegenheden, en over de gezondheid zijner moeder,
wat alles regt vervelend was geweest. Daarbij kwam, dat Liesje,
voor de eerste maal, sedert haar dit werk was opgedragen, vergeten
had de duiven te voeren; zij ergerde zich over zich zelve wat
scheelde haar toch? En toen dacht zij er aan, hoe zij gister met
haar naaiwerk onder den lindeboom vóór het huis had gezeten, tot
het donker werd, en telkens, als er iemand naderde, geschrikt was,
en hartkloppingen gevoeld had; hoe liet steeds onverschillige menschen
geweest warenten laatste kwam de oude bedelaarster Marie, en
toen was zij in huis gegaan en had geweend. Zij bloosde uit
schaamte over zich zelve, toen zy zich herinnerde, dut zij gister
avond nog eenmaal was opgestaan, wijl zij niet slapen kon, om het
venster te openen en naar den postillon te luisteren, die een lustig
deuntje zat te blazen op den bok van het rijtuig, waarmede Array
zoo spoedig weder vertrok.
;/Dat het nu ook zulk naar weer is,* sprak zij op eens halfluid,
een deeltje van Geibels gedichten van de boekenplank nemende,
//anders zou Nelly zeker eindelijk wel eens komen."
Zij zette zich op de kleine sofa, en bladerde in het boek, zonder
'e liefelijke zangen, van welke zij anders zooveel hield, met iets
meer dan een vlugtigen blik te verwaardigen. Zoo zat zij, totdat
zorg der regelings-commissie tot feestzaal ingerigt. Aan
't einde prijkte eene sierlijke trophée, waaraan 't borstbeeld
van Z. M. den Koning niet ontbrak. De wanden, met
vlaggen, groen en bloemen versierd, bevatten de wapens
der provinciën.
Aan de tafel namen 120 personen plaats. De menu
luidde als volgt:
Potage Tortue Parisienne. Potage Julienne. Croquettes
a la Reine. Poisson. Filet de Boeuf a la Derby. Haricots
Verts, Petites Caroltes. Filet de Vean aux Champignons.
Petits Pois. Pouding Diplomate. Sce Vanille. Dindonneaux
Truffés. Compotes cCAbricots. Aspic cCAnguilles. Sce Mayon-
naise. Salade. Macédoine au Kirsch. Bavaroise au Marasquino.
Patisseries. Glacés. Dessert.
De menu zelve was op regt keurige wijze uitgevoerd.
In' kleurendruk bevatte zij o. a. de teekening van de drie
oorlogsvaartuigen, aan boord waarvan de adelborsten in die
25 jaren zijn geoefendde Rijn, de Urania en de Kortenaer;
verder van de oude amusementszaal, van de oude leerzalen op
's Rijks werf en van het tegenwoordig Instituut, van de
mast van van Speyk, het rijkswapen, het vaandel van 't
kadettenkorps en onderscheidene attributen, op ons zee
wezen betrekking hebbende. Zijn wij wèl ingelicht, dan is
de teekening voor deze menu geleverd door den adelborst
van het Instituut van de Laar.
Vanwege de reünisten werd gedurende den maaltijd een
telegram gezonden aan Z. M. den Koning, die zich thans
op het Loo bevindt.
Nog tijdens men bijeen was, werd antwoord ontvangen,
getuigende van Zr. Ms. hooge ingenomenheid met de
feestviering van dezen dag.
Onderscheidene toasten werden uitgebragt, o. a. op den
kommandant der Marine in Oost-Indië, den vice-admiraal
Brutel de la Rivière (die daarvan per telegraaf mededeeling
ontving), als zijnde vóór 25 jaren met de leiding van 't onder
wijs belast, en niet het minst werd ingestemd met den heil
dronk, gewijd aan den heer A. van Voornveld, die op dezen
dag zijn 25jarig jubilé vierde als leeraar aan deze inrigting
van onderwijs. Algemeen is dan ook de wensch, dat deze leer
aar nog lang gespaard blijve voor 'tonderwijs aan deze inrigting.
De Vereeniging H. W. N. alhier, hield op den avond
van dezen feestdag eene gezellige bijeenkomst en bragt
door deze buitengewone vergadering hulde aan de reünisten,
die dan ook na afloop van het diner van de invitatie met
erkentelijkheid gebruik maakten.
Aan 't einde van ons verslag herinneren wij, dat het
Koninklijk Instituut voor de Marine, in 1828 opgerigt,
gevestigd was te Medemblik; dat deze inrigting in 1850
werd opgeheven en de opleiding der toekomstige zeeoffi
cieren werd verbonden aan de Kon. Milit. Academie te
Breda; dat op 15 October 1854, onder de leiding van
in den gang de voetstappen harer tante gehoord werden, en het
goedige gezigt met het helderwitte muisje in de deur zigtbaar werd.
«Zeg eens, Lise, waar om Gods wil zit gij toch?* vroeg zij
geheel buiten adem, eerst ziet gij den ganschcn dag zoo zuur als
azijn, en nu zit ge hier te lezen, in plaats van uwe oude tante
beneden wat te helpen. Gij weet wel, het is van daag Donderdag;
dan komt de familie uit de pastorie. Doortje is geheel verslageu
door de berisping, die zij ontvangen heeft, en Mina pruilt om haar
gezelschap te houden; gij hadt mij wel kunnen helpen de duiven
klaar te maken, of de uspergies te schillendat is niet gemakkelijk,
cn gij dient het te leeren voor de aanstaande huishouding, want
eene vlijtige huisvrouw is de rijkdom des mans. Maar wat ziet het
er hier toch gezellig uit," viel zij zich zelve in de rede, terwijl zij
het vertrek rondkeek, dat er met zijne witte verf, met wit en blaauw
gestreept katoen overtrokken meubels en neteldoeksche venstergor
dijnen, als een echte meisjeskamer uitzag. //Zie eens, hoe uw
myrtheboompje in 't water drijft! Daar schiet mij te binnen,
waarom ik hier eigenlijk kwamhier is een briefje van Nelly.
Hendrik bragt het mede;" zij nam het uit haar zak en gaf het
Lise, die het openbrak en las.
„Verbeeld u, tante," riep zij verrast, „zij krijgen bezoek op het
slot! Nelly is er bovenmate over verheugd; het is eene nicht.
Blanka van Derenberg, en Artny komt ook over met verlof en zij
hoopt dat ik haar dan dikwijls zal komen bezoeken."
„Zoo?" vroeg de oude vrouw.
„Ja, Nelly schrijft, zij zou zelve gekomen zijn om het mij te ver
tellen, maar zij had vandaag geen tijd, dewijl zij helpen moest de
kamers in orde te brengen."
„Zij hebben het zeker nu eerst vernomen meende de oude vrouw.
„Och neen," zeide Lise, „Ariny is daarom hier geweest, schrijft
Nelly."
„Is Array weer hier geweest?" vroeg de tante, cn zag verbaasd
naar het jonge meisje, dat plotseling hoogrood geworden was
„wanneer dan?"
„Op Nelly's verjaardag," klonk het zacht.
„Ei zoo! en daar hebt gij mij niets van verteld, Lise? Gij zegt
mij anders toch alles!" en de stem der oude vrouw klonk angstig.
„Zeg Lise, waarom hebt gij dat verzwegen?"
„Omdat ik niet altijd hooren wil, als gij zegt, dat hij trotsch en
voornaam is geworden."
„En waarom wilt gij dat niet hooren, Lise?"
„Omdat het niet waar is; omdat hij geen tijd heeft gehad om
hier te komen anders had hij het zeker gedaan."
Zij brak in tranen uil; de bedrogen verwachting van gisteren
kwam haar weder te binnen.
„Maar, Lise, groote goedheid, wat moet dat beteekenen? Hoe
dwaas, dat gij om zóó iets schreit! Wat ter wereld kan u
Army schelen?"
I De oude vrouw sprak knorrig; men kon het haar aanzien, dat
den toenmaligen luitenant ter zee lste kl. J. M. I. Brutel
de la Rivière eene inrigting voor adelborsten alhier werd
geopend, later in een Koninklijk Instituut voor de Marine
herschapen. Aanvankelijk gehuisvest op 't wachtschip
alhier, werd den adelborsten in 1869 een wèlingerigt tehuis
bezorgd in 't gebouw, dat niet volle regt een sieraad der
gemeente mag genoemd worden.
De tooneelvoorstelling, jl. Zondag avond door het
Jongelings-C'ollegie Nut en Genoegen alhier ten voordeele
eener behoeftige weduwe en haar talrijk gezin gegeven,
heeft na aftrek der noodzakelijke kosten, de belangrijke
som van f 210.08 opgebragt.
Naar aanleiding van Zr. Ms. besluit van 12 dezer
worden buiten dienst gesteld:
met den laatstcn dezer, Zr. Ms. ramscliip Stier en
monitor Krokodil, respectivelijk onder bevel van den kapitein
luitenant ter zee jhr. J. H. P. von Schmidt auf Altenstadt
en den luitenant ter zee lste kl. J. H. Commijs;
met bovengemelden datum, of wel acht dagen na binnen
komst te Amsterdam, Zr. Ms. monitor Adder, onder bevel
van den luitenant ter zee lste kl. C. ten Bosch.
De kommanderende officieren, met den datum der buiten
dienststelling, eervol van het door hengevoerde bevel ontheven.
Ook de off. van gez. lste kl. J. K. Stakman Bosse,
wordt bij de Marine gedetacheerd.
De circulaire door den minister van Binnenlandsche
Zaken aan de gemeentebesturen gerigt in zake de exercitiën
der schutterij op Zondag, wordt door de Gemeentestem
afgekeurd. Het blad acht de tegenwoordige regeling goed.
De wet schrijft voor dat de oefeningen, bij voorkeur op
Zondag gehouden moeten worden, maar daardoor blijft de
kommandant vrij in de keuze van een anderen dag. Men
dient bij het aanwijzen van een anderen dag voor de
exercitien echter op de belangen van de schutterij en van
alle ingezetenen te letten. Tegenover de krenking of ver
meende krenking van de godsdienstige overtuiging van hen,
die in het houden der oefening een ontheiliging van den
Zondag zien, staan de stoffelijke en huishoudelijke belangen
van zoovele anderen, die uit hun gewone beroepsbezigheden
gerukt worden, bijaldien de oefeningen op een anderen dag
der week moeten plaats hebben. De Zaturdag zou misschien
het meest in aanmerking komen, maar dan zou men weer
stuiten op de klagten der Israëlieten. Het vervullen der
burgerpligten zal altoos voor dezen of genen moeijelijkheden
en bezwaren medebrengen, maar m.en moet bedenken, dat
die vervulling moet dienen tot instandhouding van het
staatshuishouden.
De Staatscommissie heeft gisteren bevorderd tot arts
den heer K. G. F. Sloos, officier van gezondheid lste klasse.
Te Haarlem hebben o. a. een acte van hulponderwijzeres
bekomen de dames W. Klint en N. Lastdrager, van hier.
liaar liart bezwaard was. „Ik deuk, dat het u niet aangaat, wat
ik van Arrnv zeg. Uwe wegen cn de zijne loopeu niet naast elkaar,
zooals in uwe kindschheidhij is nu een voornaam heer en gij zijt
een volwassen meisje. Wat moet men daarvan denken, dat gy
zoo bitter weent?"
Lise viel de oude vrouw om den hals. „Och, tante, wees niet
boos!" snikte zij; „het is regt kinderachtig van mij, maar ik kan
het nu eenmaal niet aanhooren, zooals gij over de bewoners van
het slot spreekt; wij hebben altijd zoo vriendschappelijk gespeeld,
en het is altijd net of gij die schoone herinneringen onbarmhartig
wilt uitwisschen, al? gij boos zijt op Army cn Nelly."
De oude vrouw schudde het hoofd. „Kind!" zeide zij toen, „och,
wist gij slechts, wat bitter leed zij daarboven ons berokkend hebben
„Kunnen Army en Nelly dat helpen?"
„Neen maar
„Gij zegt immers zelf altijd, dat wij onze vijanden moeten
vergeven."
„Dat is zoo, maar het is moeijelijk een onregt Ie vergeten, dat
u zoo van nabij trefi als
„Och, laat dat blijven, tante!" bad Liesje vriendelijk en zag haar
door tranen heen lagchend in het gelaat; „ik zal niet weder zoo
dwaas wecnenmaar hoor! dan bromt gij ook niet meer. Ik ga nu
met u naar beneden, en zal u helpen de duiven klaar te maken en
ze zóó braden, als vader ze graag lust? En hebt gij reeds radijs
uit den tuin gehaald of zal ik het doen?"
Zij vleide en bad zoo lang, tot de oude haar een kus gaf, en
toen zij dc voorzaal boven doorgingen, waarin groote linnen- en
kleerkasten stonden, zag de tante onwillekeurig naar een der deuren,
en een bange zucht ontglipte haar.
„Dat was Lisette's kamer," zeide zij met zekeren nadruk in haar
toon. Het jonge meisje knikte en ijlde vlug de trappen af. Zij had
immers reeds zoo dikwijls van Lisette gehoord; zij wist, dat het
hare oudtante was, en haar naam altijd met eerbied werd uitge
sproken maar, daar men haar niets naders meedeelde, boezemde
het haar weinig belang in, dat zij boven gewoond had. Zij schaamde
er zich echter over, dat zij zoo kinderachtig geschreid hadwat zou
hare tante nu wel gclooven? Misschien wel, dat zij Army
Zij kleurde en voleindigde de gedachte niet, maar begon te zingen,
terwijl zij naar de woonkamer ging, om den predikant en z.ijne vrouw
te begroeten. Tante Marie volgde haar met angstige blikken. „Heer
in den hemel!" bad zij, „bewaar ons genadig voor een tweede
ongeluk! Want een ongeluk zou het worden; van daarboven is nog
niets goeds gekomen, sedert de oude op het slot leeft. Heere,
bewaar het meisje! Zij weet het zelve nog niet, maar het is waar,
wat ik zoo even hoorde zy heeft dien Army lief. Hoe haar
te helpen? Peiuzend maakte zij het avondeten gereed, en toen
eens Liesje's heldere lach tot in de keuken klonk, schudde zij het
hoofd, eu aan den avondmaaltijd bespiedde zij van ter zijde het
lagchende gezigtje, dat niet het minste spoor van tranen vertoonde.