lELIERSCHK
FJ NIEIIWEIHEPER C0URA1VT.
Nieuws- eu Advertentieblad voor Hollands Noorderkwartier.
1879. N°. 126.
Zondag 19 October.
Jaargang 37.
Uitgever A. A. BAKKER Cz.
BEKENDMAKING.
9) LUSJE VAN DEN L0MPKY1I0LEN.
„W ij huldigen
het goed e."
Ver hijnt Dingsdajr, Donderdag en Zaturdag namiddag.
Ab uuemcutsprijs per kwartaalJ 1.30.
t w franco per post - 1.65.
Bureau: MOLENPLEIN N°. 163.
Prijs der Advertcntièn: Van 14 regels CO Ceuts,
elke regel meer 15 Cents.
Groote letters of vignetten worden naar plaatsruimte berekend.
FIKen Donderdag vertrekt de mail naar Oost-Indie.
Laatste ligting 's avonds 6 uur.
l)e VOORZITTER van den RAAD der gemeente HELDER
brengt ter openbare keunis, dat DE RAAD ZAL VERGADEREN
op DINGSDAG den 21 OCTOBER aanstaande, des
AVONDS ten HALF ACHT ure.
Helder, De Voorzitter voornoemd,
den 18 October 1879. STAKMAN BOSSE.
ponten ter behandeling:
1. Vaststelling begrootingen.
2. Benoeming cener regentes voor liet Weeshuis.
3. Concessie Bank van Leening.
4. Mededeeling van ingekomen stukken.
VERGADERING van den RAAD der gemeente ANNA
PAULOWNA, op DINGSDAG den 21 OCTOBER 1879,
des namiddags ten 2 ure.
Anna Paulotvna, den 17 October 1879.
De Burgemeester,
C. E. P E R K.
Onderwerpen ter behandeliny:
1. Vaststelling Gemeente-begrooting voor 1880.
2. Mededeeling ingekomen stukken.
HELDER en NIEUWED1EP, 18 October.
De afdeeling Helder van bet Nederlandsch Ondenvijzers-
Genootschap hield jl. Donderdag eene vergadering, waarin
de spreekbeurt werd vervuld door den heer W. Bronkborst,
van Anna Paulowna. Het onderwerp, door spreker be
handeld, is ongetwijfeld ook voor hen, die niet tot den onder
wijzers-stand behooren, van belang; daarom maken we
volgaarne melding van hetgeen daar besproken werd.
Vóór eenigen tijd is door een belangstellende in de
opvoeding der jeugd, de opmerking gemaakt, dat kinderen
niet altijd met geestesarbeid kunnen worden bezig gehouden
dat er te weinig afwisseling is bij 't voortdurend leeren en
nog eens leeren; en dat er bovendien, behalve door't spel,
al heel weinig partij getrokken wordt van bun vrijen tijd,
inzonderheid gedurende de wintermaanden. En eindelijk
zoo weinig wordt er gedaan om het schoonheidsgevoel bij
de jeugd op te wekken, een gebrek in de opvoeding, dat
zeker algemeen wordt betreurd. De man, die deze opmer
kingen maakte, bedacht een middel, om in deze nuttig te
zijn voor 't opkomend geslacht: hij ontwierp een plan om
Naar het Hoogduitsch van W. IIeimbdrg.
Vervolg
Zoo zat zij dezen avor.d weder in het kamertje der schoone Lisette,
en voor haar geest mengden zich het verleden en heden dooreen;
het was haar, alsof zij weder het frissche, jonge meisje was, en de
slanke gestalte harer vriendin daar vóór het venster stond en met
hare schoone oogen smachtend op den zuidelijken slottoren staarde.
,,Hij komt, Marie; hij komt ik heb het licht gezien," had zij
toenmaals dikwijls geroepen, waarop zij dan naar beneden gingen,
in den tuin, en daar in het donkere prieel van jasmijn had een
gelukkig minnend paar gezeten, in alle eer en deugd
En toen?
Toen lag zij op dit bed, de schoone gestalte, gebogen onder
den last des jammers, met doodsbleeke wangen en de blaauwe
oogen schitterende van koortshitte.
„Is het niet genoeg, éénmaal zulk lijden te moeten aanzien?
O God, bewaar mijn lieveling, mijne Lise!" bad zij, de handen in
den schoot gevouwen, met oogen vol tranen.
Op eens vatten een paar kleine handen de hare; eene zachte
wang legde zich tegen haar gelnal, en toen zij opzag, schouwde
zij in een paar diepe blaauwe oogen, en eene zachte stem vroeg:
„waarom schreit gij, tante, zijt gij nog steeds boos op mij?"
De oude vrouw antwoordde uiet terstond; het was haar op dit
oogenblik, als zag zij eene liefelijke verschijning, daarop vroeg zij
„Wat komt gij hier doen, Lise?"
„Vergeving, tante! Ik zocht u beneden in uwe kamer; zij
praten binnen zooveel over een baron Frits er. mijne oudtante
Lisette; nu wilde ik u vragen, mij iets van hen te vertellen, en
daarom ben ik hier gekomen."
„Dan komt gij juist van pas, Lise! Laat hen daar beneden
maar praten. Niemand weet het zoo goed als ik; want ik heb
het zelf beleefd; wel had ik gewenschl, dat het u nog lang
onbekend zou blijven, hoe erg het soms in de wereld toegaat,
maar het is beter voor u kom, ga zitten!''
Het jonge meisje gehoorzaamde, nadat zij schuw de kamer, in
welke zij als klein kind slechts ééns een blik had geworpen, had
rondgezien, en de oude vrouw, de handen weder vouwende, maakte
zich gereed tot spreken. Toch bleef zij zwijgen en zag verlegen voor
zich. Zou zij het jonge wezen de droevige geschiedenis verhalen
en haat en wantrouwen in hare reine ziel storten? Het meisje,
dat in stomme verwachting naast haar zat, was immers nog bijna
een kind; zij zou Army wel spoedig vergeten neen, zij mogt
deze droevige geschiedenis niet verhalen. En toch als deze zich
nog eens herhaalde, en zij had huur lieveling niet gewaarschuwd!
„Doe eerst het raam open, Lise!" vroeg zij; „de lucht is hier
de kinderen vroeg reeds vertrouwd te maken met eenig
handwerk. Bijna ongeloofelijk is bet succes, dat hierdoor
verkregen wordt. Kinderen van jeugdigen leeftijd meten
en snijden uit karton allerlei voorwerpen, na die vooraf
geteekend te hebben; zij vervaardigen voorwerpen in hout
en riet, en weten allerlei zaken uit touw en koord zanten
te stellen.
Een cursus, door den heer Bronkborst te Rotterdam
gevolgd, bragt hem in deze zaak voldoende op de hoogte
om zelve al zulke voo.werpen met slechts zeer geringe
hulpmiddelen te vervaardigen, en anderen voor te lichten
omtrent de wijze waarop daarbij wordt gewerkt. Met
onverdeelde belangstelling werd door de leden der afdeeling
en eenige genood igden, waaronder een 4tal dames-onder
wijzeressen, van een en ander kennis genomen. Wel werd
bij de discussie, die op liet behandelen van 't onderwerp
en de bezigtiging van het door spreker vervaardigde volgde,
liet bezwaar geopperd, dat de schooluren geen of te weinig
tijd overlaten om ook nog deze werkzaamheid op te nemen.
Toch werd erkend liet belangrijke der zaak, en algemeen
werd ingestemd met bet woord van dank, door den voor
zitter aan den spreker toegebragt.
Ons kwam het voor, dat ouders met veel vrucht van
deze methode zouden kunnen gebruik maken om hunne
kinderen gedurende de winteravonden aangenaam en
nuttig bezig te houden. Oog en hand worden door die
bezigheid geoefendde kinderen worden gewend aan orde
en regelmaathet schoonheidsgevoel wordt er door opgewekt.
Spreker verzekerde, dat met slechts weinig inspanning de
door hem tentoongstelde voorwerpen worden vervaardigd,
en dat de kosten van 't materiëel zeer gering zijn.
Moge de mededeeling van het behandelde vele ouders
opwekken om aan deze zaak, van zooveel belang voor
hunne kinderen, de noodige aandacht te wijden.
Op Woensdag a. s. zal eene verkiezing plaats hebben
van tien leden van het kiescollegie der Herv. gemeente alhier.
Ingevolge een koninklijk besluit, waarbij alle post
zegels en briefkaarten van vroegere uitgiften buiten omloop
worden gesteld, kunnen, te rekenen van 1 November e. k.,
geene andere dan de laatstelijk ingevoerde, op dit oogenblik
in gebruik zijnde postzegels en briefkaarten, worden
toegelaten.
De brieven, de gedrukte stukken en de monsters van
koopwaren, voorzien van buiten omloop gestelde postzegels,
zoomede niet geldige briefkaarten, welke na 31 October e. k.
ter post komen, worden als ongefrankeerde stukken met
port belast.
De buiten omloop gestelde postzegels en briefkaarten,
mits zij zicli in ongeschonden staat bevinden, kunnen na
31 October 1879 nog gedurende drie maanden, en alzoo
uiterlijk 31 Januarij 1880, op de postkantoren worden
drukkend."
Het meisje opende beide vensters; de regen had opgehouden;
vnn de boomen vielen slechts nog enkele droppels en de frissche
lucht, het gevolg van den regen, vervulde het vertrekje.
„Lise," klonk het halfluid, „Lise, gij ik geloof, het is beter
dat gij niet zoo dikwijls meer naar Nelly gaat naderhand,
meen iklater, als Army weer te huis is, eü de nicht," voegde
zij er vergoelijkend bij, toen Liesje haar verrast aanzag. „Zie, het
is niet ik denk ik zij stamelde en zweeg.
„Laat dat blijven, vertel liever van Lisette?" vleide het meisje,
bevreesd voor het oude thema.
„Wat ik van Lisette wilde vertellen," riep de oude vrouw heftig,
„dit zeg ik, dat zij het liefste schepsel op Gods geheelen aardbodem
was, en dat zij sterven moest, alleen omdat omdat
Hoor, Lise, als ooit iemand iels in uwe oudtante te berispen
heeft, spreek het tegen; want er heeft nooit reiner hart geleefd,
maar er is er ook nooit één geweest, dat zoo schandelijk gebro
ken werd
Zij zweeg een poos.
„Ga niet meer naar het slot, Lise," voer zij voert„zie, ik
kan u alles niet zeggen, wat geschied is; het wil niet over mijne
lippen komen; later zult gij alles vernemen maar geloof mij, het
gaat niet goed, de oude barones de
„Heeft die iets met de geschiedenis van tante Lisettte uit te
staan?" vroeg het meisje. «Zeg het mij, tante, bid ik u!"
„Ik zeg ja noch neen, Lise," antwoordde zij; „maar dit zeg ik,"
en hare stem klonk ernstig, „wij zijn nog niet aan het einde, en
ging het haar nog slechter op de wereld dan tot nu, en al kwam
zij als bedelares hier voor ons huis, ik joeg haar weg, want waar
zij komt, brengt zij vloek, cu ik hoop het haar nog eens in het
gezigt te kunnen zeggen, dat zij eene
„Tanteriep Liesje, zoo angstig en luid, dat de oude vrouw
verschrikt ophield.
„Het is goed," mompelde zij. „Ik zal niets meer zeggen.
Maar gij moogt niet zoo ongelukkig worden als Lisette. Ik zou
het niet kunnen overleven, wanneerO, mijn God, kindik
wilde u niet bedroeven. Ik wilde u slechts waarschuwen, Liesje,"
vervolgde zij en trok het suikkende meisje aan hare borst.
„Gij zult uwe vriendin niet verliezen, om alles ter wereld niet;
maar zie, als iemand jong is, kotnen er soms allerlei dwaze
gedaahten Liesje, kind," fluisterde zij angstig, „zeg, gij
zijt toch overtuigd, dat ik het goed meen?"
Liesje knikte: „Ja, ik weet, gij meent het goed, tante! maar
Zij zweeg, zij was zoo droef te moede, als nooit te
voren
Beneden in de huiskamer zatcu zij ook nog en spraken over
oude tijden; over de schoone Lisette en baron Frits; toen stond
de kleine predikantsvrouw op, en zong met hare lieve stem een
eenvoudig lied
ingewisseld tegen geld of tegen gangbare zegels of brief
kaarten.
Bij den Raad van State, afdeeling voor de geschillen
van bestuur, is o. a. ingekomen een koninklijk besluit,
houdende beslissing op liet volgende beroep: G. A. Vlaming
te Schagen, tegen een besluit van burgemeester en wethouders
van genoemde gemeente van 2 December 1878, waarbij zijn
verzoek om vergunning tot het in werking brengen van een
stoomwerktuig slechts is toegestaan voor den proeftijd van
zes maanden. Vernietigd het besluit van B. en W. en
aan C. A. Vlaming de door hem gevraagde vergunning
alsnog onder eenige voorwaarden verleend.
Door Gedeputeerde Staten van Noordbolland is aan
W. F. Stoel te Alkmaar vergunning verleend om een
stoombootdienst uit, te oefenen met eene stoomboot, genaamd
Stad Haarlem, tot vervoer van personen, goederen en vee
tusschen Haarlem en Alkmaar en Haarlem en Purmerende
langs liet Spaarndammerkanaal, liet Noordzeekanaal, de
Nauernasclie vaart, de Markervaart, de Kogervaart, de
Knollendammervaart en het Noordhollnndsch Kanaal.
- Beroepen te Zuid-Zijpe ds. J. Herderschee, predikant
te Rossum.
Bij de jl. Zaturdag gehouden verkiezing, is als hoofd
ingeland van West,friesland, genaamd de Schageren Niedorper
koggen, herbenoemd de heer P. Meurs.
Men schrijft ons uit Schagerbrug, dd. 16 dezer:
„Jl. Dingsdag nam-de heer G. Bol, benoemd tot hoofd
onderwijzer aan de openbare school en directeur der Nor
maalschool te Spanbroek, afscheid van zijne vrienden en
leerlingen alhier. Gedurende 5| jaar was de heer Bol hier
als hoofdonderwijzer werkzaam en onderscheidde hij zich
door groote kunde, ijver en toewijding. Hij deed zich
kennen als een warm vriend van kinderen, en trachtte
hen tot flinke, welontwikkelde leden der maatschappij op
te leiden. Bij 't afscheid bleek dan ook hoe groot de
gehechtheid was, die tusschen leerlingen en onderwijzer
bestond. Maar ook bij de ouders en de ingezetenen in
't algemeen wordt, hoezeer men den vertrekkende gaarne
eene betere positie gunt, zijn heengaan als een gevoelig
verlies beschouwd voor de plaats onzer inwoning.
Moge de heer Witte van Haarlem, die nu voor eenige
dagen tot hoofdonderwijzer alhier is benoemd, in de voet
stappen van zijn voorganger treden, opdat het verlies, dat
deze plaats door Jt vertrek van den heer Bol heeft geleden,
zooveel mogelijk worde vergoed."
Men schrijft o. a. aan de Leidsclie Crt.
„Bijna nergens is meer gras op de weilanden. Als de
regen op nieuw overvloedig begint te vallen, zullen de
landbouwers spoedig genoodzaakt zijn hun vee naar den
stal te halen, terwijl de hooiberg naauwelijks voor de helft
gevuld is. Deze ongunstige toestand veroorzaakt, dat de
Bij 't graf staat een linde en die welft er zich over;
De vogels en 't windeken fluiten door 't lover,
Er zit aan zijn voet of het feestavond was
Een knaap met zijn liefje, in 't donzige gras;
Het windeken waait er zoo koud en zoo pijnend,
De vogels, ze zingen zoo zacht en zoo kwijnend,
En beide gelieven, zij worden dra stom,
Zij weenen, en geen van de twee weet waarom 1
„Waar is onze Lise toch," vroeg zij daarop, „zij moet ook eens
wat zingen."
En Lise zat nog immer boven bij hare tante; eu toen zij naar
het gezang beneden luisterde, begon zij ook te weenen zonder
zelve te weten waarom. Het was, als dook een nevel voor hare
oogen op, waarin twee lagchende kindergezigten meer en meer
verdwenen: deze werd hoe langer zoo dikker, tot ze een hoogen
muur vormde en daarvóór stond de trotsche schoone burgtvrouw
uit de futniliezaal daarboven, met de wondervolle zwarte oogen en
het blaauwe zijden gewaad, baar met de handen afwijzende: „Wat
wilt gij hier? Gij behoort niet bij ons. Gij zijt lompenmolenaars
Lise; keer terug, anders moet gij sterven. Denk aan Lisette, de
schoone Lisette en
Haastig sprong zij op en ijlde naar haar kamer, waar zij zich
op het bed wierp, en bittere tranen weende om iets, wat haar nu
eerst duidelijk was geworden, en waarvan het verlies haar het
leven zoo ledig, zoo treurig deed voorkomen.
Marie stond aan hare deur en luisterde naar het bange snikken
daarbinnen.
„Mijn God," fluisterde zij, „ik had wel goed gezien; zij heeft
hom lief, dien Army; mogt ik haar nog tijdig genoeg gewaarschuwd
hebbenBeter nu geschreid, cjan later. Arm kindja zulk
eene eerste liefde maakt immers zoo gelukkig
En beneden vertrokken juist de gasten; zij verstond duidelijk
de woorden, bij hel afscheid gesproken
„Ja, ja, Bernard, zoo gaat het in de wereldsprak de predikant
„het leven baart vreugde en smart nu, als wij eens als oude
luidjes over het verledcne spreken, zal het hoop ik niet zoo droevig
luiden, als het verhaal van heden avond, en wij kunnen dan
zeggen: Ziet, kinderen, het is ons beter gegaan, dan wij ver
dienden; wel, Bernard, ik zie u waarlijk al grootpapa, en Lise
naast een fliuken man op den molen. Nu, God behoede utot
weerziens met Pinksteren, den tweeden feestdag den derden
komt gij bij ons, niet waar Rosina! Goeden nacht! Groet Liesje
en tante van ons." Het werd stil in huis, slechts in Liesje's
kamer had het bitter weenen nog niet opgehouden, en eerst laat
ging de oude vrouw de trappeu af naar haar eigen klein vertrek.
„Zij slaapt," mompelde zij, „God geve haar een vrolijk ontwaken,
en mettertijd veel liefde en zegenZij is immers nog zóó jong,
zóó jong, en het leven is zoo zwaar en lang, voor velen ja voor
de meeaten! Wordt vervolgd.)