HËLDERS€HE
liV NIElTWCDIËFEIt COIIKANT.
1879. N°. 127.
Woensdag 22 October.
Jaargang37.
„W ij huldigen
het goed e."
Verschijnt Dingsdag, Donderdag cn Zaturdag namiddag.
Alounemeutsprijs per kwartaal1.30.
t a franco per post - 1.65.
Uitgever A. A. BAKKER Cz.
Bureau: MOLENPLEIN N°. 163.
Trijs der Advertentiën: Van 14 regels 60 Cents,
elke regel meer 15 Cents.
Groote letters of vignetten worden naar plaatsruimte berekend.
Eiken Donderdag vertrekt de mail naar Oost-Indië.
Laatste ligting 's avonds 6 uur.
VERGADERING van den RAAD der gemeente TEXEL,
op VRIJDAG 24 OCTORER 1879, des morgens 10 ure.
Punten van behandeling:
ingekomen stukken.
Vaststelling Begrootingen Gemeente, Algemeen Armbestuur
en Weeshuis.
Benoeming Hulponderwijzer.
HELDER en N1EUWED1EP, 21 October.
De kapt. Luijmes van het 4de bataillon 7de regiment
infanterie alhier, op 1 November overgeplaatst bij het
instructie-bataillon te Kampen, is tevens benoemd tot
kapt. 1ste klasse.
Dr. A. W. Bronsveld te Haarlem beeft, voor de
derde maal naar Utrecht beroepen, thans dat beroep aan
genomen.
Voordragt voor hoofdonderwijzer te Terschelling:
de hh. H. Rotgans te Oostzaan, P. Ilaremaker te Terschel
ling, v. d. Wind te Bakhuizen en G. Posthumus te Dragten.
Wegens het en bloc bedanken der commissie van
plaatselijk bestuur over de reddingsmiddelen te Terschelling
van de Noord- en Zuidhollandsche Reddingmaatschappij,
zijn tot leden der nieuwe commissie benoemd de heeren
D. Ileedeker, D. H. Duijff, P. Houtkooper en A. Zandijk.
Bij het zien van een beschonkene, die bijna overreden
werd, gaf een „burgerman," naar het Hbl. mededeelt,
als zijn meening te kennen, dat een middel tot voorkoming
van dronkenschap zou kunnen zijn het verbod der overheid,
om kroegen te houden op eene andere verdieping dan op
de derde. Iemand is nooit zoo dronken, of vóór hij naar
boven gaat beseft hij, dat hij veêr naar beneden zal
moeten komen.
De raad is meer menschkundig dan practisch uitvoerbaar,
maar mogt het ertoe komen,dan zou liet der Arnli. Crt.niet ver
wonderen, zoo sommige vernuftige tappers elevators of iets
dergelijks in toepassing bragten. Wie weet of het voor-
uitzigt op eene luchtreis misschien niet tot nog drukker
bezoek aanleiding zou geven.
Te Beverwijk gaan ook eenige ingezetenen voor
eigen rekening slagten; een hunner heeft versch vleescli
eerste kwaliteit voor f 0.36 en tweede kwaliteit voor f 0.22
het halve kilo verkrijgbaar gesteld.
10) HESJE VAN DE Al LOMPEAMOLEN.
Naar liet Hoogduitsch van W. Heimburg.
Fercolg.)
Het was Zaturdag vóór Pinkster. Lngcheud zond de zon haar
gouden stralen op de aaide neder, kuste in den tuin bij den molen
de vele rozen wakker, keek eventjes door de sneeuwwitte gordijnen
in de kamers en brandde op de steenen bank voor de huisdeur.
Tante Maric stond in den tuin en plukte bloemen in haar voor
schoot; Liesjc hielp haar; zij had een grooten ronden stroohoed op,
de handen gedekt door tuinhandschoenen, en plukte de schoonste
bloemen.
Er was een andere uitdrukking op haar gelaat zigtbaar; vooral
hare oogeu zagen er anders uit dan vroeger; lang niet zoo vrolijk,
als bij zulk een heerlijken lentedag voegde, en hare tante was
teederder dan ooit jegens haar. Van het dak vlogen twee zwaluwen
haar tjilpend voorbij en verdwenen toen hoog in de blaauwe lucht.
In huis glom en blonk reeds alles; zelfs de ramen der ouderwelsche
pronkkamer stonden wijd open. om overal de frissche lucht binnen
te laten. Boven in de werkplaats en de fabriek had reeds vroeg
het klapperen en stampen der machines opgehouden; de arbeiders
maakten zich te huis voor het feest gereed. De heer Erving gaf
hun gaarne dien dag vrijaf des te vlugger ging het werk later
weer van de hand.
De boekhouder was, met de twee audere jongelieden van het
kantoor, reeds vroeg vertrokken om een kleine Pinkster-toer te
makenalleen Selldorf was te huis gebleven. Hij wandelde ver
genoegd aan den oever der beek heen en weêr, en verlustigde zich
in de zonnestralen, die tot op den bodem van het water door
drongen en in het gewemel der kleine vischjes, die zoo potsierlijk
op die zonnige plek door elkander schotennu en dan wierp hij
een zijdelingschen blik in den tuin, of de groote witte stroohoed
met korenblaauwe linten ook weer te voorschijn kwam, en daaronder
de liefste, sprekendste oogen, die hij nog ooit gezien had.
Aan het open raam, dat op den tuin uitzag, zat de huisvrouw
en naaide blaauwe strikken op een wit kleed, dat haar Lise op het
feest moest dragen; zij wenkte haren man, die juist binnenkwam,
en wees hem de beide gestalten in den bloemtuin.
„Zie, Erving, hoe Marie het meisje liefkoost," zeide zij lagchend,
„zij heeft haar altijd vertroeteld, maar in den laatsten tijd is het
veel erger geworden, en sedert een paar dagen, nu Lise wat bleek
ziet, draagt zij haar letterlijk op de handen."
„Laat haar maar begaan, Mina!" antwoordde Erving, „zij is
goed bij haar bewaardmaar gij hebt gelijk, zij ziet wat bleek, en
weet gij wel, wat mij is opgevallen? Zij is in geen week naar
het slot geweest, eu Nelly wel driemaal hier."
„Och, dat zijn meisjesgrillen; misschien hebben die beiden wel
gekibbeldmaar zij gaat er morgen heenik meende, dat zij het
verteld had."
„Morgen?" vroeg Erving, „hm! dan is immers Selldorf onze
gast; wat zullen wij beiden alleen met hem beginnen?"
„O, zij blijft immers niet lang boven; zij hebben bezoek op het
slot; de nicht, van welke Nelly vertelde, en Army; maar Liesje is
- De likwidateuren der Afrikaansclie Handelsvereeniging
de hh. Muller, Reepmaker en Schalkwijk hebben aan
de schuldeisehers der vereeniging opnieuw verslag gedaan
van den stand der zaak. Het blijkt dat de agent, die van
Rotterdam naar de kust is vertrokken, den 7 Julij daar is
aangekomen. Ilij bevestigde het gerucht van den val der
Afrikaansclie Handelsvereeniging, maar de maatregelen, die
genomen waren om alle door den hoofdagent, den heer
A. de Bloeine, afgegeven wissels voluit te rembourseeren
en ook andere schulcleischers ter kuste geheel te voldoen,
misten hun uitwerking niet. De ontstelde gemoederen werden
tot kalmte gebragt. Het meerendeel der concurrenten nam
een waardige houding aan, terwijl het toevallig aanwezig
zijn aan de kust van Zr. Ms. oorlogschip Alkmaar, onder
kommando van den kapitein-luitenant ter zee G. Doorman,
er veel toe heeft bijgedragen, om het geschokte vertrouwen
spoedig te herstellen. De kommandant bood den hoofdagent
zijn hulp aan, indien die noodig mogt zijn. Gelukkig bestond
nergens grond om die in te roepen.
De likwidateuren zijn thans bezig zich juiste gegevens te
verschaffen omtrent alle baten der Afrikannsche Handels
vereeniging. Zij raden voorts den schuldeisehers het volgende
aan: het belang der crediteuren brengt mede, dat zij zei ven
de gezamenlijke eigenaren blijven van alle baten der Afri-
kaansche Handelsvereeniging en deze gaandeweg door den
gewonen, geleidelijken handel tegen producten worden
ingeruild, zooals de usantien tor kuste dat medebrengen.
Tegelijkertijd zal dan blijken of, onder invoering van groote
wijzigingen en bezuiniging, de geregelde handel op de zuid
westkust van Afrika is te bestendigen. De schuldeisehers
der Afrikaansclie Handelsvereeniging zullen een accoord
mot haar moeten aangaan, waarbij zij, tegen volledige
décharge, ieder in verhouding zijner schuldvordering aan
deden bekomen in een nieuwe vereeniging, welke dan haar
baten overneemt. Voor iedere ronde som van f 1000 schuld
vordering zou dan een geëvenredigd aandeel, tot een bepaald
bedrag, in de baten moeten gegeven worden, terwijl kleinere
fracties tegen een zeker cijfer in geld zouden moeten worden
afgedaan.
Te Plilvarenbeek wordt reeds sinds lang best rund-
vleesch verkocht voor 32.^ cent per half KG.
Onder Serooskerke (Schouwen) is dezer dagen een
rijpaard in de weide gevonden met verbrijzelde voorpooten.
Er valt hier bepaald aan boos opzet te denken en een
onderzoek is ingesteld, om den bedrijver van deze laaghartige
daad te ontdekken.
cr tot nu toe nog altijd geweest om vrolijke fecstdngen te wenschen,
en kan liet dus nu niet nalaten."
Hij knikte verstrooid.
„Die Selldorf is een liupsche jongen," sprak hij toen.
Zijne vrouw zag 'hem lagchend aan, en ook hij lachte.
„Nu weet ik, waaraan gij denkt, oudje," riep zij vrolijk.
„Zoo, waarlijk, Mina? Nu, zou dat wel zoo slim zijn? Ik moet
toch eenmaal een schoonzoon hebben, die verstand van de zaken
heeft, en h ij is een flink inenschik heb hem leeren kennen
hetzelfde degelijke karakter als zijn vader."
„Man," zeide zij, en hare aroote schoone oogen zagen hem bijna
smeekend aan, ..ik bid u, maak geetie plannen! Zij is immers nog
bijna een kind!"
„Waart gij ouder, toen gij mijne vrouw werd, Mina?"
„Neen, Bcrnard, maar
„En zijn wij zamen tot nu toe niet gelukkig geweest, cn zullen
wij het niet nog verder zijn?"
„Zoo meen ik het niet," sprak zij, terwijl hij zijn arm om haar
middel sloeg; „maar ik zou haar nog zoo gaarneeenigen tijd alleen
voor mij houden, want wie weet, hoe lang ik zij hield op, en
poogde hare tranen te bedwingen. „Laat mij," sprak zij, bemer
kende hoe zijn gelaat betrok, „ik voel mij heden zoo angstig
verlaat mij niet! Zie, Erving, ik zal mij ook zeer verheugen, als
zij een lieven man heeft, maar dan moet hij even goed en achtens
waardig zijn als gij."
Ilij zag haar teeder aan. „De allerbeste moet het zijn," stemde
hij toe, „en gij moogt beslissen."
„Erving," sprak zij toen ernstig en beschouwde de slanke gestalte,
die met het voorschoot vol bloemen naderde, „Erving, ik moet nu
naauwkeurig letten op uwen Selldorf."
„Doe dat Mina," antwoordde hij en liet hare hand los. „Gij zult
eeu regtschapen inensch leeren kennen." En daarmede kuste hij haar
op het voorhoofd en liet haar alleen met hare droomen. Het ligte
werk gleed van haar schoot; hare gedachten verwijlden in de verre
toekomst, en langzamerhand plooide een zachte gelukkige glimlach
hare lippen.
En zoo was nu de eerste Pinksterdag aangebrokenvoor de huis
deur stonden twee lichtgroene meiboomen, als kaarsen zoo regt, en
van de bovenste takken waaiden roode linten in den warmen lente
wind; de duiven zaten allen naast elkander op het dak, cn kirden
en koesterden zich. eu Peter, die van zijne zitplaats de vurige
bruinen in toom hield, had ook een rood lint om zijne zweep ge
wonden. Frissche berkentakken waren ter zijde in het rijtuig gestoken,
en toen nu van beneden uit het dorpje de kerkklokken luidden,
en Mina in haar beste Zondags kleed (Doortje moest te huis blijven
om te koken) langs den wagen ging, knikte zij Peter in stilte toe.
Nu kwam ook de heer des huizes, en hielp zijne vrouw in den
wagen. Lie9je en tante volgden. De eerste, zag cr in het luchtige,
witte kleed met blaauwe linten lieftalliger uit dan ooit; tante droeg
een zwart zijden japon en hield, nevens gezangboek en zakdoek,
frissche bloemen in de hand; ook Lise bad een paar rozenknopjes
in de hand. Doorlje deed het portier digt.
„Laat de hoenders niet verbranden," vermaande tante.
„Zeker niet, antwoordde zy, en voegde er, het jonge meisje aan-
In de gemeente Eede (Zeeland) woont geen geneesheer
of vroedvrouw. Toen nu, in Junij en Julij jl., twee
vrouwen in die gemeente moesten bevallen en de eerste
geen geld had om den naastbijzijnden doctor te laten komen
en deze voor de andere zelfs niet wilde komen, verleende
de bejaarde vrouw P. V. aan beiden haar hulp, tegen ver
goeding van haar verzuimd dagloon (40 cents daags).
Doch er is een geneeskundige wet en deze verbiedt
zulks! De twee vrouwen hadden hulpeloos moeten blijven,
zoo wil de wet het. Want het O. M. hij de regthank te
Middelburg zag zich verpligt, onder aanneming van de
meest mogelijke verzachtende omstandigheden, toch f 10
boete en veroordeeling in de kosten tegen vrouw V.
te eischen. (Arnh. Crt.)
Als een staaltje van lage veeprijzen zij vermeld, dat
te Wijhe voor de pinken, die vei'leden jaar f 100 ii f150
golden, thans f 50 a f 100 betaald wordt. Ook voor het
vette vleescli besteedt men 10 ii 15 cent per KG. minder.
De slager B. Gosschalk aldaar annonceert in de courant,
dat hij best ossenvleesch verkoopt voor 15 cent per KG.
met been en voor 25 cent zonder been.
De spekslager M. Pasman te Steenwijk had jl. Don
derdag middag onder zijn bezigheden een bankbillet van
veertig gulden, dat hij had ingewisseld, op de tafel in de
binnenkamer van zijn huis nedergelegd. Toen hij 's avonds
daaraan dacht en er naar vroeg, vernam hij tot zijn i i_*t
geringen schrik van de dertienjarige boodschaploopster,
dat deze in den schemeravond met een papiertje, dat op de
tafel lag, de lamp inderhaast had aangestoken, welk papiertje
weldra bleek genoemd bankbillet te zijn, daar op het over
gebleven, door het meisje op den grond geworpen, kleine
stukje er van nog alleen het cijfer veertig le lezen stond.
Door 22 huurders van gcmeentelanderijen te Sneek
is aan den Gemeenteraad om vermindering van pacht en
ontheffing der overige huurjaren verzocht.
Het weekblad liet Nieuws bevat eene beschouwing naar
aanleiding van den dubbelen zelfmoord, die dezer dagen te
Groningen plaats had. Het blad waagt het niet hier te
oordeelen, allerminst te veroordeelenhet acht het niet
mogelijk de harten te doorgronden van dit tweetal, dat
zooveel beloofde en der wereld zoo weinig gaf, en dat slechts
in den dood den vrede schijnt te hebben kunnen vinden,
die 't leven hen onthield. Maar het Nieuws vraagt, of niet
dat droevig uiteinde wijst op een gebrek in hunne vorming,
of het niet aanduidt, dat zij, bij alle gaven des verstands,
die hun eigen waren, datgene misten, wat den mensch
ziende, bij„Bid ook voor mij, juffer
Liesje knikte: „Waarom moet ik dat juist, doen?" vroeg zij
lagchend.
„O, omdat de lieve God heden zeker welgevallen in u heeft,"
meende Doortje.
De heer Erving lachte.
„Nu, Peler, vooruit;" en de wagen reed naar het dorp, terwijl
de eigenaars moeite hadden alle groeten te beantwoorden, die zij
ontvingen. Aan de pastorie gekomen, vloog Lise een ware bloemen
regen in den schoot, en de kleine deugnieten verstopten zich lagchend
achter de haag, en fiepen haar vrolijk „goeden morgen, tante Liesje!"
achterna, toen de wagen voorbij reed.
Selldorf stond bij de kerkdeur; blozend bood hij Liesje bij het
uitstijgen de handen vroeg den heer Erving vergunning, in zijne
bank te mogen plaats nemen. Zoo zat hij gedurende de prediking
naast haar, cn tante Marie zat nna9t hare ouders, op de voorste
stoelen. Eere, wien eere toekomt! Jufvrouw Erving en de predi
kantsvrouw knikten elkander vriendelijk toe, en toen Selldorf de
talrijk opgekomen schaar overzag, verbeeldde hij zich, dat aller
blikken op zijne beminnelijke buurvrouw gevestigd waren. Deze zat
intusschen met gebogen hoofd, de handen in den schoot gevouwen,
cn hare lippen bewogen zich zachthaar buurman meende zelfs eens
eene traan op het witte kleed te zien vallen.
Maar neen, dat was immers niet mogelijkwaarom zou zulk een
lieftallig jong wezen tranen storten op zulk een heerlijken
Pinksterdag
En inderdaad, toen de geestelijke den zegen had uitgesproken,
en de gemeente den slotzang aanhief, sloeg zij hare oogen rustig
en vrolijk op.
Bij het naar huis rijden vermaakte Liesje zich met het bonte
gewoel op den weg. Bij den grooten lindeboom moest Peter op
houden, en steeg zij uit. „Groet Nelly van ons, Lise!" klonk het,
en met rassehe schreden vervolgde zij haren weg. Haar harl begon
sneller te kloppen, toen zij de liudenallée intrad; zij zette liaar
hoed af en ging langzamer; daar werd reeds liet massieve voor
portaal zigtbaar, en de beide steenen beeren 9chenen haar heden
bijzonder dreigend aan te zien. Zij stond stil en legde haar hand
op het kloppend hart; het liefst wilde zij terugkeerenmaar wat
zou Nelly denken, Nelly, die zij vroeger bijna dagelijks bezocht?
Men zou misschien denken, dat zij bang was voor de vreemde nicht.
Neen, vooruit! Zij liep haastig de laan door, bleef echter plotseling
verrast staan, want op het grasperk, onder de schaduw der zware
boomen. die de opene ruimte voor het slot omgaven, stond vóór de
steenen bank een gedekte tafel, en daaraan zat de jonge barones
in eeu leunstoel, echter zóó, dat zij het naderende meisje den rug
toekeerde; hare schoonmoeder zat tegenover haar en las ijverig in
eene courant. Alles op de tafel toonde duidelijk aan, dat men Mer
ontbeten had. Liesje waagde het niet, verder te gaan. De oud'e
dame sloeg de oogeu op en bemerkte haar; zij schrikte zoodanig, 1
dat zij eene sierlijke schotel vau de tafel stootte, die kletterend op
den grond viel.
„Hoe onbescheiden, ons zoo te verschrikken
„Goeden morgen, Liesje!" sprak hare schoondochter, opstaande,
cn gaf het jonge meisje de hand.