almanak van 1877 hij G. Thend. Bom is afgebeeld), van
Paillas in het stnk van dien naam, van Oogon in De
Huichelaar en van de Korporaal in De oucle Korporaal.
Zijn hulpvaardigheid werd door velen, die met hem in
aanraking kwamen, bijzonder geroemd. (Amsterd. Crt.)
Men schrijft aan de Leidsche Crt.: „Gemiddeld half
October is het meeste vee gestald. Er was geen gras meer
op de weilanden, die toch na zooveel nattigheid in het
geheel niet op hun verhaal gekomen waren. Zulk vroeg
stallen met zoo weinig hooi valt den landman erg uit de
hand. Om hierin eenigszins te voorzien komt de beet
wortel als voedsel voor het melkvee dit jaar zeer in aan
merking. Het toedienen van den beetwortel verschaft echter
meer opbrengst van melk, dan eene betere hoedanigheid.
De ongekende welvaart in Zeeland ten opzigte van den
handel in aardappelen heeft dit jaar niet stand gehouden.
Zonder de wijdvermaarde jammen tot wintervoorraad achtte
men het over het algemeen niet te kunnen stellen. In
gelijke mate als de Zeeuwsche boer het hoofd opstak bij
dit verschijnsel, gevoelt hij zich nu ter neer geslagen. Er
zijn in Zeeland meer onrijpe, glazige, dan rotte aardappelen
gevonden, want de plasregens hebben den knol bij den
wasdom gesmoord. Nu wordt Saksen bezocht door Neder
landers, Denen, Franschen en anderen, en Saksen levert
een gezonden, smakelijken aardappel, al wordt hij niet zoo
voedend geacht als de Brielsche jam, tegen matigen prijs.
Met dien aardappel als wintervoorraad zal het waarschijnlijk
toch wel te doen zijn. Y/are de oogst in Zeeland nog maar
gelukt, de boer zou de markt wel gedwongen hebben. De
onontbeerlijke jam zou bijna tegen goud geld hebben
opgewogen."
In het Dagblad schrijft iemand, dat te 's Gravenliage,
waar het vleesch mede bovenmatig duur gehouden wordt,
slagters zijn, die ekwipage houden, met witte liverei
Volgens sommige Duitsche bladen is de heer Maas,
van Scheveningen, te Berlijn geweest, om namens de
Nederlandsche regering het noodige voor te bereiden voor
de deelneming van Nederland aan de visscherij-tentoon
stelling, die in April a. s. aldaar zal worden gehouden.
De Gemeenteraad te Rotterdam heeft gisteren tot
geneesheer-directeur van het Ziekenhuis bij derde stemming
benoemd dr. Hesselink, geneesheer te Stad-Almelo.
Het Rott. Nbld. wijst op de gunstige resultaten, die
de Regering verkregen heeft met hare krachtige bestrijding
van de longziekte onder het rundvee. Het best blijken die
uitkomsten uit enkele cijfers, die het blad mededeelt. Iloe-
vele runderen vóór 1871 jaarlijks door longziekte werden
aangetast, is niet bekend, omdat betrouwbare opgaven daar
omtrent ontbreken. Aan de ziekte waren lijdende in 1871
6078, in 1872 4009, in 1873 2479, in 1874 2414, in 1875
2227, in 1876 1723, in 1877 956, in 1878 701 runderen.
In de eerste helft van 1879 bedroeg het aantal door long
ziekte aangetast bevonden runderen niet meer dan 117.
Daar in dien tijd telken jare de meeste gevallen voorkomen,
is de vermindering zeer aanzienlijk. In Julij zijn slechts 4,
in Augustus 3 en in September 5 ziektegevallen waargenomen.
Komt er geen onverwachte tegenspoed, dan laat het zich
aanzien, dat het aantal gevallen nog meer zal afnemen.
Hoelang het duren zal eer de longziekte geheel bedwongen
is, kan niet met zekerheid voorspeld wordendat haar kracht
gebroken is, kan niet worden tegengesprokenzelfs zij, die
vroeger voorspelden, dat het niet mogelijk was eene zoo
diep in onzen veestapel doorgedrongen ziekte meester te
worden, moeten thans erkennen, dat de toestand thans gunsti
ger is dan zij dien ooit hebben gekend. Het Rott. Nbld.
wenscht, dat de Regering met volharding, moge voortgaan
op den ingeslagen weg; dan zal onze rijke veestapel eer
lang geheel bevrijd zijn van eene ramp, die hem bijna
eene halve eeuw heeft geteisterd.
Door de lieeren dr. H. J. E. van Hoorn te Hoorn,
W. G. Hage te Beets en II. de Boer te Grootebroek, is
aan alle onderwijzers in ons land eene uitnoodiging gezon
den om in de week tusschen Kerstmis en Nieuwjaar te
Utrecht eene vergadering te houden, om te spreken over
het rigten van een adres tot de Regering en de Kamers,
zeide hij vriendelijk.
„Dit is mijne vriendin, oom, Liesje Erving," voleindigde Nellv
de voorstelling.
Het jonge meisje maakte eene ligte buiging.
„Erving?" herhaalde de oude heer vragend.
„De dochter van den tegenwoordigen bezitter der Derenbergsche
bosschen, oom," bevestigde Nelly, hare oogen op zijn ietwat blozend
gelaat vestigende.
„Ah zoo," antwoordde hij. „Daarom kwam mij den naam ook
al zoo bekend voor; uw vader is waarschijnlijk een liefhebber van
het edele jagtvermaak
„Ja, heer overste, en buitendien verbruikt hij veel hout in zijne
papierfabriek."
„Uw vader bezit dus eene papierfabriek Maar houtik meende
dat het beste papier uitsluitend van lompen vervaardigd weid?"
Om Liesjes mond speelde een schalksche glimlach.
'Zeker, overste. Daarom heet onze fabriek in den ganschen omtrek
de loinpenmolen, mijn vader de lompenmolenaar en ik lompen
molenaars Liesje."
„Lorapenraolenaars Liesje?" herhaalde de overste lagchende, en
zag haar vrolijk aan. „Dat is toch een naam, die mij voor u
minder gepast voorkomt."
„Ik draag hem toch gaarne," zeide zij, „ieder kiud noemt mij
zoo; altijd hebben de dochters uit ons huis dezen bijnaam gehad;
't zij lompenmolenaars Grietje, of Mina, of Lisette
Zij ontstelde, toen zij dezen naam zoo onnadenkend uitsprak, en
zag beschroomd naar de oude dame, die nog altijd aan het raam
stond, en zich nu ook opeens omkeerde, als had haar een adder
gebeten.
„Lisette?" herhaalde zij. „Op dien naam behoeft gij u niet zoo
trotsch te beroemendie Lisette was een ligtzinnig schepsel, dat
hare ouders veel verdriet heeft aangedaan
„De nagedachtenis van tante Lisette is mij heilig," antwoordde
het jonge meisje, uiterlijk kalm; „zij was niet ligtzinnig; zij was
slechts zeer ongelukkig, maar, zooals men mij verzekerd heeft, niet
door eigen schuld, barones."
Hare lippen beefden van aandoening bij het uiten dezer woorden,
en in hare stem was het kloppen van haar hart hoorbaar.
„Wat is dat voor eene Lisette? Wie was zij?" vroeg Blanka
levendig, die juist binnentrad. „Wie beleedigt haar, en wat heeft
zij toch misdaan?" Zij stond nu tusschen Liesje en de grootmoeder,
en zag beiden beurtelings aan.
„Wees niet zoo vreeselijk nieuwsgierig, mijn kind!" vermaande
de overste, „ik zeide u immers reeds, dat oude sloten hunne ge
heimen hebben, en
„Wie zegt u dan, overste, dat het slot iets met deze zaak te
maken heeft?" De oude dame was doodsbleek geworden.
„Nu ja," antwoordde hij bedachtzaam, en zag haar scherp aan,
,.ik combineer gaarne
„Het is zeer jammer, overste, dat gij geen romanschrijver geworden
zijt. Gij hebt uwe carrière gemist."
waarin wordt verzocht, dat van Rijkswege den onderwij
zers-weduwen en weezen een pensioen worde verzekerd
tegen percentsgewijze korting op de tractementen van alle
onderwijzers en tevens om de hoofdbesturen van /Volks
onderwijs" en van de Maatschappij tot Nut van 't Alge
meen, alsook dat van 't- Nederl. Onderwijzers-Genootschap
uit te noodigen aan dit adres adbaesie te willen verleenen.
Betreffende den Duitschen handel in runderen meldt
men nit Noord-Duitschland aan het U. D.:
„De runderpest woedt weder in Rusland op de Duitsche
grens, doch er wordt streng tegen den invoer van steppen-
vee in Silezië gewaakt. Ook in Oostenrijk heerscht zij
nog, in Croatië, Krain en Stiermarken, zoodat Duitschland
uit geen van beide Rijken vee invoert, tenzij door smokke
larij. Over 't geheel is de handel in fok- en melkvee
minder levendig, dan omtrent dezen tijd in 1878. De
voorraad Oostfriesche koeijen is evenwel onvoldoende, of
schoon de prijzen hoog blijven, waarin ook geene veran
dering te verwachten is, zoolang de Nederlandsche grens
gesloten blijft. In slagtvce is geen groote omzet, omdat
liet verbruik vermindert. Onze vetweiders in Sleeswijk-
Holstein hebben de concurrentie met Amerika gevoelig
ondervonden, en met den Rijnliandel zal dit ook spoedig
het geval zijn. Overal in Duitschland, te Hamburg en
Berlijn, zoowel als te Londen en Parijs, is de handel traag.
Te Berlijn kost het rundvee 1ste kwaliteit 60, 2de 54,
3de 45, 4de 39 mark, per 100 tolpond slagtgewigt.
- Te Zwaluwe hebben een zestigtal pachters van
domeinen van Z. IC. H. Prins Frederik, wegens de op den
landbouw zoozeer drukkende tijdsomstandigheden, zich tot
Z. IC. H. gewend met het verzoek, dat de met dit jaar
ingaande verhooging van pachten mogt worden te niet gedaan.
De vraag of een retourbillet „geldig voor twee dagen"
van kracht blijft gedurende tweemaal 24 uren, al vallen die
op 3 dagen, dan wel alleen enkel op den dag der afgifte
en den daaropvolgenden mag gebruikt worden, werd onlangs
door den kantonregter te Middelburg in den laatsten zin
beantwoord. Een reiziger die op 21 Augustus 's avonds
te 7 uren een retourbillet naar Rotterdam had genomen en
op 24 daarvan had gebruik willen maken voor den trein
die te half zeven 's avonds te Middelburg aankomt, werd
namelijk tot f 5 boete en één dag gevangenis veroordeeld,
omdat hij in den trein was bevonden zonder van een behoorlijk
plaatsbillet voorzien te zijn. De veroordeelde kwam in
hooger beroep bij de regtbank te Middelburg, waar liet
O. M. ten zijnen gunste heeft geconcludeerd, door ontslag
van regts ver volging te eischen. De regtbank zal Vrijdag
uitspraak doen.
Uit Vlissingen meldt men dd. 28 October aan de
Midd. Crt.:
„Voor een tiental dagen nam de heer Callenfels zijn
ontslag uit den gemeenteraad. De heer Schraver stelde voor
eene commissie te benoemen, om te trachten den heer C.
te bewegen zijn ontslag in te trekken, en werd zelf tot lid
van die commissie benoemd. Thans neemt datzelfde lid
plotseling zijn ontslag uit den ra&d, zonder de reden daartoe
te noemen.
Intusschen is hij, alvorens daartoe te komen, met zijne
medeleden der commissie er in geslaagd den heer Callenfels
te bewegen, om zijn verzoek terug te nemen.
Er gebeuren in den Vlissingschen gemeenteraad toch
wonderlijke dingen!"
De regtbank te Arnhem deed jl. Dingsdag uitspraak
in de zaak van den Engelsehen zakkenroller Stanley, die
de vorige week teregt stond. Bij het vonnis is wettig en
overtuigend bewezen verklaard de poging tot zakkenrollerij,
den 18 Julij op het perron van het station gepleegd, maar
niet bewezen die in Musis Sacrum, van welk feit de
beklaagde dus werd vrijgesproken, terwijl hem voor eerst-
genield feit een celstraf van 183 dagen werd opgelegd.
De Brit is tegen dit vonnis reeds in hooger beroep ge
komen.
De eerste vette veemarkt te Deventer, jl. Dingsdag
gehouden, kenmerkte zich door geen aanvoer. Vele land
bouwers willen de koeijen voor de tegenwoordige lage
Vaarwel, Nelly," fluisterde Liesje, terwijl zij haar een kus op de
wang drukte; zij boog voor de aanwezenden en verliet het vertrek
zij vloog letterlijk den gang door en het voorplein over. In de
linden-allée stond ze plotseling voor Armv.
„Juffer Erving zij zag naar hem op; zijn gelaat stond ernstig.
„JufFer Erving herhaalde hij, „hebt gij gehoord, wat in onze
huiskamer gesproken werd?"
„Ja!" antwoordde zij bedaard.
„Het is juist niet zeer hoe zal ik het noemen? zeer be
scheiden, te luisteren, wanneer er familie-aangelegenheden besproken
worden
„Ik heb niet geluisterd, heer baron!" riep zij trotsch, „was er
een andere uitgang aan de kamer geweest, ik zou die gaarne ver
laten hebben, voor altijd gaarne, maar
„Gij hadt door de huiskamer kunnen gaan
„Neen, uwe moeder zelve heeft mij verzocht uwe grootmama uit
den weg te blijven, want zij kan mij niet uitstaan; ik ben immers
de dochter uit een huis, waarmede men niet fatsoenlijk verkeeren
kan, heer luitenant, dat weet gij toch; ik was dus wel genoodzaakt
te blijven, het liefst was ik uit het raam gesprongen." Bij deze
woorden kwatn een bittere trek om haar kleinen mond.
„Nu, hoe het ook zij, ik bid u niet over het gehoorde te spreken,
't Is geen gemakkelijke taak, te voldoen aan het verzoek om deze
openbaringen niet verder te verspreiden ik geloof het gaarne
onze familie bood reeds van vroeger altijd stof genoeg tot praatjes
in den omtrek; maar ik vertrouw, dat gij u dat offer van geheim
houding wel getroosten wilt, als ik u er aan herinner, dat wij
vroeger trouwe vrienden waren niet waar, Liesje?"
Hij slak haar de hand toe, maar het meisje trad eene schrede
terug en kruiste de armen op de borst.
„Eene belofte zal wel niet noodig zijn," antwoordde zij somber;
„ik zou toch gezwegen hebben, want uwe gesprekken beleedigden
gedeeltelijk mijn vader mijn vader, in wiens huis gij zoo gaarne
kwaamt, ook in dien tijd, dat wij nog „trouwe vrienden" waren,
zooals gij zegt."
Hij deed ontsteld een stap achterwaarts.
„Wat? Ik heb geen woord over uw vader gesproken."
„Maar aangehoord, dat men hem een parvenu noemde dat
men hem beschuldigde den adel en de familie Derenberg in het
bijzonder te haten en dat hij op wraak zou en het kalm aan-
hooren van lasteringen, terwijl men van de onwaarheid ten volle
overtuigd is, staat gelijk met eene bevestiging daarvan. Uw gevoel
van regt schijnt onder zekere omstandigheden te kort te schieten,
heer luitenant!"
Een gevoel van bitterheid, vermengd met diepe smart van
hopelooze liefde, vervulde haar. Eerst toen zij, met eene koele
buiging hem den rug toekeerende, zonder om te zien haastig een
eind weg was, vulden hare oogen zich met tranen. Zij zag het
niet, hoe hij haar nog lang nastaarde, en eerst, toen zij verdwenen
was, met een somber gelaat langzaam naar het slot ging.
Toen Army binnentrad, scheen er eenige rust na den storm
prijzpn niet missen en zetten ze op stal of jagen ze in de
weiden, liet is alzoo zeer waarschijnlijk, dat liet rund-
vleesch ook gedurende den winter goedkoop zal blijven,
omdat, wijl er weinig voorraad wintervoeder is, de vee
houders hunne koeijen toch langzaam van de hand zullen
moeten doen.
Een slagtcr te Wijhe annonceert, dat hij puik rund-
vleesch levert voor 30 cents het kilogram.
De eerste algemeene vergadering van de Vereenigingen
het Friesche Rundvcestamboek en het Paardenstamboek
werd jl. Zaturdag te Leeuwarden gehouden. Tot leden
van het bestuur van het Friesche Rundveestamboek werden
gekozen de lieeren A. baron van Harinxma thoe Slooten
te Olterterp, D. van Konijnenburg te Leeuwarden, A.
Kuperus te Marssum, A. S. Heeg te Oosterend en W. T.
van der Molen te Sneek. Dit verkozen bestuur benoemde
daarop tot voorzitter den heer van Harinxma thoe Slooten
en tot secretaris-penningmeester den heer van Konijnenburg.
Daar, volgens de statuten van het Paardenstamboek, do
betrekkingen van voorzitter en secretaris-penningmeester
worden vervuld door die titularissen bij het Rundveestamboek,
werden voor de overige drie vacatures bij eerstgenoemd
stamboek benoemd de lieeren O. W. Reindersma te Ureterp,
II. J. Prakke te Leeuwarden en C. II. van der Zee te
Witmarsum.
Yele veehouders in de provincie Friesland zien te
vergeefs uit naar koopers van het vee, dat zij kunnen en
dikwijls ook moeten missen. Sommigen hebben nu de proef
genomen met publieke veeverkoopingen,doch, zooals trouwens
te verwachten was, zonder gunstig gevolg. Zoo werden o. a.
eenige dagen geleden, bij zulk eene verkooping in de gemeente
Lemsterland, van de 78 aangevoerde koeijen slechts eenige
verkocht, verreweg de nieesten werden door de eigenaars
ingehouden.
Uit Groningerland meldt men, dat het natte weder
van den laatsten tijd op vele plaatsen belet, den ploeg in
den grond te zetten. De veldarbeid is bovendien in dit
jaar laat afgeloopen. Op menige plaats ziet men nog
boonen op het veld staan. De slakken, voor wie het dit
jaar een voordeelig jaar is, hebben reeds vrij wat jonge
koolzaadplanten vernield. Het is te hopen, dat een vorstige
naherfst hierin de gewenschte verbetering zal brengen.
Een koopman uit Riga zal in het volgende jaar te
Moskou een tentoonstelling houden van 400 uit hout
gesneden voorwerpen, die allen door boeren in hun vrije
uren vervaardigd werden.
Er moeten wezenlijke kunstwerken zijn in deze verzameling,
die allerlei voorwerpen bevat, van eenvoudige lepels af, tot
kunstig gesneden modellen van gebouwen, en landschappen
in haut relief toe. Ook moeten er zeer merkwaardige houten
horloges onder zijn, die door een boer uit het gouvernement
Jaroslaw werden vervaardigd.
De Dresdener Börsen Zeitung deelt de volgende
anecdote mede over Bismarck en Russell. De laatste bragt
den eerste een bezoek in zijn paleis in de YVilhelmstrasse.
De lord vroeg daarop aan den vorst: Wat doet gij wel,
om u van al te druk en lastig bezoek te ontslaan. O,
zei Bismarck, daar heb ik een best middel voor; mijn
vrouw komt b. v. binnen en roept mij onder 't een of
ander voorwendsel. Naauwelijks had de kanselier dat
gezegd, of de deur ging open, zijn vrouw kwam binnen en
zeide tot hem: Mijn beste Toto (Bismarck heet Otto) ver
geet niet uw drankje in te nemen. Lord Russell moest
wel bonne mine a mauvais jeu maken.
In alles komt toch „de klad," zelfs in de zoo schoon
in Duitschland weêr opgeloken Maatschappij der Vegetariërs,
gelijk men weet lieden, die enkel willen teren op plantenvoed-
sel, geen dierlijk; waardoor ze meenen 1. zelve gezonder te
zullen zijn, en 2. zich te onthouden van moord op de lagere,
levende schepselen. Men kan die meeningen dulden zonder
ze te deelen. Maar men kan met regt verlangen dat ze
consequent zijn en blijven. Doch nu de Maatschappij heeft
een besluit genomen, om eene klasse van leden te admitteren,
die maar gedeeltelijk met het groote beginsel instemmen,
d. i. wel onthouden zij zich van „het gedierte des velds"
gekomen te zijn; allen zwegen ten minste. De overste had een
sigaar opgestoken en lag oogenscliijnlijk zeer tevreden in een der
onderwetsche leunstoelen, terwijl de oude barones regt als een kaars
op de sofa zat, en zenuwachtig hare dunne witte vingers bewoog.
Blanka stond voor het raam en staarde naar buiten in het park;
de lange sleep van liaar donkerblaauw rijkleed lag onbewegelijk
achter haar over den vloer, en zij verroerde zich zelfs niet, toen
haar verloofde naast haar kwam staan. Hij verstond de knorrige
vraag der oude dame niet, die hem toeriep, waar zijne moeder was
en of zij ook haast kwam. Hij zag alleen het bekoorlijke wezen
naast hem, dat er in haar rijkleed nog sierlijker en kinderlijker
uitzag dan anders; hij nam zacht ecu harer goudkleurige vlechten,
die los op den rug hingen, en drukte zijne lippen er op. De jonge
dame schudde, zonder om te zien, heftig het hoofd, en trok met
hare kleine handen het haar over den schouder.
„Blanka," zeide hij verwijtend, en boog zich voorover om haar
in het gelaat te zien. Zij wendde het hoofd af en staarde schijn
baar met belangstelling naar buiten.
„Heb ik u beleedigd, Blanka?" vroeg hij zacht. „Zijt gij boos
op mij?"
Zij hield hare beide handen voor de ooren.
„Neen, neen, om Godswil, neen!" riep zij hartstoglelijk, zich
opeens omkeerend„ik bid u, Armand, vraag toch zulke bespotte
lijke dingen niet! Gij ziet immers, dat ik op 't oogeublik geen lust
heb, uw verliefd gefluister en uwe liefkozingen aan te hoorenieder
ander zou het dadelijk begrepen hebben, en gij vraagt, of ik boos
ben en al zulken onzin meer." Zij trapte kregel met den voet.
Army's gezigt werd donkerrood. „Vergeef mij," sprak hij en ging
naar de pianino. Hij opende die, en sloeg een paar accoorden aan.
„Ik bid u, speel niet!" riep Blanka, en hield weder de handen
voor de ooren.
Hij stond op. „Speel gij dan iets?" vroeg hij, „ik zou zoo gaarne
wat muziek hooren; dat heeft voor mij altijd iets kalmerends, iets
verzoenends."
„Ja, speel wat, mijne lieve!" sprak nu ook de overste, die van
de gausche woordenwisseling slechts het laatste gehoord had, en
wien het aangenaam zou zijn hierdoor de pijnlijke spanning tusschen
hem en dc oude dame te kunnen verbergen.
„Op dat instrument daar?" vroeg zij. „Neen, daarop kan ik
niet spelen; ik raag die rammelende toonen zelfs niet gaarne hooren.
Buitendien ben ik ook te vermoeid van den verren rit," voegde
zij er bij.
Een oogenblik zag Army toornig; toen ging hij naar het oude
versmade instrument, sloot het en naderde weder zijne verloofde;
zij had hare kleine rijzweep in de hand genomen en speelde met
den zilveren knop, terwijl de oude dame opstond en het vertrek verliet.
„Ik wil gelooven, dat gij werkelijk vermoeid zijt, auders was het
meer dan een bloote luim, dat gij op mijn verzoek weigerdet te
spelen," merkte hij met gedwongen houding aan.
{Wordt vervolgd.)