huwim
Mtte Woopg ie Texel.
IJzer- en Metaalgieterij,
400,000 Mark.
Jsenthal Co.
KAGGHELSÜ
C. MAALSTEED,
ALKMAARSCHE
HAMBURG.
WASCH-CRISTAL.
He Heer I*. C. L O ffl A W, in zijne hoedanigheid
van Burgemeester der gemeente Texel, daartoe
behoorlijk gemagtigdpresenteert op V II IJ D A G
21 NOVEMBER a. s., des namiddags ten half een ure,
in het logement HET LOODS MANS WEL VAREN,"
aan den Hoorn aldaar, ten overstaan van den Notaris
CONINCK WESTENBERG,
publiek te verkoopen
4 Een HUIS cn ERF, met een
I tot School gediend hebbend GEBOUW en annexen
TUIN, alles staande en gelegen aan den Hoorn
te Texel, kad. bekend Sectie F, No. 3*25, 326 en 1236}
te zamen groot 7 aren 68 centiaren.
Aanvaarding dadelijk.
Betaling der koopsom 15 December 1879.
FABRIEK VAK STOOM- EN ANDERE WERKTUIGEN,
VRR VAARDIGT en HEB9TEI.T allo soorten van
STOOM-, LANDBOUW en ANDERE WERKTUIGEN
MAAKT en REPABKEKT STOOMKETELS en
SMEEDT ZWARE STUKKEN voor MOLEN-
WERKEN, enz.
DE DIRECTIE.
Alkmaar, 8 November 3879.
te tvinnen,
lals hoofdprijs in de Ilamburpsche Geldloterij, pewettipd enl
gewaarborgd van de Regering. Deze Geldloterij bevat in 'il
geheel 49,000 prijzen, bedragende te zamen
8 Millioen 970,000 Mark
en die in zeven trekkings-afdceüngen worden uitgeloot. Dei^
trekkingen volgen elkaftr snel op. Ten einde alle bestellingen»
-die ons toekomen, prompt te kunnen uitvoeren, verzoeken
wij om toezending der bestelling tot den
15 November a. s.
op zijn laatst. Zooals boven vermeld bedraagt de hoofdprijs!
in 't gelukkigst geval
Speciaal zijn de prijzen als volgt gerangschikt1 Premiel
Mark 250,000, 1 Prijs a Mark 150,000, 1 a 100,000.
|1 a 60,000, 1 a 50,000, 2 a 40,00i>, 2 a 30.000, 5
125,000, 2 a 20,000, 12 a 15,000, 1 a 12,000, 24 a 10,000,"
Is a 8000, 2 a 6000, 54 a 5000, 6 a 4000, 65 a 3000.,
J213 a 2000 euz. enz. Tegen inzending van het bedrag inl
Nederlandsche Muntbilletten of postzegels of nog makkelijker!
per postwissel, verzenden wij de originaalloten, voorzien ineta
het Staatswapen, nu nog in tijds voor de eerste trekkingen®
wel tot volgende ambtelijk vastgestelde prijzen NCt. Fl. 3.60
Ivoar een heel originaallot, NCt. Fl. 1.80 voor een half!
originaallot, NCt. cents 90 voor een vierde originaallot. Bijl
_elk lot voegen wij het verlotingsplan gratis bij en dadelijk!
nu elke trekking '/.enden wij aan ieder deelnemer de offieiëlej
Itrekkingslijst. De prijzen worden door ons, onder toezigt
Ider regering, dadelijk na de trekking uitbetaald. Onsp
huis bestaat sinds ongeveer 100 jaar en is in geheel Neder-T
land bekend. Overeenkomstig met de officiële trekkingslijstenl
hebben wij reeds beduidende prijzen ïu Nederland uitbetaald.F
ITer vergemakkelijking voor onze Nederlandsche cliënten,
hebben wij de maatregel genomen, de groote prijzen dadelijk-
|na de trekking in de beduidendste Nederlandsche CourantenI
aan te kondigen, ook hebben wij op alle hoofdplaatsen inl
Nederland relaticn met bankhuizen, zoodat de gewonnen m
prijzen ten spoedigste ter woonplaats van den winner wordcnl
uitbetaald. Indien bijzonders verlangd, seinen wij de
gewonnen prijzen aan den belanghebbende.
Wij danken het Nederlandsch publiek voor het ons totl
nog toe geschonken vertrouwen eu hopen hetzelve ook verderB
te genieten, terwijl wij verzekeren, dat ook in toekomst allcl
bestellingen op het zorgvuldigste zullen worden uitgevoerd.
Men gelieve bestellingen direct alleenlijk aan ons te zenden!
Geautoris. Hoofd - Loterij - Collecteurs.
Op nieuw ontvangen eene groote partij GEGOTEN
FOURNUISKAGCHELS, alsmede VULKAGCHELS.
Extra voorraad BLAAUWE en VERTINDE PANNEN
en WATERKETELS. Alles cl ft vrij. Aan te bevelen
aan hen die hunne gezondheid op prijs stellen.
G. KOSTER.
Schagen,
Alleen toegelaten en bekroond op de Wereldten
toonstelling te Parijs 1818.
volkomen genezen door liet gebruik van het
Papier en de Cigaren tan G-ICQUEL
Apotheker 1' Klasse van de Ecole de Paris.
Verkrijgbaar in alle voorname Apotheken.
Fl. 1.50 de Doos; Fl. 0.90 de halve Doos
Te bekomen bij
W. V. BRUINVIS, Hoofdgracht te Nieuwediep.
Van nu af' aan is de Heer P. W. BUSCII
'KEIJSER niet meer mijn Procuratiehouder.
Mitsdien is mijn Kantoor te Helder aan de
Binnenhaven Verplaatst ten huize van den
Heer T7V". J". V-A» 3NT IVECK.,
die mijne belangen aldaar voortaan zal behartigen.
C. B E R G H U IJ S.
Amsterdam, 8 November 1879.
ROBERT HOLTZ,
IS Cents per palsje.
Wederverkoopers gevraagd
voor alle steden van IVederland.
Dit Preparaat maakt de wasch sneeuwwit, zon
der de stof ook maar in het geringste aan te
trijpen, spaart het gebruik van Zeep, en voorkomt
e onaangename zeeplucht, die men bijna altijd aan
de gedroogde wasch bemerkt. Maakt de aanwen
ding van Chloor en Soda overbodig, waardoor
de stof altijd aangegrepen wordt. Bij bet gebruik
van dit Preparaat behoeft men de wasch slechts
ééninnal te wasschen, maakt het Bleeken over
bodig, en kan op deze wijze in elke huishouding
worden aangewend.
Verkrijgbaar te Nieuwediep bij CAREL A. J.
VAN ROSENDAEL en GEBR. RIESSELMANN
te Helder bij W. J. MAALSTEED; te Schagen
bij J. BAKKER; te Enkhuizen bij J. R1ENDER-
IIOFFte Hoorn bij L. SCHUIJT BEST.
Geivaarborgd tegen namaak door de Arrondisse-
ments-Regtbank te Arn/ietn.
WESTPLEI», Wijk H 4S8.
VRIJ A.II HUIS, EERSTE KWALITEIT:
Per Hectol.
Grove Eng. en Schotsche KAGCHELKOLEN f0.90
NUTSKOLEN- 0.75
Fijne - 0.70
Grove RUHR-KAGCHELKOLEN- 1.10
en fijne RUHR-KAGCIIELKOLEN- 0.75
COKES-0.50
Per 100 KG.
Schotsche STUKKOLENƒ1.50
RUHR-STUKKOLEN-1.75
Per 50 KG.
BRUINKOOL-BR1QUETTENƒ0.90
De overstrooiningen in Spanje.
Dit jaar is in de ware beteekenis van bet woord een jaar
van verschrikking geweest voor vele strekeneen jaar dat
met onuitwischbare sporen den stempel van ellende heeft
gedrukt op menige plaats, die eertijds zich met regt beroemde,
een troetelkind der natuur te zijn. Groote branden en waters-
nooden wisselden elkander reeds om strijd af en elke nieuwe
ramp overtreft de voorgaande in uitgestrektheid. Wie
herinnert zich niet met ontzetting de schildering der ellende,
waaraan het oude Szegedin in een enkelen nacht werd prijs
gegeven? Wie meende toen niet, dat daar wel de ergste
verwoestingen waren gezien, die ooit door het water konden
worden aangerigt? En toch, naauw is een half jaar voorbij
gegaan, of weer toont het water, thans in Spanje, op wel
sprekende wijze, hoe ontzettend zijn vernielkracht is.
Reeds bragten de telegraaf en enkele Fransche dagbladen
ons eenige mededeelingen omtrent dien nieuwen watersnood
en met een enkel woord maakten wij dan ook reeds melding
van de ellende, die zich uitstrekte over Spanje's rijkste
provincie, het schoone Murcia; voor een meer omstandig
verhaal van het voorgevallene, wachtten wij op de bladen
uit die geteisterde streken.
Het was in den nacht van 14 op 15 October. Lang reeds
hadden de anders zoo vruchtbare akkers van Murcia gesnakt
naar een druppel regen. Schraal en geknakt lagen de halmen
ter aarde, die anders slechts den kruin bogen ten teeken,
dat de landman slechts naar den sikkel had te grijpen, om
zijne schuren te vullen met het voedzaamste graan. Bran
dende zonnestralen verzengden 's daags al wat nog trachten
wilde het gebrek, dat voor de deur stond, te helpen weren.
En ook de nacht bragt geen verfrissching; geen windje
speelde door de bladeren, geen dauwdrop hechtte zich aan
de magere grasscheuten, die slechts een schamel voedsel
boden voor liet vee. Loodzwaar drukte een afmattende
warmte de bevolking ter neêr, die anders zoo trotsch het
hoofd verheften kon in het volle bewustzijn harer eigen
waarde. Waar was de trotsche blik gebleven, die zoo vrij
en overmoedig kon rondstaren; waar was de verheffing op
een geboortegrond, die anders zijne kinderen zoo gaarne
voedde, zelfs zonder dat deze de hand behoefden uit te
steken, om een land te bebouwen, dat uit zichzelf rijk en
overvloedig voortbragt?
Verdwenen was alle overmoed; verdwenen alle levenslust,
verjaagd door de ellende, die als een dreigend spook voor
de deur stond, om met het naderende wintergetijde binnen
te treden. Honderden bij honderden hadden door vorige
jaren van overvloed van alle teleurstelling ontwend, reeds
den moed laten zinken en waren naar Afrika overgestoken,
om daar te zoeken, wat hun geboortegrond hun ditmaal
onthield. Die ondankbaarheid werd hun ditmaal tot zegen
en deed hen ontkomen aan een gevaar, waarbij tal hunner
vrienden, bloedverwanten en hekenden het leven verloren.
Drukkender dan ooit was de dag geweest en zwoel en
drukkend was de stikdonkere nacht. Doodstil was alles
rondom, slechts de gelijkmatige stap en het eentoonig gezang
van den nachtwaker deden zich van tijd tot tijd hooren.
Het was een angstwekkende stilte, een stilte die den storm
voorafgaat. Af en toe doorkliefde een bliksemstraal de lucht
en wierp voor een enkel oogenhlik een helder licht over
het uitgestrekte, heuvelachtige landschap, waardoor de Segura
als een zilveren lint kronkelend haar weg naar zee zocht.
Dan echter weer was alles stil en donker; slechts een on
duidelijk, ver verwijderd gedruisch wees er op, dat de
elementen in beroering waren. De enkele wandelaar, die
eenzaam zijn weg vervolgde door de straten van Murcia,
verhaastte onwillekeurig zijn stap, als had hij er een voor
gevoel van, dat hij weldra beschutting zou behoeven tegen
een regen, waarnaar men zoolang vergeefs had uitgezien.
Daar doorklieft opnieuw een bliksemstraal de lucht, feller
en heviger dan te voren en onmiddellijk daarop rolt een
ratelende donderslag, die de huizen op hunne grondvesten
doet dreunen, door het luchtruim en kletterend valt de
plasregen neêr. Angstig vliegen de vogels tusschen de
takken der hoornenopgeschrikt uit dien toestand tusschen
waken en droomen, waaraan hij zich een oogenblik heeft
overgegeven, hervat de nachtwakor zijn eenzamen togt en
laat zijn droefgeestig geroep weer hooren; hier wordt een
raam, daar ginds een deur digtgeslagen, want allen zijn,
in hun eersten slaap gestoord, opgesprongen en in een
oogenhlik naar buiten gesneld, om zich met eigen oogen
te overtuigen, dat werkelijk de lang verwachte regen ge
komen is, en eindelijk! eindelijk! klinkt het uit menigen
mond. Helaas! wat als een zegen was afgesmeekt, werd
ditmaal tot een vloek.
De regen neemt toe, 't is of de hemel zijne sluizen heeft
opengezeteen zee stort zich uit over het landschap, uren
ver in het rond. De rivier wast op een schrikbarende
wijze; weinige oogenblikken nog voor een groot deel bijna
droog, bereikt het water thans reeds den oever, en aan
houdend valt er meer. Een felle wind, die met den regen
was losgebroken slaat over tot een orkaan en giert en huilt
angstwekkend door de straten der stad en over de vlakte,
hier een boom, daar eene alleenstaande woning omverwer
pende en mensch en vee bedelvende onder het puin. Geen
kreet echter wordt gehoord, het geloei van den storm, en
het rollen van den donder verdooven elk ander geluid, hoe
angstig en klagend het moge wezen.
En alles blijft in een akelig duister gehuld. De enkele
gasvlam, die hier en daar nog moge branden, verspreidt te
weinig licht, om een blik over het tooneel te vergunnen,
en angstig wacht de bevolking, onbewust van eenig gevaar,
maar door een hang voorgevoel belet, om zich weder ter
ruste te begeven, op den morgen, die eindeloos talmt.
Daar luidt de alarmklok! De wind is een oogenhlik gaan
liggen, lang genoeg om duidelijk het dof en regelmatig
gedreun van de stormklok te vernemen, te kort echter om
tc kunnen vragen, wat de reden van dit noodsein mag
wezen. Men vreest het ergste! Licht, licht! hoort men
hier en daar roepen, maar alsof dat woord een terugwerkende
kracht heeft, bluscht plotseling ook de laatste gasvlam uit
en tastbaarder dan te voren is thans de duisternis. Men
snelt vol angst naar buiten, maar het water ruiseht en
stroomt door de straten, overal toegang zoekende en door
zijn voortdurend wassen, overal zelf steeds meer den toegang
versperrende. Het jammergeschrei vervult de lucht en
mengt zich in het verwoede koor, dat de losgebroken ele
menten daarboven uitvoeren. Men ijlt naar de hoogere
verdiepingen, maar te vergeefs, het water rijst ook tot daar,
het bereikt reeds de daken der lager gelegen woningen en
handenwringende verdwijnen de ongelukkigen in de golven.
Nog is het te donker om iets te kunnen zien, en nog
loeit en huilt de storm te geweldig, dan dat men iets zou
kunnen hooren, maar het snelle wassen van het water
brengt velen op een ontzettend vermoeden, dat weldra blijkt
maar al te juist geweest te zijn. De rivier is buiten haar
oevers getreden en heeft op verschillende plaatsen stukken
van den dijk weggeslagen, die het dal beschermen moet
tegen haar water, dat zich thans met een niet te keeren
geweld uitstort over het land.
Ontzettend moet die nacht geweest zijn en eindeloos lang
scheen hij hen, die daar in angst en nood zaten te wachten
op het eerste schijnsel van den morgen, dat toen het zich
eindelijk boven de kimmen vertoonde, een blik deed werpen
op een tooneel van ongekende ellende. Zoover het oog kon
staren, was slechts een zee te zien, bezaaid met stukken
van meubelen en afgerukte boomstammen. Van de meeste
huizen was slechts de nok boven het water gebleven, velen
waren geheel met hunne bewoners onder de golven verdwenen.
Overal zag men huisgezinnen op de daken bijeen, elkander
toeroepende, maar niet hij magte elkaar te bereiken. Geen
boot was daar om redding te brengen en dreef ook hier
en daar een boomstam rond, hoe wilde men hulp verwachten
van zulk een wrak en kantelend stuk hout? De dag, met
zooveel smart verbeid, diende slechts om de uitgestrektheid
van de ramp te overzien, redding bragt hij niet.
Integendeel zag men het water slechts wassen, en het
geweld der golven, door den storm voortgezweept, steeds
toenemen. Wel zag men nu deze dan gene met een angst
kreet op de lippen en een vertwijfelend gebaar in het water
verdwijnen, dat zelfs de hechtste muren slechtte en ineen
deed storten, maar nergens ontmoette het bange oog een
punt, dat hoop op het einde der ellende bood. En weêr
daalde de avond en wierp de nacht zijn zwartsten sluijer
over het landschap, opdat de wind en het water ongestoord
hun vernielingswerk konden voltooijen.
Eerst den derden dag gelukte het aan eenige moedige
menschenvrienden met booten uit andere plaatsen de geteis
terde streken te bereiken; hun aantal echter was te gering
om allen te kunnen opnemen en menige togt moest herhaald
worden vóór allen, die men nog levend had gevonden, in
veiligheid waren gebragt.
Wij spraken hier nog slechts over de stad Murciamaar
onderscheidene andere plaatsen deelden in een zelfde lot en
het groote aantal slagtoffers maakte dat men velen nog
hulpeloos moest achterlaten. Alleen de verwrongen trekken
hunner lijken zal eenmaal melden wat zij geleden hebben.
Nog, hoewel' reeds ruim twee weken sedert dien versclirik-
kelijken nacht zijn voorbijgegaan, nog houdt de regen aan
en blijft het water wassen; zonder bijkomende omstandig
heden echter mag men rekenen, dat het levensgevaar voorbij
is. Een offer van tweeduizend mensehen schijnt den ele
menten ditmaal voldoende geweest te zijn. Wat van de
overstroomde plaatsen is overgebleven, zal eerst later moeten
blijken, als het water is gevallen, maar voor zoover men
thans reeds kan nagaan zal de stoffelijke schade ten naastehij
veertig millioen gulden bedragen, afgescheiden nog van de
verliezen, die de Staat lijdt, door vernielde spoorwegen,
dijken en telegraaflijnen.
Dat zulk een ontzettende ramp in geheel Europa, ja ook
in andere werelddeelen de harten beweegt en tot deelneming
stemt, kan men zich wel voorstellen. Uit alle oorden stroomen
de liefdegaven toe, maar het totale cijfer der bijdragen is
nog luttel in vergelijking met dat wat er wezen moet,
zoodat een dringend beroep op ieders liefdadigheid meer
dan ooit noodzakelijk is. Lees advertentie op pag. 3.
Stoomsnelpersdruk van A. A. Bakker Cz., Nieuwediep.