IIEEIlEltSCIIE
Ei\ AIEIIWEIHEPER (JOURAAT.
Nieuws- ei Advertentieblad voor Hollands Noorderkwartier.
1879. N". 137.
Vrijdag 14 November.
Jaargang 37.
W ij huldigen
het goed e."
Verschijnt Dingsdag, Donderdag en Zaturdag namiddag.
Ab »nnemeutsprijs per kwartaal J 1.30.
w f franco per post - 1.65.
Uitgever A. A. BAKKER Cz.
Bureau: MOLENPLEIN N°. 16.1.
Prijs der Advertentiën: Van 14 regel» 60 Cents,
elke regel meer 15 Cents.
Groote letters of vignetten worden naar plaatsruimte berekend.
Eiken Donderdag vertrekt de mail naar Oost-Indië.
Laatste ligting 's avonds 6 uur.
HELDER en NIEUWED1EP, 13 November.
Aan Z. K. H. Prins Frederik, als Grootmeester-
nationaal van de orde der Vrijmetselaren in Nederland, is
jl. Maandag in de zaal der Loge plegtig aangeboden de
oirkonde van het GOjarig bestaan van de afd.\ van den
Mr.\ Gr.-. 18191879, alsmede een exemplaar van de
vrijmetselaars-medaille in goud en een in zilver.
Beroepen te Hoorn op Terschelling ds. S. G. Geert-
sema Beckeringh, predikant te Hypolitusnoef op Wieringen.
Het 25jarig bestaan der theologische school te Kampen
zal den 9 en 10 December a. s. feestelijk worden herdacht.
Alle oud-studenten, ongeveer 274, worden uitgenoodigd om
aan liet feest deel te nemen.
Te Haarlem hebben o. n. acte hekomen voor hulp
onderwijzer de heeren B. H. Boers van Bovenkarspel, J.
Stada van Terschelling, en H. Sasburg, van Hoorn.
Naar men verneemt is de hoofdingenieur J. Dirks,
die als vice-president van een der suh-commissiën het
internationaal congres voor de doorgraving van de landengte
van Panama, gehouden te Parijs in den zomer dezes jaars,
bijwoonde, benoemd tot lid eener commissie, die den
heer de Lesseps zal vergezellen naar Noord-Amerika, ten
eerste om het terrein van Panama naar Aspinwall nader
op te nemen en ten tweede om het gouvernement der
Vereenigde Staten van Noord-Amerika over te halen zijne
goedkeuring aan het door het Congres aangenomen plan
te verleenen. (N. Rott. Crt.)
In het tijdperk van 5 Octoher 11. tot 1 dezer zijn
blijkens ingekomen ambtsberigten, door longziekte aangetast
2 runderen in Zuidholland. In het vorige tijdperk van
vier weken waren 5 runderen door die ziekte aangetast.
Men meldt ons van Eijerland op Texel, dd. 12 dezer:
„De winter staat voor de deur en met dezen ook de
zorgen, welke dit jaar grooter zullen zijn dan gewoonlijk.
Handelen is dus noodzakelijk, en om te handelen zooveel
mogelijk in overeenstemming met de gevoelens der meerder
heid, daarvoor is een vergadering vooraf onontbeerlijk.
Dat heeft de heer J. Weurdinge, onderwijzer te de Cocks-
dorp, goed ingezien, toen hij Vrijdag den 7 dezer degenen
uitnoodigde om in de zaal van den heer J. Buijs bijeen
te komen, die belang stellen in 't lot der minder bevoor-
20)
LIESJE VAN 1)E\ LOMPENMOLEiV.
Naar het Hoogduitsch van W. Heimbgbg.
{Vervolg.)
In de woonkamer van het slot waren de donkere gordijnen toe
geschoven, en daar, waar vroeger de groote, ouderwetsche sofa
geplaatst was, stond nu het ziekbed van Nelly's moeder; zij was
zeer ziek geworden op dien ongelukkigen morgen, toen zij haar
zoon zocht en niet vondhet zwakke leven worstelde met den
somberen engel, wiens onheilspellende nabijheid men in het vertrek
scheen te bespeuren. Als in een cirkel draaide hare verbeelding om
dien dag, waarop zij bij het bloedige, verstijfde ligchaam baars
echtgcnoots gestaan had; nu eens was hij het, dien zij aanzag, dan
weder was het de zoon, en op hartverscheurenden toon bad zij
hem, toch niet te sterven, haar ook niet te verlaten; zij kon zon
der hem immers niet leven. Het was thans stil in het ruime
vertrek; eene slanke meisjesgestalte, die telkens angstig luisterde
naar de vei warde woorden der kranke, zweefde met bijna onhoor
bare schreden over het oude tapijt, legde met zachte hand de
kussens teregt cn boeg zich onderzoekend over de zieke heen, om
naar hare zaclite ademhaling te luisteren, als zij ingeslapen scheen.
Ja lompenmolenaars Liesje deed voor de tweede maal dienst
als samaritane op het slot Derenberg, en het was nu al de tiende
dag, dien zij er doorbragtHet waren lange, bange dagen en nog
bangere nachten geweest; heden was de koorts iets afgenomen,
zooals de doctor zeide, en de uitgeputte zieke sluimerde nu.
Liesje nam een boek van de tafel en ging aan het venster zitten,
dat een weinig licht doorliet; zij leunde met het hoofd tegen haar
stoel en sloot de oogen. Hoe vreemd was liet toch, dat zij nu
weer hierboven in het slot zat, dat zij gedacht had nooit weêr te
zullen betreden! He tante had haar op een morgen met groot
geraas gewekt, en in de huiskamer vond zij Nelly, die doornat van
den dauw, bewusteloos op de sofa lag! Hoe was zij geschrikt!
"Uren waren verstreken, vóór men het arme kind weder tot bewust
zijn gebragt hadmaar vóór het zoover was gekomen, was de deur
der huiskamer in de ouderlijke woning opengedaan en had hij op
den drempel gestaan. Zij had een gil gegeven van ontsteltenis en
schrik, ja van schrik; want hij, die daar binnentrad met dien diep
smartelijken trek om den mond, de oogen zoo wezenloos op haar
gcrigt dat was de'vroegere Army niet meer, de vrolijke levens
lustige Army, met de trotsche, schoone. trekken.
„Is mijne zuster hier niet?" had hij gevraagd, en toen zijn blik
op haar viel, zooals zij daar bleek en bewusteloos nederlag, had
zijn gelaat eene uitdrukking gekregen van het diepste medelijden.
Wat er verder gebeurde? tante Marie en hij hadden zamen ge
fluisterd; Liesje had echter alleen de woorden verstaan: dat zijne
moeder zeer ziek was en hulp noodig had; Sanna was zoo onhandig
en grootmama klaagde over migraine; en nu Nelly ook nog, die
arme Nelly!
„Ik ga mede," had Liesje verklaard. En toen was zij met hem
zwijgend meegegaan. Geen woord had hij toen tot haar gesproken,
en geen enkel woord was tot nu toe over zijne lippen gekomen,
hoe dikwijls hij ook zacht de ziekenkamer binnentrad en het bed
gordijn opendeed, om zijne moeder te zien. En Liesje wist, waarom
hij zoo somber en stil was. De blinkende verlovingsring ontbrak
regten. De vergadering heeft plaats gehad en heeft geleid
tot het volgende resultaatAangezien geven als zeer ver
keerd werd beschouwd, is men tot het besluit gekomen op
te rigten een Vereeniging tot Werkverschaffing, en de eerste
zorgen enz., daarvan op te dragen aan een Commissie,
bestaande uit de heeren J. v. Putten; Alb. Dros; J. Weur
dinge; H. Bakker Wz. en S. C. Pieterse. Zij zal zich
waarschijnlijk dezer dagen wenden tot de gegoede ingeze
tenen, binnen en buiten Eijerland, om door, kan het zijn,
ruime giften een onderneming te helpen bevorderen, welke
eenigszins voorziet in den dagelijkschen nood, zonder even
wel het nietsdoen in de hand te werken."
„De eerstvolgende volkslezing, welke bestemd zal zijn ter
herdenking aan het heuchelijk feest onzer bevrijding van
het Fransche juk en welke daarom op Maandag den 17 dezer
gehouden zal worden, zal worden opgeluisterd en afgewis
seld door toepasselijke uitvoeringen van onze Zangvereeniging,
onder leiding van den heer J. Weurdinge. Als spreker
zal optreden de heer Pieterse."
Te Amsterdam zijn geruchten van aanrandingen op
de publieke straat aan de orde van den dag. Van welken
aard echter soms die „aanrandingen" zijn, blijkt uit eene
mededeeling van het Hbld. Aan een der politie-bureaux
was namelijk aangifte gedaan, dat in de Marnixstraat iemand
eene dienstbode onder de kin gestreken had!
Jl. Dingsdag werd voor de prodeo-kamer der Arron-
dissements-Regtbank te Amsterdam behandeld de aanvraag
van IC. Ris, om kosteloos te mogen procederen tegen de
Amsterdamsche Spaarbank, tot het doen benoemen van
scheidslieden door de Arrondissements-Regtbank, tot beslis
sing van het bekende tusschen partijen gerezen geschil.
Mr. P. Pet lichtte als procureur voor Ris het verzoek
toe, dat voor de Amsterdamsche Spaarbank door den
procureur mr. E. I. Asser werd ondersteund. Gemelde
lieer toch zeide o. a., dat hij niet zou onderzoeken of de
heer Ris soms in deze als strooman optrad, en of hij wel
onvermogend was. Ilij kon toch aannemen dat, zoo hij
soms vermogen gehad had, hij dat door strooibriefjes kan
hebben verloren. Spreker was van oordeel, dat de Amster
damsche Spaarbank een beter sociaal-democraat was dan
de heer Ris, daar zij zorgde, dat het geld van den werkman
in zijn handen bleef en niet naar de kroeg verhuisde.
Hij verzocht dat de Regtbank het verzoek zoo spoedig
mogelijk zou toestaan, opdat weldra het volle licht der
openbaarheid over deze zaak zou schijnen.
aan zijne Land, en de droombeelden der zieke .hadden haar de
ongelukkige zaak geheel duidelijk doen kennen. O, dat schoone,
valschc schepsel! Hoe haatle Liesje die trouwelooze! Wel had
Nelly gelijk gehad, toen zij beweerde: „zij heeft hem niet lief."
Maar h ij, och, kon zij hem maar iels vertroostends zeggen
Zacht werd de deur der ziekenkamer opengedaan en Nelly trad
binnen.
„Wat slaapt zij gerust!" fluisterde zij, een blik op de zieke
werpende, en ging op een bankje, aan de voeten harer vriendin
zitten. „God zij gedankt! De doctor oordeelt, dat het gevaar
voorbij is; ach, Liesje! wat ben ik gelukkig! Ik gevoel mij nu
ook weder sterk, en gij ?ult nu van nacht slapen, gij goedhartig
schepsel!"
„Neen, dat zult gij doen, Nelly. Geen tegenspraak!" antwoordde
Liesje beslist; de doctor wil er volstrekt niet van liooren, dat gij
waken zult. Gij slaat een doek om en gaat wat in de frissche
lucht; uw broeder zul n zeker gaarne vergezellen."
Nelly schudde treurig het hoofdje. „O ja, hij zal wel meegaan
maar Liesje, gij weet niet hoe akelig het is, zoo alléén met hem
te zijnHij loopt somber naast mij, en dan begint hij plotseling
als in vertwijfeling vrolijk te fluiten. Bij u ben ik het liefste.
Wanneer gij en uwe tante er niet waart, en uwe goede moeder
niet zoo voor ons gezorgd had, had het hierboven cr slecht uit
gezien."
„Maar, Nelly!" fluisterde blozend het jonge meisje en legde hare
hand op den mond harer vriendin
Terwijl de jonge meisjes zulke woorden in de ziekenkamer wis
selden, zat de oude barones peinzend boven in hare kamer.
„Eenmaal moet het toch zijn," sprak zij ten laatste halfluid, „ik
moet met hem spreken, wat er nu dan toch gedaan moet worden."
Zij stond op en belde. „Ik verzoek mijn kleinzoon hier te komen,"
beval zij Sanna kortaf en onvriendelijk, en ging weder zitten.
Door de roode gordijnen drong slechts een flaauw licht nnar
binnen, want buiten was de lucht betrokken en een scherpe
herfstwind begon met kracht de bladeren van de boomen te
schuddenin den haard flikkerde een houtvuur en verlichtte de
roode kussens en gordijnen; door dien weerschijn was het, alsof de
verschoten kleuren weder haar ouden gloed hadden verkregen;
somber staarde de barones in de spelende vlammen.
„Binnen!" riep zij, toen een haastig tikken op de deur ge
hoord werd.
„Ik wilde u juist om een kort onderhoud verzoeken, grootmama,"
begon Armv, binnentredende met eene buiging en achter den stoel
staan blijvende, die de oude hem met de hand aanwees. „Mama
wordt beter; ik moet vertrekken."
„Zoudt gij in dienst kunnen blijven?" vroeg de oude barones
onverschillig.
Hij zag somber voor zich. „Ik weet het niet," sprak hij
toen, „voorloopig hangt dit van de stemming mijner schuldeischers
af. Trouwens, zoodra het berigt van mijn verbroken engagement
wereldkundig is, zullen zij wel als een troep jagthonden op mij
afkomen; de zaak komt bij het regiment; de overste zal mij vragen
„betalen of niet?" Dan komt het slot. Het noodlot zal mij
achterhalen, evenals vóór mij reeds zoo menigen anderen."
De oude dame had even kalm naar hem geluisterd, alsof hij
over eene vrolijke partij sprak
Op liet Hulp-Telegraafkantoor aan de Rozengracht
te Amsterdam zal den 15 dezer de eerste vrouwelijke
beambte als klerk-telegrafiste in betrekking treden.
De Amsterdamsche politie heeft in den nacht tusschen
Dingsdag en Woensdag een zeer belangrijke aanhouding
verrigt. Drie inbrekers, de gebroeders Lavertu, heeft zij
in een perceel op de Keizersgracht bij de Westermarkt op
heeterdaad betrapt. Van 't voornemen der inbraak door
middel van 't uitsnijden van een paneeldeur, was de politie
in tijds verwittigd en een der commissarissen met een viertal
agenten bevond zich in buis om de inbrekers op te wachten.
Het comité van uitvoering voor de Noordelijke IJszee-
vaart beeft de plaatselijke comité's en allen, die in de
IJszeevaart belang stellen, uitgenoodigd tot bijwoning eener
vergadering op Zaturdag den 22 dezer, des namiddags te
2 uur, in bet Gebouw voor Kunsten en Wetenschappen te
's Gravenhage. Behalve een kort verslag van den laatsten
togt, en voorloopig verslag over den financiëelen toestand,
zal daar de vraag omtrent bet al of niet voortzetten der
togten beslist worden.
Bij liet dezen zomer te 's Gravenhage gehouden
scbietconcours door de officieren-vereeniging der dd. schutterij
werd naar men zich berinneren zal de majoor van
de Schiedamsche schutterij door een kogel in den arm
getroffen. Hij bleef geruimen tijd in bet gasthuis te
's Gravenhage, zonder dat bet nogthans gelukte den kogel
te verwijderen. Thans beeft te Schiedam een nieuwe operatie
plaats gehad, waarbij 't gelukt is den kogel uit de wonde
te balen.
De kapitein der schroefstoomboot „Concordia No. 7,"
komende jl. Maandag met vee van Arnhem naar Rotterdam,
is te Schoonhoven overboord gevallen en in de diepte ver
dwenen. Hij laat eene vrouw en 4 kinderen achter.
Uit de N. Rott. Crt. blijkt, dat bet ongeluk vermoedelijk
is veroorzaakt door bet opdringen van een der 81 aan boord
zijnde ossen. Schier wanhopige pogingen tot redding zijn
aangewend door den machinist der boot en den pachter van
bet veer A. Brantwijk te Schoonhoven, doch belaas te
vergeefs.
De leerlingen van den hoofdcursus van 't instructie-
bataillon te Kampen hebben den lsten luit. C. J. Vaillant,
bij zijn vertrek van Kampen naar 's Gravenhage, eenige
zeer schoone boekwerken ten geschenke gegeven als blijk
van hunne erkentelijkheid voor het van hem genoten
onderwijs.
„Hellwig moet rand schaffen," sprak zij op beslisten toon.
.„Hellwig? Ja, als hij geld kon maken! Hij heeft nog onlangs
de onmogelijkheid erkend, mij tweehonderd daalders te bezorgen;
eene som, die ik den wagenmaker op een bepaalden tijd moest
betalen. De man wilde geduld hebben, tot ik nu, tot ultimo
October," eindigde hij kortaf. „O, zij wilden allen wel wachten;
het had geen haast beware! Ik was immers de neef van tante
Slontheim en op het punt, hare nicht te huwen
„Hoeveel bedragen uwe gezamenlijke schulden?" vroeg zijne
grootmoeder.
Hij maakte eene afwijzende beweging met de baud. „Wat kan
dat schelen? Ze kunnen toch niet betaald worden!"
Eene lange stilte ontstond. Army beschouwde schijnbaar zeer
aandachtig een Italiaansch landschap in een vergulden lijst. Buiten
was de wind hevig opgestokenhij huilde in den schoorsteen en
joeg de vonken over het oude tapijt tot op het zwarte, wollen
kleed der oude dame.
„Army, er is slechts één middel, om u en ons te redden."
Hij keerde zich langzaam om cn zag haar vragend aan.
„Gij zoekt zoo spoedig mogelijk eene andere rijke partij."
„Wat bedoelt gij, grootmama?"
„Er zijn meisjes genoeg, rijke, knappe meisjes, die zich een man
koopen, zooals men dat noemt
„O, zoo, ik begrijp u," antwoordde hij losweg.
„Bedenk, Army! het betreft hier niet alleen uwe toekomst, het
geldt ons allen."
„Hebt gij mij nog iets anders mee te deelen?" vroeg hij opeen
toon, die verstommen deed. „Niets? Dan zult gij mij wel vergun
nen afscheid te nemen; ik wilde graag weten hoe het beneden
gaat." Hij boog zich en ging heen.
Bijna werktuigelijk rigtte hij zijne schreden naar de ziekenkamer.
In het voorvertrek bleef hij staan; het was, alsof hij daar binnen
hoorde fluisteren; toen ging hij naar het raam en drukte het voor
hoofd tegen de ruiten.
Hetgeen zijne grootmoeder hem zooeven gezegd had, was als een
bijtend vocht in de versehe wonde, hem toegebragt. De hevige
pijn dreef liera het bloed naar de wangen, voor zijne oogen zweefde
nog steeds een aanlokkelijk beeld, dat hem steeds vervolgde, al
deed hij ook duizendmaal zijn best het te verbannen; hij zag haar
steeds voor zich, zooals zij er uitzag op dien dag na de opening
van het testament, toen het zoo kalm en rustig geworden was in
de prachtige villa; alle bezoekers waren vertrokken, de overste was
iu eene andere kamer ingedommeld, en hij bevond zich alleen met
haar voor de eerste maal sedert langen tijd. Hoe schoon was
zij in dat donkere, met krip gegarneerde rouwgewaad, die gouden
vlechten, met zwarte strikken zaamgebondenZij lag peinzend in
haar stoel, terwijl hij tot haar sprak; hij sprak van zijne liefde,
van zijn verlangen haar te bezitten, van het zalig gevoel dat zijn
hart vervulde. Of zij wel naar hem geluisterd had? De blik, die
zij op hem vestigde, toen hij hare hand greep, was hem als kond
ijzer op het hart gevallen en had hem met een angstig voorgevoel
vervuld; in den loop van het gesprek was zij plotseling opgestaan
en achter het deurgordijn verdwenen; het prachtige, goudkleurige
haar zag hij nog even, toen het gordijn door den togt van de
opengaande deur omhoog waaide; toen was hij alléén met zijn
overvol, bedroefd hart. Zij had hem nooit bemind, liet zij hem