ii li V1SSCHEBSYAABTÜIG, PilMe Moops w 't Zand, H. VAN OS. HUIZEN en ERVEN, 400,000 Mark. Jsenthal Co. Mijn geëerden Begunstigers de ontvangst berigtende van verschillende GOEDEREN, geschikt tot SiNT-NI COLA AS-C AD EAU, houdt ik mij voor een ruim bezoek beleefdelijk aanbevolen. Schagerbrug, November 1879. HEDEN AVOND OPENBARE VERKOOPING VAN in MUSIS SACRUM. WERKPAARDEN, eenige TUIGEN, 10 KARREN PUBLIEKE VERKOOPING, KINDER-SPEELGOEDEREN. BLOEMKENS VAN 'T NOORDEN, HAMBURG. in de herberg van J. NOË, op DONDERDAG 4 DECEMBER 1879, 's middags 12 ure, van: meerendeels jonge en hetgeen verder te koop zal worden aangeboden. BAKKER SCHUT, Notaris. ten overstaan van den Notaris W. H. BRUIVO BOK, op ZATURDAG 6 DECEMBER a. s., 's avonds te 71 ure, in „DE ZEVEN PROVINCIËN," te OUDE SCI1ILD, van: EEN IN 1878 GEBOUWD zijnde een BLiAZüiiA van de grootste afmeting. Deze Schuit, in het bezit van een uitstekenden INVEN TARIS en IflATKRIEEIi VOOR DB VISSCHERIJ, is zoowel geschikt op de Noord- als op de Zuiderzee te visschen. De Schuit ligt van af heden ter bezigtiging in de haven van Texel, terwijl het Materieel in de schuur van den Heer W. HILLENIUS, te Oudeschild, te bezig- tigen is. Betaling, onder solide borgstelling, op 24 Junij 1880. op DINGSDAG 23 DECEMBER 1879, j voormiddags 11 ure, in de herberg van J.Jb. DEKKER, van: 1. Een" WOONHUIS en STALLING en verdere GETIMMERTE, aan 't Zand, gemeente Zijpe, Sectie H, Nos. 508 en 509, groot 0.04.20. Verhuurd in twee gedeelten voor 1.50 0.90 per week. 2. Een HUIS en ERVE, staande en gelegen als voren, kadaster Sectie H, No. 659, groot 0.03.30. Verhuurd voor 3.50 per week. Behoorende tot den faillieten boedel van D. KRUIT. Nadere informatiën geeft de Notaris BAKKER SCHUT, te Alkmaar. ONTVANGEN voor het aanstaande Sint- Nicolaasfeest eene prachtige collectie BCEREN- EN DAMES-CADEAUX, alsmede eene ruime keuze in Wed. VOORTHUIS. Heden verscheen en is bij eiken Boekhandelaar verkrijgbaar GEDICHTEN van W. METS TZ. (ERNST en SCHERTS). Prijs ingenaaid 1.25, gebonden in prachtband 1.65, Deze bundel Gedichten is op best papier gedrukt en in fraaijen band gebonden, zoodat wij ons mogen vleijen, dat dit boekje zich gunstig bij het a. s. feest zal presenteeren. De uitgevers BERKHOUT Co.., Zuidstraat, Nieuwcdiep. Kinkhoest en vermagering. Deze ligte kenteekenen, die zeer spoedig verergeren, kondigen een bedorven toestand van het ligchaam aan, die niet lang zal dralen met de tering teweeg te brengen, tenzij men niet dadelijk eenige geneesmiddelen aanwendt om die tegen te gaan. Iedere ontsteking der longen en verstopping der ademhalingsvaten zuilen verdreven worden door inwrijvingen met de zalf van Holloway rondom de borst, en alle onzuiverheden worden uit het bloed gedreven, door die zuiverende Pillen, die eene goede spijsvertering teweeg brengen, en op die wijze het ligchaamsgestel versterken en elk aan wezig en toekomstig gevaar voorkomen. Die krachtige middelen eischen hoegenaamd geeu ander vreemd geneesmiddel om den aanleg tot tering, en al de verstoppingen voortkomende uit het onzuivere bloed of eene of andere toevallige verzwakking van het zenuwgestel, en ieder andere ongesteldheid van het gestel te verdrijven. te winnen, als hoofdprijs in de Hamburgsche Geldloterij, gewettigd enl gewaarborgd van de Regering. Deze Geldloterij bevat in 'tl 1 geheel 49,000 prijzen, bedragende te zamen 8 Millioen 970,000 Mark len die in zeven trekkings-afdeelingeu worden uitgeloot. Del trekkingen volgen elkaar snel op. Ten einde alle bestellingen! -die ons toekomen, prompt te kunnen uitvoeren, verzoekenS wij om toezending der bestelling tot den 10 December a. s. Bop zijn laatst, op welken dag de trekking van ambtswegebegint. Zooals boven vernield bedraagt de hoofdprijs in't gelukkigst gcval| Speciaal zijn de prijzen als volgt gerangschikt1 Premiel Mark 250,000, 1 Prijs a Mark 150,000, 1 a 100,000,f I 1 a 60,000, 1 ii 50,000, 2 a 40,00«', 2 a 30,000, 5 125,000, 2 ii 20,000, 12 a 15,000, 1 a 12,000, 24 a 10,000," 15 a 8000, 2 ii 6000, 54 a 5000, 0 iv 4000, 65 a 3000,. |213 a 2U00 enz. enz. Tegen inzending van het bedrag inl Nederlandschc Munt billettcn of postzegels of nog makkelijker! per postwissel, verzenden wij de originaalloten, voorzien metI jhet Staatswapen, nu nog in tijds voor de eerste trekking enl wel tot volgende ambtelijk vastgestelde prijzenNCt. El. 3.60 Ivoor een heel originaallot, NCt. El. 1.80 voor een half! originaallot, NCt. cents 90 voor een vierde originaallot. Bijl _elk lot voegen wij het verlotingsplan gratis bij en dadelijk! lua elke trekking zenden wij aan ieder deelnemer de officiële I trekkingslijst. De prijzen worden door ons, onder toezigt der regering, dadelijk na dc trekking uitbetaald. Oiisb huis bestaat sinds ongeveer 100 jaar en is in geheel Neder-1 land bekend. Overeenkomstig met de officiële trckkingslijstenl hebben wij reeds beduidende prijzen m Nederland uitbetaald.r Ter vergemakkelijking voor onze Nederlandsche cliënten, hebben wij de maatregel genomen, de groote prijzen dadelijk |na de trekking in de beduidendste Nederlandsche CourantenI aan te kondigen, ook hebben wij op alle hoofdplaatsen inl Nederland relatiën met bankhuizen, zoodat dc gewonnen* I prijzen ten spoedigste ter woonplaats van den winner worden! uitbetaald. Indien bijzonders verlangd, seinen wij de gewonnen prijzen aan den belanghebbende. Wij danken het Nederlandsch publiek voor het ons totl nog toe geschenken vertrouwen en hopen hetzelve ook verder! Ite genieten, terwijl wij verzekeren, dat ook in toekomst alleI bestellingen op het zorgvuldigste zullen worden uitgevoerd. Men gelieve bestellingen direct alleenlijk aan ons te zenden I Geautoris. Hoofd - Loterij - Collecteurs. Hoe Anna Cnrolla beroemd werd. Doosjes PILLEN en Potjes ZALF. f 0.80, f 1.85, f3.-, f 6.75, f 13.50 en f 20.50. Ze worden verkocht bij de Apothekers. Voor den verkoop in het groot vervoege men zich bij en Professor HOLLOWAY, 533, Oxford-Street, Londen. Nabij het gebouw der Groote Opera te Weenen stonden eenige meisjes te praten, nu onder elkaar, dan weder met de beambten, die naar binnen gingen, doch keken daarbij scherp uit, of de directeur ook kwam opdagen. Eene der koorzangeressen, een jong en schoon Italiaansch meisje, die, digt in haar mantel gehuld, vlak bij de deur stond, zeide eensklaps „Wij moeten van avond ons best doen, want de Keizer komt.'' „Zoo? Hoe weet gij dat? Wie heeft u dat gezegd, Anna Carolla?" „Een van het orchest," antwoordde zij bedaard, „Carl Rosenfeldt; daar komt hij juist aan, met zijn viool.'' Een slanke, knappe jonge Hongaar naderde, in gezel schap van eenige andere leden van het Opera-orcliest. Hij bleef staan om de nieuwsgierige vragen der meisjes te beantwoorden. „Had hij gezegd, dat de Keizer 's avonds zou komen?" „Ja. De keizerlijke garde is juist voorbijgetrokken om bij den hoofdingang post te vatten. De zaal zal stamp vol zijn." Daarop ging hij naar binnen, doch bleef bij Anna Carolla een oogenblik staan en fluisterde, met een glimlach in zijne donkerblaauwe oogen, haar toe: „Anna, ik zal van avond dirigeeren; Stendgal is ziek.'- Zij legde hare hand in de zijne, met het liefelijke, vol komen vertrouwen van eene vrouw, die weet, dat zij wordt bemind. „Het spijt mij voor hem, doch voor u, Carl, moet het my verheugen." „Daar komen zij allebei!" riep een der meisjes buiten, vde directeur en de chef d'orchestre. Naar binnen!" De nieuwe dirigent verwijderde zich, het koorpersoneel ging naar binnen en ook Anna Carolla begaf zich naar dc kleedkamer. Zij trok haastig haar tooneelcostuum aan en ging toen stilletjes heen, om de menschen in de zaal te zien komen en vooral om de prachtige ouverture van „Oberon" in haar geheel te hooren. Alle plaatsen, van het parket tot de galerij, werden binnen korten tijd ingenomen. Het was een schitterend publiek. Terwijl de arme, eenzame choriste stond te kijken, vroeg zij zich af, of zij ooit eene goede gelegenheid zou vinden om haar dramatisch talent en hare prachtige stem te doen opmerken door iemand, die haar den voet in den stijgbeugel kon helpen; gebeurde dit niet, dan zou Carl's vader nooit zijne toestemming geven tot hun huwelijk. Het geheele publiek stond op toen de Keizer zijne loge binnentrad, prachtig gekleed, schitterend van kostbare I juweelen, die in duizend stralen vonkelden, terwijl hij met zijne gewone hoffelijkheid naar regts en links boog. Ver volgens begon het orchest de ouverture te spelen en bij de laatste maat ging het gordijn op. Gedurende de uitvoering met open oogen en ooren heen en weër loopende, bemerkte de directeur, dat de keizerlijke bezoeker een der heeren van zijn gevolg opmerkzaam maakte op iemand van het koor. Het was Anna Carolla, wier schoonheid zijn blik trof en wier volle stem zijn oor te midden en boven alle andere had onderscheiden. Het eerste bedrijf liep flink af en het tweede begon, doch het noodlot wilde, dat het dien avond niet zou wor den voleindigd. Op de helft van liet bedrijf werd de directeur, die tevreden en vergenoegd bedaard tusschen de coulissen stond, eensklaps bij den arm gegrepen, zag om en bespeurde Anna Carolla's aanminnig gelaat, vol uit drukking en vastberadenheid, bij zijn schouder. „Stil!" zeide zij, zeer bedaard en zachtjes, „roep niet, maar ga er voor zorgen, vóór het veld wint en ontdekt wordt. Er is brand in den schouwburg, ergens achter de kleedkamers. De troep kan zich door de tooneeldeur ver wijderen. Ga heen." ,/Maar, kind, wanneer er maar het geringste alarm wordt gemaakt, zie eens naar die zaalHet publiek dringt zich dood in zijn angst en haast om weg te komen." „Luister," sprak de Italiaansche, op denzelfden kalmen, koelen toon. „Laat den tooneelknecht bij den uitgang last geven, dat men iedereen bij het heengaan moet aanbevelen, zich spoedig te verwijderen. Ik zal zorgen, dat het publiek bedaard heengaat." „Zult gij dat doen?" „Ja. Daar is de knecht; stuur hem weg en laat de artisten heengaan. Ik zal voor mijne taak zorgen." De directeur gehoorzaamde blindelings aan den sterken wil en het vaste besluit van den krachtigen geest, gelijk in dringende gevallen gewoonlijk geschiedt, om het even in welke verhouding de positie der menschen onderling staat. Anna Carolla trad op liet tooneel, kwam voor het voet licht, stond een oogenblik met hare fiere, hooge gestalte en opgeheven hoofd onbevreesd liet publiek op te nemen, beantwoordde zelfs zonder schroom den verbaasden blik des Keizers en de niet minder verwonderde uitdrukking op het gelaat van haar minnaar in het orchest. Daarop sprak zij, met een niet luide, doch zilverlieldere stem, op een toon van koel gezag en met afgemeten uitdrukking: „Ik spreek op last van den directeur. Men lieeft heden avond zijne keizerlijke majesteit een kostbaren diamant ontstolen en de dief is in de zaal. Iedereen" en hare donkere oogen doorliepen het geheele publiek, van de galerij tot het parterre „moet zich terstond bedaard en ordelijk verwijderen; wie tracht achter te blijven, zal onmiddellijk in hechtenis worden genomen. Ook het orchest zal terstond heengaan." Terwijl zij sprak werd haar oor reeds pijnlijk getroffen door het warme gegons der vlammen aan de achterzijde, doch zonder ontroering trad zij achteruit, maakte eene diepe buiging voor den Keizer en het publiek, en het gordijn viel. De Keizer verliet onmiddellijk zijne loge en fluisterde den heer, wien hij te voren Anna Carolla had aangewezen, in het oor: „Daar steekt iets achter. Ik ben niet bestolen. Stuur kolonel Bergmann naar achter om den directeur aan ons rijtuig te bescheiden." Intusschen dunde de menigte schielijk en kwamen allen in orde en veilig buiteneerst bij de deur vernamen zij, dat het moedige en cordate meisje hen had gered van een schrikkelijk en dood door vuur of verstikking. De laatsten, die het gebouw verlieten, roken het vuur, hoorden het geknetter van vlammen en ijlden ontsteld weg om alarm te verspreiden. Doch het schrikkelijk geroep van brand kwam te laat om eenig onheil te stichten, en buiten het gebouw bewaarden de politie en de soldaten, onder de kalme bevelen van den Keizer zei ven, de orde. En hoewel de vlammen aanvankelijk zich uitbreidden, wist men, dank zij Anna's tijdige waarschuwing, door krachtige maatregelen het vuur meester te worden. In minder dan anderhalf uur was de brand volkomen gebluscht en werd het verminkte Opera-gebouw aan de bewaking der politie overgelaten. Toen eerst steeg de Keizer van het paard, dat hij had gebruikt, en keerde naar zijne plaats in het rijtuig terug. Plotseling bleef bij staan. „Bergmann! kijk, daar gaat dat Italiaansche meisje, aan den arm van den jongen man, die van avond zoo flink het orchest heeft geleid. Ga zien, wie en wat zij zijn." Kolonel Bergmann ging dit bevel uitvoeren en de Keizer reed weg. Den volgenden dag stond de geheele gebeurtenis in het orgaan der regering, met de bijvoeging natuurlijk van hoogerhand „geïnspireerd" dat het zijne keizerlijke majesteit had behaagd, inlichtingen te doen inwinnen om trent de jeugdige koorzangeres. Eenige dagen later ontving de oude heer Rosenfeldt de officiële mededeeling, dat zijn talentvolle zoon Carl en diens verloofde, Anna Carolla, onder bescherming stonden van den Keizer; dat Z. M. verlangde, dat ze spoedig trouwden, en zich belastte met de huwelijksgift der bruid. Ook de directeur der opera ontving door tusschenkomst van kolonel Bergmann eene dergelijke lastgeving: dat zijne vroegere choriste vooruit geholpen moest worden en bij de heropening der opera optreden als madame Carolla- Rosenfeldt. Weder vulde de élite der voorname wereld van Weenen de opera-zaal, om het debut der nieuwe zangeres, als Agatha in de „Freyschütz," bij te wonen. Bij haar optreden werd zij ontvangen met een furore, welke Carl Rosenfeldt teregt trotsch mogt maken op zijne schoone jonge vrouw en zoo haar dankbare blik en sierlijke buiging voor den vorstelijken beschermer waren bestemd, voor hem was de glimlach in de zachte donkere oogen, welke de zijne voor een oogenblik ontmoetten. Toen het gordijn viel, werd de nieuwe zangeres terug geroepen en door menige aanzienlijke hand met bouquetten vereerd. Uit de keizerlijke loge werd een ruiker geworpen, waarin een kostbare armband lag, in welks midden een diamant van zeldzame schoonheid en waarde fonkelde. „Die brand heeft ons uit den brand geholpen, Carl!" zeide de jonge vrouw, terwijl zij huiswaarts reden. „Neen, Anna, uw eigen moed en tegenwoordigheid van geest," antwoordde Carl Rosenfeldt. „Dat was een zeld zamer diamant, dan het keizerlijke geschenk." En hij had gelijk. Stoomsnelpersdruk van A. A. Bakker Cz., Nieuwediep.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche en Nieuwedieper Courant | 1879 | | pagina 4