HELDERSCHE EN NIEIIWEDIEPER COURANT Nieuws- en Advertentieblad voor Hollands Noorderkwartier. 1879. NU45. Woensdag 3 December. Jaargang37. „W ij huldigen het goede." Verschijnt Dingsdag, Donderdag en Zaturdag namiddag. Abonnementsprijs |>er kwartaalJ 1.30. B m franco per poat - 1.86. Uitgever A. A. BAKKER Cz. Bureau: MOLENPLEIN N°. 163. Prijs der Advrrtentièn: Van 14 regel» 60 Leut», elke regel meer 15 Cent». Groote letters of vignetten worden naar plaatsruimte berekend Eiken Donderdag vertrekt de mail naar Oost-Indië. Laatste ligting 's avonds 6 uur. De BURGEMEESTER van ANNA PAULOWNA maakt bekend, dat de Sluis WKST-EINDR aldaar, wegens VOORTDURENDE REPARATIE, in plaats van tot Woensdag 3 December, zal geslOtOll VkHjTrftn tot ZONDAG 7 DECEMBER 1879. Anna Paulowna, 30 November 1879. De Burgemeester, C. E. PERK. HELDER en NIEUWED1EP, 2 December. De heer Mijsberg, predikant te Purmerend, heeft bedankt voor het beroep naar de Hervormde gemeente alhier. Het beroep naar Kuilenburg is door hem aangenomen. De Sociëteit Mars gaf gisteren avond hare eerste Soiree in dit saizoen. Als gewoonlijk was het programma vol afwisseling: letterkundige voordragten, muziek en zang vormden achtereenvolgens een goed geheel. De president van deze Vereeniging, de heer A. Wonderiegem, opende de bijeenkomst met een woord van dank voor de voort durende medewerking van hen, die hunne talenten willen leenen om avonden als deze zoowel nuttig als aangenaam te doen doorbrengen, 't Is ons niet mogelijk van elk der 14 nommers van 't programma in 't bijzonder gewag te maken; alleen dit willen we verzekeren, dat de aandacht onverdeeld aan de verschillende werkzaamheden werd gewijd, en dat deze Vereeniging door de Soiree van gisteren avond haar goeden naam op nieuw heeft bevestigd. Ofschoon deze feestelijke zamenkomst bestemd was als feestelijke opening der werkzaamheden van dezen winter, werd tegelijk met haar een liefdadig doel beoogd. De zuivere opbrengst der entree van niet-leden is bestemd tot leniging van den nood eener weduwe met vijf kinderen. Als naar gewoonte werd deze Soiree met een bal besloten. Het bestuur was ditmaal in staat gesteld om ook dit deel der feestelijkheid door afwisseling te veraangenamen. Een valkenjagt en een tournooispel waaraan algemeen werd deel genomen, vielen blijkbaar zeer in den smaak; de uitreiking van een aantal prijzen bekroonde deze wedstrijden. Van een en ander strekte de opbrengst tot aanvulling van 't voordeel, dat deze Soiree voor 't aangewezen doel oplevert. Gisteren avond hield de heer W. Boomkamp, van Noordwijk, in het lokaal Tivoli, voor de leden der afdee- ling Helder van de Hollandsche Maatschappij van Land bouw, eene boeijende voordragt over het nut van land- en tuinbouw. Spreker wees op de groeiwijze der planten en betoogde het belang van den landbouwer en tuinier om den groei der planten door gepaste middelen te bevorderen. Zorgvuldige bearbeiding van den grond, bemesting, enz. !8) LIESJE VAN DEN LOMPENMOLEN. Naar het Hoogduitsch van W. Heimbürg. {Vervolg) „Gij zijt verbaasd, grootmama, dat is natuurlijk ik verwon derde mij nog van morgen vroeg, dat gij zelve niet op de gedachte gekomen waart; nu merk ik trouwens, dat gij aan niets minder kondt denken, dan aan een huwelijk tusscben mij en Liesje Erving." „Ik geloof, dat gij gek zijt, Army „Hoe dat zoo? Gij hebt mij zelve geraden, mij door eeu rijk huwelijk te redden, en zij heeft geld genoeg, de kleine; naar uwe meeuing heb ik niets anders noodig." „Daartoe geef ik nooit mijne toestemming," riep de oude dame buiten zichzelve; „hoe komt gij op zulk eene gedachte? Dut onuitstaanbare ding uwe vrouw? Het schreit ten hemel." „Ik zeide u immers, dat de proefneming mislukt is," stelde hij gerust, roet zijne vingers door zijn zwarten baard spelende. „Ik heb een korf gekregen, grootmama, een zeer verstaanbare korf; ik verzoek u nu echter niet meer over onverschilligheid te spreken." Uit zijne woorden sprak diepgekrenkte eigenwaarde. „Eeu korf?" vroeg zij verwonderd en ongeloovig; „een korf zegt gij, Army?" „Ja, zeker; mijnheer Erving verklaarde mij ten eerste, dat hij voor zijn kind een mun verlangde, die h.iar liefhad; hij wilde niet, dat zij als een lastige toegift bij haar geld beschouwd zou worden dat was duidelijk, niet waar? Ik kan het den man niet kwalijk nemen; ik gevoelde mij, toen ik voor hem stond, zoo verduiveld verachtelijk, als nog nooit in mijn leven." Zijne grootmoeder keerde hem schouderophalend den rug too. „Hoogdravende praatjes!" sprak zij. „Van de duizend huwelijken wordt er naauwelijks één uit een ander inzigt gesloten; ik ver wonder er mij echter over, dat die mijnheer mijnheer Erving u zulk een antwoord gaf; dat soort van menschen betaalt gaarne driemaal zooveel schulden als gij hebt, wanneer de dochter daar door mevrouw de barones wordt daar steekt vast nog iets anders achter." Z>j ging bij den haard zitten en poogde onver schillig in dc vlammen te zien. „Gij hebt volkomen gelijk, grootmama, er steekt nog iets anders achter. Ik beloofde den vader, Liesje in eere te houden, zooveel te doen om haar te beschermen en te verzorgen, als een man ver mag, en dat was geen leugen, maar mijn vaste voornemen." „Is het waar?" vroeg zij spottend. Hij werd bloedrood. „Waarlijk!" antwoordde hij. „Of denkt gij misschien, dat ik het meisje, hetwelk mij zoo vol vertrouwen hare hand schenkt, zou laten ge/oelen, dat het niet dc liefde was, die mij tot haar bragt? Eu bovenal, als zulk een opregt, kinderlijk, werden met helderheid besproken. Menige practische wenk gaf de spreker ten beste, waarmee zijn gehoor voordeel kan doen. Ook over vrnchtboomen en hun behandeling werd gesproken. Door voorbeelden toonde spreker aan, hoe menigmaal door minkundigen verkeerd wordt gehandeld en hoe door deze verkeerde handelingen den boom meer schade wordt berokkend dan zijn groei bevorderd. Met dank aan den spreker voor zijn leerrijke voordragt en met dank aan de opgekomen leden met hunne dames, sloot de president der afdeeling, de heer J. Schuijt, deze vergadering. In de vorige week is bij de uitgevers Berkhout en Comp. alhier in 't licht verschenen een dichtbundeltje, getiteldBloemkens van 't Noordenvan den heer VV. Mets Tz. Van den inhoud van 't werkje hebben we kennis genomen, en 't is ons een behoefte, onze lezers op dit bundeltje poëzij opmerkzaam te maken, 't Bevat aller liefste dichtstukjes, die zich gemakkelijk laten lezen en door hun goede strekking in 't hart des lezers weerklank vinden. Gaarne vestigen wij op deze uitgave de aandacht, en bevelen wij het boekske aan als een nuttig geschenk in dagen als de tegenwoordige, waarin zoo dikwijls gevraagd wordt: wat zullen we hem of haar geven? Dit verzekeren wo ieder, de kennismaking met deze verzameling dichtstukjes zal niet tegenvallen, maar integendeel 't verlangen opwekken om met meerdere verzen van den heer Mets kennis te maken. Twee redenen zijn er die de waarde van dit boekje ver- hoogen, vooreerst dc opdragt aan den heer D. Post, vroeger predikant te Oudeschild, thans te Hoorn en ten anderen de keurige uitvoering. Een en ander doet ons verwachten, dat bij den lagen prijs velen zich opgewekt zullen gevoelen, om deze //bloemkens" te plukken. Zr. Ms. stoomkanonneerboot Gier, onder bevel van den luitenant ter zee 1ste klasse G. J. Buijskes, is alhier aangekomen om gedurende dezen winter te dezer plaatse gestationeerd te blijven. De machinisten der 1ste kl. G. A. Dambrink en L. W. Weckesser en die der 2de kl. J. Dalmeijer zijn gisteren gedetacheerd bij de conservatie der reservescliepeu op 's Rijkswerf alhier. Door den kapitein waarnemend genie-kommandant in de 6de stelling alhier zal op Maandag den 15 dezer worden aanbesteedhet maken van een artillerie-loods op het plein van de Artillerie-kazerne (raming f 18,000). Voor de derde reis met de Willem Barendsz zijn noodig 14 a 15 duizend gulden. Het geschenk, door heeren burgemeesters van Noord holland aan den afgetreden commissaris des Konings, mr. H. H. baron Roëll, aangeboden, is een prachtige sigarenstandaard in den vorm eener cassette van noten- rein liart mij werd geschonken, als het hare?" „Ei, eiwaar heeft men zulk eene kennis van harten opgedaan „Gij vergeet, grootmama, dat wij te zamen zijn opgegroeid, en dat ik in den laatsten tijd dikwijls gelegenheid heb gehad, haar gade te slaan zij heeft van den herfst mama weken lang ver pleegd „Zijt gij misschien op de pleegzuster verliefd? Trouwens, de Duilschers vinden eene vrouw het bekoorlijkst in de zieken- of kinderkamer. Hoe het ook zij, het meisje was voor u een sterk contrast met Blanka." De jonge man fronsde het voorhoofd. „Ik bid u, grootmama, spreek daar niet over," zeide hij. „Het is volstrekt onnoodig hier vergelijkingen te maken; maar wij dwalen geheel af. Gij zeidet, daar stak iets bijzonders achter, dat Liesje's hand mij geweigerd werdwelnu, de reden gij neemt mij niet kwalijk, dat ik het ronduit zeg is gelegen in ervaringen, die men in den molen bij eene soortgelijke gelegenheid vroeger heeft opgedaan, bittere, harde ervaringen, die langen tijd rouw over het oude huis bragten; ik zal trouwens mijn best doen, die geschiedenis tot klaarheid te brengen." De jonge officier sprak de laatste woorden langzaam en duidelijk uit en zag daarbij zijne grootmama strak aan. Het kwam hem voor of zij eenigszius verbleekte, maar haar gelaat bleef onveranderd. „Om het even welke redenen den molenaar bewogen hebben uw aanzoek af te wijzen," was het scherpe antwoord, „zyne familie kroniek ken ik niet; iedere reden is mij welkom, want mijne toe stemming tot zulk een waanzinuig voornemen zou ik nimmer ge geven hebben." „Dan zoudt gij mij gedwongen hebben, zonder deze te huwen," sprak hij kalm. „Gij begrijpt, dat men met zoo iets niet speelt. Ik heb het meisje mijn woord gegeven, zij mij hare toestemming, en dat is voldoende, 't Zou een ander geval zijn, wanneer zij zelve mij geweigerd had. Ik ben echter overtuigd, dat ik hare hand verkregen had, zonder die treurige voorvallen van vroeger; de ouders willen hun kind niet laten gaan naar het huis, waar hunne oude vijandin troont dat zijt gij, grootmama!" „Ik!" De barones sprong driftig overeind. „Bespottelijk!" ver volgde zij en liet zich in haar stoel terugvallen. „Die menschen zijn mij steeds volkomen onverschillig geweest, tot op dezen dag Het bleef eeu oogenblik stil in het vertrekde oude dame slaakte een zucht van verlichting; de augstige trek, die onder de laatste woorden haars kleinzoons op haar gelaat zigtbaar was, ver dween en vriendelijk bijna smeekeud zag zij hem aan. „Ik wilde met u spreken, Army." begon zij ten laatste, „wij moeten zamen overleggenik heb den hertog geschreven en beu overtuigd, dat hij het geld zal zenden. Ik ben echter genoodzaakt, I een gedeelte er van voor mijzelve te behouden,-de rest is voor u boomenliout, sierlijk in zilver vervat, aan wier hoeken en boven op het deksel geoxydeerde zilveren beeldjes prijken. Aan de voorzijde is op een zilveren plaat de volgende inscriptie aangebragt: „Mr. II. II. baron Roëll, commis saris des Konings, provincie Noordholland, 18601879," en daarboven het familiewapen van den heer Roëll gegraveerd. Een fraai in rood marokko-leder gebonden album, be vattende de autographische namen der gevers, is bij het geschenk gevoegd. Het kunstwerk is vervaardigd in de gunstig bekende fabriek van de firma A. D. Verschuur, Damrak, Amsterdam, wier voortbrengselen reeds meermalen met den meesten lof zijn besproken en die ook hiermede weder veel eer inlegt. Men schrijft ons van Waal op Texel, dd. 28 November: „Dingsdag jl. trad de heer Muller van Oude Schild alhier in 't lokaal van den heer Duinker op tot het houden eener volksvoorlezing, die met aandacht en belangstelling gevolgd werd. Spreker had tot onderwerp zijner lezing gekozenHoofd, hart en handen, en gaf later nog eenige dichtstukken ten beste, waardoor het genot van dezen avond zeer werd verhoogd. De heer Keijzer dankte met een kort woord den spreker voor 't schoone, goede en nuttige, dat deze had doen hooren. Aan den heer Duinker komt dank toe voor zijn pogen om den ingezetenen van de Waal een nuttigen en genoegelijken avond te bezorgen." Burg, 30 November. //Vrijdag jl. trad in de afdeeling Texel van den Protestantenbond de heer Peaux, van Haarlem, als spreker op. Eene behoorlijk gevulde zaal bewees, dat men zich overtuigd hield, iets degelijks, iets schoons te zullen hooren. En waarlijk, die verwachting is niet teleurgesteld. Op bondige, kernachtige wijze, met sierlijke taal weerlegde de gevierde spreker de beschul diging tegen de modernen, door de tegenpartij ingebragt, dat zij niet kunnen meevieren het Kersfeest, 't Paaschfeest, dat zij 't gebed moeten nalaten. Spreker stelde in 't helderste licht, dat juist die feest vieringen bij de modernen eene hoogere en ernstiger beteekenis erlangen en dat zij de beschuldigingen, tegen haar ingebragt. op grond van een naauwkeurig onderzoek met beslistheid van de hand moeten wijzen. De spreker was, met een kleine pauze, waardoor zijn rede gesplitst werd, circa twee uur aan 't woord en toch wist hij zijn gehoor voortdurend te boeijen. De president, de heer Bakels, sloot met een toepasselijk woord de bijeenkomst en drukte daarbij den wensch uit, dat we den heer Peaux nog vaker voor ons mogen zien optreden, met welken wensch zich zeker allen, die hem hoorden, vereenigen." Oude Schild, 30 November. „Met genoegen vernemen wij, dat de rederijkerskamer „Burgerkring" te Hoorn op Zondag 21 December e. k. eene tooneelvoorstelling zal geven ten voordeele van de nagelaten weduwen en weezen te Texel, die door de zeeramp van 12 November jl. zoo ik wil hopen, dat het voldoende is om de meest brullende schuld- eischeis te voldoen. Maar wat dan? En in de eerste plaats, wat te doen, als de hulp tegen alle verwachting eens uitblijft?" „Ik geloof niet aan de bereidwilligheid des hertogs," sprak hij somber; „matr in het gunstigste geval, zal het nog slechts een druppel water zijn op een gloeyenden steen. Mij blijft niets over dan Amerika." Plotseling voelde hij eene hand op zijn schouder en zijne moeder boog zich over hem heen. „Army," vroeg zij angstig, „wat zegt gij? Wilt gij weg weg?" Hij schrikte en greep hare hand; hij wilde haar geruststellen, maar de ontstelde, roodgeweende oogeu zagen hem uitvorscheDÜ aan hij liet hare hand los en wendde zich af. „Comelie, gij weet, dat ik dat onhoorbare, plotselinge binnen treden niet. dulden kan," berispte de oude dame, maar hare schoon dochter hoorde het niet; haar hart stond bijna stil door dat ééne vreeselijke woord Amerika. „Almagtige God! is er dan niemand, die ons helpen kan? Army, ik sterl immers, als gij weggaat!" smeekte zij hem met gevouwen handen. Dat is het laatste, het zwaarste!" „Ween toch niet, maak u maar r.iet ongerust, mama!" sprak hij, zonder haar aan te zien; „ik, ik blijf „Neen, neen, ik weet wel, wat gij doen wilt; gij wilt weggaan, stil, zonder afscheid te nemenik zal eens op een morgen wakker worden en geen zoon meer hebbenArmy, kunt gij dat doenP Kunt gij weggaan, als gij weet, dat gij mij nimmer zult weerzien Bitter en hartverscheurend lijden sprak uit deze woorden. „Het zou immers niet voor altijd zijn," antwoordde hij aarze- leud„ik zou eenmaal weêr terugkomen; wij schryven elkander en Op eens voer de jonge man met de handen door zijn haar. „Mijn God!" riep hij, „ik bid u, mama, maak door uwe klagten de zaak niet nog zwaarder, dan zij reeds is; bedenk toch, ik heb eene massa schulden, dal is één feit; ik kan ze niet betalen dat is het tweede. Ik heb al het mogelijke beproefd, om een uitweg te vinden het was te vergeefs. Met Nieuwjaar komt de zaak tot eene uitbarsting; er zijn wisselschulden ouder; de vesting wacht mij ik kan niet meer dienen wat blijft mij auders over? Denkt gij, dat ik daarbij opgeruimd gestemd ben?" Hij verliet haastig het vertrek en wierp de deur dreunend achter zich digt. Een oogenblik aarzelde hij; hij verbeeldde zich een gil zijner moeder 1e hooren; toen haalde hij, verder gaande, eeu brief uit zijn uniform te voorschijn en opende hem: „Het is zoo; de dans begint," fluisterde hij, de regels doorvliegende; somber trad hij zijne kamer binnen en wierp zich in den stoel, die bij den haard stond. Dezen morgen had er voor hem nog een straal van hoop ge schenen Liesje; de woorden, die zij hem den vorigen avond

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche en Nieuwedieper Courant | 1879 | | pagina 1