HELDERSCIIE
EN NIEilWEllEPER (01 KAM.
Nieuws- ei Advertentieblad voor Hollands Noorderkwartier.
1879. N°. 154.
Jaargang37.
Woensdag 24 December
BEKENDMAKING.
„W ij huldigen
het goede."
Verschijnt Diugsdag, Donderdag en Zaturdag namiddag.
Abonnementsprijs per kwartaalJ 1.30.
9 w franco per post - 1.63.
Uitgever A. A. BAKKER Cz.
Bnrem: H O L E X P L E I Si K*. 103.
Prijs der Advertentièn: Van 14 regels 60 Cents,
elke regel meer 15 Cents.
Groote letters of vignetten worden naar plaatsruimte berekend.
Men wordt beleefd verzocht
Advertentiën, bestemd voor het
volgende nummer. Donderdag des morgens
vóór tien ure te doen bezorgen.
De VOORZITTER van den RAAD der gemeente HELDER
brengt ter openbare kennis, dat de Raad ecne BUITENGEWONE
ZITTING zal houden op WOENSDAG den 24 DECEMBER
aanstaande, des namiddags ten 2 ure.
Helder, den 22 December 1879.
De Voorzitter voornoemd,
STAKMAN BOSSE.
punten ter behandeling:
Aangelegenheden, school van den Heer Hissink.
HELDER en NIEUWED1EP, 23 December.
Een der beide predikants-vacaturen bij de Hervormde
gemeente alhier is vervuld door de beroeping van den heer
Bacli, predikant te Lutkewierum. Jl. Zondag aanvaardde
de nieuwe leeraar zijn dienstwerk, na vooraf bij de gemeente
te zijn ingeleid door zijn ambtgenoot, den heer Bron. De
bevestiger, die daartoe in de voormiddag-godsdienstoefening
in de NVesterkerk optrad, had tot tekst Mattheus XIII
vs 39, bevattende de gelijkenis van den zaaijer. Hij
schetste de wederzijdsche verpligtingei van leeraar en
gemeente: van den leeraar, waar hij werkzaam moet zijn
om het zaad des geloofs, van godsvrucht en deugd te
strooijen in de harten der hem toevertrouwde gemeente,
al doet hij ook de ervaring op, dat het arbeidsveld ter
dezer plaatse van zeer grooten omvang is; van de
gemeente, waar zij hare belangstelling in de werkzaamheid
des leeraars moet betoonen, opdat liet werk niet al zuch
tende worde volbragt. De bevestiger wees er op, dat wel
de geest des tijds ook in deze gemeente is doorgedrongen,
doch dat er ook nog veel goeds wordt gevonden en er
voor den leeraar in de volvoering zijner taak wel steun te
vinden is. Nadat door den nieuwen leeraar de voorge
schreven verklaring was afgelegd, werd liem door de
gemeente toegezongen de bede, vervat in Gezang XCI vs 3.
's Avonds trad de heer Bacli voor eene talrijke schare
in de Nieuwe Kerk op. Tot tekst werd door liem gekozen
2 Cor. V vers 20: „Zoo zijn wij dan gezanten van Christus
2)
SEPHORA LEEMANS.
Vrij naar het Fransch van ALPHONSE DAUDET.
(Vervolg.)
Reeds begon de avond te vallen, een mistige, gure avond. De
koning, anders zoo gevoelig voor de koude, bemerkte er niets
van, zond zijn rijtuig weg en begaf zich te voet naar de Groote
Club langs de breede straten, die van de Madeleine naar de
Place Vendóme loopen; zóó opgewonden, zóó in de wolken, dat
hij overluid in zichzelven sprak, terwijl zijne dunne haren over
zijne oogen hingen, waarvoor sterretjes schenen te dansen. Ieder
ontmoet wel eens op straat van die uitgelaten blijgeestigen, met
zwevenden tred en opgeheven hoofd; het is of ze een lichtend
spoor van geluk op hun weg achterlaten. Christiaan kwam in
diezelfde opgeruimde stemming in zijn Club, waar men juist de
lampen gereed zette. Op den divan in het groote salon liet zich,
toen de koning binnentrad, een langgerekt gegeeuw hooren,
terwijl een doffe stem hem vragend toeriep:
„Een pretje van avond?...."
Christiaan betuigde luidkeels zijne vreugde.
„Wel, prins, ik kwam juist naar u zoeken!"
Want prins d'Axel, in de wandeling Kippenstaart geheeten
(zooals Christiaan den bijnaam van „Rigolo" droeg, omdat dit
zijn onvermijdelijk stopwoord was), kende Parijs van top tot
teen, wist al de geheimen der groote stad, en zou hem onge
twijfeld de inlichtingen kunnen geven, waarnaar hij zoo vurig
verlangde. Christiaan vroeg terstond kaarten, het eenige middel
om in een loomen en tragen geest als die van den prins leven
te wekken.
„En die Tom Levis is nog getrouwd ook?" vroeg Christi
aan II schijnbaar ter loops, terwijl hij de kaarten schudde. De
ander staarde hem half wezenloos aan met zijn matte oogen,
waarom breede roode kringen liepen.
„Wiet ge 't niet?"
„Neen.... Wat slag van vrouw is dat?"
„Scpbora Leemans.... een beroemdheid...."
De koning ontroerde op dien naam van Sephora:
„Dus ecne Jodin?"
„V erraocdelijk...
Er ontstond een oogenblik stilte. En werkelijk moest de
indruk, door Sephora achtergelaten, wel diep en blijvend zijn,
om te zegepralen over de veroordeelen, die de Slavische vorst
van kindsbeen af in zich had opgenomen. Hy ging voort met
vragen. Ongelukkig echter verloor de prins, en met hart en
ziel in zijn spel verdiept, gromde hij in zijn langen, blonden baard
„O, welk een stommerik ben ik.... Welk een stommerik
Onmogelijk om verder een enkel woord uit hem te krijgen.
„Kijkdaar hebben we Wattelet... Kom eens hier, Watte-
let..." sprak de koning tot een lang jongrnensch, die juist op
dat oogenblik binnenkwam, springend en huppelend als een
jonge hond.
Die Wattelet, de schilder van de Groote Club en van heel de
Parijsche high-life, iemand die nog al tamelijk het leven genoot,
was het sprekend type van den modernen „artiste," zoo droevig
xoege, alsof God door ons bade; wij bidden van Christus
wege: laat u met God verzoenenNadat de leeraar had
gewezen op de door hem gevoelde bezwaren bij de aan
vaarding van zijn dienstwerk in deze gemeente, sprak hij
over 't doel der prediking, dat moet heenleiden tot ver
zoening met God, maar ook met zichzelven, met de mede-
mensclien en de maatschappij. Nadat spreker had doen
uitkomen, hoe die verzoening met God niet moest, niet
kon zijn, wees hij er op, hoe noodig 't is verzoend te zijn,
vrede te hebben met God, met zichzelven, met onze
omgeving. Dit toch sluit in, te gelooven, dat geen noodlot,
geen toeval bestuurt en regelt, dat de toestanden en om
standigheden die er bestaan en plaats grijpen geen gevolgen
zonder oorzaken zijn. Bij zooveel onverzoenlijks als er
nog steeds is op te merken, is de arbeid des predikers
om verzoening te bevorderen nog verre van overbodig
te achten.
Aan het slot zijner rede betuigde de leeraar dank aan
den bevestiger, den heer Bron. De godsdienstoefening
eindigde met het zingen van Gezang XCVI.
Gaarne voldoen wij aan een ons gedaan verzoek dooi
de aandacht te vestigen op achterstaande annonce, waar
bij eene openbare zanguitvoering door de Vereeniging
„Vooruitgang" wordt aangekondigd. Het liefdadig doel,
dut met dit concert wordt beoogd, maakt, dunkt ons, alle
verdere aanbeveling overbodig. De bedoelde uitvoering
heeft plaats in de Westerkerk op a. s. Vrijdag avond.
Een zestal godsdienstige liederen zal op a. s. Donderdag
avond in de Nieuwekerk ten gehoore worden gebragt door
de leerlingen van de Zondagschool der Hervormde gemeente
alhier. Toespraken zullen gehouden worden door de heeren
G. E. Bron en J. Rinner.
Dat men het nuttige met het aangename kan ver
eenigen bleek ook jl. Zondag op het ijs. Terwijl namelijk
een echtpaar lustig aan het ijsvermaak deelnam, bemerkte
men, dat een passerend meisje zich, met het oog op het
echte winterweer, gehuld had in den marter-bonten boa,
die voor veertien dagen uit den winkel van bewust echtpaar
was verdwenen zonder betaling. Zij herkenden het dametje
en het was een oogenblik werk der politie van een en
ander kennis te geven, aan wie liet gelukte de verdachte
tot bekentenis te brengen, dat zij de boa had medegenomen
op een oogenblik, dat men dit niet bemerkte.
Op Zondag a. s. kunnen wij een maan-eclips ver
wachten. De maan komt dien avond te 3 uur 51 minuten
vervreemd van de heerlijke traditie uit de dagen van 1830. Bij
zekere gelegenheid in de Club verschenen om de eetzaal te
decoreeren, had hij zich zoo aangenaam, zoo onmisbaar bij de
heeren weten te maken, dat zij hem voor goed aan zich ver
bonden hadden als de ontwerper van al de feesten en partijen,
die het eentonig leven der heeren wat opvroolijkten. Het was
altijd: „Mijn beste Wattelet... mijn brave Wattelet...." Men kon
het niet meer buiten hem stellen.
Bij het eerste woord, dat de koning van zijne ontdekking
repte, begon Wattelet te lachen.
„Wel, Monseigneur, dat is niemand anders dan de kleine
Sephora...."
„Kent ge haar?"
„Door en door."
„Laat dan eens hooren?"...
En terwijl de beide groote heeren hunne partij voortzetten,
strekte Wattelet, niet weinig in zijn schik over deze intimc
conferentie, zich op een fauteuil bij den haard uit, en begon
daarop te biechten wat hij wist:
„Sephora Leemans, geboren te Parijs in het jaar onzes Heeren
achttien-honderd-vijf-, zes- of zcvcn-en-vecrtig.... ten huize van
een rariteitenkoopman in de rue Eginhard, ergens in het Maraïs...,
een klein, nauw, smerig straatje, in het hartje van het Joden-
kwartier.... Bij gelegenheid moet Uwe Majesteit uw koetsier eens
last geven die buurten door te rijden... liet is een wonderlijk
hoekje van Parijs... De oude Leemans zelf is echter geen Jood.
Hij is een Belg, uit Gend, goed katholiek, eu al heet de kleine
nu ook Sephora, het is geen volbloed Jodin; zij heeft wel de
tint en de oogen, maar niet den echten neus; integendeel, een
allerliefst lijnrecht neusje. Ik heb indertijd het portret van den
oude nog geschilderd en ben zoo in kennis met de familie ge
komen. Hij hield er toen twee winkels op na; een in de me
Eginhard, voor de ware liefhebbers, de wezenlijke oudheidken
ners de andere meer voor het groote publiek, midden in de ruc
de la Paix. Sephora was destijds vijftien jaar oud en hare
kinderlijke en kalme schoonheid maakte een eigenaardigen indruk
te midden van al die oude zaken. En zoo verstandig, zoo gevat
om de lui iets aan te praten! O, er kwamen liefhebbers in den
winkel alleen om het genot te smaken hare vingers aan te raken,
langs haar golvende zijden luiren te strijken, onder den schijn
van een voorwerp in hare handen te bezien. De moeder liet
zich weinig met de gedragingen harer dochter in... En zij had
gelijk ook! Sephora was een degelijke meid, die met geen goud
een stroobreed van den rechten weg was af te krijgen."
„Toch niet?" zei de koning, blijkbaar verrukt.
„Uwe Majesteit oordeele. Moeder Leemans sliep in het magazijn
me de la Paix, en eiken avond tegen tien uur keerde liet meisje
naar den raritcitenwinkcl temg, om den ouden man niet alleen
te laten. Welnu, datzelfde aanbiddelijke schepseltje, wier schoon
heid beroemd was, die in de kranten opgehemeld werd, die, als
ze maar even ja had willen knikken, al de schatten van Assclic-
poetser uit den grond had knnnen doen oprijzen, wachtte
avond aan avond trouw de omnibus van de Madeleine af en
begaf zich regelrecht huiswaarts onder het vaderlijk dak. 's Mor
geus, als de omnibussen nog zoo vroeg niet reden, stapte zij mit
op. De zon gaat 3 minuten later onder. De verduistering
bereikt haar „grootste hoogte" om 4 uur 50 min. Om 5
uur 39 min. treedt de maan uit de kernschaduw der aarde
zij verlaat de bijschaduw om 7 uur 24 minuten.
De heer Th. van Berkum, predikant te Kolhorn, is
beroepen bij toezegging, te Lutkewierum in Friesland.
Bedankt voor het beroep naar de Herv. gemeente te
Amsterdam door ds. Felix, predikant te Utrecht; naar de
Doopsgezinde gemeente te Hoorn op Texel door den heer
J. de Stoppelaar, proponent.
Tot lid van den Gemeenteraad te Avenhorn is
gekozen de heer C. Wijdenes Spaans.
Ter vervanging is tot zetter van 's Rijks directe
belastingen te Schermerhorn benoemd de heer K. Dekker.
Men schrijft ons uit Callantsoog, dd. 22 dezer:
„Gisteren werd alhier op het Zwanenwater eene hard
rijderij op schaatsen gehouden. Verschillende prijzen waren
daartoe beschikbaar gesteld door den heer Previnaire, van
Haarlem, eigenaar der heerlijkheid Callantsoog. Naar
wij vernemen zal a. s. Vrijdag, „ijs en weder dienende,"
op dezelfde plaats weder eene hardrijderij plaats hebben
en wel voor behoeftigen uit deze gemeente. De prijzen
zullen alsdan bestaan in verschil lende eetwaren, enz. en
zullen weder door genoemden heer worden verstrekt.
Zijn voorbeeld vinde navolging, want ook in onze
gemeente is de behoefre groot."
Jl. Vrijdag avond is te Sijbekarspel een huis, bewoond
door drie gezinnen, een prooi der vlammen geworden. Veel
van de inboedels is verbrand.
Het kerkbestuur der Hervormde gemeente te Oostwoud
(gem. Midwoud) heeft besloten een rijweg aan te leggen
van Oostwoud naar Hauwert, te bekostigen uit de rijke
kerkefondsen. Daardoor zal de afstand van p. m. één uur
tusschen genoemde plaatsen bekort worden tot ongeveer
één kwartier. Overtuigd van het nut van dezen maatregel
heeft het bestuur van 't Ambacht „de vier Noorderkoggen"
toezegging gedaan om den weg, zoodra die is aangelegd,
over te nemen en met grint of als straatweg hard te maken
en voorts te onderhouden, gelijk dit met alle wegen in de
Kogge het geval is.
Als eene bijzonderheid wordt medegedeeld, dat den
17 dezer, in publieke veiling, voor den notaris M. E.
Booij, te Purmerend, is verkocht een huis met 6 hectaren
55 aren 20 centiaren middelmatig weiland, te Middelie en
Warder, voor de aanzienlijke som van f 19,623, buiten
frisschen moed weer naar het magazijn. Eu onder al de meisjes
die op dat uur tegelijk met haar zich naar de winkels en ateliers
begaven, meestal op de hielen gevolgd door den een of anderen
aanbidder, was er geen die ook maar in haar schaduw kon staan
Avat betreft...."
„Hoe laat is het? Zouden avc ook opstappen?" bromde de
kroonprins.
Maar Christiaan werd ongeduldig:
„Laat hem toch uitspreken!.... En toen?"
„Toen, Monseigneur, ontvlamde meer en meer mijn hartstocht
voor de schoone Sephora en het schilderen van dat portret was
alleen een middel om mij toegang tot haar huis te verschaften.
Het gelukte mij. Zondags had men er „gezellige avondjes" met
vreemden en collega's uit den omtrek, Avaarbij ik meê genoodigd
Avas. Een aardig gezelschap! Ik legde het echter altijd zoo aan,
dat ik naast Sephora kAvam te zitten, oA*ergclukkig reeds als ik
toevallig onder tafel tegen haar knie stootte, terAvijl zij mij aan
zag met een zekeren hemelsclien, kuischcn blik, die mij vaster
dan ooit deed gelooven aan de onnoozelhcid, de reinheid der
ongeveinsde deugd.... Maar op zekeren dag in de rue Eginhard
komende, vind ik den heclen rariteitenwinkel ondersteboven; de
moeder bitter schreiende, de vader, razend van Avoede, een oud
musket zAvaaiend Avaarmede hij den hersenpan bedreigde van den
laaghartigen roover.... De kleine meid Avas er van door gegaan
met zekeren baron Snla, een der rijkste klanten van den ouden
Leemans, die, zooals ik later merkte, even goed met zijn dochter
als een rariteit had gepronkt als met de een of andere groote
antiquiteit.... Een jaar of tAvec, drie, verschool Sephora haar
geluk, haar liefde, met dien zeventigjarige, in ZAvitscrland, in
Schotland, aan de oevers der blauwe meren. Eindelijk hoor ik
op een goeden morgen dat zij weerom is en een „family-hotel"
houdt aan het eind van de rue d'Antin. Ik er heen. Ik vind
mijn altijd aanbiddelijke en kalme „eerste liefde" aan het hoofd
van een zonderling soort table-d'hfltp, omringd door Brasilianen,
Engelschen en cocottes. De eene helft Avas nog goed en Avel
aan de salade, toen de andere helft reeds het tafellaken weg
schoof om een partijtje te kaarten. Daar kAA-am zij in ke*nnis met
J. Tom Levis, lang geen knappe-jongen, ook lang niet jong meer,
en zonder een cent op zak. Hoe heeft hij haar Aveten te begoochelen?
MysterieZooveel is zeker, dat zij haar zaak voor hem verkocht,
hem trouwde, en hem zijn „Agentschap" hielp opzetten, dat in
het eerst veel opgang maakte en prachtig Avas ingericht, maar
nu erg in zijn nadagen is, zóó erg, dat Sephora, die men anders
nooit te zien kreeg, die als een kluizenaarster leefde in de pot
sierlijke villa welke Tom Levis heeft laten zetten, een paar
maanden geleden op nieuw voor het publick is opgetreden in de
gedaante van een allcrl>ekoorlijkste ïjoekhoudster... Te deksel!
dat heeft geholpen. De bloem der clubs begint naar het Agent?
schap in de rue Royale te stroomen. Zij fladderen om het bureau
van de schoone kassierster heen als vroeger in het magazijn van
oudheden of lnngs de kamers van het „family". Ik voor mij heb
er genoeg van. Ronduit gezegd, die vrouw maakt mij bang.
Sedert zestien jaar altijd dezelfdegeen plooitje, geen rimpeltje
met. haar lange, neergeslagen Avimpers, waarvan de omgebogen
punt zich als een Avcerhaak in uw hart slaat; met haar altijd