binnen te gaan om ontspanning te zoeken nk den arbeid, j
Doch in de danshuizen en kroegen voelen ook de diepst
gezonkenen zich niet veilig en geborgen."
Met dankbaarheid en voldoening zag men velen de deur
van het schoolgebouw binnenkomen, sommigen zelfs terug-
keeren, uit allerlei buurten, van allerlei werkplaatsen in
onze stad; eene menigte van oudere en jongere meisjes, i
verwaarloosd en verwilderd. Als een „aanwinst" wordt j
het vermeld, dat de meest verwaarloosden van allen, de j
zoo beruchte koffieverleesters, ook op de schoolbanken
een plaats kwamen innemen, wat groote reden tot blijd
schap gaf, als een reeds lang begeerde zaak. De koffie-
verlezerijen, die steeds in aantal toenemen en velen tot
zich trekken, zijn maar al te dikwijls kweekplaatsen van
zonde en bederf.
„De koffieverleester," zegt het verslag dan ook," is
veelal het laagste en ruwste schepsel, dat men zich denken
kan. En een bezoek op zulk een koffieverlezerij geeft een
droevigen indruk van het leven, 't welk daar geleid wordt.
In den regel worden de vrouwen en meisjes bij getallen
van 30 tot 60 op zolders of in schuren te zamen gebracht.
Bij het binnentreden hoort men reeds van verre de krïj-
schende stemmen, het zingen, vloeken, spotten en kijven
van haar, die, aan lange tafels gezeten, bezig zijn met
de koffieboonen uit te zoeken. De onkiesche gesprekken,
die haar den tijd doen korten, bederven de jongere en
betere gemoederen, daar onder de woeste schare ook
kinderen van 12 en 13 jaar worden gevonden. Meer
malen werd ons door opzichters van koffieverlezerijen
gezegd, „dat er met dit ongebonden volk niets te beginnen
is, daar zij zich zoo vrij en onafhankelijk gevoelen, en bij
de eerste aanmerking naar een andere werkplaats ver
trekken, zonder groet of wederwoord."
Wat den arbeid onder deze meisjes en onder de andere
fabriekarbeidsters tegenhoudt en belemmert, is het soms
weken achtereen aanhoudend overwerken op de werk
plaatsen. Een groote zegen is voorzeker het werken voor
die meisjes, omdat te veel vrije tijd allicht nadeelig
zou zijn; maar tusschen werken en ovonnatigen arbeid
ligt een groot en bedenkelijk verschil. Het verslag wijst
op werkplaatsen hier ter stede, waar weken achtereen van
des morgens 7 of 8 uur af tot des avonds 11 en 12 uur
gewerkt wordt, met schafttijden van een kwartier of een
half uur. Op sommige dier fabrieken wordt de arbeid staande
verricht door kinderen van 12,14 of 16 jaar. Alle krachten
van ziel en lichaam worden hierdoor verteerd, en met smart
zien wij menigmaal na zulk aanhoudend werken de bleeke,
ingevallen wangen, de matte, geestelooze uitdrukking
op het gelaat dergenen, die tot ons terugkeeren met
de klacht: „Wij zijn achteruitgegaan en hebben zoo
veel vergeten." En helaasdat in den laatsten tijd het
Zondagswerken tot in den namiddag meer en meer
in gebruik komt, zoodat voor velen nauwelijks éénige rust
meer overblijft! Wie zich zulk een leven indenkt, moet
medelijden hebben met haar, die werken, en met de ouders,
die, door nood en armoede gedreven, hunne kinderen
moeten laten verwoesten. En zedelijk worden zij gedwongen
tot dit lange en late werken, want wie zich daaraan ont
trekt, wordt als onbruikbaar weggezonden."
„Wat tegen dien overmatigen arbeid te doen is, valt
niet aan ons om te beslissen," zegt de directie, „doch zeker
doet dit euvel verlangend uitzien naar eene wettelijke
regeling der werkuren, althans voor minderjarigen. Het is
ons onmogelijk hierover te zwijgen! In onze school en
daarbuiten zien wij te veel de droevige gevolgen, dan dat
wij niet met alle kracht onze stem zouden verheffen tegen
een stand van zaken, die minderjarigen soms weken lang,
dwingt om 15 of 17 uren daags te werken, bij slechte
voeding en volkomen onkunde."
Het zou mij genoegen doen, als een zoo ernstige en
gegronde klacht over de schandelijke exploitatie dezer
fabrieksslavinnen in wijder king doordrong, en eindelijk
gehoor vond ter plaatse waar zulks behoort. Of moet er
nog meer koren naar den socialistisclien molen worden
gereden Amstelaar.
Binnenland.
Het jaar 1883 is voor de zeevarenden bijzonder
ongelukkig geweest en het getal verloren schepen en
menschenlevens overtreft dat van het ongeluksjaar 1882
nog verre. Het aantal aangegeven schipbreuken bedroeg
20Ó0, waarvan alleen 522 op de kusten van Groot-Brittanje.
Vooral het getal aanvaringen was zeer groot en beliep
meer dan 150, waarvan bijna 100 op de Britsche kusten.
Het getal verloren menschenlevens wordt op 4200 geschat.
Het grootste ongeluk was de schipbreuk der Cimbria,
waarbij meer dan 500 menschen omkwamen.
Uit het jaarverslag der Engelsche Reddingsmaatschappij,
die uitsluitend door vrijwillige bijdragen in het leven wordt
gehouden, blijkt, dat zij in 1883 op de gevaarlijkste kusten
274 reddingsbooten gestationeerd had. De wakkere lieden,
die deze booten meestal vrijwillig en gratis bedienen en
die meest tot de ai-me visschersklassen behooren, hebben in
het afgeloopen jaar niet minder dan 956 menschen van een
wissen dood gered en wisten daarenboven 30 schepen, die
den ondergang nabij waren, in veilige haven te brengen.
Het muziekkorps van het 2de reg. vesting-artillerie
heeft met 31 December jl. opgehouden te bestaan. De
muzikanten zijn verdeeld over de verschillende regimenten
artillerie. Men noemt den kapelmeester Keerweer van
genoemd korps, als opvolger van den kapelmeester Bernhardt
alhier. Amst. Crt.
Onlangs is door den heer H. F. Best eervol ontslag
gevraagd uit zijne betrekking van commies ter provinciale
griffie van Noordholland, te Haarlem, met ingang van
1 dezer. Dit eervol ontslag werd hem, bij besluit van
Gedeputeerde Staten van 19 December 1883, verleend,
onder dankbetuiging voor de vele goede diensten, door
hem gedurende bijna vijftig jaren aan de provincie bewezen.
Sedert April 1834 aan de provinciale griffie in onder
scheidene bureaux, laatstelijk als chef der algemeene
secretarie, werkzaam, zullen velen in de provincie den
ijverigen, altijd voorkomenden man kennen. Hoewel nog
altijd krachtig en vlug, mag echter de rust, die hij zal
genieten, na een bijna vijftigjarig ambtelijk leven, zeker
niet o verdiend lieeten. Dat hij niet alleen bij zijne collega's
ter griffie, maar ook bij den heer Commissaris des Ivonings,
de leden van Gedeputeerde Staten en den griffier der
Staten om zijne vele verdiensten, zijne voorkomendheid en
werkzaamheid geacht en bemind was, getuigt de omstandig
heid, dat hem in de jl. Woensdag gehouden vergadering
van Gedeputeerde Staten nogmaals bij monde van den
Commissaris des Konings de dank van dat collegie werd
betuigd, terwijl hem als een stoffelijk blijk van erkente
lijkheid en als aandenken een prachtig remontoir-hologe
met eene toepasselijke inscriptie cadeau werd gedaan. Dat
de heer Best nog lang zijne welverdiende rust moge ge
nieten, is zeker de wensch van allen, die den waardigen
man kennen. Ilaarl. Crt.
Van de officieren van het leger hier te lande werden
in het afgeloopen jaar 43 gepensioneerd, 7 eervol ontslagen,
8 overgeplaatst bij het leger in Nederl.-Indië en over
leden 18.
Van het leger in Oost-Indië werden, voor zoover bekend
is, 3 officieren eervol ontslagen, 70 gepensioneerd, 25 over
leden en 3 overgeplaatst bij het leger in Nederland. In
West-Indië werden 2 officieren gepensioneerd en overleed 1.
Naar de Amsterd. Crt. verneemt hebben de gerucht
makende lieden Van den Dolder en J. Kooymans met
echtgenoote (men denke aan de bekende advertentie in
sommige provinciale bladen, onderteekend C. Westerveld)
reeds besloten hun verblijf op de eerste verdieping van
perceel 159 in de Czaar Peterstraat te Amsterdam te
verlaten.
Men zegt, dat zij voornemens zijn, zich naar Utrecht te
begeven.
Niettegenstaande de spoedig gevolgde waarschuwing tegen
hen, zijn op de geplaatste advertentiën kleine sommen
ontvangen.
De Spaarne-bode van 30 December 11. bevat het
volgende ingezonden stuk aan de „Vrouwen van Nederland:"
„Het nieuwe jaar is in aantocht, dat ons rekeningen
brengen zal. Zullen wij onzen plicht doen en die zoo
spoedig mogelijk betalen? O, laat ons toch degenen niet
laten wachten, die recht op ons geld hebbenIk kan niet
begrijpen, hoe men een hoed op 't hoofd wil hebben, die
niet betaald is, en dus aan een ander toebehoort. Hoe
kan men toch vergeten, dat een voorwerp ons eigendom
eerst dan is, als wij geld gegeven hebben. Weet ge wel,
dat gij door uwe rekeningen onbetaald te laten liggen, even
schuldig zijt als iemand, die iets van een ander wegneemt?
Stel u in de plaats van uwe leveranciers: zoudt gij het
aangenaam vinden, als men uw winkel kwam leeghalen,
zonder behoorlijk vergoeding te geven? Zoudt gij het niet
bedroevend vinden, tot uwe ondergeschikte te moeten
zeggen'k kan u niet betalen, want die dames bezitten
mijn geld? Denk er ernstig aan, dat die minderen ook
aan hunne geldelijke, verplichtingen niet kunnen voldoen,
en dat uwe nalatigheid zonde is. O, als iedereen zoo ge
trouw mogelijk betaalde, wat hij schuldig was (wat ik zeg
is even waar voor mannen als voor vrouwen!), geloof mij,
de maatschappij zou er verbazend door winnen, en menige
geldelijke verwikkeling voorkomen worden.
„Wat zult gij u gelukkig gevoelen als gij dit jaar, en
altijd in het vervolg, niets dan kwitanties in uwe kast
hebt. Mevrouw X."
Op het eiland Wieringen bestond sinds vele jaren
dringende behoefte aan eene bewaarschool, zoodat in het
jaar 1882 eene commissie, met den predikant Hannema
aan het hoofd, het plan opvatte zulk eene school te stichten.
Men had daartoe het oog geslagen op mej. J. L. S.
Hörmann, die sinds 1878 als kweekelinge aan de gemeente
school werkzaam was geweest en zich in die betrekking
de algemeene achting had verworven. Den 2 Januari
1883 werd die nieuwe bewaarschool geopend, aanvankelijk
met 30 kinderen, doch dit getal klom weldra tot 50,
zoodat het lokaal te klein werd en de commissie besloot
een nieuwe school te bouwen. Dit nieuwe gebouw is
thans op den tweeden Kerstdag feestelijk ingewijd, waarbij
men voor het eerst een Kerstboom had geplant, die later
ook voor het publiek ter bezichtiging gesteld werd. De
verdienstelijke onderwijzeres ontving bij die gelegenheid
van de commissie en notabelen een fraai gouden horloge,
als blijk van waardeering voor hare uitnemende zorgen
voor deze nieuwe stichting.
In 1883 zijn in de gemeente Nieuwe Niedorp inge
schreven 50 geboorten en 28 overledenen, waarvan 2
levenloos aangegeven; 13 huwelijken werden voltrokken,
waarvan 12 tusschen jonkmans en jongedochters en 1
tusschen weduwnaar en weduwe.
In 1883 werden te Alkmaar geboren 475 kinderen,
waaronder 5 buiten huwelijk. Er stierven 268 personen,
of 1.9 pCt. percent van de bevolking. Er huwden 101 paren.
De bevolking vermeerderde met 323 personen en werd
daardoor gebracht tot 14371.
Door den heer W. Jz. Tuyn zal binnenkort te Edam
eene machinale boterfabrielc opgericht worden. De fabriek
zal beginnen op kleine schaal te werken met eene gaskracht-
machine van vier paardenkracht, en natuurboter afleveren.
De noodige aanvragen daartoe zijn reeds bij het Gemeente
bestuur gedaan.
De Kweekschool voor de Zeevaart te Leiden is gedu
rende de maand December 1883 met een 20tal jongens
vooruitgegaan. Hun aantal bedraagt thans 236, waarvan
20 jl. Donderdag werden overgeplaatst op Zr. Ms. opleidings
schip Admiraal van Wassenaer.
Om 't bedelend Nieuwjaarwenschen tegen te gaan, had de
burgemeester van Edam op Nieuwjaarsdag acht hulpagenten
van politie aangesteld.
Door het Provinciaal Bestuur van Noordholland, te
Haarlem, is jl. Donderdag aanbesteed: het onderhouden
van en het doen van eenige herstellingen en vernieuwingen
aan de gebouwen der Rijks Hoogere Burgerschool te
Alkmaar, van den dag der goedkeuring van de aanbeste
ding tot 31 December 1885 (raming f 2655). Minste
inschrijver de heer J. J. Boog, te Alkmaar, ad f 2350.
Het weekblad De Boterhandel, courant voor den
handel in boter, butterine, margarine en aanverwante
artikelen, te Rotterdam, bij Nijgh en Van Ditmar ver
schijnende, heeft in een reeks van twaalf artikelen gehan
deld over de „knoeierijen in den boterhandel." Na de
verschillende middelen om die knoeierijen te weren te
hebben nagegaan, komt de redactie tot de aanbeveling van
het denkbeeld, door den heer Rinkes Borger uitgesproken
het stichten eener Vereeniging tot bevordering van den
handel in natuurboter, en vraagt daarvoor steun, door
toezending aan het redactie-adres (Nijgh en Van Ditmar,
Amsterdam) van naamkaarten.
Volgens den Haagschen correspondent van de
Arnh. Crt., heeft een doofstomme bedelaar 14 jaar lang
het medelijden der Hagenaars weten op te wekken en al
dien tijd van aalmoezen geleefd, tot het nu gebleken is,
dat de man, bewijs gevende van eene buitengewone zelf-
beheersching, wel verre van stom te zijn, zijn mond zeer
goed weet te roeren. Het medelijden is nu uit, maar de
vroegere bedelaar leeft thans ook van zijn „spaarduitjes."
Bij de heeren Herms. Coster en Zoon te Alkmaar
is een portefeuille-almanak verschenen, die wat tvpogra-
phische uitvoering betreft zeer verdienstelijk mag heeten.
In het afgeloopen jaar zijn van het koloniaal werf
depot te Harderwijk naar Oost-Indië vertrokken 1725
militairen, dat is 3 minder dan in het jaar 1882. Van
de 1725 militairen, die in dit jaar zijn aangenomen, waren
1219 Nederlanders, 369 Duitschers, 56 Belgen, 26 Fran-
schen, 44 Zwitsers, 5 Oostenrijkers, 1 Deen, 1 Engelsch-
man, 4 Luxemburgers, totaal 506 vreemdelingen. In 1883
zijn naar West-Indië verzonden 80 militairen, en wel naar
Cu ra cao 21 Nederlanders, 3 Duitschers, 1 BelgenöFran-
schen; naar Suriname 42 Nederlanders en 8 Duitschers.
In de Landbouw Crt. beantwoordt de heer Nibbelink
te Varseveld de vraag: Hebben wij een strengen winter
te verwachten? op de volgende wijze: Afgaande op een reeks
van jarenlange waarnemingen, is het mijn overtuiging dat
deze winter minder streng zal wezen dan die van 1879
op 1880 en van 1880 op 1881. Nu en dan eens wat koude
dagen in Januari en Februari, doch geen koude van langen
duur. Een winter met afwisselend weder, waarbij de zuid
westelijke en westzuidwestelijke winden de overhand zullen
behouden, tot in 't begin der lente, wanneer de nijdige
n.-o. passaat ons naar ouder gewoonte weêr op 't lijf valt.
Te Oude Schouw (Friesland) hield men jl. Donderdag
reeds eene hardrijderij op schaatsen.
Een jongmensch uit Middelburg, die deel uitmaakte
van de equipage van den Nederl. driemastschoener Louise,
welk vaartuig vermoedelijk met de bemanning verloren zal
zijn, heeft aan een beenbreuk zijn leven te danken. Tijdens
de schoener te Memel lag, brak deze matroos zijn been,
waardoor hij in het hospitaal aldaar werd opgenomen en
het schip zonder hem vertrok. Zeer waarschijnlijk is hij de
eenige der bemanning, die zijn betrekkingen en zijn vader
land zal weerzien.
De Staatscourant bevat het programma en de voor
waarden van inzending der Internationale Tentoonstelling
van voorwerpen, betrekking hebbende op de gezondheidsleer,
die in dit jaar te Londen zal worden geopend.
Met 1 October van dit jaar zal te Munchen een tentoon
stelling worden gehouden van melk, melkerij-producten en
melk-industrie. Tot het verkrijgen van inlichtingen ver
wijst de Staatscourant naar het hoofdbestuur der Hollandsche
en der Friesche maatschappijen van landbouw, aan welke
het programma is toegezonden.
Bij den landbouwer S. P. Brouwers, te Stiens
(Leeuwarderadeel), is dezer dagen een varken geslacht, dat
„schoon aan den haak" 768 halve-kilogrammen woog.
Op Nieuwjaarsdag is de oudste veldwachter in Neder
land op non-activiteit gesteld. Het is de 95jarige A. Burens,
te Duizel en Steensel (Noordbrabant), die 50 jaren de orde
en rust in die gemeente bewaarde.
Men meldt uit Mastenbroek, dd. 3 dezer:
De voornaamste veehouders in dezen polder hebben in
den afgeloopen oogsttijd gebruik gemaakt van het inkuilen
van gras en groen loof. Sedert enkele weken is men be
gonnen, dat nieuwerwetsche veevoeder toe te dienen en
het vee is er dol op. Het plan is, in 1884 het inkuilen
op zeer groote schaal te doen.
Volgens eene planimetrische berekening in Petermann's
Mittheilungen zijn van het eiland Krakatau, dat 32.5 vierk.
KM. groot was, 23.25 vierk. KM. verdwenen. Maar 1.42
vierk. KM. kwam boven water, zoodat de oppervlakte thans
10.66 vierk. KM. bedi'aagt. Van de nieuw gevormde
eilanden heeft Calmeyer's eiland eene grootte van 2.96
vierk. KM., Steers-eiland van 4.26 vierk. KM.; er zijn
dus in het geheel 8.64 vierk. KM. nieuw land gevormd
en 23.25 vierk. KM. land verdwenen. De Nederlandsche
bezittingen in Oost-Indië zijn derhalve 14.61 vierk. KM.
kleiner geworden. De veranderingen aan de kusten van
Java en Sumatra zijn hierbij buiten rekening gebleven.
Buitenland.
Het Hof van Verviers heeft, overeenkomstig de con-
clussie van het Openbaar Ministerie, aan Armand Peltzer
de voogdij over zijn dochtertje Mariette ontzegd.
De „jeune première" van den schouwburg te Valen-
ciennes werd op haar bed doodgevonden, gekleed in een
rijk kostuum uit „Michel Strogoff;" zij had zich met een
revolver doodgeschoten wegens eene ongelukkige liefde.
Op Nieuwjaarsdag, tegen elf uur des ochtends, ont
ving de heer Leroux, leeraar aan het Lyceum te Vannes
(Frankrijk), een vroegere dienstbode, die hem zeer beleefd de
gebruikelijke heilwenschen aanbood en hem terstond daarop
een fleschje vitriool in het aangezicht wierp.
De markies du Breil de Rays, de opzichter en het hoofd
der Maatschappij, die volksplantingen op Port Breton zou
stichten, doch die zoo jammerlijk tekort schoot toen het
op de uitvoering aankwam, is jl. Woensdag door de Recht
bank te Parijs tot vier jaar gevangenisstraf veroordeeld.
In de bijeenkomst der positivisten te Londen op
Nieuwjaarsdag, hun „Humaniteitsfeest," hield de voorzitter,
de heer Frederik Harrison, eene redevoering, waarin hij
met ingenomenheid wees op het overwicht, dat de weten
schap meer en meer in de ontwikkeling van den mensche-
1 ijken geest verkreeg. Dat overwicht was de grondslag
van de positivistische philosofie. Over de kwestiën van
den dag sprekende, veroordeelde hij nadrukkelijk de Egypti
sche politiek der Regeering. Hij vond het onverant
woordelijk, dat eene liberale Regeering zich zoo met een
vrij volk bemoeide.
Uit de Russische provincie Pskow wordt eene nieuwe
wijze van oplichting vermeld. Een geestelijke, Scraphin
genaamd, heeft eene nieuwe godsdienstige secte gesticht.
Ieder, die tot deze toetrad, moest, als blijk van gehoor
zaamheid aan zijne superieuren, zich het haar laten
afknippen, hetwelk door Scraphin aan zijn broeder, een
kapper te Petersburg, werd gezonden. De geestelijke is
door de politie in hechtenis genomen.
Hoorde men tot dusver hier en daar van werk
stakers, thans kan mededeeling worden gedaan van eene
werkstaking van]) vrouwen. Het zijn de naaisters te
Caulnes (Frankrijk), in het departement Cötes-du-Nord,
die hiertoe zijn overgegaan. Zij eischen een beter loon.
Gezegd moet het dan ook worden, dat het een karig
duitje is, dat haar toegelegd wordt. Als zij een ganschen
dag schaar en naald gehanteerd en daarbij veel van hare
oogen gevergd hebben, ontvangen zij, met inbegrip van
de kost, 30 a 40 centimes. Daarbij eischt het fatsoen,