liit is wel de protectie-woede in haar brutaalsten vorm. En waarlijk, de Tweede Kamer „kan er niets aan doen." De oorzaak der kwijning van het kleedermakersvak ligt elders, ligt zoowel aan het publiek, dat zijn kleermakers rekeningen eerst na jaar en dag betaalt, als aan de kleer makers, die in den regel te duur en te langzaam werken. Geen wonder, dat men zich liever tot de confectie magazijnen wendt: men heeft er de ruimst mogelijke keus, vindt het begeerde artikel terstond gereed en getroost zich om den billijken prijs gaarne de contante betaling. Dit verklaart den bloei dezer ondernemin gen, die hier meerendeels door Duitschers op touw zijn gezet en zeer goede zaken schijnen te maken, althans er komen gestadig nieuwe van dien aard bij. En nu zou men, door hooge invoerrechten, het publiek willen beletten zich die goedkoope kleeding aan te schaffen? Ik kan er niet bijEn.... wat zou Bismarck wel zeggen Doch dezen éénen troost hebben de kleeremakers, dat zij de eenige ontevredenen niet zijn, die over weinig werk klagen. Er loopt tegenwoordig te Amsterdam een massa werkvolk ledig, ondanks den zeer zachten winter. En als de slag valt, die gevreesd wordt, zullen er spoedig nog heel wat leegloopers bijkomen. Bij de directie der Marine werf alhier moet namelijk het besluit aanhanging zijn, om alle werklieden boven de 60 jaar oud binnenkort te ont slaan, waardoor plus minus een 250 man met hunne ge zinnen broodeloos zouden worden, daar pedert 1854 niet meer in de termen van pensioen vallen. De oorzaak van dien harden maar onvermijdelijken maatregel is niet ver te zoeken, als men slechts bedenkt hoe de Tweede Kamer „bezuinigd" heeft op de begrooting van Marine. Een eerste gevolg van die bezuiniging is nu, dat er voor de Amsterdamsche Marinewerf een veel kleiner bedrag aan arbeidsloonen is beschikbaar gesteld dan verleden jaar, zoodat de Directie wel genoodzaakt is tot een vermindering van personeel, waarbij natuurlijk de meer dan 60jarigen (die bij de Marine eigenlijk reeds als invaliden gelden) het eerst aan de beurt liggen. Ik behoef u niet te zeggen, dat dit voor deze ouden van dagen een bitter harde slag zou zijn, althans wanneer er geen middel gevonden wordt om de uitvoering van het genoemde besluit te voorkomen. Want wat moeten deze lieden, oud en grijs geworden in den dienst der Marine, na hun ontslag aanvangen? Op de particuliere werven is voor hen geen plaats en voor een ander vak zijn ze niet bekwaam. En leegloopers hebben we waarlijk al meer dan te veelHet zou mij dan ook groot genoegen doen, zoo ik u in een volgend schrijven kon melden, dat de gevreesde maatregel niet doorging. Maar veel hoop is er niet. Amstelaar. Blnnenlan a. Sedert 1 Januari is op de Staatsspoorwegen een premiestelsel in werking getreden, waarbij aan trein- en stationspersoneel, zoo de treinen volgens den tijd, op de dienstregelingen aangegeven, aankomen en vertrekken, eene geldelijke toelage kan verstrekt worden. Yan den dag af, dat deze maatregel in het leven is geroepen, kan de uit werking verrassend genoemd worden. Yele treinen toch, die dagelijks bijna geregeld te laat aankwamen, loopen nu, tot groot gerief van het reizend publiek, juist op tijd. (N.R.C.) De Regeering heeft voorgesteld een wetsontwerp tot wijziging der drankwet, waarbij vereenigbaar wordt ver klaard het tappersbedrijf met het bedrijf van slijter, restaurateur, sociëteit-, biljart- of tafelhouder, koffiehuis- of bierhuishouder, koek-, banket- of suikerbakker. Men schrijft ons van Texel, dd. 25 dezer: „Door den Raad dezer gemeente is heden met acht tegen drie stemmen besloten, om uit de sollicitanten (onderwijzers in deze gemeente) voor de betrekking van Hoofd der school aan den Burg voorloopig geene benoe ming te doen, maar daartoe eerst eene oproeping te doen plaats hebben." Men schrijft ons uit Anna Paulowna, dd. 25 dezer: „In den avond van jl. Woensdag ontstond er op eene der bovenkamers van het logement Veerburg een vrij ernstige binnenbrand. Gelukkig dat deze nog in tijds ontdekt werd en zonder de hulp der brandweer gebluscht kon worden, anders waren bij den feilen nachtelijken storm de ramp vreeselijk geweest. De schade bepaald zich voor namelijk bij kleedingstukken en eenig huisraad. Het uit- vervelende lummel waart en het was heel verstandig van haar, dien morgen weg te loopen. Ik ben blij, dat zij het gedaan heeft en ga haar morgen halen." „U kunt u die moeite besparen. Zij komt al van avond uit eigen beweging thuis. Ik heb haar van morgen gezien en toen heeft zij het mij verteld." „Des te beter. Ik zal haar hartelijk welkom heeten. Te duivel, ik zou haar liever aan den eersten den besten geven dan aan jou. Je hebt mijn hooi laten verbranden. Je laagt zeker nog in je bed, luilak. Vertoon je hier nooit weêr en hoe eerder je je wegscheert, des te aangenamer zal het mij zijn." Jaap keek alsof hij het in Keulen hoorde donderen. Als de hooiberg wezenlijk was afgebrand, had hij wel een terechtwijzing verdiend, maar hij kon niet begrijpen hoe het gebeurd was. In elk geval kon hij nu na zulk een uitval niet voor den dag komen met zijn nieuwtje. Hij verliet dus den tuin, zonder verder een woord te zeggen. Margareta had al lang naar Jaap uitgezien cn toen zij de wielen van een wagentje hoorde, ging zij naar de tuindeur. Zij wilde hem liever niet laten binnenkomen, daar dan anderen misschien iets van hun gesprek zouden hooren. „Vader was zeker niet vriendelijk tegen je!" vroeg zij, toen zij zijn gezicht zag. „Dat was hij alles behalve," zei Jaap. „Maar is hij nog kwaad op me?" „In het minst niet. Hij wacht je met smart." „O, omdat ik met je getrouwd ben?" „Omdat hij denkt, dat je niet met mij getrouwd bent! Hij heeft mij uitgemaakt voor al wat leelijk is. Hij heeft een hekel aan me en in jou belang heb ik niets aan hem verteld." Margareta zag hem ernstig aan en zei: „Mijnheer Hayward, wij hebben iets verkeerds gedaan en zijn nu in een dwaze verhouding tegenover elkander." „Zoo is het, maar ik wil je eens wat zeggen ik zou niet villen maar eensklaps hield hij op. „Ik heb het beloofd!" voegde hij er bedaard by. „Wij moeten onzen misstap boeten," ging zij voort. „Wij zullen er het minst door lijden, als wij niemand er iets van vertellen en elkaar niet ontmoeten. Ik moet nu naar vader." Hij boog toestemmend het hoofd. Zij ging naar binnen. Margareta ging naar huis en begon haar oude leventje te Stickieford weêr. Zij sprak haar vader geen woord over Jaap. Inwendig was zij toch niet weêr als vroeger. Zij had een schok gekregen, die zelfs op haar gelaat een uitdrukking van verbazing had achtergelaten. Wordt vervolgd schieten van vonken door een luik in den schoorsteen is de vermoedelijke oorzaak." Voor de verkiezing van een lid voor den Gemeente raad te Alkmaar, in de plaats van wijlen den heer J. G. A. Verhoeff, moet eene herstemming plaats hebben tus- schen de heeren A. Prins Az. en mr. M. Buchner, die beiden 181 stemmen bekwamen. Prof. E. A. van der Burg, te Leiden, is door anah'se van Krakatau-asch tot de conclusie gekomen, dat deze direct zal kunnen bijdragen tot de vruchtbaarheid van den grond, waarmede zij wordt vermengd. Mr. K. A. Meeussen, oud-lid der Tweede Kamer, voormalig minister van Justitie en van R. K. eeredienst en vroeger lid van den Raad van State in de afdeeling van de bestuurgeschillen, is te 's Hage op 69jarigen leeftijd overleden. Zijne langdurige diensten aan den lande werden nog geruimen tijd na het verlaten van den Staatsdienst door Z. M. den Koning gewaardeerd door zijne benoeming tot kommandeur van den Nederl. Leeuw. De overledene was een getrouw aanhanger van Thorbecke's politieke beginselen. De Rechtbank te Rotterdam veroordeelde jl. Donder dag van Pelt, kantoorlooper der kassiersfirma Havelaar Zn., wegens een diefstal van ongeveer f 5000, tot een jaar celstraf en zes boeten van f 12.50. De student J. C. B., candidaat in de medicijnen, is wegens de op 16 Nov. 11. te Baarn gepleegde feiten (kost school-scène) veroordeeld tot 8 dagen cellulaire gevange nisstraf. De afdeeling Leiden van de Maatschappij Tot Nut van 't Algemeen heeft aan alle zusterafdeelingen een schrijven gericht, waarin zij voorstelt bij de aanstaande herziening van 't reglement bij art. 70 te bepalen: Jaar lijks wordt vanwege de Maatschappij een almanak uitge geven en aan alle leden kosteloos uitgereikt. Leiden herinnert er aan, hoe op de laatstgehouden algemeene vergadering besloten werd, niet alleen de uit gave van den bekenden Volksalmanak voor cén jaar te schorsen, maar ook haar voor goed te staken. Dit laatste besluit is onwettig, daarvoor de aanneming van het voorstel eene meerderheid van stemmen noodig was, en ter algemeene vergadering met 465 stemmen tegen 429 het doodvonnis over den almanak werd uitgesproken. Bovendien meent Leiden, dat het jaarboekje een wenschelijken band tusschen de Maatschappij en haar leden vormde en het afschaffen daarvan een belangrijk verlies van leden ten gevolge kan hebben. De brief van vrouw v. d. Linden (haar eigen naam is Maria Zwanenburg) luidt, naar men aan de Zwolsche Crt. meldt, woordelijk als volgt: Den Haar, 6 Januari 1884. Zeer geliefden en kinderen en man. Daar ik laat schrijven hoe dat ik mij zoo treurig bevint dat ik u zooveel verdriet en schanden heb an gedaan en al de familie en daar ik blij ben dat de kinderen bij mijn broeder zij en dat die toch nu bezorgt zijn want wat zou u er meê beginnen om dat zij nog zoo klein en als u Arie nu maar bij u hout dan heb u nog vertroosting an elkkander want ik denk al tijt maar wat heb ik tog ge daan om zoo te handeley lieve man en kinderen ik als u is weer komt dat ik in staat zal zijn om en woort met u te spreken en de kinderen ook want ik hoop eer ik de Haag verlaat nu lieve man ik hoop dat u mij is zul schrijven hoe het met u en de kindren is want ik ben en blijf tog haar eigen moeder en nog van mij gegroet an man en mijn lieve kinderen. Maria Zwaanenburg. Onlangs werd gemeld, dat het „Nederlandsch Tooneel onderhandelingen had aangeknoopt met den heer Willem Van Zuylen, om dezen kunstenaar aan de Vereeniging te verbinden. De onderhandelingen zijn, zoo als thans blijkt, afgestuit op de eischen, die de heer Van Zuylen stelde. Hij vroeg een jaarwedde van f 12,000; verder ter regeling en liqui datie zijner zaken een voorschot van f 30,000, en ten slotte het recht om te spelen, waar en wanneer het hem goed- dacht De directie van het „Nederlandsch Tooneel" vond deze voorwaarden wel wat bezwarend. Te Yerseke heeft, meldt de Middelb. Crt., deze week een oester een muis gevangen. Men vond daar een levende oester, die een doode muis tusschen haar schalen had. Zeker heeft de muis, hetzij uit nieuwsgierigheid, hetzij om ook eens oesters te proeven, haar kopje tusschen de schalen gestoken, toen de oester zich opende, maar werd, in plaats van deze te vangen, zelf gedood. Een landbouwer schrijft in de Braunschweiger Ztg. „Een van mijn met winterrogge bezaaide velden stond in het voorjaar zóó hol, dat ik in twijfel stond het al of niet weder om te ploegen. Een bekende uit de omstreken van Lubeck gaf mij den raad, om zomerrogge tusschen de winterrogge te zaaien en ze alleen met de geribde rol onder te maken. Ik volgde den raadde zomerrogge kwam goed op en het gewas was wel zeer ongelijk van lengte, maar bezette het veld dicht. De hectare van dit land bracht mij 18 tonnen op, ter wijl ik van een akker met zomerrogge slechts 11 tonnen van de hectare oogstte. Bovendien had ik nog een aan merkelijk voordeel. Het met winter- en zomerrogge be zaaide veld leverde bijna volkomen zuiver graan, terwijl een stuk winterrogge, waarin geen zomerrogge gezaaid was, blauw en geel was van het onkruid, toen dit bloeide. Buitenland. Men maakt ten paleize van Z. M. den Koning van België vele toebereidselen tot de ontvangst van HH. MM. den Koning en de Koningin der Nederlanden. Een vleugel van 's Konings paleis te Brussel wordt geheel vernieuwd en prachtig versierd. De beste schilderijen van Hollandsche meesters, die deel uitmaken van de collectie van Z. M. Leopold IÏ zullen in de salons worden geplaatst, die door HH. MM. onzen Koning en onze Koningin worden be trokken. De bankier Eifert, het slachtoffer van den brutalen moordaanslag in de Maria-hilferstrasse, is aan de bekomen wonden overleden. Ook zijn zoon Heinrich is hopeloos. Jl. Dinsdag bij het uitgaan der dorpsschool te Rohr, in Pommeren, gingen 15 kinderen op het ijs. Terwijl zij aldaar aan 't glijden waren, begon liet ijs te kraken. In hun angst liepen zij naar elkander toe, en onder die opeenhooping bezweek het ijs. Van de 15 zijn er slechts twee gered. Het Gerechtshof te Temesvar heeft dr. Julius Rosen- berg tot tweejarige gevangenisstraf veroordeeld. Zooals men zich herinneren zal, heeft dr. Rosenberg onlangs in een duel graaf Batthyanvi gedood, naar aanleiding van diens huwelijk met zijne (dr. Rosenbergs) verloofde. Zoowel de veroordeelde als het Openbaar Ministerie hebben tegen deze beslissing appèl aangeteekend. Een „engelmaakster" van de slimste soort is in de persoon van vrouw Mackenzie de Londensche politie in handen gevallen. In het huis der „megaera" vond men vijf kinderen van één tot drie jaren in een donker vertrek opgesloten, waar zij, op den blooten vloer liggende, geheel aan zichzelf overgelaten, langzaam doodhongerden! Twee knaapjes van anderhalf en drie jaar stierven eenige uren nadat zij in dien toestand gevonden waren. De andere kinderen zijn zoo verzwakt, dat zij ook wel spoedig sterven zullen. Het monster zag dikwijls drie tot vier dagen niet naar haar pleegkinderen om en liep de eene kroeg in, de andere uit, om haar bloedgeld te verzuipen. Zij werd dan ook in een jeneverpaleis gearresteerd. De bekende Parijsche berichtgever der Times geeft eene uitvoerige beschrijving van eene bijna voltooide nieuwe schilderij van Munkaezv, voorstellende „Christus op Gol- gotha." Zij zal tegen Paschen in eene opzettelijk daartoe ingerichte zaal naast de vermaarde schilderij „Christus voor Pilatus" worden tentoongesteld. Volgens den bericht gever is het stuk zoo mogelijk nog indrukmakende!" dan dit laatste. Zekere Jakob Nutt, die den heer Dukas, lid van het Wetgevend Lichaam van Pennsylvanië, ombracht, omdat deze zijne zuster verleid en zijn vader vermoord had, is jl. Dinsdag door het Hof te Pitïsburg vrijgesproken. Omtrent den oorsprong der tentoonstellingen vertelt een Fransch blad het volgende: Reeds Koning Ahasverus, van wien in het Oude Testament gewag wordt gemaakt, orga niseerde gedurende 180 dagen een tentoonstelling der pro ducten van wevers en goudsmeden uit zijn land. De republiek Venetië hield in het midden der 13de eeuw een nij verheids-tentoonstelling. Vijfhonderd jaren later, in 1756, bood de Maatschappij voor Kunsten te Londen belooningen aan voor tapijten, geweven goederen en porcelein. Een aantal fabrikanten zonden hunne producten in. In 1761 deed deze Maatschappij hetzelfde voor landbouwwerktuigen. In Frankrijk had in 1797 de eerste tentoonstelling plaats voor de vroegere koninklijke fabrieken in het kasteel te Saint-Cloud. In hetzelfde jaar richtte men op het Champ de Mars het eerste nijverheidspaleis op, waar 110 exposanten hunne waren brachten. In 1810 werd in 't Louvre de eerste officiëele tentoon stelling met een jury gehouden. Napoleon, toen eerste consul, noodigde de»met goud bekroonden aan een diner. In 't volgende jaar werd een officiëele catalogus uitge geven. In 1819 had men reeds te Parijs eene tentoonstelling met 1622 exposanten; in 1849 bedroeg hun aantal reeds 4500. In de tweede helft dezer eeuw volgden de tentoonstellingen elkander snel op, totdat ze in de laatste jaren een voor werp van speculatie werden, waardoor de oorspronkelijke beteekenis en waarde voor de nijverheid er aan wordt ontnomen. Staten-Oeneraal. Eerste Hamer. Oorlog. De minister stelt in het licht, dat zijne begrooting f 1,860,784 lager is dan die voor 1883. In vorige jaren beliep de begrooting 22, 23 en zelfs ruim 24 millioen, thans nog geen 20| millioen. Eene blijvende bezuiniging kan bezwaarlijk worden verkregen, indien men het krijgswezen wil brengen en behouden op de hoogte van de eischen des tijds, en zeker niet zoolang jaarlijks nog aanzienlijke sommen moeten worden besteed voor maatregelen van buitengewonen aard, als de uitvoering der vestingwet en van het kazerneeringsplan, de aanschaffiing van zwaar geschut en dergelijke. Wil men zich ernstig en degelijk wapenen voor de verdediging van den vaderlandschen bodem en voor het behoud der nationaliteit, wil men, in één woord, zeker heid, dat in de ure des gevaars onze vrijheid en zelfstandigheid met kracht zullen worden gehandhaafd, dan is het brengen van die offers onvermijdelijk. Wat de manoeuvres, betreft zegt de minister, dat het nut dier oefeningen zoo veelzijdig en algemeen is, dat de daaraan ten koste gelegde gelden ten volle vrucht dragend mogen heeten. Tot ingrijpende verandering en afdoende verbetering van de levende strijdkrachten kan geene beslissing worden genomen, zoolang het niet is uitgemaakt, wat de voor genomen herziening van de Grondwet zal brengen. De nieuwe kazernes zijn noch buitengewoon kostbaar, noch ondoelmatig. Ten aanzien van de beperking der vergunning om buiten dienst wapenen te dragen, wenscht de minister niet verder te gaan dan bereids is geschied. In het loopende jaar zal de garnizoens verwisseling zich slechts bepalen tot eene compagnie infanterie. Het is de ernstige zucht van het departement om ten opzichte van het voortwerken aan de vestingwerken met de Volksver tegenwoordiging samen te werken, d. i. om de vestingwerken langzamerhand te doen uitvoeren. Benoem 1 n gen, enss. Bij 's Rijkswerf alhier is de zilveren medaille met bijbehoorende gratificatie uitgereikt voor 24jarigen trouwen dienst aan K. Terburg, scheepstimmerman: J. M. Bouman, houtzagerC. Spigt, schilder; D. Vroom, zeilmaker, en J. De la Fonteyne, werkman bij de magazijnen. De heer A. J. baron Van Geen, is met 1 Januari op zijn verzoek eervol ontslag verleend als militie-commissaris in het eerste militiedistrict van Limburg en, wordt met 1 Mei, in zyn plaats tot militie-commissaris benoemdde gepensioneerde luit.- kolonel der infanterie H. F. K. Van Overveldt. Vlsotilöerlonten. De Belgische vischsloep Angelique, schipper Jcandelle, kwam hier gisteren binnen met gebroken boegspriet en aanbrengende 100 levende kabeljauwen k f 2.50, 250 doode idem f 1.45 a 1.50 't stuk. 2000 schelvisschen k f 19 't honderd, 6 levende lengen a f 2.55 't stuk. Een Scheveninger bom loste ook zijn visch hier. Deze was van inferieure kwaliteit. Er zijn nog een twintigtal sloepen in zee. BurgerlUlie Stand. Gemeente HELDER, van Donderdag tot Zaterdag. Ondertrouwd: W. Schenk, stoker bij de Marine, en E. M. Bruning. N. De Min, aardewerker, en J. J. Kolk. B. A. Hooving, marinier, en F. Tebbertman. GetrouwdGeene. BevallenA. Visser, geb. Liphilijsen, D. C. Rietvelt, geb. Pijl, D. Overleden: D. Tiel, geb. Hoogvorst, 79 jaren.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche en Nieuwedieper Courant | 1884 | | pagina 2