De rechtbank te Utrecht heeft jl. Dinsdag uitspraak
gedaan in de zaak van het Munsterkerkhof. De beklaag
den Boddaert, Ram en Grenfel zijn schuldig verklaard o. a.
aan het toebrengen van slagen, wat den een betreft, met
aanneming van verzachtende omstandigheden. Zij werden
veroordeeld Boddaert tot acht dagen celstraf, Ram en
Grenfell elk tot 15 dagen celstraf en twee boeten van f8.
De beklaagden Grenfell, Turk en Van Rijckevorsel zijn
voorts schuldig verklaard aan het wanbedrijf van verbre
king van afsluiting en daarvoor veroordeeld tot f 25 boete
De Jong is vrijgesproken. Omtrent de te laste gelegde
mishandeling is als bewezen aangenomen, dat de 3 eerste
beklaagden den man en de vrouw hebben aangegrepen,
geduwd en uit de woning op straat getrokken, wat de
tweede en derde beklaagden betreft dat zij Van Rooyen
met stokken hebben geslagen. Dit laatste feit is ten aan
zien van beid. Boddaert niet bewezen verklaard.
Dat vrouw Van Rooyen is geslagen en gestompt, is niet
wettig en overtuigend bewezen geacht; daarvan zijn de
beklaagden vrijgesproken.
Volgens het Rott. N.blad zal het bezoek, dat HH.
MM. de Koning en de Koningin aan België brengen,
drie dagen duren en zich uitstrekken tot Brussel, Luik,
Seraing, Brugge en Antwerpen. Van laatstgenoemde
plaats zouden HH. MM. weer naar Den Haag terug-
keeren.
De minister van Oorlog heeft aan de commissarissen
des Konings medegedeeld, dat het in zijne bedoeling ligt,
de voor het leger benoodigde paarden zooveel doenlijk uit
ons eigen land te verkrijgen.
Ook van de zijde der Harderwijker visschers is in
stemming betuigd met het door hun vakgenooten te Huizen
aan de Hooge Regeering ingediend verzoekschrift om
strenge toepassing der wet op de visscherij, met name het
gebruiken van verboden vischtuig en het verkoopen van
visch beneden de maat. Een daartoe strekkend adres is
door ruim 70 hunner onderteekend.
Voor de slachtoffers der ramp in Indië is hier te
lande bijeengebracht f 519,689.
Zaterdag a. s. is het 50 jaar geleden, dat de heer
J. Wouters, thans predikant te Wersterschelling, op het
eiland Vlieland zijn ambt aanvaardde, na vooraf aldaar
eenige maanden als hulpprediker werkzaam te zijn geweest.
Ruim 17 jaren bracht hij op dit afgelegen eiland door
en wijdde hij aan de godsdienstige belangen dier bewoners
voortdurend zijne beste krachten. Nog steeds leeft dan
ook de naam van den heer Wouters aldaar in dankbaar
aandenken voort.
Sinds 1851 te Westerschelling gevestigd, is de wakkere
grijsaard nog altoos met jeugdigen ijver bezield en ver
vult hij alle werkzaamheden van zijn ambt met groote
nauwgezetheid. Zijn aanstaand jubilé wordt dan ook door
al zijn gemeentenaren met vreugde te gemoet gezien.
De waterstand te IJmuiden is in den laatsten tijd
zoowel vóór als binnen de landhoofden zeer merkbaar
afgenomen. Was de diepte bij laagwater vroeger 68 it 70 dM.,
thans is eene vermindering waar te nemen, die opmerking
verdient, 't Hld. erkent, dat het stoomschip Amsterdam,
met 62 dM. diepgang, bij den ingang der haven aan den
grond geraakte, zoodat het vaartuig eerst met behulp van
twee sleepstoombooten kon vlot komen.
Den Terschellingers, die in den laatsten storm de
Noorsche brik Penda adsistentie hebben verleend, is eene
belooning van f 600 aangeboden.
In eene jl. Maandag avond gehouden vergadering
van de Amsterdamsche commissie van toezicht op het lager
onderwijs is behandeld het verzoek der sociaal-democra
tische Vereeniging, „dat van gemeentewege op de openbare
mij overigens niet schaam: mijn weerzin, een ander vrouwelijk
wezen in mijn huis le nemen dan de eenvoudige houtvestersvrouw,
die Clemence verzorgde en bij mij de plaats van huishoudster
bekleedde. Daartoe was ik te ijverzuchtig op de liefde van het
kind ik hield het voortdurend in mijne nabijheid en onder
mijn invloed. Clemence heeft mij vergezeld op al mijne zwerf
tochten, te voet en tc paardzij heeft allerlei moeielijkheden met
mij gedeeld en de droefgeestigheid van mijn kluizenaarsleven
door haar opgeruimden geest opgevroolijkt, maar zij bezit geene
enkele van die schitterende talenten, die in de wereld zoozeer op
prijs worden gesteld. Haar hart is nog een onbeschreven blad
en haar geest een onontwikkelde knoop."
„Ik beloof u plechtig mijn woord gestand te doen en uw ver
trouwen niet te beschamen," antwoordde de officier met diepe
ontroering. „Maar deel mij nu ook mede, waar gij wenscht,
dat zij eene toevlucht vinde wanneer gij haar verlaten zult
hebben en ik nog niet teruggekeerd zal zijn. Bij Nora
„Neen, o, neen," zeide de zieke angstig en verschrikt, „gij
weet, hoe ik over haar denk. Nacht op nacht, wanneer de slaap
mijn smartelijk ziekbed ontvlood, heb ik al die dingen rijpelijk
in mijn geest overwogen, en nu overvalt de dood mij toch nog
vóór ik een besluit heb genomen. De gedachte, u Clemence tot
vrouw aan te bieden, is van lieverlede bij mij ontstaan, en toen
het plan eindelijk in mijn geest tot rijpheid was gekomen, toen
ik er langzamerhand geheel mede vertrouwd raakte, toen paste
mijn vroeger stelsel van opvoeding niet meer voor haar en ik
verwierp het, zonder dat het mij mogelijk was geweest, een ander
te ontwerpen. Mijn naderende dood, het uitbreken van den oorlog,
waarop ik niet had gerekend, maken deze lastige vraag hoe
moeielijker en toch, mijn goede Erwin, moet ik tevens bekennen,
dat mijn verduisterde geest niet in staat is eene goede oplossing
te vinden. Wat ik in dit opzicht nog gewild en gewcnscht had,
heb ik op schrift gebracht. Mocht daarin iets verwards voor
komen, tracht dit tot helderheid te brengenis er iets onvolledigs
in, voltooi het en vul het aan. Dominó Remkett zal u daarin
behulpzaam ter zijde staan, bij hem zult gij, evenals ik, raad
en daad vinden. Gij zelf zult wel geen tijd meer hebben om
met betrekking tot de voorloopige verblijfplaats van Clemence
die inlichtingen in te winnen, welke u noodzakelijk mochten
voorkomen verzoek den dominé u daarin behulpzaam te zijn
hoogstens zou hij eene onvoldoende, nooit echter eene schadelijke
keuze kunnen doen en later zal myn lieveling zich aan uwe zijde,
neen aan uw hart, alles eigen maken, wat haar nog ontbreekt.
Maar nu moet ik haast maken, Erwin, want ik voel, dat mijne
krachten mij begeven. Laat mij echter deze enkele bede nog
aan u herhalen, dat dit huwelijk geheim blyve en niet in werke
lijkheid besta, vóór Clemence lichamelijk en geestelijk zoodanig
ontwikkeld zij, dat gij ze als uwe vrouw kunt bezitten en in de
wereld inleiden. Dit zal, dunkt my, wel na twee of drie jaar
het geval zijn. Laat haar ook dan eerst vernemen, dat hare
moeder, die zy gestorven waant, nog in leven is. Deze trouw
plechtigheid heeft geene andere beteekenis, dan u onomstootelijke
macht en onbeperkte rechten te verleenen, niets dan bescherming
tegen de listen en lagen mijner vrouw."
„Ik begrijp u," antwoordde Erwin, toen de spreker, uitgeput
van inspanning, zweeg. „Maar als ik mocht vallen ook dit
ongeval moeten wij voorzien, Walter." Wordt vervolgd.)
scholen 1ste kl. aan elk kind, wier ouders dit begeeren,
dagelijks goed warm voedsel worde verstrekt." Na breed
voerige discussiën werd met 15 tegen 11 stemmen aange
nomen de volgende conclusie„Naar bet oordeel der school
commissie ligt het verstrekken van voedsel aan kinderen
niet op den weg der gemeente. Door het van gemeente
wege te doen, zou niet alleen het gevoel van verant
woordelijkheid bij de ouders verzwakt worden, maar zouden
aan de kinderen in dat opzicht verkeerde denkbeelden
worden ingeprent."
Aan de Amsterdammer wordt uit Nijmegen gemeld,
dat baron van Boetselaar aldaar dezer dagen door erfenis
in 't bezit is gekomen van de kist, waarin Hugo de Groot
in 1621 uit Loevestein naar Gorkum ontsnapte.
Deze kist is in de familie Graswinckel, afstammelingen
van Hugo de Groot, met de meeste zorg bewaard en moet
volgens de beschikkingen van den laatsten erflater van het
eene geslacht op het andere overgaan.
Zij is ruim lf meter lang en circa meter hoog, met
een rond deksel en van binnen met wit linnen bekleed.
Dat zij aan den tand des tijds weerstand heeft kunnen
bieden, is te danken aan de 13 ijzeren banden, waarmeê
zij beslagen is. Bij deze kist zijn tevens 12 familie-por
tretten, o. a. van de grootmoeder van Hugo de Groot,
geb. Van Heemskerk; van Jan de Groot, vader van Hugo
van Hugo De Groot zelf met zijne vrouw Maria Van
Reigersbergen en van zijn zonen Dirk de Groot, met zijne
vrouw geb. Van Zeeuwen, en Jan en Willem De Groot.
Twee kisten met documenten, alle op deze zaken be
trekking hebbende, moeten de identiteit der kist op af
doende wijze bewijzen.
De tegenwoordige eigenaar heeft belangstellenden met
groote bereidwilligheid toegestaan al deze zaken te zien.
Als bewijs dat in 1547 de molenaars bij de Amers-
foortsche regeering in niet te besten reuk stonden, kan
dienen, dat in gemeld jaar op 16 Mei werd bepaald, dat
zij slechts twee varkens in één jaar mogen mesten en niet
meer mogen houden dan één haan en acht hennen.
Ter kenschetsing van de „prachtige maatschappelijke
toestanden te Amsterdam" deelt R. in het jongste nommer
van de Werkmansbode mede, dat zich naar aanleiding van
een advertentie, waarbij een getrouwde kantoorknecht werd
gevraagd, jl. Zaterdag 300 sollicitanten aan 't opgegeven
adres vervoegden. Oogenschijnlijk heeren, met boorden en
hooge hoeden, zoowel als mannen in boezeroenen, boden
meer dan eens luide hun diensten aan, om van 's ochtends
tot 's avonds boodschappen te verrichten, voorf 4
per week.
Het bestuur van het Friesch Rundvee-Stamboek
moet tot zijn leedwezen mededeelen, dat de Holstein Breeders
Association in Amerika tot dusver in gebreke is gebleven,
den onjuisten naam harer Vereeniging te wijzigen. Uit
liefde A-oor de waarheid ware het te wenschen, dat die
zuster-vereeniging, welke nimmer met Holsteinsch vee
heeft gefokt en in de laatste jaren, blijkens hare eigene
verklaring, uitsluitend fokvee uit de provinciën van Neder-
land heeft getrokken, eindelijk hare dwaling openlijk be
leed en daardoor tevens recht liet wedervaren aan het om
zijne melkrijkheid zoozeer gezochte Friesche vee. Nu die
Vereeniging dit echter, kennelijk tegen beter weten aan,
niet doet, blijft liet bestuur van het Friesch Rundvee-
Stamboek niet anders over, dan een voortdurend protest
tegen den naam van Holsteinsch vee, waarmede in Amerika
het melkrijke Nederlandsche vee geheel ten onrechte wordt
bestempeld.
Een nieuwe huwelijks-advertentie leest men in een
Friesch blaadje, van den volgenden inhoud:
„Huwelijksaanvraag van drie jongelingen, jeugdigen leef
tijd, aan niet onbemiddelde burgerdochters van 20 k 27
jaar oud. Zij die belangstellen komen aan huis bij dengene,
dien zij verkiest. Zondags niet te spreken. S. J. Veenstra,
K. K. Kats, S. S. Tjoelker. Augustinusga."
De Westf. Merkur verneemt van den industrieel
Heimann te Nice, dat deze na een reeks van proefnemingen
tot de overtuiging is gekomen, dat turf een zeer bruikbaar
materieel is om papier te vervaardigen. Daarenboven maakt
hij er nog van (waarschijnlijk onder hoogen druk) spoorweg
dwarsliggers, straatsteenen, schoenzolen, enz. enz. Den
groothertog van Oldenburg overhandigde hij in 1882 o. a.
een kastje, een schrijftafeltje en een verguld voetbankje,
alles uit turf vervaardigd. De Köln. Zeit. noemt het
volstrekt niet onmogelijk, dat de turf in de papierindustrie
eenmaal nog een gewichtige rol spelen zal.
Wat is de afleiding van het woord "Snoeshaan?"
Gewoonlijk wordt de Javaansche Vorstentitel Soesoehoenan
als oorsprong gegeven. De heer J. H. L. Van der Schaaff
toont echter in den Spectator aan, dat het woord reeds
gebruikelijk was, alvorens hier te lande aan de Oost gedacht
werd. In een kronijk, in 1590 te Dordrecht verschenen,
leest men van ruiters, die „redelijcke carels" en „alle
goede snuijs-hanen" genoemd [worden. De afleiding die
Van Dale geeft, namelijk verbastering van Snoefshanen, dus
zooveel als pochhamen, strookt ook niet met de gunstige
beteekenis, welke het woord in genoemde kronijk blijk
baar heeft.
Bultenlana.
UitEgijpte.Van Baker-pacha zijn allesbehalve goede tij
dingen ontvangen. Zijne pogingen, omTokar te ontzetten, zijn
mislukt. Nadere berichten toonen aan, dat zij het gevolg
was van eene paniek onder de Egyptische troepen tijdens
den storm. De Arabieren deden in groote getale en krachtig
den aanval op de Egyptenaren, wier carré dadelijk ver
broken werd. De Egyptenaren weigerden langer te vechten,
wierpen hunne wapenen weg en vielen plat op den grond,
luide genade smeekende. De Arabieren vermoordden hen
echter mecdoogenloos, zoodat minstens 2000 Egyptenaren
sneefden. Baker Pacha slaagde er met een klein overschot
in zich door de vijandelijke scharen een weg te banen naar
de kust, maar zij verloren ettelijke officieren, waaronder
vele vreemden. Ook gingen vier kanonnen, een paar
Gatlings en de totale legertros verloren. De Egyptische
artilleristen vuurden slechts eenmaal, daarna liepen zij van
de stukken weg. De vijand staakte de vervolging der
Egyptenaren pas in de nabijheid der kust, terwijl hij de
grootste verachting voor de Egyptenaren toonde.
HH. MM. de Koning en de Koningin der Nederlanden
worden in de volgende maand te Brussel verwacht.
Het volgende gelukkig zelden voorkomende geval van
muiterij op zee wordt van 11 Januari van Calcutta gemeld.
Kapitein Lewis, gezagvoerder van het barkschip Kaffir,
daar van Natal aangekomen, rapporteert op 37° 16' Z.Br.
en 74° 47'OL. de Zweedsche schoener Natal, kapt. Engstron,
gepraaid te hebben, bestemd van Boston naar Brisbane,
waarvan de gezagvoerder, om adsistentie verzocht wegens
muiterij zijner equipage. Hij vertrok met een gewapende
sloep derwaarts en vond den gezagvoerder en stuurman,
welke zware wonden bekomen hadden, met verbonden
hoofden. Do gezagvoerder van de Natal rapporteerde, dat
de equipage bestond uit twee stuurlieden en vijf man voor
de mast. Een der matrozen, die van Australië afkomstig
was, en meende dat de lading, die uit verscheidene Ameri-
kaansche artikelen bestond (yankea notions) op de eilanden
van de Stille Zee met voordeel te verkoopen was, deed
het plan ontstaan om zich van het schip meester te maken.
Den 16 November, toen de gezagvoerder des nachts in
zijne kooi lag, werd hij door een der matrozen met een
bijl aangevallen, die gelukkig tegen eene balk van de hut
aanstootte, doch den gezagvoerder nochtans eene wond in
den kaak en den hals veroorzaakte; ook een tweede slag
met den bijl raakte den balk en ook den nek des gezag
voerders. De opperstuurman werd terzelfder tijd aange
vallen door een matroos, die twee schoten uit een revolver
op hem afvuurde, en welke beide kogels tusschen de
oogen en de kin van den stuurman in het hoofd drongen,
waarna de matroos de hut uitliep.
De stuurman, die hoorde dat de gezagvoerder aange
vallen werd, vond hem worstelen met twee matrozen,
waarvan een hem met een mes in den nek stak. Bij het
binnenkomen van den stuurman namen zij de vlucht. De
gezagvoerder en de stuurman wapenden zich toen met geweren,
waarop 4 der oproerlingen naar het ruim de vlucht namen,
doch de vijfde werd gevangen genomen en de luiken werden
dicht gemaakt. Bij nader onderzoek bleek, dat zij den
tweeden stuurman, voordat zij op den gezagvoerder aan
vielen, vermoord en over boord geworpen hadden. De vier
matrozen bleven in het ruim tot den 20 November en
weigerden zich over te geven of te werken, en dewijl de
gezagvoerder en de stuurman te zwaar gewond waren om het
schip te besturen, moesten zij besluiten den oproerlingen tot
onderwerping te dwingen en schoten twee hunner dood,
waarna de anderen zich onderwierpen en aan het werk
gingen. De Australische belhamel was doodgeschoten. Twee
man der equipage van de Kaffir, die zich als vrijwilligers
aanboden, werden aan boord van de Natal ter adsistentie
overgezet, en daarmede zette de gezagvoerder de reis naar
Adelaide en Brisbane voort.
De opperstuurman had de beide kogels nog steeds in
het hoofd zitten.
Uit de postkar zijn aan het Berlijner station te Leipzig
twee zakken met brieven ontvreemd, eene waarde van
80,000 mark bevattende. De dader moet met de postdienst
goed bekend geweest zijn.
Een bedelaar te paard ziet men tegenwoordig te
Parijs de Avenue de Clichy langzaam op- en afrijden. De
schamel gekleedo man, die, op het oude, magere paard
gezeten, de aalmoezen der voorbijgangers inzamelt, maakt
een zonderlinge vertooning.
Gemeenteraad van Scliagen.
Zitting van WOENSDAG 6 FEBRUARI 1884.
In deze zitting werd, na voorlezing en goedkeuring der notulen
van de vorige vergadering, mededeeling gedaan van:
a. Missive van de Schoolcommissie, waarbij deze, in antwoord
op een deswege tot haar gericht schrijven, bericht, dat de des
kundige, die, behalve den gemeente-architect, de kosten der ver
bouwing van de gemeenteschool, volgens mededeeling van het
Hoofd der school heeft begroot, niet wenscht genoemd te worden.
Aan dit schrijven was toegevoegd een missive van het Hoofd der
school, waarbij deze aan de Schoolcommissie het bovenstaande
mededeeld, onder kennisgeving verder, dat hij zich, betrekkelijk
de zaak, tot een ander onafhankelijk deskundige had gewend,
doch ook deze niet in de zaak wenscht te worden betrokken,
tenzij hem, door tusschenkomst van het Hoofd der school, vooraf
inzage werd verstrekt, van de bestaande teekeningen betrekkelijk
die verbouwing.
b. Missive van de Schoolcommissie, waarbij deze bericht, dat
de gemeente-architect zich niet, gelijk de Commissie meent
te mogen verwachten dat hem was opgedragen, tot haar heeft
gewend, om nadere gegevens voor het ontwerpen van teekening
en begrooting, van de door haar den Raad aan te bevelen ver
bouwing der gemeenteschool; dat zij by gerucht vernomen
hebbende, dat plan en begrooting bereids door den gemeente
opzichter zijn ingediend en de begrooting aanmerkelijk van de
door de Commissie gedane voorloopige opgave van kosten ver
schilt, inzage verzoekt van een en ander, ten einde te kunnen
nagaan, welke afwijkingen daarin van de door de Commissie aan
den Raad gedane en door dezen beaamde voorstellen mochten
voorkomen. Op voorstel van den heer van der Maaten werd
besloten deze zaak, evenals in de vorige zitting, te behandelen
in Comité.
Na heropening der vergadering werd gelezen een schrijven
van hetzelfde Collegie, houdende kennisgeving, dat de weleer
waarde heer Philippona deken en pastoor alhier, ontslag had
genomen als lid der Commissie. Op voorstel des Voorzitters werd
besloten, de Commissie te verzoeken voor die vacature iemand
te willen voordragen. Een daarop gelezen schrijven van den
onderwijzer Dwarshuis, dat hij 15 dezer alhier van de gemeente
school in functie zal treden, werd voor notificatie aangenomen.
Daarna kwamen in behandeling de volgende adressen
1. Van den heer van der Maaten, om grond, de gemeente
behoorende, in erfpacht te krijgen (in de vorige vergadering
verdaagd). Op welk verzoek afwijzend werd beschikt.
2. Van H. Boeije, waarby deze verzoekt, voortaan lager te
worden aangeslagen in den hoofdelijken omslag. Voorloopig
aangenomen voor notificatie.
3. Van J. Roos, om ontheffiing van abusiven halfjarigen
aanslag in de belasting op de honden. Welke ontheffing werd
verleend.
Vervolgens kwam ter tafel, de, ingevolge besluit in de vorige
vex-gadering, door den gemeente-architect gemaakte begrooting
van kosten, eener omschutting, van steen, of van hout, der
bergplaats voor het vuilnis der gemeente, Nadat eerst door de
vergadering werd beslist, 1. dat die omschutting zal worden
gemaakt, 2. dat deze zal zyn van hout, werd de uitvoering dezer
besluiten verder opgedragen aan B. en W.
In behandeling kwam daarna een voorstel van den heer De
Pater, om voortaan ook marktgeld te heffen, van de ter markt
aangevoerd wordende duiven, kippen, konijnen enz. Het voor
stel werd aangenomen, en B. en W. opgedragen, het ontwerpen
van een concept belasting-verordening deswege.
Volgde de lezing van een verzoek van P. Roggeveen Lz.,
om het der gemeente behoorend, aan de Loet staand huis te
huren, vroeger eigendom van wylen J. Streek; tot welke ver
huring voor den prijs van f 1 per week, de huurtijd loopende
van week tot week, werd besloten.
Door den Voorzitter werd daarna den Raad ter bezichtiging
aangeboden, eene, hem daartoe door den heer districts-school-
opziencr ter hand gestelde teekening van eene onderwijzers
woning, waarvan de kosten waren geraamd op f. 4680 zijnde