S||§ II L LIILII L H L (1§5 EN NIEIIWEDIEPER COURANT. Nieuws- en Advertentieblad ï»or Hollands Noorderkwartier. 1884. N°. 19. Woensdag 13 Februari. Jaargang 42. jÈttm Uri ïk 17 Q II I? .Wij huldigen 4> VAN HAND TOT HAND. Verschijnt Dinsdag, Donderdag en Zaterdag namiddag. Abonnementsprijs per kwartaal0.90. t pu franco per post 1.20. Brieven uit de hoofdstad. 7 Februari. Soep, water, bier, ik heb ditmaal waarlijk niet over gebrek aan afwisseling van stof te klagen, althans niet van vloeistof De soep betreft natuurlijk de heeren sociaal-democraten in ons midden. Hun onbekookt voorstel, tfora van gemeente wege op de openbare scholen 1ste klasse (armenscholen) aan elk kind, wiens ouders dit begeeren, dagelijks een portie warm eten te verstrekken," is dan nu eindelijk Maandagavond in de vergadering der Plaatselijke School commissie in behandeling genomen en op de meest eer volle wijze uitvoerig en ernstig besproken. Het debat nam bijna den geheelen deur der vergadering in beslagen men kan dus niet zeggen dat de heeren zich met een Jantje-Van-Leiden van de zaak hebben afgemaakt. Vooral het paedagogisch bezwaar maakte de meeste sprekers van den voorgestelden maatregel afkeerig. Terecht werd er door hem op gewezen dat door het verstrekken van gemeentelijke voeding op school, een onzuivere en ver derfelijke verhouding zou geboren worden zoowel tegen over de kinderen als tegenover de ouders, en dat men, door op die wijze het onderwijs aanlokkelijk te maken op eene bepaalde soort van scholen, zich feitelijk zou schuldig maken aan eene ongeoorloofde en hoogstnadeelig werkende bevoorrechting. Genoeg, het plan werd van alle kanten bekeken, maar het resultaat was dat de vergadering de invoering er van niet wenschelijk achtte en dit dan ook met 15 tegen 11 stemmen als haar gevoelen uitsprak. In In dien zin zal dus nu aan den Gemeenteraad geadviseerd worden, en waarschijnlijk zal ook deze zich wel met de meening der Schoolcommissie vereenigen. Het water mijn tweede chapiter had gisteren middag, en ook gisteren avond nog, in den Gemeenteraad de overhand. Ge zult het in deze vochtige en regen achtige dagen misschien moeielijk kunnen gelooven, doch het feit is niettemin maar al te waar: Amsterdam heeft watergebrek. En de Duinwaterleiding dan? zult ge vragen. Zeker, de Duinwaterleiding is eene uitstekend werkende inrichting, die in alle opzichten voor Amsterdam onmisbaar genoemd mag worden, doch met hare tegenwoordige hulp middelen is ze niet in staat aan de gestadig toenemende behoeften der stad, die zich nog vuurtdurend uitbreidt, te voldoen. Een tweede leiding is dus noodzakelijk. Zal de gemeente die aanleggen en beheeren? De Commissie van Door GOLO RAIMUND. {Vervolg.) Vóór nog deze onverwachte verloving bekend was geworden, werd hij door een brief uit Duitschland, die hem zonder dralen aan het sterfbed van den heer Tromberg ontbood, aan dezen lentedroom ontrukt. Hij reisde dag en nacht door en vond den beschermer zijner jeugd wel is waar nog in leven en bij zijn volle bewustzijn, maar den dood nabij en angstig zijne komst verbeidende. Aan de grens van zijn aardsche loopbaan deed de oorspronke lijke edele natuur van dezen man hare rechten gelden. Zij ont lastte zich van de schuld, die haar zoo lang gedrukt en vernederd had, en verlichtte zich door eene volledige bekentenis. De heer van Tromberg was niet de rechtmatige bezitter van de rijkdommen, die hem te beurt waren gevallen het oor spronkelijke testament, dat hij vervalscht had, had Walter van Hersfeld tot universeelen erfgenaam benoemd. De schuldige, die nu aan de eindpaal zijns levens stond, was in vroeger dagen voor den drang en den nood van het oogenblik die hem en de zijnen in hun bestaan bedreigden, bezweken hij gaf gehoor aan de machtige verleiding en stelde zyn geweten gerust met de drogreden, dat Walter hem dit middel, om zich zeiven voor ondergang te behoeden, eigenlijk verschuldigd was. De beschikking van den erflater, volgens welke het goed, na het uitsterven van de Hersfeldsche mannelijke linie, aan de Trombergs moest vervallen, werd door hem omgekeerd, door het testament, met behulp en op aandringen van den notaris, die de rechts geleerde raadsman van den overledene was geweest, te verval- schen. Maar hadden vroeger kommer en zorg den heer van Tromberg zwaar ter neder gedrukt, nu pijnigde hem de kwellende herinne ring aan zijne schuld en zijne verloren eer, en toonde hem de nietswaardigheid van datgene, wat hij voor een fier en rein ge weten had ingeruild. Onophoudelijk peinsde hij er over na, hoe hij de bedreven daad ongedaan kon maken, zonder zijne eer prijs te geven; berouw, schaamte en besluiteloosheid streden om den voorrang in zijne ziel en maakten hem dien somberen droomer, zooals zijne omgeving hem jaar en dag gekend had. Eindelijk, in het aangezicht van den dood, vond hij den zede lijken moed tot eene volledige biecht. Hij bekende aan zijne familie wat hij gedaan had en, verlicht door Walter's grootmoedige vergiffenis, sloot hij dankbaar zijne oogen, het aan de achter- blijvenden overlatende, deze zaak naar aller genoegen te regelen. Robert en Erwin van Tromberg, die hunne aanstelling tot officier nog niet hadden ontvangen, stonden er op, het onrecht vaardig verkregen goed terug te geven, maar Walter deed voor het eerst, op bijna gebiedenden toon, het recht en het gezag van ouderen broeder gelden. Hij verklaarde eene openbaarmaking van deze zaak, al het opzien, daardoor veroorzaakt, niet te beschouwen als eene boete van de oude schuld, maar als eene nieuwe onbillijkheid, daar zelfs de geringste openlijke twyfel aan de eer van zyn weldoener Uitgever A. A. BAKKER Cz. BUREAU: MOLENPLEIN. bijstand voor publieke werken had daar wel ooren naar en stelde een gemeente-waterleiding uit de Vecht voor; doch Burg. en Weth. kwamen daarentegen met een voorstelom een nieuwe concessie, zoo voor duin (eigenlijk Leidsche Vaart-water) als Vechtwater aan de bestaande Duinwater- Maatschappij te verleenen, en bleven dit voorstel hand haven zoowel op grond van het algemeen belang, als met het oog op de financiëele voordeelen, die voor de gemeente aan het verleenen der concessie boven den aanleg eener gemeente-waterleiding verbonden zijn. Natuurlijk het is dezelfde quaestie als indertijd met de gemeentelijke gas fabriek, of eigenlijk „lichtfabriek," zooals ze toen een poosje genoemd is. wijl het electrisch licht destijds nogal van zich deed spreken. Eigen beheerders, of concessie aan particulieren? Het eerstgenoemde, het aanleggen van een tweede waterleiding, onder gemeentelijk beheer, vond wederom vele voorstandersmaar het denkbeeld werd toch niet genoegzaam ondersteund om de overhand te behouden, en met zestien tegen twaalf stemmen werd aan de bestaande Duinwater-Maatschappij voor den tijd van 35 jaar con cessie verleend zoowel voor den aanvoer van Duin- als van Vechtwatar, tegen uitkeering aan de gemeentekas en volgens tarief voor de levering van het water. Voorloopig is er dus nog geen gevaar dat we van dorst zullen om komen. Met het bier ging de Raad onlangs minder barmhartig te werk. Zooals ge u misschien herinneren zult, had de „Volksbond" (vroeger meer bekend als Multapatiorsbond) in den afgeloopen zomer, voornamelijk met het oog op de Tentoonstelling, een proef genomen tot het plaatsen van gebouwtjes op den openbaren weg, uitsluitend bestemd tot goedkoop verkoopen van goed bier. Die proefneming slaagde toen zoo uitstekend, dat de oprichters het verzoek indienden om ook op twee andere plaatsen bierkiosken te mogen vestigen. Doch met meerderheid van één stem werd het bierplan verworpen. Men vondt dat die kios ken een te groote en onedele concurrentie opleverden voor voor de bestaande bierhuizen en dat het gebruik van sterken drank wat als een der hoofdmotieven voor de oprichting was aangevoerd er toch niet door zou ver minderen. Men zou, tegen lagen prijs goed bier kunnende verkrijgen, eenvoudig meer bier gaan drinken, maar niet minder jenever. Ik geloof ook, dat er tegen die redenee ring niet veel valt in te brengen. De trek naar jenever of brandewijn wordt niet bevredigd door een glas bier, al is het ook nog zoo goed of goedkooo. Men drinkt even door hem als eene persoonlijke beleediging zou worden opgevat. Hij verzette zich niet slechts tegen de teruggaaf van het goed dat tot zonderlinge vermoedens aanleiding had kunnen geven, hij beurde de ter neder geslagen broeders door hartelijke toespraak op, en wist, door zijn teeder gevoel geleid, de schuld van den overledene zooveel mogelijk te verkleinen. Elke weldaad, elke vriendelijkheid van den afgestorvene, stond hem levendig voor den geest; alles, wat edel en goed en groot in hem geweest was, werd door hem in het helderste licht gesteld om de scha duwen te doen verdwijnen, die op het eens zoo hoog vereerde beeld vielen. Om geene aanleiding tot argwaan te verwekken, liet hij dus het testament in zijn volle kracht; het eenige wat Walter niet in staat was, ten einde de beide broeders niet te krenken, te weigeren, was de verdeeling van het aanzienlijke vermogen in baar geld. Wat waren in deze oogenblikken ook aardsche bezittingen in de oogen van den gelukkige? Hij had immers liefde, zoete, oneindige liefde gevonden, en de bruidschat, dien de graaf Frésange aan zijn eigen kind medegaf, plaatste de jongelieden boven al de kleinere zorgen van het alledaagsche leven. Na een paar maanden werd het huwelijk voltrokken en vestigden zich de jonggehuwden na de gebruikelijke huwelijksreis, te Parijs, om er den winter door te brengen. In den aanvang aderaden de brieven van den jongen echtgenoot aan Erwin, wien hij van de beide broeders de meeste genegenheid toedroeg: niet dan liefde en geluk. De liefdedroom, onder den verrukkelijken hemel van Italië gedroomd, de zoete rust van het bezit, de reine genietingen, die kunst en natuur in harmonische vereeniging den bezoeker aanbieden, en de tooverstaf van den rijkdom, welke dienstvaardig alle grootere en kleinere wenschen vervult, dat alles ontsloot voor Walter eene nieuwe wereld. Te Parijs, waar het leven zoo geheel anders was, waar nieuwe eischen en nieuwe plichten zich deden gelden en nieuwe aan schouwingen zich aan zijn geest opdrongen, had hij iets meer rust om de menschen en zijne nieuwe omgeving te leeren kennen. Nu en dan bevatten zijne brieven een zachte klacht, dat de vele verstrooiingen en eischen van den maatschappelijken omgang hem zijne Jeanne ontroofden, maar zijne verwijten waren noch gericht tegen die vrienden, welke zijne vrouw al te dringend het hof maakten, noch tegen haar zelf, en toen hem, in den loop van het jaar, eene dochter werd geboren, scheen het oude geluk nog eens ten volle te herleven. Te herleven, om zooveel te spoediger te worden vernietigd. Met hun wederoptreden in de groote wereld, waaraan de jonge vrouw slechts gedwongen zich eenige maanden had onttrokken en gedurende welken tijd zij zich, om ten minste iets tot afleiding te hebben, met echtgenoot en kind had bezig gehouden, scheen de korte liefdesperiode, voor goed gesloten. Walter's brieven aan de broeders werden al zeldzamer en korter, ja, weldra werd in sommigen de naam zijner vrouw niet eens meer vermeld. Het huiselijk leven der echtgenooten, van welks innigheid Walters fijn, gevoelig hart zich zooveel geluk had voorgesteld, werd al koeler en onverschilliger, want de schoone vrouw, die nu den spot dreef met hare jeugdige dweepzucht, leefde omringd en Prijs der Ad verten tien Vnn 14 regels 60 cents, elke regel meer 15 cents. Grooto letters naar plaatsruimte. Voor winkeliers bij abonnement belangrijk lager. min een borrel voor de derst, als een gl.is bier bij wijzen van „hartsterking," of hoe het dan heet. De nu door den Gemeenteraad aangenomen voordracht omtrent de Vechtwaterleiding, waarbij, nevens vermeer derden toevoer van water, prijzen verkregen worden, die hoewel nog hoog, toch niet, zooals thans, voor industri- ëele oogmerken geheel onbereikbaar zijn, heeft een grooten stoot gegeven aan het plan tot oprichting van een nieuw groot badhuis hier ter stede. Het zal den modernen klassieken naam moeten dragen van „Thermae novae" en een gelegenheid aanbieden om te kunnen zwemmen onaf hankelijk van het jaargetijde en tot het nemen van ver schillende soorten van Baden naar de eischen van den tegenwoordigen tijd en van de moderne gezondheidsleer. Men zal er zich kunnen verkwikken met stoom- en heete lucht baden, zoogenaamde Russische, Turksche en Romein- sche baden; in één woord: het zal een herleving zijn der oude Romeinsche Thermen, zooals Nero, Titus, Domitianus en andere keizers, die met groote pracht en kostbaarheid hebben doen aanleggen. De in Amsterdam te bouwen inrichting van dien aard zou een goede 4 ton kosten, wat nu juist niet zoo'n peulschilletje is, maar toch nog altijd zeer weinig in vergelijking van wat de Romeinsche Thermen moeten gekost hebben. Seneca, Nero's hofphilosoof, klaagde althans steen en been over de weelderige en overdreven pracht der badhuizen in zijn tijd. En, wat erger was, de Thermen waren tevens de brandpunten van staatkundige verwikkelingen, van philosophisch gekibbel en van allerlei uitspottingen. Laat ons hopen, dat, zoo men er al in slaagt de vier ton bijeen te brengen, het Amsterdamshe badhuis vooral in dit opzicht gunstig afsteke bij het Ro meinsche. Doch ik geloof dat de bouw zich nog wel een poosje zal laten wachten. Amerikaansche sporen en Weener loten tieren hier veel weliger dan Romeinsche badhuizen. En de Beurs is nu ook weer voor goed op de lange baan. Plannen en tegenplannen, becijferingen en opme tingen, ingezonden stukken p,o en contra, ontkiemen reeds even voorspoedig als de vlierboompjes en wilgetakjes uit de „gemengde berichten.,/ Reeds heeft een vernuftig man vermoedelijk een aandeelhouder van het Paleis voor Volksvlijt het denkbeeld aan de hand gedaan, om dit gebouw zooals het daar reilt en zeilt, aan te koopen en er een beurs van te maken. De verwisseling schijnt een voudig genoeg: van de pantomine naar de contramine; maar de uitvoering moet zooveel voeten in de aard hebben, dat de vernuftige aandeelhouder reeds voor een ,,spot- gevierd te midden eeuer zinbedwclmendc omgeving en bezat wel een schitterend huis, maar geene huiselijkheid. Slechts in één enkel punt kwamen hunne gevoelens nog over een: in hunne liefde voor de kleine Clemcnce, hoe verschillend ook de oorsprong en uiting van deze liefde zyn mocht. Voor de moeder was het kind een bekoorlijk speeltuig, eén voorwerp van ijdelheid en koketterie, voor den vader zijne dier baarste aardsche bezitting, de drager van al zijne aardsche ver wachtingen, het leven van zijn leven. Al de vurige liefde, die dat mannelijke hart bevatte, vereenigde zich in het kleine schepseltje, dat ook van haar kant met innigheid aan hem gehecht was: de zoo wreedelijk verstoorde harmonie van zijn innerlijk leven scheen door zijne verhouding tot zijn kind weder cenigermate hersteld te zijn. Hier ten minste ondervond hij geene teleurstelling en geene leegtede roerende aanhankelijkheid van de kleiue Clemence nam toe, naarmate zij ouder en verstandiger werd, en bij haar was elke blik en elk bewijs van teederheid en liefde echt en ongekunsteld. Daar het niet in den aard der jonge levenslustige vrouw lag ijverzuchtig te zijn, gunde zij haar echtgenoot van harte die echt Duitsche dweepzucht met zijn kind, en trok zij zich die in het oogloopende voorliefde, die het kind ten dank daarvoor aan den dag legde, volstrekt niet aan. Clemence, aan zijne hoede toever trouwd, was, dat bekende mevrouw van Hersfeld volgaarne, in de beste handen, en zij benijdde hem geenszins de daarmede gepaard gaande moeiten en zorgen. Het was haar genoeg, wanneer zij haar kind bij zich kon hebben, zoo dikwijls een gril of een aanval van liefde haar daarnaar deed verlangen, dat zij een ledig uur met het kind kon doorbrengen en zich in zeldzame oogenblikken, met het kind op haar schoot, in de betooverende bekoring van eene verleidelijk schoone, jonge moeder kon vermeien. In de oogenblikken van zulke triomfen wist zij hare teederheid voor het kleine meisje al den bedriegelijken schijn van ware moederliefde te geven, die in het reine, kinderlyke hart luiden weêrklank vond. Werden door haar vader hare kleine ondeugendheden en kinderlijke luimen met goedigen ernst bestraft, hare begeerlijkheden en wankelmoedigheid beperkt hare schoone, vroolijke moeder kende geene beperking en geene beteugeling van hare stijf hoofdigheid en bij haar was Clemence volkomen vrij in al haar doen en laten. Zeker, het was geen gunstige invloed, die de lichtzinnige vrouw op haar kind uitoefende, en vele waren de woorden wisselingen, die daarover plaats vonden de uitdrukkingen, waarin de echtgenooten hunne meeningen inkleedden, getuigden steeds minder van die verdraagzaamheid en zachtheid, welke slechts in ware liefde haar oorsprong vinden, zoodat verbitterder stemming en grooter verwijdering daarvan het gevolg waren. De standvastigheid zijner liefde, zyne onwankelbare getrouw heid en zedelijke denkwijze, die zelfs geen kwaad zag in de kleine koketteriën, die voor de wufte Fran<jaise zulk eene onbeschrijfelijke bekoorlijkheid hadden, de heiligheid van het familieleven en de geheele ideale richting van zijn geest, verveelden dé schoone vrouw, zij wist ze ten minste niet naar waarde te schatten; de breuk werd steeds grooter en grooter, en het eenige gevoel, dat

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche en Nieuwedieper Courant | 1884 | | pagina 1