Helder. De telemeteorograaf van Olland kan in die be- i
hoefte geheel voorzien, maar de aanleg en invoering van
dat vernuftig uitgedacht instrument zou een uitgaaf van
f 60000 kosten en dat is voor Nederland te veel.
Voortaan kan voor de verschillende postpakketten, i
gelijktijdig aan denzelfden geadresseerde door denzelfden
afzender gezonden, met één adreskaart worden volstaan, j
Men zorge echter, achter het woord „hierbij" het aantal I
en de verschillende soorten der pakketten te omschrijven.
Van pakketten met aangegeven waarde of verreken-pak-
ketten wordt de gezamenlijke waarde in één som op de
adreskaart ingevuld, doch op de pakketten voor elk pakket
afzonderlijk vermeld. Port en recht worden echter voor
elk pakket afzonderlijk berekend en door frankeerzegels
op de adreskaart vermeld.
Te Rotterdam is aanbesteed: het bouwen van den
nieuwen Schouwburg aan de Aert Van Nesstraat. Er waren
negen inschrijvers. De laagste was J. H. Vos Sr., voor
f 428,700.
De heer L. A. Hissink Jr., leeraar in de Nederl.
taal en letterkunde aan de Rijks Hoogere Burgerschool en
aan het Progymnasium te Gouda, staat No. 2 op de aan
bevelingslijst ter vervulling der vacature van leeraar in
hetzelfde vak, benevens de geschiedenis, aan de Hoogere
Burgerschool met vijfjarigen cursus voor jongens te
Amsterdam.
Jhr. mr. Van Pabst tot Bingerden, te Nijmegen
overleden, heeft aan de gemeente Arnhem zijn bibliotheek
vermaakt, onder voorbehoud dat zijn erfgenamen daaruit
nemen konden en voor zich behouden wat zij verlangden.
De erfgenamen meenden den uitersten wil van den over
ledene te volbrengen met alles voor zich te behouden en
drie boeken van luttel waarde naar Arnhem te sturen.
De gemeenteraad van Arnhem heeft voor „de bibliotheek"
van jhr. P. v. B. onder dezen vorm bedankt, omdat.... de
drie aangeboden boeken al in de bibliotheek der gemeente
voorhanden waren.
Door Marinus Nieuwenhuijzen, schippersknecht te
Ierseke, voor wien echter, daar hij niet schrijven kan,
optreedt en teekent mr. J. J. Bergsma, advocaat te 's Hage,
is een rekwest aan den Koning gezonden, waarin hij het
volgende schrijft:
dat hij bij arrest van het Hof van 's Hage van 24 Januari jl.,
bevestigende een vonnis van de Rechtbank van Middelburg van
24 November jl., voor mishandeling is veroordeeld tot twee maanden
celstraf en acht gulden boete;
dat de mishandeling heeft bestaan in het toebrengen van een
slag met een stok op 2 Maart 1883;
dat de langdurige instructie gewijd aan zijne zaak geen uit
vloeisel is van het gewicht van het tegenover hem bewezen
verklaarde feit, maar van de natuurlijke moeielijkheid om het
bewijs te leveren voor een onbeduidend feit, waarvan op het
oogenblik, dat het gepleegd werd, niemand notitie nam
dat het voorgevallene heeft plaatsgegrepen in den vroegen morgen,
toen rekwestrant met ongeveer twintig andere knapen zich moest
onderwerpen aan de loting voor de nationale militie, waarbij
eenige opgewondenheid niet onnatuurlijk is, althans in den regel
voorkomt
dat door het gestrafte feit geen minuut de rust verstoord is,
veel minder inbreuk gemaakt op het huisrecht, geen schade
is toegebracht, geen afsluiting is verbroken, het dan ook geen
gerucht in den lande heeft gemaakt;
dat de straf hem voorkomt buiten verhouding tot het misdrijf
te zijn;
dat hij tot adstructie hiervan onder Uwer Majesteits aandacht
brengt, dat op denzelfden dag, 24 Januari j.1., een candidaat in
de medicijnen, welke eene kostschool was binnengedrongen, zoodat
de brandklok moest geluid worden, de landelijke bevolking tot
ontzet opdaagde, en er gedurende een geruimen tijd onrust en
gevecht ontstond, voor het niet gevaarlijk (volgens verklaring
van deskundigen, zoodat geneeskundige hulp schijnt ingeroepen)
verwonden van twee personen, is gestraft met acht dagen celstraf
en acht gulden boete;
dat korten tijd daarop door dezelfde Rechtbank, die van Utrecht,
een aantal jongelieden, die gedurende uren de rust in eene aan
zienlijke gemeente hebben verstoord, met volkomen minachting
van den huisvrede, met verbreking van afsluiting, toebrengen van
aanzienlijke schade, terwijl een der beleedigden een paar dagen
later overleden is, gestraft zijn met veel lichtere straffen dan de
rekwestrant;
dat hij, twintig jaar oud, hard moet werken voor zijn brood,
en de zegeningen der beschaving hem slechts in zoo geringe
mate zijn ten deel gevallen, dat hij dit rekwest niet eens
teekenen kan;
dat hij wel eens gehoord heeft, dat de wet voor alle Neder
landers gelijk is, en zulks dan ook wel het geval behoort te zijn,
waar overal in den naam Uwer Majesteit recht wordt gesproken
dat waar de som der omstandigheden, die verkleinen, wordt
opgemaakt, de schaal zeker zeer in zijn voordeel overslaat:
dat Uw Koninklijk recht van gratie wel in de eersle plaats
strekken zal tot het wegnemen van onwillekeurige hardheden
bij de bedeeling van het recht;
dat hij schrijvende voor zichzelven, niet tegen anderen, meent
hier verder niets te moeten bijvoegen, eerbiedig verzoekende, dat
het Uwe Majesteit zal behagen hem te verleenen ontheffing der
opgelegde gevangenisstraf, subsidiair vermindering tot zoodanigen
tijd, dat niet hij, de jonge ongeletterde schippersknecht, zwaarder
worde gestraft dan de meer bevoorrechten.
schoonheidsgevoel, en verschafte haar van tijd tot tijd een kunst
genot om haar rijken geest te ontwikkelen. Zoo maakte zij
langzamerhand al meer en meer een deel uit van mijne gedachten
en beheerschte allengs mijn hart met alles, waarvoor het gloeide
en dweepte.
Toen ik reeds het geheim van mijn wezen ontdekte, was zij
pas zestien jaar, te jong en te onervaren, om het te kunnen
begrijpen. Ik wil niet pronken voor u, mijn trouwste vriend,
ik biecht bij u, en dan mag ik wil zeggen, dat ik het gebod
mijns vaders trouw en eerlijk ben nagekomen, zonder ooit te
vragen, wat het mij kostte. Ik zag hare oogen vragend en vol
verwachting op mij gevestigd, als ik haar met meer terughouding
behandelde, maar ik beantwoordde hare stomme vragen niet. Ik
bedwong mijn vurig, onstuimig kloppend hart, ik dacht aan de
bede mijns vaders: „hare eer en haar vrede moeten u heilig zijn
en ik zweeg.
Als ik alleen was, ontrukt aan den invloed harer oogen, aan
de bekoorlijkheid van haar lach, aan de tooverkracht van haar
geheele wezen, dan zeide ik tot mij zeiven, dat ik geen recht
had, deze bloem te vroegtijdig te ontwikkelen, geen recht ook,
het ontwaken van deze kinderlijke ziel te bespoedigen en haar
nog benevelde blikken omtrent de werkelijkheid te misleiden,
maar als ik mij tegenover haar bevond, dan was het gedaan
met alle wijsheid, en heb ik moeten worstelen als een held, om
mijne gelofte te kunnen houden. Ik bleef voor haar wat ik ge
weest was, de rustige, verstandige Mentor; ik baande voor haar
een levensweg, die zij vrij en onafhankelijk voor de toekomst,
wat mij betreft, kon betreden, en legde, alles in de handen van
het noodlot.
Het is mij genadig geweest, Walter, zeer genadig!
Wordt vervolgd.)
De lieer A. Smit, burgemeester van Vlissingen, de i
belangen dier gemeente hooger stellende dan de redenen
van gezondheid, die hem eenigen tijd geleden noopten zijn
ontslag uit die betrekking te vragen, is op dit besluit
teruggekomen.
Het is thans zeker, dat dr. Mezger met 1 Mei a. s.
zijne praktijk te 's Hage zal komen uitoefenen.
De instructie in de zaak der Leidsche giftmengster
duurt nog steeds voort. Naar de Tijd verneemt, zijn dezer
dagen weder nieuwe slachtoffers ontdekt en opgegraven,
namelijk een mensch, een hond en eenig pluimvee. Men
schat het getal processtukken nu reeds op een paar honderd,
maar het voornaamste een stellig bewijs, dat vrouw
Van der Linde de schuldige is moet nog ontbreken.
In elk geval meent men dan ook stellig te kunnen ver
zekeren, dat er in 1884 van de openbare behandeling niets
zal kunnen komen.
Men herinnert zich, dat in Mei 1881 langs den weg
van Hoogeveen naar Dedemsvaart het lijk werd gevonden
van eene boerenmeid, zekere Mina Koes. De vrouw was
blijkbaar vermoord haar was de hals afgesneden
maar de dader werd niet ontdekt. Eerst in September 1883
kwam men hem op het spoor. Zijne huisvrouw namelijk
die wegens zekere bedreigingen beangst voor haar man
was geworden deed toen aan den zwager van Mina
Koes mededeeling van bij haar gerezen vermoedens, die
I tot de arrestatie van den vermoedelijken moordenaar leidden.
Deze, Remmels van der Hulst genaamd, loochende aan
vankelijk, maar bekende later zijne schuld. Armoede en
gebrek hadden hem geleid tot het berooven van de vrouw,
die hij toevallig op den weg ontmoette, en hij had haar
een oogenblik daarna, toen zij hem dreigde, uit vrees voor
ontdekking, den hals afgesneden.
Jl. Vrijdag stond v. d. H. te dier zake voor het Gerechts
hof te Leeuwarden terecht. Hij bleef bij zijne in de
instructie afgelegde, hierboven in hoofdzaak medegedeelde
bekentenis. De advocaat-generaal requireerde zijne ver
oordeeling tot 25 jaren tuchthuisstraf. Zijn verdediger
bestreed het bewijs en beval den beschuldigde overigens
in de clementie van het Hof aan.
De uitspraak deelen wij later mede.
De facteur van het korps mariniers R., die in het
vorige jaar te Amsterdam mandaten had zoek gemaakt, is
door het Hoog Militair Gerechtshof veroordeeld tot 1 jaar
correctioneele gevangenisstraf, met ontzegging om bij de
gewapende macht of als militair geëmployeerde te dienen
gedurende 5 jaren.
Uit Calcutta wordt aan een Engelsch blad gemeld,
dat de cholera-kiem door dr. Koch gevonden is. De bacilli,
die men alleen in de ingewanden der cholera-lijders aan
treft, heeft hij ook gevonden in het drinkwater van een
put in een dorp, waar de cholera heerschte.
de ziel vax het huis. „Thuis" beteekent voor het kind:
„bij moeder." Voor den man, vader en broeder, is het de vrouw.
Als hij na een vermoeiden dag 's avonds thuis komt, gevoelt
hij zich op eens in een aangename atmosfeer. Er is plaats voor
alles en alles is op zijne plaats: leuningstoelen staan klaar,
sofa's noodigen tot rust, het haardvuur vlamt helder, de portretten
aan den wand schijnen hem toe te lachende gedekte tafel
biedt verkwikking en versterking aanpantoffels zien er voor
de voeten verlokkend uit; luiken en deuren sluiten het straat-
gedruisch buiten. Alles is helder, warm, gezellig en rustig, en
dat is het onzichtbare werk van de vrouw. Zij wa3 het, die dat
alles zoo beschikt en geregeld heeft, die alles zoo aangenaam
heeft gemaakt, die alles wat noodig is voor de hand en al het
onnoodige weggenomen heeft.
Dat ziet de man haar nooit doen, dat zal hij haar ook nooit
zien doen. Hij is er niet bij als de huisfeeën bezig zijn. Hij is
vergenoegd, zonder te weten waarom zonder te denken aan
de oplettendheid en de moeite, die het vereischt om te maken,
dat hij zich zoo op zijn gemak gevoelt. Hij begrijpt het niet
hij is niet in staat het te begrijpen en dus betoont hij er
weinig erkentelijkheid voor: misschien meent hij wel, dat hij al
die geriefelijkheden aan zijn eigen vlijt, zijn goeden smaak en
zijne mildheid te danken heeft. Der stille helpster geeft hij er
de eer niet van.
Maar eenmaal komt de dag dat de onzichtbare werkster heeft
opgehouden te werken dat zij stil uit die heldere gezellige
omgeving is overgegaan tot dien slaap, waaruit geen ontwaken
is, in de donkerste en kilste aller donkere en kille kamers. Dan
eerst waardeert hij ten volle haar stillen arbeid. Elk onbezield
voorwerp komt in opstand nu zij er niet meer isniets blijft op
zijne plaats; wat blinkend was, wordt zonderling dof; wat zoo
gemakkelijk voor de hand stond, wordt gemist; sloten zijn niet
in orde, vensters tochten, het straatgedruisch is niet buitengesloten,
gordijnen willen niet neer, allerlei kleine geriefelijkheden, waaraan
hij gewoon is, ontbreken, zelfs het vuur wil niet branden. Het
huis wordt onverklaarbaar koud en doodschalles heeft er een
vervallen aanzien. Vroeger was het met leven bezield, en de
geest, die er heerschte, openbaarde zich op eene eigenaardige
aangename, stille wijze, nu is het leven er uit. En dan is het,
dat het onzichtbare werk zichtbaar wordt. (Naar het Engelsch.)
en dat de leden getracht hebben door openbare uitvoeringen voor
liefdadige doeleinden te willen werkzaam zijneindelijk, dat van
de leesbibliotheek een druk gebruik wordt gemaakt, terwijl 't
aantal nommers zich gaandeweg uitbreidt. De penningmeester,
de heer C. Wondergem, was daarna aan't woord, om't financieel
rapport uit te brengen, 't Luidde als volgt:
A. Administratie der Vereeniging.
Ontvangst.
Batig saldo van 't vorig jaar4920.574
Contributiën der leden1554.50
Huur der huizen627.30
Winst op den verkoop van brood 133.52
Totaal7235.894
Uitgaaf.
Aan onderhoud van gebouwen en inventaris, 403.834
ii belasting en assurantie118.424
advertentiën en drukwerk 76.81
uitkeering bij ziekte en overlijden. 397.07
kosten van vergaderingen 99.52
rente van geleend kapitaal 359.75
aankoop van insignes25.75
contributie Zondagsrust2.50
ii salaris v. d. president en d. secretaris. 59.63
onder de zinspreuk: „Door orde en spaarzaamheid tot welvaart
te Helder.
Algemeene vergadering, gehouden Zaterdag 23 Februari
1884, in het lokaal Tivoli.
In zeer grooten getale waren de leden met hunne vrouwen ter
vergadering aanwezig, toen de president, de heer P. II. Bos,
met een gepast woord de bijeenkomst voor geopend verklaarde,
terwijl hij allen een hartelijk welkom toeriep. Zijn terugblik
over 't jongste vereenigingsjaar wees zoowel schaduw- als licht
zijden aan: onder deze laatste mag wel gerekend worden 't toe
nemend aantal leden. De pogingen, aangewend tot stichting van
een weduwen-pensioenfonds waren zoo verzekerde de presi
dent op onoverkomelijke bezwaren afgestuit. Met de beste
wenschen voor den bloei der Vereeniging, vooral ook in dagen
als de tegenwoordige, waarin 't socialisme zoo krachtig het hoofd
opsteekt, besloot de president zijne toespraak. De secretaris,
de heer J. Groeneveld, bracht daarop verslag uit over 't 12de
vereenigingsjaar. Hij deelde o. a. mede, dat het ledental op
1 Jan. 11. bedroeg 301; dat de huishoudelijke werkzaamheden op
de voorgeschreven wijze hebben plaats gehad; dat de spaar- en
voorschotkas voortgaat hoogst nuttig te werken, tellende in 1883
149 spaarders en 74 personen, die voorschotten genoten; dat het
begrafenisfonds 1463 leden telt en een reservekas heeft van
f 2557.16; dat onder de bepalingen voor genoemd fonds deze is
opgenomenAan de leden worden bij overlijden, na minstens één
jaar lidmaatschap, behalve de gewone uitkeering, gratis vanwege
't fonds rouw- en volgkoetsen en een lijkkist verstrekt; dat
pogingen worden aangewend om aan 't begrafenisfonds toe te
voegen een afdeeling tot het kosteloos verschaffen van dragers bij
het ter aarde bestellen van leden, die overleden zijn; dat het
kraamvrouwenfonds in 1883 f 110 heeft uitgekeerd; dat de af
deeling Zang in 't afgeloopen jaar blijken heeft gegeven, dat
haar zinspreuk: „Oefening baart vooruitgang," waarheid behelst
Totaal1543.29
Batig saldo. 5692.604
B. Administratie van den winkel.
Ontvangst.
Batig slot van 't vorig jaar546.65
Wegens verkochte winkelwaren 21746.72
Uitgaaf.
Aan aankoop van winkelwaren
vracht der
,i werkloonen voor het personeel.
ii gasverlichting
ii assurantie en patent
opname der balans porto's, enz.
huur van den winkel.
kosten van beheer
Totaal22293.37
Totaal.
Batig saldo
Aanwezige voorraad op 1 Jan.
20137.934
195.54
656.63
133.13
61.47
98.18
273.-
136.54
21692.424
600.944
4176.23
Totaal4777.174
Loopende schuld4046.98
Winst730.194
C. Administratie Broodverkoop.
Ontvangst.
Vegens verkoop van brood7858.704
Uitgaaf.
Aan den fabrikant7007.65
ii weekloon personeel572.
,i patentrecht8.
,i winkelhuur91.
kosten van beheer46.534
Totaal7725.184
Winst133.52.
D. Administratie verkoop van Steenkolen.
Ontvangst.
Wegens_verkoop van Steenkolen. 4525.214
3034.70
690.57
200.69
8.32
21.20
Aan inkoop van Steenkolen
vracht en losloonen
ii kosten van verkoop
patentrecht
kosten van beheer.
Totaal 3955.48
Winst569.734
De schoenmaker, de heer A. Visser, heeft aan de leden der
Vereeniging geleverd tot een bedrag van 1688.70; tegen 6%
leverde dit een winst op van 101.32.
De geheele omzet heeft bedragen 35819.34.
ii n winst ,i 1534.77.
De heer Wondergem besloot deze mededeelingen met opwekking
en aansporing tot de leden om steeds meer van de verschillende
inrichtingen der Vereeniging gebruik te maken tot eigen voordeel.
Aan 't slot zijner toespraak wees hij op het onzalig streven der
socialisten, die reeds herhaalde malen in 't naburig Alkmaar
hunne leerstellingen hebben verkondigd.
De Commissie van Toezicht bracht daarop, bij monde van den
heer T. J. Keijzer, verslag uit omtrent haar onderzoek van de
administratie der Vereeniging. Dit verslag luidde alleszins
gunstig en bevatte een warm woord van hulde, gericht aan 't
adres van den ijverigen en kundigen penningmeester.
De president vatte daarop weder 't woord op; hij bracht dank
aan den secretaris en den penningmeester voor hunne vele be
moeiingen, aan allen, die 't streven der Vereeniging schraagden,
aan de vertegenwoordigers der pers en beval de belangen der
Vereeniging in ieders medewerking aan. Verder deelde de presi
dent mede den uitslag der gehouden verkiezingen: Uitgebracht
waren 169 geldige stemtnen, van onwaarde 9. Herkozen werden als
leden van 't Hoofdbestuur de heeren J. Groeneveld, A. J. Meeuwsen,
J. Van Dalen en D. De Vries, respectievelijk met 121, 105, 92
en 83 stemmenen als leden der Commissie van Toezicht dc
heeren J. H. J. Schmidt en W. Burger, respectievelijk met 114
en 87 stemmen.
Door den heer J. Lumkeman werd gereciteerd het dichtstukje:
„Een koopman in lucifers," en tot slot werd opgevoerd 't blijspel
„Een Studentenstreek."
Al de werkzaamheiden van dezen avond werden afgewisseld
door uitvoeringen van de Zangvereeniging„Oefening baart
vooruitgang," en door muziek-uitvoeringen.
Vanwege 't Bestuur van 't plaatselijk departement der Maat
schappij 101 Nut van 't Algemeen werd deze vergadering bijgewoond
door den heer G. C. Bach.
Bult onland.
Het verbroederingsfeest van de Nederlandsche en Bel
gische vrijmetselaren te Brussel is jl. Zaterdag avond te
9 uur begonnen in den tempel der loge „des amis philan-
thropes" in de rue de Persil. De 120 Nederlandsche
afgevaardigden werden in de prachtige zalen, te midden
van muurschilderingen van Verbas allerhartelijkst ontvangen
met het Nederlandsche Volkslied. Omstreeks 400 personen
waren er vereenigd. De zaal was schitterend verlicht
en alom geurden de bloemen en verhoogden vlaggen de
vroolijke tint van 't geheel.
Een der gevaarlijkste boosdoeners der oude en der
nieuwe wereld, die als student in de theologie zijn mis
dadige carrière begon, Paul Schöppe, is, naar de Berl. Börsen-
Crt. meldt, na ongeveer een jaar geleden uit het openbare
leven verdwenen te zijn, plotseling in den Staat New-Jersey
weder opgedoken.