HELDERSCHE
EN NIEUWEDIEPER COURANT.
Nieuws- en Advertentieblad voor Hollands Noorderkwartier.
1884. N°. 26.
Vrijdag 29 Februari.
Jaargang 42.
Uitgever A. A. BAKKER Cz.
12> VAN HAND TOT HAND.
.,Wij huldigen
het goede."
Verschijnt Dinsdag, Donderdag en Zaterdag namiddag.
Abonnementsprijs per kwartaalf 0.90.
t pu franco per post 1.20.
BUREAU: MOLENPLEIN.
Prijs der Advertentiën: Van 14 regels 60 cents, elke
regel meer 15 cents. Groote letters naar plaatsruimte.
Voor winkeliers bij abonnement belangrijk lager.
Binnenland.
Onder rlen titel: „De Transvaalsche deputatie," zegt
prof. J. De Louter in het U. D. zeer teleurgesteld
te zijn door de thans gesloten conventie tusschen
Engeland en de Transvaal. Ondanks het oponthoud van
vier maanden, waar de afgevaardigden aanvankelijk met
weinige dagen meenden te kunnen volstaan, ondanks den
niet hoog genoeg te roemen ijver van mr. G. J. Th.
Beelaerts van Blokland, den rechtsgeleerden adviseur der
deputatie, is het oorspronkelijk programma nauwelijks
voor een derde ten uitvoer gelegd. In plaats der inlijving
van Bechuana-land, waardoor de eindelooze twisten der
Kafferstammen onder het onmiddellijk en uitsluitend gezag
der Transvaalsche Regeering zouden gekomen zijn, wordt
het betwiste grondgebied op hoogst onvoldoende wijze ver
deeld, en, wat meer zegt, het uitgesloten deel onder
Engelsch protectoraat gesteld, waaruit nieuwe verwikke
lingen met wïstkunstige zekerheid zullen voortvloeien. In
plaats eener volledige kwijtschelding der Staatsschuld aan
Engeland, wordt deze nauwelijks een derde verminderd.
In plaats eindelijk van eene volkomen opheffing der suze-
reiniteit, verkrijgt Engeland uitdrukkelijk het recht tot
vernietiging van alle overeenkomsten, die de jonge Repu
bliek met vreemde mogendheden mocht willen aangaan.
Buitendien neemt de Republiek nog andere verplichtingen
op zich en verwerft Engeland voor zich en zijne onder
danen belangrijke voordeelen, die maar al te veel stof tot
nadenken geven. Aanvankelijk welgezind, heeft Gladstone's
vrijzinnig Kabinet zich door het chauvinisme zijner poli
tieke tegenstanders laten verleiden om slechts schoor
voetend en verminkt toe te staan wat het edelmoediger en
wijzer terstond geheel had moeten geven. Thans heeft
het slechts oppervlakkige beoordeelaars te vrede gesteld,
het vruchtbaar zaad gestrooid van nieuwe rampen en de
Hollandsch-Afrikaansclie bevolking, die scherper ziet en
dieper voelt, op nieuw tegen Britschen overmoed in het
harnas gejaagd. Want de heer De Louter zou zich zeer
vergissen, indien de nieuwe conventie in Zuid-Afrika geene
diepe verontwaardiging wekte en indien niet de uiterste
inspanning der leiders vereischt werd, om zelfs eene schijn
bare toestemming van den Volksraad te erlangen.
Door GOLO RAIMÜND.
{Fer volg.)
Toen ik haar voor nu twee jaren, toen Nora een schitterend
examen had afgelegd, dat ook, door de verworven kennis, een
einde maakte aan hare kinderlijke opvatting, wederzag, toen be
greep zij, wat ik verzwegen en toch zoo vurig verlangd had,
toen vond ik een weêrklank van elk gevoel en elke gedachte,
en zij werd de mijne!
Walter, o Walter, hoe zeer bemin ik haar wat verkeert
vaders misstap voor mij in onuitsprekelijken zegen, wat ben ik
rijk en gelukzalig door hare liefde! Ik wil niet spreken van de
bekoring liarer uiterlijke verschijning, die iedereen overmeestert,
die haar ziet: de strenge professoren, de minder bedeelde
leerlingen, de norsche meid, evenals de armste, die een stuk
brood uit hare hand ontvangt. Van hare schoonheid spreek ik
niet, maar van de liefelijke, schuldelooze bekoorlijkheid van haar
karakter, van hare hartelijke levendigheid, van hare orgineele
invallen, die haar steeds in een nieuw licht doen verschijnen,
altijd nieuw, altijd boeiendWat aan goede eigenschappen in
mij nog sluimert of onontwikkeld is, zal de toovermacht van
haar invloed doen ontwaken, zoo gij nog iets van mij gewenscht
hebt, oude vriend, verlaat u dan op haar!
Toen zy van my de gelofte van mijne liefde en van mijn
trouw ontvangen had, toen ik eindelijk mijn hart had doen
spreken, toen dacht ik aan mijne moeder!
Ik heb haar altijd zoo innig bemind, zoo hoog vereerd ik
meen van mijzelven te mogen zeggen, dat ik, hoe ik ook als
mensch, in den drang van jeugdigen overmoed, gedwaald moge
hebben, altijd een goede zoon ben geweest. De gedachte aan
mijne moeder was de eerste onaangename gewaarwording in
mijne eerste, nog zoo jonge liefde. Ik kende haar afkeer
tegen Nora, die zij, zonderling genoeg, als de eerste aanleiding
tot vaders misstap beschouwt, ik heb haar niet kunnen
bewegen, toen Nora nog een klein kind was, het verrukkelijke
schepseltje maar even te gaan zien en haar afkeer had een
zekeren grensboom tusschen ons opgetrokken, waarover in de
laatste tien jaar slechts nu en dan eene enkele raededeeling over
het lot van de aan onze zorg toevertrouwde weeze tot haar
kwam.
En nu moet ik dien grensboom met één woord omverhalen
en zeggen«zie, dit is uwe dochter!"
Gij zoudt mij kunnen zeggen, dat ik moeder langzaam met
mijne wenschen vertrouwd had moeten maken, maar mijn gevoel
verzette er zich tegen om Nora's bezit te strijden, nog vóór ik
wist, dat zij mijne liefde aannam en beantwoordde was het
niet hare hand, die over leven en dood te beslissen had! De
strijd met moeder in het beslissende oogenblik bleef voor mij
toch altijd dezelfde; met lange voorbereidende besprekingen had
ik niets anders kunnen verkrijgen, dan jaren van ontevredenheid
en onrust. Daarom zweeg ik, zelfs tegen Robert; ik beschouwde
hem als te onbezonnen, te overmoedig, mij te blind genegen,
om niet van hem de eene of andere ontijdige inmenging ter mijner
gunste te verwachten, die myne zaak slechts zou kunnen ver
ergeren.
Dat ik ook tegen n zweeg, tegen u, mijn trouwsten vriend, in
wien ik een onbeperkt vertrouwen stel?
O, Walter, ook heden is het slechts de uiterste noodzakelijkheid
Waartoe deze herinnering? Vooreerst omdat de pers
blijkbaar onvoldoende is ingelicht en dientengevolge een
geheel onjuiste indruk op het Nederlandsclie publiek wordt
teweeggebracht. Doch bovenal opdat de onverhoopte tegen
stand der Engelsche Regeering voor ons Nederlanders een
prikkel zij tot verdubbelde werkzaamheid. Zorgen wij, dat
de deputatie hier te lande beter slage. Hier hoopt de depu
tatie personen en gelden te vinden, om de rijke hulpbronnen
van het land te ontwikkelen en de voorwaarden van den
toekomstigen bloei van den jongen onervaren Staat te ver
zekeren. Wat het laatste betreft, zijn hare plannen nog niet
openbaar gemaakt; doch de uitstekendste deskundigen staan
haar met raad en daad ter zijde. Onder de vele andere
middelen, waardoor de banden tusschen Nederland en
Zuid-Afrika kunnen worden vermenigvuldigd, rekent dc
heer d. L. o. a. de mogelijkheid om onze Universiteiten
toegankelijk te maken voor de talrijke jongelieden uit Zuid-
Afrika, die thans in Schotland eene academische opleiding
zoeken en aan onze Hoogescholen een voortreffelijk voer
tuig van onderling verkeer en wederzijdsche gedachten-
wisseling en beschaving zouden vormen.
Vergeten wij niet, zegt hij o. a. ten slotte, dat ook ons
nationaal belang door de aanknooping van nauwe banden
men gindsche gewesten in hooge mate wordt gebaat. Haasten
wij ons, een ieder naar de mate zijner gaven en krachten,
onbekrompen hulp te verleenen. En waar wij dit niet ver
mogen, kunnen wij toch allen medewerken om den Trans-
vaalschen afgezanten waar zij zich ook vertoonen
onze hulde of deelneming te betoonen en de overtuiging
te schenken, dat de Hollandsche natie hare bloedverwanten
in het zuidelijk halfrond eert en liefheeft en hoogen prijs stelt
op de meest duurzame en vriendschappelijke betrekkingen.
Aan het gymnastiekfeest dat 16 Maart e. k. te Schagen
zal worden gehouden, zullen de navolgende Gymnastiek-
Vereenigingen deelnemen: «Lycurgus," van Schagen, «Kracht
en Vlugheid," van Alkmaar, «Oefening kweekt kunst" en
«Uitspanning door Inspanning," van Helder, «Oefening, van
Hoorn, en «Aurora," van Heer-Hugowaard. De gecombineerde
uitvoering, welke met medewerking van alle deelnemende ver-
eenigingen zal worden gehouden, belooft, volgens het daarvan
opgemaakte programma, zeer afwisselend te zullen worden.
van het oogenblik, die mij het stilzwijgen doet verbreken ik
gevoel, wat ik onderneem, wanneer ik uwe blikken afleid naar
een verloren paradijs, ik gevoel, hoeveel leed ik u veroorzaak.
Vergeef het mij; ook het geluk kan ons zelfzuchtig maken, ook
dan, wanneer het op de edelste aller gevoelens, op de liefde,
gegrondvest is.
Laat ik mijn biecht voortzetten, opdat gij zien moogt, dat ik
noch tegen den strijd, noch tegen bekentenissen heb opgezien,
vóór ik u riep.
Toen ik Nora de mijne mocht noemen, toen ik mijzelven
weder een weinig meester was geworden in die nieuwe wereld
vol licht en glans en onbeschrijfelijk geluk, toen rukte ik mij
met geweld los en vertrok naar Erlenstein; ik wilde mijne zaak
mondeling bepleiten.
Op het laatste station, toen ik juist uitzag naar een rijtuig
om mij naar huis te brengen, want ik wilde moeder verrassen
zag ik op een paard, druipende van het zweet, een bekend
persoon voor het telegraafkantoor uit den zadel springen en toen
ik hem goed opneem, herken ik Anton.
De goede man slaakte een kreet van verlichting toen hij mij
herkende.
«Goddank, daar is de baron reeds. Gij weet het dus? Is
mijnheer de luitenant ook mede gekomen?"
«Mijn God, wat is het dan, dat ik moet weten?" vroeg ik
verschrikt, «en wat moet mijn broeder hier doen?"
«Gij weet dus niets?" riep de oude man ontsteld. «Dan komt
gij als geroepen, mijnheer de baron. Mevrouw heeft een bloed
spuwing gehad en ligt op sterven, en de geneesheer heeft gezegd,
dat ik zoo hard mogelijk naar het telegraafkantoor moest rijden,
om de beide zonen kennis te geven."
Welk een plotselinge omkeer in mijne gevoelensBekommering
over het leven mijner dierbare moeder, drong in dit oogenblik
den wensch, Nora openlijk als mijn bruid erkend te zien, geheel
op den achtergrond.
Gij weet, hoe lang moeder aan den oever van het graf bleef
zwevenofschoon de ziekte van uwe kleine Clemence u van ons
verwijderd hield, hebt gij toch in uwe gedachte elke zorg met
ons gedeeld. Zelfs toen de geneesheer verklaarde, dat alle gevaar
geweken was, moest zij nog geruimen tijd zoo ontzien worden,
moest men zoo zorgvuldig elke aandoening vermijden, dat er aan
eene vertrouwelijke mededeeling van mijn kant niet gedacht kon
worden.
lntusschen, ik werd niet moedeloos, noch ongeduldig zelfs; ik
was daarvoor te dankbaar en voldaan: Nora was de mijne en
moeder was bahouden. Mijne geliefde zelfs, wier levendige,
ongeduldige geest wars is van elk uitstel en onzekerheid, die
niets vuriger wcnscht, dan dat alle verhoudingen even duidelijk
en klaar zyn, als denkbeelden in haar eigen hoofdje, Nora zelfs
betuigde, dat zij zich onder deze omstandigheden tevreden wilde
stellen met ons stil geluk.
Moeder herstelde, zooals gij weet, moeielijk en langzaam; ik
bracht het grootste gedeelte van mijn verlof aan haar ziekbed
door; op mijne terugreis was het mij eerst mogelijk, Nora voor
een paar dagen te bezoeken, om daarna te scheiden.
Dezen keer echter vertrok ik met den hemel in het hart;
daarenboven was de briefwisseling met baar, dat kalm afdalen
tot de diepten van haar geest, die haar in ons samenzijn vaak
verblindde, een zoet genot, en hare rijke en frissche jeugdige
phantasie maakten mij vaak schuchter, niet tegenover haar
bekoorlijkheid, maar met het oog op hetgeen buiten ons lag.
Het weekblad «de Hervorming" spreekt in een
artikel met het opschrift: «Beginselvastheid," voor de
pogingen om de onderwijswet en 't onderwijs slechter te
maken door de thans aanhangige voorstellen bij de Tweede
Kamer; over 't voorstel om te geraken tot verslapping
der drankwet en over 't streven der onlangs tot stand
gekomen Vereeniging «Vergunning," die er o. a. naar
streeft, zooveel mogelijk bestrijders der drankwet naar de
Tweede Kamer af te vaardigen, 't Artikel eindigt met
deze ernstige woorden: «De genoemde Vereeniging maakt
het allen weidenkenden tot een plicht haar krachtig te
bestrijden door haar door en door onzedelijk besluit, om
bij de verkiezingen altijd dien candidaat te zullen steunen
die zich voor dc belangen der drankverkoopers beijveren
wil, zonder voor het overige zijne politieke richting in
aanmerking te nemen. Straks krijgen wij nog eene Ver
eeniging «Bordeel," om uitsluitend voorstanders der ontucht
in de Kamer te brengen.
Het tegenovergestelde zouden wij ons kunnen voor
stellen, dat men bijv. den antirevolutionairen voorstander
van de drankwetgeving verkoos boven een liberalen candi
daat van de Vereeniging «Vergunning," omdat men de
zedelijke belangen hooger stelt dan zoogenaamd partij
belang. Doch dat men dit eigenbelang, dat alleen tieren
kan op den bodem der diepste volksellende, dat men dit
eigenbelang durft nemen tot richtsnoer bij zijne keuze van
volksvertegenwoordigers, dit schijnt ons zoo innig godde
loos, dat al wat uit zulk een bron opgeweld is, daarom
alleen reeds moet worden weerstaan met alle kracht."
Te 's Hage is aanbesteed: het maken en stellen van
eene nieuwe houten zeekaap op de Noordervaart bij Terschel
ling. Minste inschrijver de heer Daalder, aldaar, ad f 1550.
Het hoofdbestuur van den «Volksbond tegen drank
misbruik" heeft zich ook per adres tot de Tweede Kamer
gewend om het wetsontwerp tot wijziging van enkele be
palingen der drankwet te bestrijden. Daar het bestuur de
gronden, door de Regeering aangevoerd om voor de koek-,
suiker- en banketbakkers een uitzondering te maken, niet
kan beamen, verzoekt het de Kamer om de bepalingen der
drankwet, die met 1 Mei a. s. haar werking zullen doen
gevoelen, onverzwakt te handhaven.
Ik had guhoopt, dat moeder tegen den herfst in zooverre hare
krachten weder terug zou verkregen hebben, dat ik haar mijne
verloving zou kunnen mededeelen, in de veronderstelling, dat
zelfs het bericht van het voldongen feit haar onaangenaam zou
zijn, cn een onvermijdelijken strijd ten gevolge zou hebben. Nu
echter schreef de geneesheer mij, dat hare gezondheid meer geleden
had, dan hij aanvankelijk had gemeend, en dat het, om eene
instorting te voorkomen, hoogst noodzakelijk was, dat zij, onder
zorgvuldige behandeling, den winter in het zuiden ging door
brengen, liefst vergezeld van een harer zonen.
Opnieuw werd ik dus teleurgesteld in mijne hoop, en zag ik
mij opnieuw genoodzaakt mijne wenschen te bedwingen, cn voor
de noodzakelijkheid te wijken. Maar dit stond echter bij mij
vast, dat niet ik haar zou vergezellen. Voor mij ware het een
duldelooze |kwaal geweest, dagelijks in hare tegenwoordigheid te
moeten doorbrengen met een geheim, welks ontdekking haar
zeker ten zeerste zou schokken, zoodra zij slechts sterk genoeg
geworden was, om het aan te hooren; voor Nora zou de smart
der scheiding, de vrees, mij dagelijks aan den invloed te zien
blootgesteld cener vrouw, van wier welwillendheid zij niets te
verwachten had, te groot zijn geweest.
Wij kwamen dus overeen, dat Robert haar zou vergezellen;
deze, die daardoor in eene andere omgeving kwam, en aan
menigen schadelijken invloed werd ontrukt, wiens hart daaren
boven vrij was, verheugde zich als een kind over het vooruitzicht,
een winter in Italië door te brengen.
Maar mijne Nora! Nog zie ik de schaduwen, die haar schoon
gelaat verduisterden, nog hoor ik dc diepe zucht, die aan hare
borst ontsnapte, toen ik de vervulling van hare billijke eischen
opnieuw moest verdagen.
Vreest gy niet, een valschen schijn op mij te werpen, als gij
zoo dikwijls komt en zoo gemeenzaam, zonder dat voor uwe be
zoeken in het oog der wereld eenige aanleiding bestaat?" vroeg
zij slechts. «Ik ben geen kind meer, en mijn eenigste huwelijks
gift is mijn goede naam."
Hoe diep troffen mij deze woorden
Ik vergezelde Nora en mevrouw Maubert 's avonds naar den
schouwburg; ik kon ze toch niet gevangen houden als de vogel
in zijne kooi, zonder vrienden, zonder elk genoegen, zonder elke
geoorloofde uitspanning des geestes. Meer dan vroeger boeide
zij aller oogen, en, naar het mij in mijne dwaze ijverzucht toe
scheen, getuigden ieders blikken van meer onverholen bewondering.
Zij zelve scheen daarvan in hare naïve bekoorlijkheid niets te
bespeuren, maar, Walter, spot niet met mijne bekommering,
mevrouw Maubert was ijdel genoeg er zich over te verheugen.
Het kon niet uitblijven, dat deze of gene mijner makkers mij
verzocht, hem voor te stellen, cn Nora was op die wijze ge
dwongen haar ingetogen levenswijze min of meer te laten varen.
Zij was reeds eene bekende verschijning geworden; hoe ware
het ook mogelijk geweest, dat zij onopgemerkt zou zijn gebleven
Men sprak van haar met die bewondering, met dien natuurlijken
eerbied, die haar toekwam, maar de vraag, in welke betrekking
zij wel tot mevrouw Maubert stond, deed mij telkens onaange
naam aan.
Was die vrouw anders geworden, ben ik meer ervaren,
mijn blik si'ierper geworden zij komt mij veranderd voor
sedert zij zich, om mij zoo uit te drukken, als mijne sclioon-
I moeder beschouwt.
Ik heb mij zoo zorgvuldig mogelyk in acht genomen, om
Nora's goeden naam in geen enkel opzicht in de waagschaal te