Indien de Koning er in toestemt en de onderhande
lingen goed blijven loopen, zal de Koninklijke militaire
kapel der grenadiers en jagers in de a. s. Julimaand een
kunstreis door Engeland maken.
De eerste grasboter werd reeds op 22 Februari jl.
aan Z. M. den Koning aangeboden door A. Vogelezang,
landbouwer en bakker te Alblasserdam.
De uitslag der gisteren, door den Notaris W. H.
Bruno Bok te Texel, in bet logement de Oranjeboom
aan den Burg, gehouden publieken verkoop vanDe
windkoren en pelmolen, genaamd „de Drie Gebroeders"
staande bij den Burg, is, dat koopers zijn geworden de
heeren C. J. Keijser en H. W. Keesom, voor f 1960.
Sedert eenigen tijd is te Purmerend en andere
plaatsen van Noordbolland sprake van melk op grooten
schaal naar Londen uit te voeren.
De heer Leonard Sligcher, bekend industrieel te Monni
kendam, komt in de Purm. Crt. tegen dat denkbeeld op.
Hij vraagt of de prijs van eene eerste levensbehoefte
als de melk, niet schrikbarend stijgen zal, wanneer zij bij
groote hoeveelheden wordt uitgevoerd, en of zij dan niet
voor den werkman een luxe-artikel dreigt te worden,
evenals kaas en vleesch nu reeds is.
De heer Sligcher meent, dat van Regeeringswege terstond
een wet moet worden uitgevaardigd, waarvan het eenig
artikel zou luiden: „de melkuitvoer van Nederland naar het
buitenland is verboden."
Volgens de Amsterd. Crt. zouden de hoofddirecteur
der posterijen en zijn inspecteur, telegraphisch in kennis
gesteld met den diefstal in 't postkantoor te Breda, zich
onmiddellijk per spoor begeven hebben naarLeiden,
omdat de directeur van het postkantoor in de Sleutelstad
toevallig denzelfden naam draagt als zijn collega te Breda
en men in der haast verzuimd had op de plaats van afzending
van het telegram te letten.
In verband met den diefstal aan het postkantoor te
Breda, die gelukkig tot de zeldzaamheden behoort, zegt
de Middelb. Crt., dient toch de vraag wel eens gedaan
of het Rijk op zulke kantoren niet voor behoorlijk toezicht
ook des nachts moet zorgen?
Wij willen ons niet eens louter op het standpunt van
het publiek stellen, al is dit hierbij van zeer veel gewicht,
omdat het Rijk daar tegenover, nu het eene zaak van
monopolie geldt, alle mogelijke waarborgen voor zekerheid
en behartiging der toevertrouwde belangen dient te ver-
verschaffen. Maar het Rijk zelf wordt de dupe van zulke
diefstallen, wanneer er brieven met groote aangegeven
geldswaarden ontvreemd worden.
In vele postkantoren blijven 's nachts juist de grootste
waarden, die met de laatste treinen aankomen rusten.
Welnu, kan er, evenzeer als dit geschiedt voor de
woning van 's Rijks betaalmeesters of van hoofdofficieren,
bij niet altijd evenveel waarde gevonden wordt als op menig
postkantoor, niet een schildwacht geplaatst of door 's Rijks
politie voor een behooi'lijke nachtwacht gezorgd worden?
Het wetsontwerp tot wijziging van enkele bepalingen
der drankwet is, naar men bericht, in bijna allo afdee-
lingen van de Tweede Kamer ongunstig ontvangen.
Het aantal personen, dat tot de zee- of landmacht
heeft behoord en, ten gevolge van de wijze waarop zij in
het jaar 1883 uit den dienst zijn geraakt, niet meer voor
den krijgsdienst te water of te land mogen worden aange
nomen, bedraagt 286; terwijl aan 642, sedert het in werking
treden der wet van 14 November 1879 (Staatsblad No. 191), i
voor een bepaalden tijd het recht is ontzegd, om bij de
gewapende macht of als militair geëmployeerde te dienen.
In den loop van het jaar 1883 zijn 207 personen
van de landmacht en van het korps mariniers gedeserteerd,
omtrent wier lot bij de korpsen, waartoe zij behoord hebben,
op 1 Januari 11. niets stelligs bekend was.
Een der nog in leven zijnde slachtoffers van de
om te begrijpen, hoe hij zoo plotseling van een vroolijk, onbe
kommerd mensch veranderd wa.s in iemand, die onder zulk een
zware schuld gebukt ging.
De gebeurtenissen van dien nacht, hoe bliksemsnel zij ook op
elkander volgden, stonden nog helder voor zijn geest, maar den
samenhang kon hij niet vatten, en als hij, zooals ook nu weêr,
de waarheid nabij kwam. dan bedekte hij zuchtend het gelaat
met zijne handen, alsof hij daardoor den innerlijken indruk van
zich kon weren.
„Licht, om Godswil, licht," klonk eene stem in zijn binnenste.
„Erwin spreken en mij aan hem onderwerpen! Waken aan
Walter's leger en den dood dit leven betwistenNiet dien
vreeselijken last van eene schuld, die ik niet wilde!"
Nadat hij in dien nacht Walter naar het hospitaal had gebracht,
wankelde hij als een beschonkene naar zijne woning alleen
Aan den dringenden wenscli van den gekwetste werd in zoo
verre voldaan, dat een der broeders bij hem mocht blijven en
hij koos Erwin. De deuren werden achter Robert gesloten en
niet weder geopend; elk bezoek werd afgewezen. Den volgenden
morgen was de kogel gevonden en uit de wond gehaald, maar
eerst den derden dag liet de arts zich gunstig uit over den
toestand van den gekwetste.
Te vergeefs had Robert den eersten dag beproefd, ten minste
Erwin te spreken.
„Thans niet," schreef deze op het briefje, dat de ziekenoppasser
hem bracht, „ik heb wel iets beters te doen. Als Walter ge
storven of gered zal zijn, zal ik rekenschap eischen!"
Mocht hij nu naar Nora gaan, haar troosten, haar vergiffenis
vragen? Was dit niet opnieuw een inbreuk op Erwins rechten,
als hij het deed zonder zijn verlof, achter zijn rug?
Wachten, wachten, welk eene marteling! Moest hij jegens
beiden een verrader worden, jegens zijn broeder en jegens haar.
Het was zonderling dat, onder al dc oppervlakkigheid en
onbeduidendheid der laatste jaren, zulke diepe en levendige
indrukken in zijn hart opwelden. De dagen zijner kindsheid
trokken voorbij zijn geest met al hunne genoegens; zijne jeugd
met hare ontvankelijkheid en hare hoog gestemde verwachtingen
zoo menige vreugde, zoo menige blijde dag en steeds hadden
de broeders gemeenschappelijk gestreefd, hart aan hart, schouder
aan schouder; steeds waren zij één geweest, in lief en leed,
steeds Erwin de beschermer, de trouwe vriendEn nu en nu
Door zijne schuld, was de broederband verbroken en het einde
stond met bloedige letters aangeschreven.
Hoe was echter het begin geweest dezer zoete dwaasheid, waar
begon zij, en hoe werd zij zoo reusachtig groot, zoodat er aan
geene uitdelging noch boete te denken viel?
Het was op een avond, dat de schouwburg speelde, dat hij
haar voor het eerst had gezien, dat hij haar naam vernam en
ook de elkander wcêrsprekende geruchten omtrent hare afkomst
en haar schijnbaar zoo afgezonderd leven. Zij scheen dit
zeide men hem ten minste de openbare opmerkzaamheid
gaarne op zich te vestigen; zij nam de stille en toch zoo wel
sprekende hulde, die aan hare schoonheid werd gebracht, met
zichtbaar welgevallen aan, maar wees eiken vertrouwelijken
omgang terug, niet alsof zij daarbij haar eigen vrye keus, maar i
een geheimen dwang volgde. Twijfelde zij aan de redelijkheid,
Leidsclie giftmongster Van der Linden, de soldaat die
ongeveer zeventien maanden in liet militair Hospitaal te
Amsterdam heeft doorgebracht, is thans, naar het Leidsche
Dbl. meldt, daaruit ontslagen, niet om weer als tamboer
bij de grenadiers te dienen, maar omdat hij wegens ver
lamming, daartoe verder ongeschikt is verklaard. Hij
schijnt niet geheel genezen te kunnen worden. Slechts
gebrekkig kon hij zich over de straat bewegen op zijn
tocht naar het station.
Wist de Amsterd. Crt. voor eenige dagen mede te
deelen, dat dr. Mezger Amsterdam metterwoon verlaat,
omdat zijn aanslag in den hoofdelijken omslag naar een
inkomen van f 120,000 hem te hoog was, thans doet een
inzage in de belasting-registers der hoofdstad haar op die
met-deeling terugkomen, omdat door dr. M. "slechts,/
blijkt aangeslagen te zijn voor een inkomen van f 51,000.
Gaarne erkennen wij, zegt het Rott. N.blad, onze
onmacht om iets beters te verzinnen; maar ons gemis aan
vindingrijkheid behoeft dat van anderen toch nog niet in
te sluiten. Tot dusverre echter schijnt men in alle plaatsen
van ons land het toppunt der hulde aan de Transvalers
slechts te zoeken in.... een lekker diner.
Hier werd het eerst het denkbeeld ter sprake gebracht
om de Transvalers hulde te brengendat hier terstond
het plan werd gevormd om den heeren een feestmaal aan
te bieden was, èn met het oog op den korten duur van
het bezoek te dezer stelde èn omdat we de eersten waren,
zéér verklaarbaar.
Onmiddelijk echter volgde Den Haag met een.... plan
voor een diner; Amsterdam.... een diner; Leiden.... een
diner, Groningen, Kampen, Amersfoort, Arnhem, overal
worden de Transvalers te eten gevraagd. Als Krüger,
Du Toit en Smit in hun vaderland terugkomen, zullen zij
voor "t minst niet kunnen zeggen, dat wij hun honger
hebben laten lijden.
Aan die diners nemen „natuurlijk" 't schijnt althans
dat dit natuurlijk is alleen heeren deel; de eenvormig
heid van het Nederlandsch gala zal dus den Transvalers
wel niet onopgemerkt blijven. Zou het daarom niet een
zeer aangename afwisseling geven in dien reeks van feesten
waarbij de zwarte rok den toon aangeeft, wanneer b. v.
te eeniger plaatse den Transvalers eens eene soiree werd
aangeboden, waar ook dames tegenwoordig zijn? 't Is zoo
„Chineesch" wanneer we de schoone sekse zoo volkomen
uitsluiten van alle deelneming aan eene hulde, die zij
ongetwijfeld even gaarne brengen zou als wij. De Neder-
landsche vrouw pleegde van oudsher even veel geestdrift
te gevoelen voor heldhaftigheid en kloekmoedigheid als
de man.
Uit Londen wordt bericlit, dd. 5 dezer:
„De heer Woodhouse, gezagvoerder van de Nicero, is
te Sunderland aangekomen. Hij verhaalt dat de gevangen
genomen schepelingen in een zeer hachelijken toestand
verkeeren, en vreest zelfs dat zij vermoord zullen worden,
indien niet spoedig maatregelen tot hunne bevrijding worden
genomen. Het klimaat is voor Europeanen bijna ondra
gelijk, en de Raiah van Tenom behandelt de gevangenen
op zeer wreedaardige wijze. Woodhouse is de overbrenger
van de volgende eischen van den Rajah: een losgeld van
62,000 p. st., verdrijving uit Sumatra van twee Ilajahs
(zijne mededingers), en afstand door Nederland van zeker
gedeelte van Tenom. Woodhouse is heden naar Londen
vertrokken, om een samenkomst met lord Granville te
hebben.
Suïtenland.
Sedert eenige dagen biedt Frankrijk gastvrijheid aan
Marahu, Koningin van Tahiti, zooals door ons met een
die den grondslag vormde van zulke wenschen, volgde zij een
verborgen doel, daaromtrent bleef men in het onzekere.
Zooveel was evenwel zeker, dat niemand haar een ernstig verwijt
kon maken of haar iets te laste kon leggen, al leefde zij onder
de uitsluitende hoede van eene vrouw, over wier vroeger leven
menigeen pikante anecdoten wist te verhalen, eene vrouw, die
ook thans nog, als voormalige tooneelprinses, in het burgerlijke
leven, wanneer de vormen daarvan haar te lastig of te drukkend
waren, hare vroegere eischen wilde doen gelden.
Had hij tot op dat uur Nora's bestaan schandelijk vergeten,
nu herinnerde hij zich al zijne plichten, en op den achtergrond
zijner ziel ontstond tevens eene duistere voorstelling van rechten,
die zij daardoor zou kunnen doen gelden.
Nora was aan bewonderende blikken gewoon, het waren zelfs
onbewuste eischen harer ijdelheid, maar deze officier, dien zij
voor het eerst in de rijen zijner wapenbroeders zag, scheen
bezield met meer geestdrift, met meer vertrouwen, dan al de
anderen, die haar vol begeerte als een schoon beeld aanschouwden,
en daardoor trok hij hare opmerkzaamheid. Zijne schoonheid, de
voornaamheid van zijn voorkomen, meer nog een bekende trek
in zijn gelaat, boeiden hare snel ontwaakte belangstelling en voor
het eerst was deze sterker dan hare gewone koele berekening in
alle omstandigheden des levens.
Den volgenden morgen werd haar het raadsel opgelost. Het
dienstmeisje bracht haar een kaartje: Robert van Tromberg,
luitenant bij het derde regiment huzaren en weinige minuten
later stond hij zelf voor haar.
Als een verteerende bliksemstraal trof haar zijn blik, de
maagdelijke verwarring, die haar voor het eerst overviel, maakte
haar verrukkelijk schoon. Maar zij had niet zoo listig en ge
slepen moeten zijn als zij werkelijk was, niet zoo geoefend in
zelfbeheersching, om hare verwarring niet spoedig meester te
zijn; de hartelijke ontvangst, die hem van haar ten deel viel,
was de stille erkenning van zijn recht, om haar op eene andere
wijze te naderen dan al de overigen er lag daarin eene zekere
dankbaarheid opgesloten, die zij aan den naam van Tromberg
verschuldigd was. Hoe weinig hij ook gedaan mocht hebben
om die persoonlijk te verdienen, was hem toch door deze ontvangst
zijne toekomstige plaats aangewezen en werd hij spoedig een
drukke bezoeker van het huis.
Nora was door haar verloofde de strengste geheimhouding
aanbevolenzij wist, dat Erwin zelfs tegenover zijn broeder
geene uitzondering had gemaakt, en dezen keer gaf zij met
bijzondere bereidwilligheid gehoor aan den haar te kennen gegeven
wensch.
Met hoeveel ongeduld had zij, het stille leven en de geheime
liefde moede, op eene openbaarmaking van hun engagement aan
gedrongen wat had zij, nog slechts weinige dagen geleden,
Erwins hart bedroefd door hare gedwongen toestemming om nog
voor het laatst een jaar te wachten op de toestemming zijner
moeder, en hoe plotseling was nu dit alles veranderd.
Nu scheen het leven haar niet meer vervelend toeiedere dag
bracht zijne eigene verwachtingen, en de sluier, die over haar
bruidsstaat lag uitgespreid en die haar vroeger zoo lastig was
geweest, strekte nu ter bescherming harer vrijheid.
Wordt vervolgd.)
enkel woord reeds is gemeld. Een blad te Hftvre, waer
zij na aankomst haar intrek in liet Hotel Continental heeft
genomen, geeft van haar de volgende beschrijving:
De Koningin van Tahiti is slechts 25 jaar oud, maar
naar haar uiterlijk zou men haar meer dan 30 geven. Zij
is zwaar, maakt volstrekt geen majestueusen indruk, en
ziet er eerder ietwat gemeen uit. Hare golvende haren
omlijsten een breed voorhoofd, waaronder twee zware
glinsterende oogen schitteren. Zij heeft een arendsneus,
een grooten mond en ontzettend groote oorenhare kleeding
is zeer eenvoudig; zij draagt eene lange zwarte tuniek
zonder eenig versiersel, maar voor plechtigheden moet zij
eene zeer kostbare hebben. De Koningin is eene harts
tochtelijke rookster, en doet per dag ongeveer een 60tal
cigaretten in rook opgaan, die zij zelve met merkwaardige
vaardigheid draait. Zij spreekt uitstekend Fransch en
Engelsch.
Koningin Marahu is de dochter van een Engelschman,
Salmon geheeten, en van Arutainivahine, behoorende tot
een der aanzienlijkste geslachten van Tahiti, en is te Sid—
ney opgevoed. Zij is gehuwd met Prins Ariiane, erfgenaam
van Koningin Pomaré, maar zij is van hem gescheiden
wegens onvereenigbaarheid der karakters. Sedert 1880 is
de koningstitel van Tahiti niets meer dan een titel, daar
alle souvereiniteitsrechten toen op Frankrijk overgedragen
zijn. Een reporter van Figaro, die zich beroemt te Hflvre met
de Koningin gesproken en eene cigarette gerookt te hebben,
beweert, dat het doel harer reis is, aan den heer Grévy
eene verhooging der jaarrente te vragen, welke door de
Fransche regeering uitgekeerd wordt aan den Koning, de
Koningin en de Prinsen, tot een gezamenlijk bedrag van
120,000 francs.
Zestig reuzenslangen Python tivittatus) kwamen dezer
dagen uit Achter-Indië in het Berlijnsche Aquarium aan.
De reis, die 48 dagen geduurd had, liep zeer gelukkig af,
want alle dieren waren volmaakt gezond gebleven en zagen
er prachtig uit. Zij waren vervoerd in vijf groote kisten,
die van binnen met duffel bekleed en van drie warmwater-
flesschen voorzien waren. Toen de kisten geopend werden,
zegt een te Berlijn verschijnend blad, was het een grappig
gezicht te zien hoe de koppen der fraaie dieren allen naast
elkander door de reten gluurden. Met een forschen greep
pakten de oppassers ze daarop een voor een in den nek,
schoven ze in een zak en daaruit werden zij toen in het
groote slangenhuis gebracht. Een der slangen slaagde er
slechts in den oppasser in de hand te bijten, doch zonder
dat dit ernstige gevolgen had. In de kooi waren zij na
hun lange gedwongen rust zeer beweeglijk, bezagen en
onderzochten hun nieuwe woning nauwkeurig en stortten
zich toen in de groote badkuip, die weldra vol slangen
lag. De bezending representeert een kapitaal van 15,000
mark.
Gemeenteraad van Schagen.
Zitting van WOENSDAG 5 MAART 1884.
In deze zitting kwam, na voorlezing en goedkeuring der
notulen van de vorige vergadering, allereerst in behandeling een
adres der Gymnastiek- en Schermvereeniging „Lycurgus" alhier,
waarbij deze, naar aanleiding van alinea 4 der Zondagswet, het
Plaatselijk Bestuur verzocht, op Zondag 16 dezer, bij gelegenheid
der viering van het vijfjarig bestaan van Lycurgus, met andere
daartoe nitgenoodigde Gymnastiekvercenigingen, een optocht te
mogen houden, op welk verzoek gunstig werd beschikt, behoudens
de voorwaarde, dat de optocht niet zal aanvangen vóór des namiddags
half vier ure.
Daarna kwam in behandeling het door B. en W. opgemaakt
kohier voor de belasting op de honden, hetwelk na voorlezing
onveranderd werd vastgesteld op f 214. Vervolgens ging de ver
gadering over in comité, tot behandeling van het kohier voor
den hoofdelijken omsla;.', hetwelk later, na heropening der open
bare zitting, werd vastgesteld tot een bedrag van f 5883.23.
Niemand bij de daarna volgende rondvraag verder het woord
begcerende, sluit de Voorzitter de vergadering.
Benoem 1 n gen, enz.
Tot hoogheemraad van den Hondsbossche en Duinen tot Petten,
vanwege het ambacht van West-Friesland, genaamd Geestmer-
ambacht, is benoemd de heer W. Schermerhorn.
De kapt.-luit. ter zee P. Ie Comte, uit Oost-Indië teruggekeerd,
is op non-activiteit gesteld.
De machinist 2de kl. bij de Marine A. D. Seeman, geplaatst
bij de conservatie op 's Rijks werf te Amsterdam, wordt met
ingang van 16 dezer bevorderd tot machinist lste kl.
V isolitoerloliten.
De volgende sloepen kwamen binnen:
Dankbaarheid, schipper H. Langbroek, met 190 levende kabel
jauwen fi f 1.90 't stuk, 1150 schelvisschen a f 33.50't honderd,
20 lengen a f 3.05 en 140 doode kabeljauwen f 1.50 a 1.65 't
stuk, 5 bennen vleet fi f 25.50, 15 puntjes rog a f 8,50, 1 heil
bot f 19.
Adriana Lumina, schipper C. Muije, met 60 levende kabel
jauwen ft f 2 en 49 doode idem f 1.70 a 1.75 't stuk, 13 bennen
vleet a f 23.50, 33 puntjes rog a f 9, 3 lengen a f 3.60 't stuk
en 300 schelvisschen ft f 35 't honderd.
Jan Hofland, schipper J. v. d. Hoeven, met 100 levende
kabeljauwen k f 2.15 en 185 doode idem f 1.70 k f 1.75 per
stuk, 20 bennen vleet a f 23.50, 8 puntjes rog k f 10.50 en
33 lengen a f 3.05 't stuk.
Een Hamburger bracht 200 roggen, wat levende schol, tong
en tarbot aan; de prijzen waren hoog.
De Schokkers hadden weinig gevangen, omdat ze door te
hevigen wind 's nachts weêr uit zee moesten terugkeeren.
De bengers zijn nog niet naar zee geweest.
De haringvangst blijft nog steeds zuinig.
Burgerlljte.e Stand.
Gemeente HELDER, van Dinsdag tot Donderdag.
Ondertrouwd en Getrouwd: Geene.
Bevallen: A. Buter, geb. De Haan, D. A. Kenninck, geb.
Kruk, D. C. J. De Vroome, geb. Dieho, Z. C. A. D. Bontes,
geb. Eigenhuis, D.
Overleden: J. H. Groot, 2 jaren. S. Van Wolferen, geb.
Janzen, 23 jaren. E. Prins, 7 jaren.
Gemeente TEXEL, van 28 Februari tot 5 Maart.
Ondertrouwd: Theunis Boonacker en Anna Maria Langeveld.
GetrouwdJacob Knol en Klaasje Bakelaar. Pieter Timmer Klz.
en Klasina Brouwer.
GeborenCornelia Anna, dochter van Jan Witte Jan Dirksz.
en Neeltje Schraag. Jan, zoon van Herman Mets en Marretje
Bruin. Cornelis, zoon van Willem Maas Cz. en Ariaantje Huisman.
OverledenAnna Maria Eelman, dochter van Leendert Eelman
en Dirkje Bakker. Iiendricus van Heerwaarde, 48 jaren, gehuwd
met Martje Kuip.
Gemeente SINT-MAARTEN, van 1 tot 29 Februari.
Ondertrouwd en Getrouwd: Geene.