HELDERSCHE EN NIEllWEDIEPEIt COURANT. en Advertentieblad voor HoEaMs Noorderkwartier. 1884. N°. 34. Jaargang 42. Woensdag 19 Maart. POSTKANTOOR HELDER. „Wij huldigen het goede." Verschijnt Dinsdag, Donderdag en Zaterdag namiddag. Abonnementsprijs per kwartaalf 0.90. franco per post 1.20. Uitgever A. A. BAKKER (*z. BUREAU: MOLENPLEIN. Prijs der Ad ver ten ti en Van 14 regels 60 cents, elke regel meer 15 cents, (Troote letters naar plaatsruimte. Voor winkeliers bij abonnement belangrijk lager. Lijst der brieven, geadresseerd aan onbekenden, gedurende de eerste helft der maand Februari. Namen dei' geadresseerden. Plaatsen van bestemming. G. J. BolAmsterdam. E. Steur Mcj. M. Iberling C. Meerensn Floor Hart C. Klein Mej. A. Stijkstra Turnhout J. Visscher K. Jacobsi, Mej. Bosch H. Meijer's Gravenhage. C. H. de Reede Mej. OlievierHelder. Van Anna Paulotona-jiolder C. DoornAmsterdam. Fan Wieringen Schipper Jan de Haas Culemborg. Briefkaarten Mej. F. J. MunnikAmsterdam. ClijmansRotterdam. Verzonden geweest naar Oost-lndië Departement v. Marine Batavia. Blnnenlan dL. In Januari is in de Rijks-Postspaarbank f 178,966 meer ingelegd dan teruggehaald. Het bedrag der inlagen bedroeg op 1 Februari f 3,396,321. In de zitting van den Raad der gemeente Beverwijk van jl. Vrijdag zijn twee belangrijke besluiten genomen. Ten eerste kwam er een einde aan de zaak van het Post en Telegraafkantoor, die nu eens voor een oogenblik de gemoederen opwond, dan weer kalmtjes aangezien werd, maar toch voortdurend bet voorwerp der nieuwsgierigheid van velen was. Naar aanleiding van een rapport van den Rijks-opzichter over gebouwen, die de lokalen van het Raadhuis niet geschikt verklaarde om, zooals het voorstel van het lid Hofland bedoelde, ingericht te worden voor VAIN HAND TOT HAND. Door GOLO RAIMUND. Vervolg Onder het lezen waren Erwin's oogen vochtig geworden gehoor gevende aan eene onwillekeurige ingeving, naderde hij het jonge meisje en streelde hare donkere haren. Zeker, zeker, hij wilde een trouw vriend voor haar zijnhij nam het zich plechtig voor, toen zij met eene dankbare uit drukking de oogen tot hem opsloeg. Het was eene moeielijkc, bijna onmogelijke taak, die de over ledene hem had opgedragen, en of zij ooit Clemencc ten zegen zou strekken, scheen hem hoogst twijfelachtig, ook dan nog, wanneer hij ze met de grootste zelfopoffering, met de meeste getrouwheid en goeden wil vervulde. Die taak werd nog ingewikkelder door den korten tijd, die hem overbleef, om alles rijpelijk te overleggen; door den oorlog, zijn raogelijken dood, die voor hem eene geheel nieuwe regeling zijner zaken vorderde. De wisselvallige kansen van een oorlog had de overledene volstrekt niet in zijne berekeningen opge nomen, toen hij zijne plannen ontwierp; hij had zich daaraan Blechts met eene ziekelijke hardnekkigheid, met een reeds niet meer helder oordeel vastgeklemd, toen bij er zich eens vertrouwd mede gemaakt en rust en kalmte daarin gevonden had. Ontmoedigd en ternedergeslagen ging Erwin in de zijkamer, om met den dominé, die daar insgelijks bezig was met het rangschikken van eenige papieren, te beraadslagen, gedurende de weinige uren, die hem nog overbleven, waar voor Clemence een geschikt verblijf te vinden zou zijn. De eigenaardige omstandigheden, waaronder men opname voor de jonge wees verlangde, maakten de keus dubbel moeielijk. Eenigen zouden de betrekking, noch de oorzaken, waardoor zij ontstaan was, niet genoeg weten te waardeeren, anderen weder verdienden geen genoegzaam vertrouwen voor het bewaren van een geheim, en toch moest men, waar men bescherming zocht, met de volle waarheid voor den dag komen. Dominé Remkett wist niemand anders aan te bevelen dan zijn zwager, een gehuwd plattelands-geestelijke, die, zij het dan ook niet volkomen, toch genoegzaam in staat was, Clemence's ver standelijke ontwikkeling te leiden. Het was eene landelijke woning, met eenvoudige zeden, maar de huisvrouw was eene moederlijke, zachtzinnige vrouw; zij onderhield eenigen ver- trouwelijken omgang met bevriende families, en Clemence had gelegenheid zich bij jonge meisjes van haar leeftijd aan te sluiten. Hare kundigheden konden dan, wanneer maar eerst een goede grondslag was gelegd, later worden uitgebreid; de vormen van het gezellige leven, de kunst om zich in de groote wereld, waarin zij zou moeten leven, te bewegen, was eene zaak van gewoonte. Er bleef den jongen officier dus weinig keus, dien eigen nacht nog moest hij vertrekken en hij nam dankbaar de aange bodene gelegenheid aan. Dominé Remkett beloofde, zooals hij ook den overledene reeds beloofd had, alles voorloopig te regelen, waartoe de omstandigheden Erwin geen tijd lieten, ook Clemence naar de plaats harer bestemming te vergezellen, en nadat de beide mannen elkander de hand tot afscheid gedrukt hadden, keerde Erwin naar de woonkamer terug. Het jonge meisje was, uitgeput door hare smart en hare tranen, in den grooten leunstoel, waarin zy als kind zoo vaak op haars lokalen van dienst of voor directeurswoning, stelde bet Dagelijksch Bestuur voor, alle verdere correspondentie in dezen te staken en de zaak te laten vallen. Ten tweede werd aan de heeren de Leeuw en Langeveld concessie verleend voor 50 jaren voor eene duinwaterleiding in die gemeente. De kerkeraad der Hervormde gemeente te Nieuwe- Niedorp heeft met algemeene stemmen besloten zich aan te sluiten bij het adres, dat door de kerkeraden van de Hervormde gemeenten te Assen, Brielle, Egmond- Binnen, Noord-Schermer, Santpoort, Tiel, Wieringerwaard en Zie- rikzee aan de Algemeene Synode der Ned. Herv. kerk zal worden opgezonden, als een ernstig protest tegen het voorgenomen herstel der oude onderteekeningsformulo voor candidaten tot den H. dienst en voor godsdienstonderwijzers, terwijl daarbij tevens dringend wordt verzocht, de voor gestelde wijzigingen van art. 28 regl op het examen enz., en art. 19 regl. op het godsdienstonderwijs ter zijde te leggen, en de bestaande bepalingen, die aan de verschillende gemeente gelijke bescherming verleenen, te handhaven. De meesterknecht van den sigarenfabrikant M. te Breda, die in zake den diefstal in 't Postkantoor te Breda ter instructie als verdachte in gehoor geweest, doch ver volgens weêr op vrij? voeten gesteld was, werd jl. Vrijdag avond laat, wegens de ernstige tegen hem gerezen ver moedens, door de Rijkspolitie andermaal in arrest genomen. De kastelein te Srijen, in wiens herberg op Zondag 9 dezer de noodlottige weddenschap (wie de meeste borrels kon drinken") plaats vond, en zijn vrouw, zijn in voor- loopige hechtenis genomen, terwijl hun het recht van ver gunning ontnomen is. De Amerikaansche maïs heeft niet alleen in Duitsch- land maar ook in ons land aanmerkelijke uitbreiding ge kregen. De opbrengst van dit artikel mag verbazend genoemd worden. In 't Noorden van ons land begint men er zich thans op toe te leggen, nadat Zeeland (Wil- helmina-polder) deze graansoort al voor eenige jaren ver bouwde. Ze vereischt een vetten bodem, en wordt dan 10 voet hoog, terwijl dit koren als groen voeder uitstekende diensten bewijst. Iemand, die het wel schijnt te weten, doet ten opzichte van de afschaffing der veelwijverij bij de Mormonen in vaders knieën gezeten had, in slaap gevallen. Nog hing eene van die schitterende paarlen aan de neergeslagen wimpers, die hare bleeke, ronde wangen overschaduwden, en een trek van bittere smart lag om de kinderlijke lippen. Erwin nam het hoofd der slaapster in zijne beide handen en kuste haar op het voorhoofd. «Ga naar bed, Clemence," zeide hij teeder, //gij zijt. uitgeput en de slaap is zeer goed voor zieke kinderen." Zuchtend stond zij op. wik had nog lang kunnen waken," zeide zij, terwijl hare tranen opnieuw begonnen te vloeien, onog zeer lang! Hier heb ik altijd gewoond," ging zij voort, terwijl zij met groote oogen angstig om zich zag, /,en nu plotseling word ik bang, alsof ik mij op eene wildvreemde plaats bevond." Haar kommer ging hem ter harte. wArme kleine," zeide hij liefderijk, /,cn morgen moet ook ik u verlaten. Maar vergeet het nooit en nergens, Clemence, dat ik uw sterkste steun, uw trouwste vriend zal zijn, wien gij alles klagen en alles zeggen moogt, zoodra het mij veroorloofd zal zijn u tot mij te nemen. Wilt gij dit onthouden, wilt gij recht moedig en dapper zijn, gedurende den langen tijd, dat wij elkander niet zullen zien?" «Ik wil het beproeven," antwoordde zij. //Blijf ik dan alleen hier met mevrouw Berger?" «Neen, mijn hart, ook die gaat weg. Dominé Remkett zal u naar zijne bloedverwanten brengen, bij goede mcnscheu, die u liefderijk zullen ontvangen en die voor u zorgen zullen. Gij hebt nog veel te leeren, Clemence; wees ijverig, om uws vaders wil. Ook aan uitspanning zal het u, hoop ik, niet ontbreken, want gij zult daar jonge meisjes leeren kennen, vriendschap met haar sluiten, en door haar het leven weder lief leeren krijgen. En nu, vaarwel, Clemence," zeide hij ontroerd, „als gij ontwaakt, ben ik vertrokken. God behoede u!" Hij nam hare beide handen vast in de zijne, trok haar aan zijne borst en kuste haar zacht op haar voorhoofd. //Vaarwel," zeide zij, en verwijderde zich gehoorzaam. Maar aan de deur gekomen, keerde zij nog eens terug. Zal ik lang bij die vreemde menschen moeten blijven?" vroeg zij. «Een tijdlang, mijn hart," antwoordde hij ontwijkend. „En dan?" z,Dan kom ik u afhalen," zeide hij vriendelijk, „dan geef ik aan mijne Clemence een nieuw tehuis. Een vriendelijke tuin zal het zijn, met een huisje in het midden, met ree en lijster, en daarin een klein kamertje met al uwe schatten." Als een zonnestraal uit een donkere wolk, schoot er vluchtig een helder, vroolijk licht uit hare vochtige oogen. Zij boog zich voorover en kuste zijne hand, terwyl zij met innigheid zeide „Ik dank u, o, ik dank u!" In het lieve dorpje, dat, als in een lijst va.: bloeiende kersen- boomen gevat, zich over eene groote lengte i gs de helling der bergen uitstrekte en waarvan de hooge met i1 au we leien gedekte kerktoren, wiens vergulden weerhaan de str len der zon flikke rend weerkaatste, hoog uitstak boven al t'.e bescheiden huisjes aan zyn voet gelegen, heerschte, als de voorbode van den nade renden Zondag, de stille rust van den Zaterdag avond. Men kent die rust zoo weinig in de groote steden, waar de drukte en het gewoel van het alledaagsche leven en de ruste loosheid der menschen zelfs op hunne genoegens en uitspanningen Utah een voorstel, (lat niet te verwerpen is. Men moest, zegt hij, in de woningen der Mormonenvrouwen, die zooals men weet, zeer eenvoudig leven, geen vrome tractaatjes, verhandelingen over de rechten der vrouw, voorlezingen over den onwaardigen stand, dien zij bekleed en, bij haar trachten binnen te smokkelen, maar geïllustreerde mode journalen zooals de Gracieuse, want vrouwen zijn vrouwen, en allen staan zij onder den invloed van den modeduivel. Als maar bij de Mormonenvrouwen evenals andere recht- geloovige vrouwen, de oogen open gaan, als zij eerst met de klacht „dat zij niets aan te trekken" hebben, van 's morgens vroeg tot 's avonds laat haar mannen verzoeken om nieuwen opschik, dan zouden de mannen al zeer spoedig inzien, dat één vrouw genoeg en zelfs méér dan genoeg voor een man is, die zorgen moet, dat al die japonnen, hoeden, mantels, shwals, linten, strikken, enz. ook betaald worden. De heele opheffing der veelwijverij zou dus slechts neerkomen op een kwestie van geld. De mode is volgens den schrijver, de eenige macht die den strijd tegen der Mormonen geloofswaan zegevierend zou kunnen volhouden. 't Was te beproeven! De waarde der guano als bemestingsmiddel was reeds den ouden Peruanen bekend. Vele eeuwen geleden vaar digden de Inka's reeds een wet uit tot bescherming der vogels op de Chincha-eilanden, om een uitputting van den voorraad te verhinderen en bedienden zij zich van guano tot vruchtbaarmaking hunner kuststreken. Zoo ook ver haalt de Arabier Edrisi (1154 n. C.) dat in de Persische golf op de naakte eilanden tusschen Dalfau en Bohreia een soort vogelmest gevonden wordt, die alle bekende mestsoorten in waarde overtreft. De eerste proeven van guano bracht Alexander v. Hum- boldt in het begin dezer eeuw naar Europa en gaf te gelijkertijd de eerste nauwkeurige aanwijzingen over de wijze van verzameling dezer stof, de behandeling en het gebruik daarvan bij de Indiaansche bevolking van Peru en Chili. De eerste proefnemingen, om Peruaansche guano als meststof naar Europa uit te voeren, hadden plaats in 1832, maar vielen voor de ondernemers zoo ongunstig uit, dat eerst in 1840 de proef door een handelshuis te Lima verhaald werd. Op aanmoediging van de Britsche Maatschappij van den stempel drukken, waar het raderwerk der plannen, bereke ningen en intrigen nooit stil staat en zelfs ingrijpt in die uren, waarin de mensch zijn gemak, of ten minste eene betrekkelijke rust zoekende, meer aan zichzelf moest toebehooren. De liefelijke stilte van den avond, niet gestoord, maar nog verhoogd door den vollen, welluidende klank der klok, wier krachtige tonen de heldere lucht deden sidderen en den nade renden Zondag inluidden, heerschte in de huisjes en hutten van het dorp. De arbeiders waren reeds huiswaarts gekeerd van hun afmat- tenden arbeid en zaten nu voor hunne deuren, rookend, pratend, de rust genietendeeene geheele schare kinderen vermaakte zich met bloote voeten in de beek, die van de hoogte afkomende, met een snellen loop lan (s de dorpsstraat vloeide, en hier en daar werden eenige kuikens, die verdwaald waren of zich verlaat hadden, nog in de beschermende hoede van het moederlijke nest gebracht. Rust, overal liefelijke rust op akker en weidealleen de zon draalde op dien langen zomerdag om zich ter rust te begeven en wierp, voor zij onderging, nu en dan nog een purperen straal van haar tooverachtig licht door het dikke gebladerte der boerenhoeven. Bijna aan het einde van het dorp lag de breede, twee ver diepingen hooge pastorie, die met hare helder gewitte muren en groene vensterblinden, met hare heldere, witte gordijnen en met wijngaardranken begroeide vensters, den vreemdeling vrien delijk als het ware tegenlachte. In den goed onderhouden voortnin wandelde de dominé, zijne preek voor den volgenden dag bestudeerende, tusschen de bloem bedden op en neder, langzaam en gelijkmatig, zonder zich te laten storen door de groeten der voorbijgangers. De dorpsstraat maakte kort voor de pastorie eene kromming, liep zijwaarts langs den tuin verder, waardoor dit grootere gedeelte van het pastoriegoed meer uitzicht en grooter levendig heid had dan het front van het huis met den voortuin, waar het pad langzamerhand al nauwer en nauwer werd en in malsche weiden uitliep. Een lage haagdoorn begrensde den tuin ter zijde en van achteren, waar het terrein iets hooger opliep, en schaduwryke boomen en bloeiende struiken toch eenige beschutting opleverden tegen de al te nieuwsgierige blikken der dorpsjeugd en van de huiswaarts keerende boerenarbeiders. Op dit oogenblik was de geheele tuin gehuld in die rooskleurige tint, die do ondergaande zon zoo dikwijls over de voorwerpen verspreidt. Op het hoogste punt, in de schaduw van een reusachtigen hoogen boom zat, alleen op eene bank, een jong meisje, dat, met het hoofd tegen den stam van den boom geleund, hare knieën onverschillig met de handen omvat, in het laatste avond rood staarde. Zij droeg een nauwsluitend, hoog opgetrokken rijkleed, dat een sierlijk voetje liet zien en slanke, nauwelijks ontwikkelde vormen verraadde; voor haar op do tafel lag haar hoed bene vens handschoenen en rijzweep, en daarnaast een pistool van voortreffelijk ingelegd werk, waarvan de loop als vuur schitterde in de ondergaande zon. Zij leunde met het hoofd, waarvan de blauwzwarte haren in een eenvoudigen wrong waren saamgebonden, achterover; hare zachte, ronde wangen, van die bruinachtige, warme tint, waar onder men in oogenblikken van opgewondenheid het bloed meent te kunnen zien vloeien, en het heldere voorhoofd waren nog

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche en Nieuwedieper Courant | 1884 | | pagina 1