Landbouw werden uitgebreide bemestingen met guano ondernomen, die zulke glansrijke gevolgen hadden, dat deze handel in korten tijd een ongedachte omvang en belangrijkheid verkreeg, zóó zelfs, dat men vreest dat de voorraad der Chincha-eilanden daardoor weldra verbruikt zal zijn. Gelukkig heeft moeder Natuur voor tal van andere guano-verzamelplaatsen gezorgd. Het gunstige weer en de zoelere lucht zijn voor de Texelsche lammeren, die reeds in deze maand geboren werden zeer wenschelijk. De weiden zien er goed uit en beloven de verwachtingen der veehouders niet teleur te stellen. Van den windhandel in lammeren schijnt minder werk gemaakt te zijn dan in vroegere jaren. Men schrijft ons uit Anna Paulowna dd. 16 dezer: ;/De Rederijkerskamer De Hereeniging hield jl. Vrijdag hare derde buitengewone vergadering in dit seizoen. Wij mogen hiervan zeggen: „Eind goed, al goed," want de Kamer heeft getoond een open oor te hebben voor wel willende opmerkingen. Zij heeft dit vooreerst bewezen, door de uitvoering op twee avonden te doen plaats hebben, ten einde de te groote talrijkheid van toehoorders te ver mijden; door dezen maatregel was er nu voldoende en geschikte plaatsruimte. Vervolgens werd er voor aange name afwisseling gezorgd in de pauzen en ook mag niet onvermeld blijven, dat voor eene smaakvolle verwisseling van decoratief het oog aangenaam getroffen werd. Voor een en ander brengen wij de Kamer gaarne een woord van dank. De werkzaamheden bestonden: 1. in de opvoering van: De familie Jansen, blijspel in 4 bedrijven door Baring, en 2. Weg met de emancipatie of Zonder vrouwen is geen leven, door v. d. Stempel Jr. Zonder in beoordeeling te treden, meenen wij toch te moeten zeggen, dat de keuze der stukken zeer geschikt bleek en dat de uitvoering over het algemeen goed was, van enkele rollen zelfs zeer verdien stelijk. Gaarna roepen wij de Kamer tot weerziens toe in den volgenden winter, hopende dat zij dan weder met vernieuwde krachten zich moge beijveren om ons eenige genoegelijke avonden te schenken." „Blijkens de lijsten, opgemaakt door burgemeester en wethouders, overeenkomstig art. 81 dor wet van het lager onderwijs, en die van de Hoofden der scholen, waren op 1 Januari jl. in deze gemeente 39 kinderen, tusschen 6 en 12 jaren, die geen onderwijs genoten." In het begin der volgende maand zal de eerste steen gelegd worden voor het Kinder-Ziekenhuis te Wijk aan zee. Deze gemeente is tevens aangewezen als vacantie-kolonie, alwaar 160 kinderen, in vier afdeelingen, den vacantietijd zullen doorbrengen. Buitenland. Jl. Donderdag is het proces tegen de „meisjes moordenaars" te Weenen aangevangen. Hugo Schenk, de 35jarige hoofddader, Karl Schenk, die met de moorden bekend was, en Karl Schlossareck, die ze feitelijk uitvoerde, werden gehoord. Ze bekenden de moorden op de laatste slachtoffers volledig. Toen de berooving van den mole naar Podbera en van Josephine Timal na het in bewus teloosheid brengen van den koetsier Bauer mislukt was, hadden Hugo Schenk en Schlossareck besloten, voortaan ieder slachtoffer, dat zij op 't oog hadden, on verbiddel lijk uit den weg te ruimen. Hugo maakte de plannen voor al de misdaden, Schlossareck alleen voerde ze uit. Hugo Schenk verklaarde, dat hij geen moorden wilde begaan. Karl Schenk wist van de zaken, maar nam er geen deel aan. Hugo is de zoon van een overleden zeer geacht ambtenaar der justitie. kinderlijk van vorm, waarmede de ernst der oogen en een zekere harde trek om de roode, vast opeengedrukte lippen, een zonder ling contrast vormden. Aan hare voeten lag een mooie, bruine jachthond, die van tijd tot tijd tot haar opzag, maar overigens onbewegelijk, alsof hij wist, waarmede haar gedachten zich bezig hielden en dat zij niet gestoord wilde zijn. Plotseling naderde, minder gedwee dan het verstandige dier, eene vrouwelijke gestalte van middelbaren leeftijd, die uit de achterdeur van de pastorie gekomen was en een onderzoekenden blik om zich heên geworpen had, met haastige schreden het pad, dat naar de hoogte voerde. „Clemence! Mijn God, Clemence, waar zit gij nu weêr den godganschelijken namiddag!" riep zij reeds van verre met eene luide stem het meisje toe, dat bij dien scherpen, onwelluidenden toon verschrikt opzag. „Maar gelooft gij dan werkelijk, dat gij voor het kostgeld, dat gy mijn zachtmoedigen, geduldigen broeder betaalt, hier het leven van eene prinses kunt leiden? Als hij dat dulden wil, mij is het wel, maar i k moet u verzoeken, u naar de regelen van de huishouding te schikken. Ik ben eene vrouw, dat wil zeggen geene vrouw in manskieéren. Ik heb op mij genomen, u eene vrouwelijke opvoeding te geven, zedig, zooals een meisje betaamt, u die afschuwelijke, onwelvoeglijke gewoonten van rijden, schieten en visschen af te leeren. Denkt gij misschien, dat die taak, die ik alleen uit liefde tot mijn armen, zwakken broeder op mij genomen heb, tegenover zulk een verwend, onverbeterlijk wezen, gemakkelijk is? Hebt gij wel eenig begrip van echte vrouwelijkheid, van vlijt en spaarzaamheid en van huishoudelijkheid Om de lippen van het jonge meisje, dat zich uit hare nalatige houding had opgericht, krulde zich een verachtelijke glimlach. „Neen," zeide zy koel. „Neen," riep de dame, vertoornd hare door het werken ver eelte handen ineenslaande, „neen? En dat zegt gij maar zoo kortweg, zonder u te schamen? Nooit, hoort gij, nooit zult gij eene goede vrouw worden!" Clemence haalde de schouders op. „Ik geloof het zelf, als ik niet zeer spoedig het goede voor beeld voor oogen krijg." „Clemence „Mevrouw Teichmann!" De dame, die zoo bleek geworden was als een doode, had dien naam dreigend uitgeroepenhet jonge meisje had met koeler gematigdheid gesproken, dan de blos op hare wangen had kunnen doen vermoeden. „Laat ons niet twisten, mevrouw Teiclimann," zeide zij, zich met geweld bedwingende, „ik zal mijn best doen, aan uwe goede bedoelingen te gelooven, indien gij van uw kant de moeite wilt doen, mijn goeden wil niet in twijfel te trekken. Wij zouden elkander beter begrijpen, als het iemand gelukte, u het eigenlijke doel van mijn verblijf alhier duidelijk te maken, zoo duidelijk als de dierbare, lieve vrouw van den dominé het inzag, die mij gedurende de korte weken, dat het haar nog vergund was te leven, moederlijk en vol liefde ter zyde stond. Ik moet mij hier den omgangstoon en de huiselyke plichten van eene beschaafde vrouw eigen maken, niet het werk eener meid verrichten. De Zaterdagsche zondvloeden van loog en zeepsop, waarin gij vol strekt wilt, dat ik mij zal storten, dit sloven en zwoegen en schuren in stallen is eene wetenschap, waarvoor ik geen talent De „rue aux Ours" te Parijs is eiken dag getuige van een eigenaardig tooneel. Zooals bekend is, wordt te Parijs bijna nergens „aan huis gewasschen," wijl daarvoor de woningen niet ingericht zijn, zoodat vele personen hiervan een handwerk maken, dat bij eene bevolking van meer dan 2£ millioen zielen niet van belang ontbloot is. De waschvrouwen en strijksters nu, die voor de vele waschinrichtingen werkzaam zijn, vormen een zeer talrijke, maar tevens woelige klasse van arbeidsters en worden slechts naar de behoefte bij den dag of de week gehuurd. Dit heeft op de volgende •wijze plaats. Al de wasch vrouwen en strijksters, die voor het oogenblik zonder werk zijn, komen eiken morgen van zeven tot negen uur in de genoemde straat te zamen, waar dan ook de werk gevers zich bevinden om een keuze te doen. Onder deze om werk zoekende vrouwelijke wezens vindt men er van allerlei leeftijd, van het frissche jonge meisje met een koket mutsje tot de afstootende, naar brandewijn riekende bes, en daar de mannelijke en vrouwelijke werkgevers evenmin tot de haute volée behooren, laat het zich denken, dat de zaken hier noch zonder geschreeuw, noch parlemen- mentair uitgeoefend worden; toch geeft een bezoek aan deze markt een leerrijken blik in het Parijsche volksleven. Een zonderlinge bedrieger reist het land af, zoo meldt men uit Londen. Hij doet zich voor als een dominé en neemt telkens den naam en den titel aan van een bekend plattelands-geestelijke. Beurtelings fungeert hij als een „moderne," „orthodoxe" of „ritualist." Men kan hem maar niet te pakken krijgen, ofschoon velen hun best doen. Hij is hun te handig. Hij moet gehuwd wezen, maar is des niettemin in verscheidene plaatsen geëngageerd geraakt met geestelijkgezinde jonge dames, die hem echter nauwelijks hart en hand hebben geschonken, of hij verdwijnt. Het wordt hoog tijd, dat men hem onschadelijk maakt. Ingezonden mededeeling. EEN INTERESSANT OORDEEL is dat van Professor Hertz te Amsterdam, over de Zwit- sersche pillen van den apotheker R. Brandt, te Zurich; het luidt als volgt: De Pillen werden door mij in een aantal gevallen aangewend en kan ik hare uitwerking slechts roemen. Te verkrijgen per doos k f 0.70 in alle apotheken. Benoemingen, enz. Tot lid der commissie voor het afnemen van het examen tot toelating als cadet aan de Koninklijke Militaire Academie is o. a. benoemd de heer dr. H. W. Waalewijn, leeraar aan de Rijks Hoogere Burgerschool te Alkmaar. Tot notaris binnen het Arrondissement Alkmaar, standplaats Alkmaar, is benoemd de heer H. Metman, notaris te Leeuwarden. Tot opzichter van den Waterstaat 3de kl. is bevorderd de heer J. A. Jelgersma, thans opzichter 4de kl. De luit. ter zee 1ste kl C. Vreede, uit Oost-Indie teruggekeerd, is op non-activiteit gesteld. VisolilierloliterL. De volgende sloepen kwamen binnen: Jan Hofland, schipper J. v. d. Hoeven, met 200 levende kabeljauwen f 1.95, 30 lengen k f 2.85, 5 botten a f 16, 62 doode kabeljauwen a f 1.60, 58 idem k f 1.30 't stuk, 300 schelvisschen k f 26.50 't honderd, 9 bennen vleet k f 18.50 en 1 bot a f 8. Twee Gebroeders, schipper 'J. v. d. Hoeven, met 160 levende kabeljauwen k f 1.95, 125 doode idem f 1.10 k f 1.80 per stuk, 500 schelvisschen a f 21.50 't honderd, 20 lengen a f 3.15 't stuk, 2 botten k f 17 en 13 bennen vleet a f 18.50. Watergeus, schipper P. Hart, met 180 levende kabeljauwen heb, én die mij zeker ook niet te pas zal komen." Mevrouw Teichmann liet zich sprakeloos op den gebrt kkigen tuinstoel tegenover Clemence nedervallen. „Gij zijt ongeloovelijk stoutmoedig, ongeloofeliik trotsch," zeide zij buiten adem van toorn, „wij hebben allen onder uwe zonden te lijden, want dat de Hemel mijne arme behuwdzuster wegnam, geschiedde zekerlijk alleen wegens uw weèrbarstig hart, dat strenge tucht noodig had. Gij moet vrouwelijker worden, Clemence, verstaat gij mij, gij moet. Eene vrouw, die zich schaamt voor het wasschen en plassen, die de stallen mijdt, omdat zij te voornaam is, die geen belang stelt in het vee, dat onzen welstand uitmaakt, heeft ook geen hart voor dieren, die toch ook schepselen Gods zijn." Het jonge meisje antwoordde niet, maar streelde met een onnavolgbaar gebaar den schoonen kop van den jachthond aan hare voeten, die haar met verstandige oogen aanzag. „Ja, ik begrijp dit stomme antwoord volkomen," ging de dame steeds driftiger voort, „maar deze nuttelooze dieren bedoel ik niet, maar dieren, die met de huishouding in verband staan, koeien, geiten, varkens, gevogelte. Dat zijn mannelijke lief hebberijen, waaraan gij u overgeeft, voor eene vrouw ruwe, nietswaardige gewoonten. Gij moest u daarvoor schamen en er zal niets anders overblijven, dan dat luie paard en dien boos- aardigen houd op een goeden nacht op te ruimen." Tot nu toe was Clemence, ofschoon zich bedwingende, uiterlijk kalm geblevennu echter schoten hare donkere oogen vurige stralenzij sprong op en bijna zonder het te weten, legde zij de hand op het voor haar liggende pistool. Een luide hulpkreet weerklonk, zoo doordringend, dat hij ver- weg gehoord werd, want de dominé kwam snel den hoek van het huis om. Die kreet kwam echter niet uit den mond van mevrouw Teich mann, maar werd door teederd_5r lippen uitgestooten, door eene dame, wier nadering, daar zij niet den weg van de pastorie afkwam, door de beide twistenden niet opgemerkt was. Het was eene lange slanke gestalte, het stroogeele haar, in strijd met hare jaren en de mode, a 1'enfant gekapt, in een licht kleed met ontelbare blauwe strooken. Haar breede herderinnen- hoed was in het oogenblik van ontzetting naar achteren gegleden en vertoonde een oudachtig, maar goedaardig, kleurloos gelaat, met waterblauwe oogen en lippen, wit van schrik. „Maar waarom schreeuwt gij toch zoo, juffrouw Liane, dat gij zelfs bedaarde menschen zonder zenuwen doet schrikken riep mevrouw Teichmann gebelgd, wat scheelt u, wie doet u iets." „Moord, moord," gilde juffrouw Liane, terwijl zij op een stoel nederviel, „moord, te midden van dezen sabbathvrede, in dezen heiligen tempel van goddelijke schoonheid!" Mevrouw Teichmann haalde verachtelijk hare schouders op. „Dwaas schepsel!" bromde zij, terwijl Clemence, door haar natuurlijken aard medegesleept, haar kommer voor een oogenblik vergetende, lachend uitriep: „Zij is niet geladen, juffrouw Liane, zij is reeds lang op de schietbaan, waar ik van middag geweest ben, afgeschoten." Intusschen was met vliegende rokspanden, het ontwerp van zijne preek in de hand, de dominé uit de pastorie komen aan- loopen. Met een verschrikten, vragenden blik zag hij nu eens de een, dan weder de ander aan. „Wat was dat, wat gebeurt hier?" vroeg hy. h f 2.10 en 150 doode idem f 1.20 h f 1.30 't stuk, 10 botten k f 11 en 10 lengen k 3.15, 15 vleeten ft f 18.50, 1500 schel visschen a f 18 't honderd. Pollux, schipper H. Groenendijk, met 260 levende kabeljauwen a f 2 't stuk, 16 botten it f 10.50, 4 lengen a f 3.10 't stuk, 1600 schelvisschen a f 14 't honderd, 103 doode kabeljauwen f 1.35 k f 1.50 't stuk, 5 bennen vleet k f 17, 8 bennen rog a f 16. Een vijftal Hamburgers brachten nog al rog aan, ook enkele tarbotten, tongen en wat schol. Rog gold 80 a 90 cents 't stuk, schol f 23 a f28 't wichtje, tong 60 en tarbot f 8 k f 9 't stuk. De schokkers zijn nog in zee. Haring gold f 1.90 k f 2.20 per tal. De vangst is zeer uitcenloopend. BurgerlUlie Stand. Gemeente HELDER, van Zaterdag tot Dinsdag. Ondertrouwd: W. D. Collet, koperslager, en G. De Haan. GetrouwdGeene. BevallenJ. M. Filarski, geb. v. d. Wolt, D. S. Von der Heijde, geb. Groot Lim de Vries, D. A. Jellema, geb. Geus, Z. D. Hildering, geb. Breet, D. T. Van den Berg, geb. Assen dorp, D. A. Mannie, geb. Riemers, Z. G. Raven, geb. Hof dijk, D. N. Stark, geb. Bakker, D. E. De Roode, geb. Rezent, D. N. Hemelrijk, geb. Klinkert, D. S. P. Haremaker, geb. Van Terwi3ga, Z. J. M. W. Van Waning, geb. Van der Loeff, Z. OverledenA. Berg, 19 dagen. C. J. H. Pilaar, 5 jaren. M. C. Haane, 6 maanden. H. De Jong, geb. Adolfs, 72 jaren. D. C. Rooker, 20 maanden. Gemeente ZIJPE, van 8 tot 14 Maart. OndertrouwdGeene. Getrouwd: Cornelis Kikkert, jonkman, veehouder, 25 jaren, wonende te Texel, en Stijntje Slikker, jongedochter, 22 jaren. Floris Twisk, jonkman, schippersknecht, 27 jaren, en AntjeBes, jongedochter, 23 jaren. Geboren: Johannes Wouter, zoon van Cornelis Ligthert en Maria Catharina Van der Lans. Marijtje, dochter van Dirk Wildeboer en Antje Neefkes. Overleden: Gerrit Jongcrling, landman, 62 jaren, echtgenoot van Aaltje Klerk, eerder gehuwd geweest met Antje Duinmaijer. Guurtje Wagenaar, 65 jaren, echtgenoot van Cornelis Twisk. Gemeente SCHAGEN, van 11 tot 17 Maart. Ondertrouwd, Getrouwd en Overleden: Geene. Bevallen: Maart je Iiausman, geb. Roos, D. Weerkundige waarnemingen te Helder (Landskeet). 2 Uren. Windrichting en kracht. Barometer mM. Thermometer C. Vochtigh. procent. Toe stand van de zee. Stand. Afw. Stand. Afw. 16 12 zo. 0.3 k. 765.78 f 5.58 11.5 t 6.3 0.85 Stil. 17 12 zzo. 0.2 764.77 t 4.47 13.2 t 7.9 0.71 H 18 8 z. 2 764.13 3.83 8.8 t 5.4 0.78 Slechtw. 18 12 zzw 5 763.83 f 3.53 10.0 f4.7 0.90|Wein.gv. Weersgesteldheid: 16 Maart 12 u. Helder, schoonweêr. 17 Maart 12 u. idem. 18 Maart 8 u. Bewolkt, mooiweer. 18 Maart 12 u. idem. PURMERENDER MARKT VAN HEDEN. Per telegraaf. 34 stapels kleine Kaas a f 40, Middelb. a f per50kilogr. 1003 kilogr. Boter: laagste prijs f 1.35, hoogste f 1.40 per kil. 115 Runderen, matig, prijshoudend. 29 Paarden. 84 vette Kalveren, f 0.80 a 1.per pond, vlug. 596 nuchtere f 4 a 12 per stuk, stug. 67 vette Varkens, f 0.42 a 0.50 per pond, stug. 80 magere f 14 a 25 per stuk, stug. 191 Biggen, f 5 a 9.per stuk, stug. 873 Schapen en LammerenOverhouders laag in prijs, Oonschapen prijshoudend, stug. K;p-Eieren f 2.75 a 3.25, Eend-Eieren f 3.60 per 100. „Dwaasheden," bromde mevrouw Teichmann. „Ontzettend, bloedige phantasie," declameerde de bleeke Liane, zonder dat eene der dames eene nadere verklaring gaf. „Om te moorden, moet men met zijn beiden zijn," ging mevrouw Teichmann geërgerd voort, „een, die het doet, en een ander die het ondergaat. Zulke personen zijn hier niet voor handen. Ik heb Clemence in uwe plaats de les eens gelezen," wendde zij zieh tot den dominé, „dat zij den godganschelijken, mooien namiddag weder te paard en op de schietbaan heeft door gebracht; dat zij, ofschoon reeds lang thuis, hier nog zit in manskleêren ja, zoo noem ik rijkleeren, vlocht zij er tusschen, en dat zij niet wil leeren zich vrouwelijk te gedragen. Nu is alles weder geschied, zonder haar, zonder dat zij het minste gedaan heeft en voor het avondeten zal ik insgelijks wel alleen zorgen. Heden bedank ik voor uwe hulp. Gij? neen, blijf maar," zeide zij met een spottenden lach, toen Liane opstond, „gij zijt immers dichteres? Gij hebt zeker in uw geheel leven nog geen pot gekookt en zijt immers voor iets geheel anders op de wereld!" Vertoornd verwijderde zy zich; de dominé volgde haar, wee moedig het hoofd schuddende, nadat hij het jonge meisje een goedigen blik had toegeworpen; deze bleef met de dichteres alleen. „Want uit gemeene stof is de mensch gemaakt," zeide deze zuchtend, voor zich heen starende, zonder dat Clemence, die het citaat niet kende, iets geantwoord had. „Sta op, lieve vriendin, verkwik uw geest, baad uwe ziel in de stroomen der phantasie, die u medevoert van deze plaats," zeide juffrouw Liane met eene dweepende stem. Het jonge meisje schudde ongeduldig haar hoofd. „Maak uw geboeide geest vrij in woord en lied," vervolgde de onvermoeide troosteres, „zing, dicht?" Clemence schudde verstoord haar donker hoofd. „Ik bezit die talenten nietik kan en wil noch zingen, noch dichten." „Verdiep u dan in vreemde gedachten; ik heb u Jean Paul's goddelijken Hesperus gegeven! Wat zegt gij daarvan?" „Ik begrijp er niets van," zeide het jonge meisje, „ik houd het voor klaren onzin!" De dichteres zag haar met ontzetting aan. „Arme verdwaalde, blindgeborene," zeide zij medelijdend, „mogen de goden uwe oogen openen! Wat kan ik echter voor u doen, die zoo doelloos, zonder vrienden of vreugde, in het stof der aarde ronddoolt?" „Bekommer u niet om mij," zeide Clemence, „en wilt gij mij een genoegen doen, laat mij dan een kwartiertje alleen „En toch steekt er meer in u ook Diogenes verzocht Alexander uit de zon te gaan en niets meer," zeide zegevierend de dichteres, op den vurigen bal wijzende, die langzaam achter het groen der booraen verdween. Het jonge meisje bleef, toen zij vertrokken was, nog lang, onbewegelijk in dezelfde houding zitten; zij tuurde naar de zon tot haar laatste licht verdwenen was. „Voorbij," zeide zij in gedachten. Toen echter scheen eene hartstochtelijke smart zich van haar meester te maken. „Vader, o vader!" riep zy, terwijl zij hare armen uitstrekte, „ik ben zoo geheel alleenwij hebben den verkeerden weg ingeslagen Wordt vervolgd.)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche en Nieuwedieper Courant | 1884 | | pagina 2