'T IS IIIAAR EEN SMID.
VAN GUN en C
HET NIEUW WELRIEKEND KRULWATER
SCHOUWBURG TIVOLI.
Laatste Voorstelling,
Handel in grove en fijne
ENGELSCHE STEENKOLEN.
OPENBARE VERKOOPING
MEID-HUISHOUDSTER.
AMSTERDAMSCHE COURANT,
IALF H0LL0WAY.
is onontbeerlijk voor die het haar gOgOlftl of in ltrUlVOrm dragen,
weerstaat elfee weersgesteldheid.
Prijs per flacon met gebruiksaanwijzing: QO CtS.
Verkrijgbaar te Helder bij de Wed. «F. K. dy JS T irl,
en verder alOlll.
Kanaalweg,
aangeboden door den Directeur van Tivoli, L. J. VISSCHER,
op Vrij dag 21 Maart 1 8 S V,
door het
Rotterdamsche Tooneelgezelschap,
onder directie van \s\7~* 12ji U. ~y 1 TH,
van 't beroemde Tooneelspel
Tooneelspel in 4 bedrijven van W. VAN ZUYLEN.
Aanvang acht ure.
Prijzen ier plaatsen: 1ste Rang f 1.49. 2ie Rang f 0.15.
te K.olHorn,
op WOENSDAG '26 MAART 1884, des voormiddags ten
10 ure, in de herberg van den Heer D. KIST, van:
Een dubbel WOONHUIS en ERF,
aan de Onderhuurt te Kolhorn, gemeente
Barsingerhorn, kadaster Sectie B, Nos. 1528
en 1529, te zamen groot twee aren, vier
en dertig centiaren.
Eigendom JAN GEEL.
Nadere informatiën zijn te bekomen ten kantore van
den te Schagen gevestigden Notaris C. BOONACKER,
alwaar de veilingsvoorwaarden gedurende de 14 dagen aan
dien van verkoop voorafgaande ter inzage zullen voorliggen.
ZEGT HET VOORT!
I 1 dag, de derde en vierde ieder 3 dagen gevangenisstraf, de
vijfde en zesde vrijgespoken.
E. P. Dz. en C. V. Gz., beiden te Egraond aan Zee, diefstal,
de eerste 7 dagen eenzame opsluiting, de tweede vrijgesproken.
P. Van L., te Egmond aan Zee, rebellie, 3 dagen eenzame
opsluiting.
S. G., te Egmond aan Zee, beleediging, f 8 boete, subsidiair
3 dagen gevangenisstraf voor iedere boete.
G. Van E., C. Van 't H. en A. Van B., te Hoorn, verbreking
van sluiting, de beide eersten vrijgesproken, de derde 15 dagen
eenzame opsluiting en f 25 boete, subsidiair 3 dagen eenzame
opsluiting.
S. B., te Enkhuizen, mishandeling f 15 boete, subsidiair 4
dagen gevangenisstraf.
D. Z., te Enkhuizen, bedelarij, 7 dagen gevangenisstraf en
opzending naar een bedelaarsgesticht.
J. S., te Enkhuizen, dieftal vrijgesproken.
A. C., zonder vaste woonplaats, bedelarij, 14 dagen gevange
nisstraf en opzending naar een bedelaarsgesticht.
J. S., te Uitgeest, diefstal, 1 maand eenzame opsluiting.
Tegen Mei a. s. wordt gevraagd eene MEID HUISHOUDSTER,
bekwaam in het kaas- en botermaken. Zonder goede
getuigschriften onnoodig zich aan te melden. Brieven franco,
letter S., Hulppostkantoor Wieringerwaard.
NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD.
Verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en feestdagen.
De Amsterdaiusclie Courant zal na nauwgezette
keuze de belangrijkste en belangwekkendste gebeurtenissen
van den dag mededeelen.
De Amsterdauasche Courant is het goedkoopste
Dagblad van Nederland. Voor Amsterdam per
3 maanden 1.50, franco per post 1.80.
Niemand kan door den prijs worden afgeschrikt onze
Courant iederen dag alleen of met een vriend gesamenlijk
te ontvangen.
Abonnementen worden dagelijks aangenomen.
Bureau: O. Z. Voorburgwal 280, over liet Stadhuis.
THANS GEREED,
zoodat wij wederom in staat zijn complete exem
plaren te leveren.
Verschenen zijn: Jaargang B, II en III, compleet en
yan den vierden Jaargang aflevering 18.
De prijs is slechts 1.per Jaargang, franco per
post 1.10.
Maandelijks YerscMjBt eene Afleyeriui.
Abonnementen worden door alle Boekhandelaren en
Postkantoren aangenomen.
Klippers Laurey,
Haarlem, Maart 1884. Uitgevers.
Diarrhce en darmpijn. Het natte weder, gebrek aan droogte
en de schadelijke dampen veroorzaken nu eene reeks van ziekten,
waarvoor men spoedig voorzorg moet nemen. De zalf van
Holloway, goed op den onderbuik gewreven, geeft den lieil-
zaamsten uitslag in ziekten, die de maag, den lever of den darmen
aandoen. De zalf dringt door tot aan den zetelplaats der kwaal
en verdrijft spoedig de indigestie en andere ongemakken, die ons
voor eene naderende ziekte waarschuwen. In gevallen van
ernstigen aard is het raadzaam en pillen en zalf te gebruiken,
want te zamen werken zij krachtiger. Weinige dagen na het
gebruik van deze middelen zal iedere soort van darmpijn ophouden
zelfs in den hoogsten graaddaardoor zal de lijder bevrijd blijven
van eene slepende herstelling.
Doosjes PILLEN en Potjes ZALF
f 0.80, f 1.85, f 3.—, f 6.75, f 13.50 en f 20.50.
Ze worden verkocht bij de Apothekers.
Yoor den verkoop in het groot vervoege men zich
Professor Holloway, 533, Oxford-Street, Londen.
ARRONDISSEMENTS-RECHTBANK
Correctioneel e Terechtzitting van 18 Maart.
J. V., E. De G., J. De G., W. Z., J. De G. Sz., E. De G. Sz.,
allen te Egmond aan Zee, diefstal, de eerste 5 dagen, de tweede
Aan het politiek verslag van den gouverneur van
Atjeh en onderhoorigheden, loopende van 15 tot en met
29 Januari jl. wordt het volgende ontleend:
In den ochtend van 13 Januari kwam het hoofd der
III Moekims Kerkoem, Toeke Sjech geheeten, schijnbaar
zeer ontdaan zich bij den posthouder te Lambaroe melden,
om hulp te verzoeken tegen de benden van Panglima Njaq
Bintang en Teekoe Ali Pager Ajer, die, zooals bij voorgaf,
op zijn in de nabijheid van Labaroe, gelegen kampong
Siroen hadden geschoten. Onmiddellijk zond de militaire
commandant eene patrouille derwaarts, ten einde zoo noodig
assistentie te verleenen. Te Siroen aangekomen, deed
Toekoe Sjech het aanbod de patrouille door een 24tal, met
klewangs gewapende volgelingen te doen vergezellen, terwijl
bij er voorts krachtig op aandrong, dat de patrouille
commandant den weg naar Pajaoe zoude nemen. Gelukkig
werd echter door den commandant van het aanbod geen
gebruik gemaakt en een andere weg gevolgd. Later toch
bleek dat Toekoe Sjech en Panglima Njaq Bintang na
onderling overleg eenige losse schoten in de lucht hadden
gedaan, dat beiden daarop de stellingen hadden gekozen,
welke Panglima Njaq Bintang met zijn bende op den weg
naar Pajaoe zoude bezetten en dat eerst daarna Toeke Sjech
naar Lambaroe was gegaan om voor het naar zijn zeggen
bedreigde Siroen hulp te vragen.
Na het mislukken van het verraad liep Toekoe Sjech in
den nacht van 21 op 22 Januari tot den vijand over, met
medeneming van al zijn roerende goederen en gevolgd
door een groot deel der bevolking van zijn gebied. Het
meerendeel der met hem gevluchte kaïnponglieden keerde
echter later terug.
Van meer beteekenis was de afval van Toekoe Tjoet
Mohamap, Hoeloebalang der VII Moekims. In den nacht
van 26 op 27 Januari vervoegde zich dat hoofd tot den
controleur te Anagaloeng, mede om de hulp van het bestuur
in te roepen voor zijn kampong Lamtengah. De etappe
commandant der XXII Moekims verklaarde zich bereid
militaire hulp te verleenen, mits Toekoe Tjoet Mohamad
persoonlijk de troepen vergezelde. Toen deze echter ver
klaarde aan die voorwaarde niet te kunnen voldoen, meende
ook de etappe-kommandant van het verleenen van militaire
hulp te moeten afzien. Toekoe Tjoet Mohamad keerde
daarop, in zeer opgewonden en zenuwachtigen toestand,
met den ccntroleur naar diens woning en vervolgens naar
zijn kampong terug.
Den volgenden morgen bleek het, dat hij nog dienzelfden
nacht met de bevolking van Lamtengah en van tal van
andere kampongs was gevlucht.
In denzelfden nacht werd de post bij het seintoestel der
optische telegraaf, achter de kolonelswoning, door Atjehers
bekropen.
Een 29 Januari jl. door den militairen kommandant van
Atjeh en onderhoorigheden verzonden telegram meldt nog
het volgende:
/Stelling vijand bij Relong en Lepong door kolonnes
Anagaloeng en Glé Kambing aangevallen op 26 Januari.
Vijand met verlies verdreven: liet twaalf dooden en één
gevangene in onze handen. Wij één inlandsch fuselier
gesneuveld, drie minderen gewond, waarvan één zwaar."
In het jaar 1858 bewoog zich op zekeren dag dooi
de straten van Edinburg eene armoedige begrafenisstoet.
Het lijk werd slechts door écn treurende gevolgd, die met
gebogen hoofd blijk gaf van zijne diepe en onmiskenbare
smart. Deze treurende was de hond van den afgestorvene
Toen men het Grevfriars-kerkhof bereikt had, moest het
arme dier buiten het hek blijven staan en het van verre
aanzien, dat het stoffelijk overschot van zijn geliefden
meester in de groeve neergelaten en met zwarte aarde
bedekt werd. De hond wachtte geduldig totdat het hek
weder openging, waarna hij op het kerkhof liep en zich
op het frissche graf nederlegde, vanwaar men hem slechts
met moeite verwijderen kon. De doodgraver kreeg mede
lijden met het arme dier, hij nam het mede naar zijne
woning en gaf het te eten en te drinken. De hond nut
tigde hiervan slechts weinig en nam den volgenden morgen
de eerste gelegenheid waar om het graf van zijn meester
op te zoeken. Hoewel er op het kerkhof geen honden
geduld werden, besloot het stedelijk bestuur, dat men met
liet geval bekend had gemaakt, voor dezen keer eene uit
zondering te maken en het arme dier vrijen toegang te
verleenen tot het graf van zijn meester. De hond, die
Bobby heette en aldra in de geheele stad bekend was
onder den naam van Greyfriars Bobby, hield zich den
geheelen dag op het kerkhof op, terwijl hij 's nachts een
onderkomen vond in het huis van den doodgraver. Met
ieder ging hij vertrouwelijk om, doch aan niemand sloot
hij zich bijzonder aan. Zoo verliepen vele jarenBobby
werd oud en zwak, doch hij kon niet scheiden van het
geliefkoosde graf, waarop de doodgraver hem op zekeren
morgen dood vond uitgestrekt. Dit had plaats in het jaar
1872, zoodat de trouwe hond zijn meester 14 jaar lang
betreurd heeft! Barones Burdett-Coutts, te Londen, die
algemeen geëerd is om haren weldadigheidszin jegens de
armen en hare bescherming van dieren, liet tot aandenken
aan den getrouwen hond op de George IV-brug te Edin
burg een gedenkteeken van graniet plaatsen, dat het vol
gende opschrift draagt: ,/Ter herinnering aan de innige
gehechtheid van Greyfriars Bobby. In 1858 volgde deze
getrouwe hond het lijk van zijn meester naar Greyfriars
kerkhof, waar hij tot zijn dood in het jaar 1872 onafge
broken vertoefde. Opgericht door barones Burdett-Coutts."
Tot de zeldzaamste en eigenaardige visschen behoort
ongetwijfeld die, welke bij de natuurvorschers den Latijn-
sclien naam „Orthagoriscus" draagt en door de visschers
in de onderscheiden landen nu eens zonnevisch, dan weer
maanvisch, zeemaan of zwemmende kop genoemd wordt.
Het eigenaardigste aan deze visch is hare gedaante: ze
ziet er uit als een van den romp gescheiden kop eener
groote visch; rug- en buikvinnen zijn ongewoon lang en
spits toeloopend, de kieuwvinnen klein, stomp en hand
vormig, de staartvin is kort, breed, afgestompt en strekt
zich over het geheele achtereinde van het lichaam uit.
De kleur der zonnevisch is over het geheel grauwbruin,
aan de zijden mat zilverwit, welke laatste, gevoegd bij het
glinsterend phosphoriseeren van de visch bij nacht haar
den naam van maan- of zonnevisch heeft verschaft. Dooi
de eigenaardige vorming harer vinnen, heeft ze een geheel
bijzondere manier van zwemmen: ze draait namelijk om
zichzelf als een radook kan ze rechtop, met kop en oogen
boven het water, zwemmen en op zijde liggend zich dood
kalm aan de oppervlakte der zee laten drijven.
Ze kan zeer groot worden exemplaren ter lengte van
175 centimeter en ter zwaarte van meer dan 200 kilogram
behooren niet tot de zeldzaamheden leeft op groote
diepten van algen en komt slechts nu en dan bij groote
scholen aan de oppervlakte, waar ze dan meest weinig
schuw is. Het menigvuldigst vertoont ze zich aan de
Iersche kust en is dan het voorwerp van een ijverige
vervolging door de jachtlustige Engelschen, hoewel het
vleesch onsmakelijk is, onaangenaam riekt en slechts weinig
traan levert. Deze jacht op de zonnevisch is zeer interessant.
Zoodra men zonnevissehen bemerkt, laten de jagers zich
tot op een schot afstand er naar toe roeien, wat bij kalme
zee en warm weder niet moeielijk is, wijl de dieren bijna
altijd in troepjes van 5 tot 10 stuks aan de oppervlakte
verschijnen en zich dan langzaam laten drijven, waarbij
slechts hare groote, spitse rugvinnen boven het water uit
steken en de plaats aangeven, waar de visschen zich ophouden.
Tusschenbeide, vooral op warme, zonnige dagen, houden
deze merkwaardige zeebewoners zich daarbij zoo rustig,
dat meeuwen zich op haar rug en zelfs op de puntige
rugvinnen nederlaten. Is de jager in zijn boot tot op een
schot afstand genaderd, dan mikt bij nauwkeurig op de
plaats waar de rugvinnen aan het lichaam bevestigd zijn;
treft de kogel daar, dan draait de visch als een drijftol
in de rondte, dat het schuim hoog opspat, ja, dikwerf springt
ze zelfs eenige voeten hoog boven de oppervlakte van het
water.
Heeft het schot goed getroffen, dan blijft het lichaam
van het gewonde dier in de meeste gevallen drijven, zoodat
men slechts behoeft te wachten totdat het wat kalmer
geworden is, om het dan met een werpspies den genadestoot
toe te brengen en het, aan een touw bevestigd, als buit
op sleeptouw mede te nemen.
Aangaande het Escuriaal, het Paleis der Spaansche
Koningen, wordt door iemand, die aan dit „achtste wonder"
een bezoek bracht het volgende aan de N. Rott. Crt.
geschreven
Gaat men van de Fransche grenzen met den nachttrein
naar Madrid, dan komt men bij het krieken van den dag
over de naakte bergvlakte, waarop het Escuriaal gelegen
is. Het allereerste morgenlicht verspreidt dan een spook
achtig, wazig schijnsel over de hobbelige heide, die liier
en daar eene naakte rotspunt laat zien, als het vale kleed
van een bedelaar, dat hier en daar afgerafeld en op de
J knieën doorgesleten is. Groote zwerfblokken liggen wijd
en zijd dooreen geworpen over het veld, als hadden de
Titanen hier den hemel bestormd. Geen dier, geen levend
wezen komt u hier tegemoet. Het is een landschap voor
den dolenden Kaïn, verterend door den gloed van zijn
brandend geweten, die alle samenleving ontvlucht en hier
rust zou willen vinden. Het is de natuur in hare koudste
armoede, die, toen zij Andalusië zoo rijk getooid had met
hare schatten, niets meer overhield om hare naaktheid te
bedekken. Dat oord koos Philips II om zich een verblijf
te bouwen. Van verre ziet men reeds tegen de helling
der rotsen het gebouw liggen. Men zou zeggen een groot,
zilvergrauw schaaldier met stekels en hoornen, dat straks
zijne pooten zal uitstrekken, om over het gebergte te
kruipen. Het hart sluit zich dicht, als men deze koude,
grijze steenmassa ziet, zonder boom, zonder bloem, zonder
sieraad, zonder iets menschelijks, dat er kleur of warmte
aan geeft.
En zooals het van buiten is, zoo is het van binnen.
Als men het Alhambra een fijn borduurwerk mag noemen,
dan mag men veilig van het Escuriaal zeggen, dat bet
een ijzeren harnas is. Alles is gemaakt van dezelfde
vierkante blokken grijs graniet, allesde vloer der binnen
plaatsen, de muren, de trappen der kerk, de binnenwanden
der kerk, de pilasters, de kapiteelen, het koor, het altaar,
de koepel, de spitsen op den toren, alles, in één woord,
is grijs graniet. In de kerk is alleen het hoogaltaar met
schilderwerk versierd, maar verder is alles koud en kaal
inet rechte lijnen afgezet in den grauwen steen. Er
lieerscht hier eene gestrengheid van bouw, |die men in geen
enkele Spaansche kerk van de zestiende eeuw vindt. Het
Escuriaal is geen schepping van den eersten den besten.
De man, die voor zijn eigen verblijf een klooster van zoo
reusachtige afmetingen bouwde, moet óf een groot man,
öf een groote dwaas geweest zijn. Maar in allen geval
is het geheel iets zóó buitengewoons, dat men versteld
staat en nauwelijks kan gelooven, dat iemand met mensche-
lijk gevoel die schepping heeft kunnen ontwerpen. Het
Escuriaal was oorspronkelijk een paleis, maar tevens een
klooster en eene begraafplaats der Spaansche Koningen.
In het geheel zijn er, geloof ik, vijf duizend kamers.
Tegenwoordig is het paleis nog min of meer gemeubeld,
maar alleen de grafkelder is nog in werkelijk gebruik.
Een deel der bijgebouwen is ingenomen door een school
voor het boschwezen en door eene lagere school.
Snelpersdruk van A. A. Bakker Cz., Nieuwediep.