IIELftERSCHE U NIEUWEDIËPER COMANT. Bieaws- en Advertentieblad voer Hollands Noorderkwartier. 1884. N°. 43. Woensdag 9 April. Jaargang 42. Uitgever A. A. BAKKER Vz. 29> VAN HAND TOT HAND. „Wij huldigen het goede." Verschijnt Dinsdng, Donderdag en Zaterdag namiddng. Abonnementsprijs per kwartaalJ' 0.90. *11 franco per post 1.20. BUREAU: MOLENPLEIN. Prijs der Ad vort en tienVan 11 regels 60 cents, elke regel tnerr 15 cents. Groote letters naar plaatsruimte. Voor winkeliers bij abonnement belangrijk lager. jBinnen lan a. Het vertrek van het Koninklijk gezin naar Oranje- Nassau-oord is vastgesteld op Maandag 21 dezer, 's voor middags omstreeks 10 uren. De Hertogin van Albany begaf zich jl. Vrijdagmiddag te half een van Claremont om de begrafenis van baar echtgenoot te Windsor bij te wonen. Ónze Koningin en de Vorstin van Waldeck-Pvrmont, de moeder van H. M. en van de Hertogin, vergezelden baar. Zaterdag keerde de Hertogin met Prinses Christian naar Claremont terug. Het vertrek van onze Koningin uit Engeland is, naar men verzekert, op heden bepaald. Per extra-trein zal H. M. en gevolg direct van Esher naar Queensborough vertrekken. Tegen 8 uren beden avond zal de Valk het anker lichten, met bestemming naar Vlissingen, waar morgen ochtend te 9^ uren een speciale trein gereed zal staan, om f1. M. naar 's Hage te vervoeren. Reeds een twintigtal lotelingen der lichting 1884 hebben den minister van Oorlog doen blijken van bun wensch om tot militie-luitenant (reserve-officier) te worden opgeleid. De eerste loteling, die zich aanmeldde, verklaarde, dat bij recht had op vrijstelling wegens broederdienst, doch dit recht niet zou doen gelden. Uit Ridderkerk meldt men aan de N. Rott. Crt. „Groote ontsteltenis beersebt in deze gemeente bij bet vernemen van bet vergaan van bet Belgische stoomschip Daniël Steinmann, hetwelk 20 Maart jl. van Antwerpen is vertrokken met. 93 landverhuizers, koers zettende naar Amerika. Op dit schip toch bevonden zich: M. Stok, een man van 62 jaar, P. Kranendonk met vrouw en 5 kinderen, en H. Bravenboer met vrouw en 4 kinderen, allen land verhuizers uit deze gemeente. Aangezien volgens het laatste bericht slechts 3 passagiers zijn gered, hebben naar alle waarschijnlijkheid deze 14 personen mede bun graf in de golven gevonden, waardoor vele gezinnen in rouw worden gedompeld.' Voor bet Hof te Arnhem stond jl. Vrijdag terecht J. C. Van W., beschuldigd in zijn kwaliteit van boekhouder der Bank van Leening te Tiel, gedurende de jaren 1878 Door GOLO RAIMUND. {Vervolg.) Onder de riddergoederen van de rijke provincie, wier waarde niet slechts in landelijke schoonheid, maar in weiden, bosschen en vruchtbaren grond bestond, bekleedde Erlenstein met zijn oud, goed onderhouden slot en zijne uitgestrekte parken en tuinen eene eerste plaats. De trotsche, omvangrijke bezitting, die den overleden baron Tromberg met duizend bekoorlijkheden en vleiende stemmen had verlokt, tot hij voor de verzoeking bezweek om het prachtige landgoed voor zichzelven te bemachtigen, was eene reeks van jaren achtereen voortreffelijk beheerdvooral dc laatste bezitter had groote sommen aan de instandhouding en verfraaiing ten koste gelegd. De overleden baron Tromberg had met dien practischen zin, een gevolg van den zwaren druk der tijden, er zich voornamelijk op toegelegd, zulke aankoopen te doen en verbeteringen aan te brengen, die de waarde der bezitting konden vermeerderen; het slot met zijne tuinen en parken, de kostbare, inwendige inrichting overtrof zijne tot nu toe beperkte inkomsten zoodanig, dat hij volstrekt niet geweten zou hebben hoe en waar in deze richting nog eenige verbetering aan te brengen. Maar tijd en mode zijn onverbiddelijke leermeestersde eerste verhoogt, met de gewaarwordingen van .den steeds naar vooruit gang strevende geest des menschen, de eischen der doelmatigheid, de andere schrijft de wetten der schoonheid of ook wel die der dwaasheid voor, en zoo bevorderen zij, hand aan hand gaande, den val van het bestaande. Robert had er met zijne jeugdige gade slechts de zomermaanden doorgebracht, maar in dien korten tijd had Nora's weelderige geest wonderen verricht. Hare eigene vertrekken en de gezel schapssalons werden met vorstelijke pracht ingericht, ver boven hunne finantieële krachten, daar Robert zijn persoonlijk vermogen bijna verteerd had en zich bepalen moe3t op tot de, alhoewel zeer aanzienlijke inkomsten van Erlenstein. Maar Nora's genot zucht was door eene opvoeding, zooals zij die van hare pleeg moeder had ontvangen, bovenmatig ontwikkeld; het was haar eene tweede natuur geworden, zich verre boven haar stand te verheffen en zij zou zeker, door hare nooit bevredigde wenschen en eischen, de bezitting, indien zij nog langer in hare handen gebleven was, zeer in waarde en uitgestrektheid hebben doen verminderen. De dood van haar echtgenoot gaf het goed aan den eersten bezitter terug en zoo kwam het weder in verstandige cn trouwe handen. Erwin vestigde er zijne woonplaats, toen hij, na bijna een jaar op het ziekbed te hebben doorgebracht, van zijne zware wonden genezen, als reconvalescent, zijn ontslag gekregen had, en legde zich nu op nieuw met ijver op het beheer van Erlen stein toe. Hij had liefde en aanleg voor de landhuishoudkunde dubbele liefde, nu zijne werkzaamheid zijn schoonen grond ten goede kwam. Maar hij leefde geheel voor zichzelven, zooals reeds zoo menig eigenaar voor hemde eenzaamheid scheen een onafscheidelijk deel van de schoonheid der plaats uit te maken. De schitterende feesten, door Nora gegeven, pasten, naar het oordeel der gasten, ondanks den grootsten aanleg, niet bij de romantische stiltedeze had zoo geruimen tijd bezit genomen van slot en park, dat zij tot 1883, ren ïuuleele dier gemeente een som van f 5866 te hebben verduisterd. De advokaat-generaal, jbr. mr. Sandberg, meende in zijn akte van beschuldiging, dat bier art. 169 C. P. was over treden, requireerde, wegens het als openbaar ambtenaar verduisteren van gelden boven de drieduizend francs, een tuchthuisstraf voor den tijd van vijf jaren. Uit Suriname wordt dd. 2 Maart jl. aan bet Vader land geschreven: „Een paar dagen geleden is een groot schandaal aan bet licht gekomen; daarbij is ontdekt, dat op bet bureau van den kolonialen ontvanger alhier sedert jaren door middel van valsche boekingen op groote schaal gestolen is. Twee ambtenaren, C. Van Hees en J. Samson, zijn als hoofdschuldigen, daarbij betrokken, geschorst en zitten nu in bet fort „Zeelandia" in verzekerde bewaring. Dezen ochtend is bet bekend geworden, dat twee andere ambte naren van betzelfde bureau voortvluchtig zijn." Dus beeft bet geheele beroep in de zaak der Utrecht- sche studenten niets gegeven dan dat De Jong f 25 be taalt. Deze meening hoorden wij uiten, zegt de Arnh. Crt., en wij gelooven, dat zij ten eenenmale on ge rond is. Zij, die een nieuw vonnis verlangden, wenschten dit niet om de studenten zwaarder gestraft te zien, maar opdat zekerheid zou worden verkregen, dat geene andere motieven hadden gegolden dan die, aan recht en. wet ontleend. Nu de Amsterdamsche rechters oordeelden gelijk de Utrecht- scbe rechters geoordeeld hadden, is de verdenking van, zij het ook onbewuste, partijdigheid weggenomen en zal van bet Utrechtsche vonnis geen verwijt meer kunnen worden gemaakt tegen onze recbtpleging. Door den beer mr. J. M. Hoog te 's Gravenhage en nog zes onderteekenaars is dezer dagen eene circulaire verspreid, waarin breedvoerig wordt aangetoond de wensche- lijkheid der oprichting van een „Rust-Oord" of Christelijk Logement, gelijk men dat o. a. vindt te Heinrichsbad, in Zwitserland, en waarin zwakke en kranke personen van allerlei gezindte of richting kunnen worden opgenomen, mits men zich wil onderwerpen aan de regelen van het Huis. In eene gezonde en scboone streek van Gelderland is eene geschikte buitenplaats, ongeveer 29 bunders, meest bosch als het ware een deel der schoonheid daarvan uitmaakte. Het viel dus niemand in het oog, dat Erwiu, zwichtende voor bekoorlijkheden van vroegere gewoonten, zeer weinig omgang had met de naburige gronbezitters en het verlies van moeder en broeder; zijne eigene nog wankelende gezondheid, waren voldoende redenen tot verontschuldiging, ook zonder dat men nog daaren boven met dc gebeurtenissen, die meer zijn innerlijk leven betroffen, behoefde bekend te zijn. Toch werden er verlangende blikken geslagen naar den zwaar- moedigen grondeigenaar, niet alleen door speculeerende moeders, maar ook door dochters, niet zoo zeer uit berekening, maar omdat zij den schoonen, ernstigen man, den dapperen officier een warm hart toedroegen. Daar niemand zijne ware betrekking tot Nora had geweten, had men, toen zij met Robert in het huwelijk trad, Erwin's belangstelling in haar toegeschreven aan broederlijke genegenheid jegens Robert, en daardoor tevens een zekeren waarborg gevonden, dat zijn hart ook in later jaren niets voor de jonge weduwe zou gevoelen, zoodnt hij ook niet, zooals velen verwacht hadden, naar Italië was gegaan om haar te troosten. Des tc meer viel het diegenen, die hem met heimelijke wenschen gadesloegen, in het oog, dat hij eene werkzaamheid ontwikkelde, die met nieuwe voornemens of plannen in verband scheen te staanwant ofschoon het slot, dat zich uit een bouwkundig oogpunt in den besten toestand bevond, volkomen toereikend was voor hem cn de weinige gasten, die hij ontving, werden toch overal vernieuwingen en verfraaiingen aangebracht. De inrich ting eener gcheclc reeks kamers werd veranderd, de tuin in de onmiddellijke nabijheid van het slot op nieuw aangelegd en van nieuwe fonteinen voorzien. Dit alles geschiedde zonder veel opzien of bespreking, men wist slechts, dat er een aantal handwerkslieden in het slot werk zaam waren geweest om dc werkzaamheden nog gedurende het warme jaargetijde te voltooien, en maakte daaruit op, dat zij tegen den herfst of winter tot een bijzonder doel zouden moeten dienen. Het was in den middag van een warmen dag in Augustus; een kort onweder, door een fikschc rengenbui vergezeld, had alles heerlijk verfrischt en met de laatste heldere droppels op halmen en bladeren, prijkte de natuur in hare volle schoonheid. Boven in het slot en in de benedenvertrekken werden de wensters wijd opengezet, om de verkwikkende lucht in te laten de geur van rozen en resida steeg opwaarts van de bedden, en vermengde zich met den reuk van het hooi, door den wind van de naburige weiden medegevoerd. Uit de stallen werd een gezadeld en getoomd rijpaard over de voorplaats geleid en eenige minuten later kwam Erwin van Tromberg uit het slot, om op tc stijgen. Hij nam het paard goed op, onderzocht den zadel en klopte het dier liefkozend op den slanke hals, maar hij deed dit met de linker had; hij steeg, blijkbaar steunende op den rijknecht, moeielijker op, dan men wel van zijn sterk, veerkrachtig lichaam zou verwacht, hebben ook de rijzweep, die men hem toereikte, nam hij eerst met dc linkerhand aan, als wilde hij der rechter de moeite besparen er naar te grijpen. Toen hij echter goed in den zadel was, zat hij weder even vast als vroeger, één als het ware met het vurige dier, en reed langs den goed onderhouden grindweg, die boogs gewijs om het ruime igrasperk heenliep, de slotpoort uit. De rijknecht ging langzaam naar de stallen terug; de knecht, die de deur voor zijn heer had geopend, bleef staan en keek ruiter grond, met een zeer solied gebouwd modern heerenhuis en bijgebouwen, voor du som van f 26,000 te koop. Ook zal er gelegenheid bestaan, dat minvermogenden kunnen worden opgenomen, als de meergegoeden daarvoor bijdragen, en zou het oprichten van oen afzonderlijk fonds daarvoor wenschelijk zijn. Daar voorts met de inrichting geene winst wordt beoogd, zullen de logies- en kostgelden voor de meergegoeden zoo matig mogelijk gesteld worden. De geestelijke leiding zal aan een predikant worden toevertrouwd. Zij vragen aan alle voorstanders hunne sympathie en medewerking, om deze inrichting tot stand te brengen. Men schrijft aan de Leidsche Crt.: „Maart was bijzonder helder, met slechts tien regendagen en dan nog weinig regen. Er viel een vierde minder dan gewoonlijk, het meest nog den lsten, 9den en 12aen, den 21 sten en 22sten. Sneeuw of hagel heeft men bijna niet gezien, dan omstreeks de twee laatstgenoemde dagen. Óok was de betrekkelijke vochtigheid gering; dertien malen bleef die op den middag onder de 60 pCt. en daar van twee malen onder de 50 pCt. De barometer veront rustte ons niet, want zijn stand was bijna voortdurend over de geheele maand 1 millimeter hooger dan gewoonlijk, slechts een weinigje minder dan de drie vorige maanden. De hoogste en laagste standen 768 en 743 millimeter en de verschillen met de zuidelijke plaatsen waren gering of positief. Zoo kwamen dan ook de winden gedurende de drie eerste dagen en in de tweede helft der maand uit het oostelijk gedeelte van den horizon, overigens bijna zonder uitzondering uit het Westen en Zuidwesten en waren zij niet. sterk. Toch deden zij ons dikwerf onaangenaam aan, zooals gewoonlijk in Maart, omdat de temperatuur der lucht nog zooveel lager is dan die van ons lichaam. Op beschutte plaatsen was het evenwel eiken dag zeer matig. Ieder heeft een aangenamen indruk van deze maand ont vangen en menigeen meent, dat deze winter zeer buiten gemeen zacht is geweest. Gedeeltelijk is dat waar. Wel was het eerste en vooral het tweede tiental dagen slechts weinig warmer dan gewoonlijk, maar toch den 30sten en 31sten en van 11 tot 20 week de temperatuur zeer sterk positief af, zelfs herhaaldelijk, van 8 tot 11, tot 10 graden toe, <lat zij gemiddeld 1£ gr. hooger was dan gewoonlijk, cn paard na zoolang zij nog in het gezicht waren, waarna hij zich eens ter dege uitrekte, en, zich omkeerende, het woord richtte tot eene bejaarde vrouw, die van achter de zijden gor dijnen van een der geopende vensters haar heer insgelijks had nagezien. „Ha, eindelijk heeft men weder eens rust," zeide hij, terwijl hij zijn horlogie uit den zak haalde. „Het is precies tijd om gemoedelijk zijn glaasje onder de linden te gaan drinken want dit moet gij mij toegeven, juffrouw Rebel, met de gemoedelijk heid is het sedert een paar maanden glad uit." „Ik weet niet, wat gij bedoelt, zeide de juffrouw, terwijl zij haar stoffer uitklopte, „ik weet het waarlijk niet, tenzij gij mocht meenen, dat gemoedelijkheid cn luieren hetzelfde is. Kent gij een makkelijker dienst of een beter meester?" De knecht trok een leelijk gezicht. Zeg liever: „Klaas, ik wil u het glas bier niet geven, want ik heb geen dorst." Als gij, zooals ik, bij deze hitte den geheelen dag trappen had moeten klimmen, nu eens om de werklieden te helpen, dan weder om de tuinlieden bevelen over te brengen, hier had moeten inpakken en daar uitpakken, zonder dat men te weten komt, waarvoor al die drukte gemaakt wordt, dan waart gij reeds God weet hoe lang moede cn tengevolge daarvan ook dorstig." „Gij hadt advocaat moeten worden," zeide de vrouw, „maar op een glas bier komt het niet aan, dat weet gij wel. Waar het bier voor de bedienden zoo in overvloed gegeven wordt als hier, behoeft de huishoudster niet te zuinig te zijn." Onder het uitspreken der laatste woorden was zij den trap afgekomen, waarop zij gestaan had om de gordijnen af te stoffen, en kwam nu ook op het voorplein. „Kom mede," zeide zij, terwijl zij zich gereed maakte het huis om te gaan, van waar men zijwaarts van den tuin in het sousterrein kwam, „dan kunt gij u glas bier dadelijk raedenemen." „Wat zijt gij deftig en ernstig, juffrouw Rebelmijnheer de ritmeester heeft ook al zulk een lang onderhoud met u gehad, terwijl gij in de nieuwe kamers het stof afnaamt; wees nu eens met uw nieuws even gul als met uw bier; kom, vertel eens wat." De huishoudster zwaaide ijverig met haar stoffer, dien zij als een harer attributen in de rechter hand hield. „Gij moest u schamen. Klaas, zoo nieuwsgierig te zyndat past volstrekt niet voor een knecht van zulk een voornaam huis. Ik kan niets meer zeggen dan wat gij reeds weet." „En wat weet ik dan al zoo?" vroeg de knecht geraakt. „Van den ritmeester zelf geen woord! Het is schande, als men bedenkt, dat men zoo dom en stom gehouden wordt in een huis, waar men reeds zijn derden heer dient." Juffrouw Rebel lachte. „Nieuwsgierigheid, louter nieuwsgierigheid, die u plaagt. Klaas Goddank, dat ik zoo nieuwsgierig niet ben. Toen mijnheer mij opdroeg, de meubelen uit dc vertrekken van mevrouw de barones in den westelijken vleugel zorgvuldig in te pakken en zc voor- loopig in het rentmeestershuis te plaatsen, heb ik aan niets gedacht en slechts gedaan, wat mij bevolen werd, en toen hij mij voor drie maanden, toen al de nieuwe, prachtige zaken aan kwamen, zeide: „Ik zal hoogst waarschijnlijk nog in den herfst eene nieuwe meesteres in huis brengen,/, toen heb ik eene neiging gemaakt, zooals het behoort en mijn onderdanigen gelnkwensch uitgesproken, die mij uit het hart kwam. Het verheugt mij uitermate, dat er nu eens voor goed vrede en vreugde hier zullen heerschen, en er verder niet naar gevraagd noch er mij

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche en Nieuwedieper Courant | 1884 | | pagina 1